IDFA 2023 – Deel 3: Aparte banen

IDFA 2023 – Deel 3:
Aparte banen

door Bob van der Sterre

Aparte banen maken documentaires bij voorbaat al de moeite waard. Er komt bevlogenheid en passie bij kijken. Zes films over aparte beroepen. Van journalist in native Amerika tot brandweerman, van acrobaat tot truecrimepodcastmaker.

 

Bad Press

Bad Press – De strijd voor vrije journalistiek bij de Muscogee-stam
Persvrijheid is in de grondwet van de VS verankerd, maar dat geldt niet voor Native American stammen. Slechts vijf van de ruim 500 stammen hebben er regels voor. Onder andere de Muscogee, Cherokee en Navajo hebben dat. De vrijheid is niet vanzelfsprekend, want in 2018 werd de vrije pers in Muscogee weer aan banden gelegd. Waarom? Omdat er veel slechts geschreven wordt. Angela Ellis, journaliste bij Mvskoke Media: ‘Stop dan met slechte dingen doen!’

De sfeer verhardt zich als er ook verkiezingen komen in de Muscogee-stam. Het is duidelijk dat Angela met haar pittige persoonlijkheid niet zal stoppen met het journalistieke werk. ‘Ze sturen elke dag highly polished shiny turds de wereld in.’ Tegelijk is er ook een stroming om persvrijheid in de wetgeving te verankeren.

Heel aardige film over journalistiek in een wereld waar je doorgaans weinig van meekrijgt. Het zijn in feite drie films ineen: een document over het belang van persvrijheid, een portret van chiefs in verkiezingstijd, en andere terloopse observaties van de Muscogee-cultuur.

 

Burning Out (Brandmeester)

Burning Out – Amsterdamse brandweer moet veranderen
Gerrie is 59 en nog maar twee jaar van zijn brandweerpensioen verwijderd. Hij is dé brandweerman bij uitstek. Ervaren, niet op zijn mondje gevallen en naar eigen zeggen een perfectionist. Hij is de commandant van de brandweer in Amsterdam-Zuid en mentor van nieuwe brandweertalenten, zoals Joyce. Hij wil personeel dat past in het team, ‘of ze van Pluto, Mars of Venus komen, dat maakt mij niet uit’.

Zijn bazen zien dat wel anders. Die hebben percentages in gedachten. 30% mannen, 30% vrouwen en 30% divers want ‘de brandweer moet een afspiegeling zijn van de stad’. De brandweer moet bovendien herstellen van een slechte reputatie (seksisme). Hoewel dat ook logisch is voor Gerrie stuit het hem tegen de borst dat persoonlijke kwaliteiten en teamgevoel niet doorslaggevend zijn.

Deze film van Saskia Gubbels (Nederlandse titel is Brandmeester) heeft een vrij traditionele documentaire-aanpak, maar wat gaat het er makkelijk in bij ondergetekende. Gerrie is ook zo ontzettend geknipt als hoofdpersoon. Deels van de oude en van de nieuwe generatie en zo ad rem als Amsterdammers kunnen zijn. En die heerlijke Amsterdamse bijdehandheid. Ik denk dat menig mond van buitenlandse kijkers openvalt als ze zien hoe brutaal mensen praten tegen hun meerdere – en dat altijd met zo’n volstrekte vanzelfsprekendheid. Zoals bijvoorbeeld Joyce tegen de zin in van burgemeester Femke Halsema zegt: ‘Mensen willen het niet horen maar dit ís een mannenbaan.’

Type film dat voortgestuwd wordt door het thema ‘verandering – wat nu?’. Er is veel verwantschap met andere films over mensen die werken in Amsterdam (en omgeving). Bijvoorbeeld Garage 2.0 (2016) van Catherine van Campen, of onderstaande film van Ingrid Kamerling.

 

They and Them

They and Them – Jonge genderdiverse mensen in Zaandam
We steken het IJ over en komen uit bij de genderpoli in Zaandam. Die behandelt jonge tieners die van geslacht willen veranderen. Ze moeten zich voorbereiden op heftige medische ingrepen, die je niet kunt terugdraaien.

Een film als deze kan makkelijk fout gaan. Of de focus ligt te veel op de kwetsbare kinderen die nog in bepaalde processen zitten. Of het is een film die alles op een weegschaal legt. Geen van beide is hier het geval. We kijken vooral naar hoe het personeel ermee omgaat: de kinderen zijn in feite bijzaak.

Het is prettig voor een docu als je twee tegenpolen hebt: de hoofd-psycholoog die op een Harley Davidson rondrijdt. Hij vraagt zich hardop af of de poli ook inclusief is voor hem als ‘heteroseksueel cis-genderpersoon’ (dat wil zeggen dat je geslacht en genderidentiteit overeenkomen). En de collega die het proces zelf heeft doorgemaakt en het belangrijk vindt om alle stemmen te respecteren.

Verder veel boeiende observaties. Het ontvangen van genderdiverse mensen en dan per ongeluk ‘Hallo dames!’ zeggen. ‘Dat zijn nou net de dingen die we willen voorkomen.’ Hoe een regenboogvlag discussies op kan roepen: ‘Rekening houden met de een betekent geen rekening houden met de ander.’ Of de opmerking: ‘Ik kreeg wel eens te horen: je hebt mazzel dat je gay bent.’ Of de oprechte tranen als het gaat over de stress van alle administratieve handelingen die ze moeten plegen. Ingrid Kamerling is zelf psychologe en dat helpt vermoedelijk bij het respectvol opereren in dit wereldje.

 

Another Day

Another Day – Acrobatiek op straat
Besi en Rafael, Albanezen, doen als Ping en Pong straatoptredens in Italië. Een combinatie van pantomime en breakdance. Ze zijn er goed in en verdienen er aardig mee.

We zien ze thuis ontbijten, reizen met de metro, op straat performen, en soms weggestuurd worden door de politie.

De film van Eneos Carka begint sterk met de portretten en geschiedenissen van de twee. Zo is de vader van een van hen vermoord. De ander heeft een fysiek probleem met zijn benen. Ze noemen elkaar broers maar zijn het niet. We zien hun geboortestreek in Albanië.

Daarna begint de film wat te kabbelen. Nou kun je dat niet altijd afdwingen als je een documentaire maakt, de factor geluk speelt vaak een grote rol. Er gebeurt gewoon weinig bijzonders. Een miniruzie wordt een beetje opgeblazen om de film toch wat spanning te geven. Ze lijken uit elkaar te groeien (een studeert en heeft een vriendin, de ander gaat bij een ander team bijverdienen). Al met al valt dat wel mee. Net als de rol van de Italiaanse politie niet zo schokkend is.

Aardige schets van twee levens maar de film had makkelijk in een half uur gepast.

 

Citizen Sleuth

Citizen Sleuth – Truecrimepodcastmaker van twintig
Waar Besi en Rafael streven naar wat meer succes, heeft Emily misschien wel wat te veel. Wat als je twintig bent en miljoenen je truecrimepodcast downloaden?

Dat overkwam Emily toen ze begon te podcasten over een bizar ongeluk in haar woonplaats in West-Virginia. Jaleyah werd op een nacht midden op de weg gevonden, met kleding hangend aan de vangrail, de auto een kilometer verder. Ze kwam van een feest. Medefeestgangers werden verdacht gevonden. Alsof ze een moord in scène wilden zetten. Maar de politie achtte dat toch niet mogelijk.

Emily wierp zich op de zaak zonder journalistieke ervaring, kennis van politiezaken. Dat weerhield haar niet om voor speurder (‘sleuth’) te spelen en te peuren in de levens van deze mensen. Daarnaast is ze mediageniek en voor twintig jaar ook aardig wereldwijs. Ze lanceerde zichzelf als een komeet in de wereld van de truecrimepodcasts.

Aardig is de nuchtere wending halverwege de film. Het zet ineens de hele opkomst van de truecrimepodcast in een ander, minder positief daglicht. Emily krijgt een lesje realiteit.

Het samenspel tussen documentairemaker Chris Kasick en Emily – van wie we geen vader zien – geeft de film een interessante laag van leraar en student, én ook een beetje een soort vader-dochter-relatie.

 

Nightwatchers

Nightwatchers – Vluchtelingen in de bergen ondersteunen
Laatste film over werk gaat over artsen die ‘s nachts vrijwillig door de Alpen lopen om vluchtelingen te helpen. Vooral zieken, ouderen, zwangere vrouwen. Ze dreigen anders onderkoeld en ondervoed dreigen te raken. Terwijl agenten ze willen oppakken. Of terugsturen naar Italië.

Een vreemd kat-en-muis-spel tussen de artsen en politie ontstaat. Het is vooral wachten. En kletsen (fluisteren). Het is niet illegaal wat de artsen doen maar de politie is er ook niet blij mee. ‘We zouden niet moeten doen als de regels beter waren.’

Sommige vluchtelingen hebben geen vertrouwen in de vrijwillige hulp aangezien ze tijdens hun tochten zelden hulp meemaken.

Redelijk resultaat. De beelden van de nachtelijke bergen zijn mysterieus. Daar staat wel een vrij laag tempo tegenover. En uiteindelijk word je niet veel wijzer van het systeem. De korte Finse film op IDFA How to Please legt denk ik beter (en genadelozer) uit wat er mis is aan het systeem van vluchtelingenopvang.

 

14 november 2023

 

IDFA 2023 – Deel 1: Openingsfilm
IDFA 2023 – Deel 3: Menselijk leed
IDFA 2023 – Deel 4: Palestina
IDFA 2023 – Deel 5: Vrouwen: muziek en voetbal
IDFA 2023 – Deel 6: Risiconemers
IDFA 2023 – Deel 7: Oekraïne

 


MEER FILMFESTIVAL

IDFA 2016 – Deel 1

IDFA 2016 Deel 1:
Een open vizier op de wereld

door Suzan Groothuis

Het publiek stroomt massaal af op het IDFA, met open vizier, want we willen geroerd en geraakt worden door wat echt is. Een stukje bewustwording van wat er leeft en speelt in deze wereld. Maatschappijkritische films wisselen zich af met muziek- en shockdocu’s. En er zijn natuurlijk de mooie, intieme verhalen en bijzondere persoonlijkheden die in beeld worden gebracht.

IDFA, het grootste documentairefilmfestival ter wereld, laat dit jaar weer een divers programma aan documentaires zien. Tuschinski, Pathé De Munt en Eye zijn de hoofdlocaties. Immer druk bezocht, of het nou een vroege voorstelling is of een afsluiter. Filmmakers, vaak met crew, komen uit alle windstreken van de wereld om hun film te laten zien.

Indebioscoop is erbij en is getuige van een schokkend inkijkje in de wereld van ratten, een ziekenhuisafdeling die op het punt van instorten staat, het bijzondere verhaal van een Seminole-indiaan die met zijn blote vuisten met alligators worstelt en de opkomst en ondergang van platenlabelbaas James Lavelle.

 

Rats 

Rats
Wat wist je nog niet over ratten? Voordat je deze documentaire van de Amerikaanse regisseur Morgan Spurlock (bekend van Super Size Me) gaat zien: wees gewaarschuwd, want de film bevat beelden waar je niet vrolijk van wordt en die, in het ergste geval, je maag doen omdraaien. Goed, ratten. Spurlock laat in deze ‘shock aka horrordocu’ op diverse plaatsen in de wereld zien hoe het gesteld is met ratten en welke betekenis de betreffende plek geeft aan de beestjes. In New York en in India zijn ze vooral een plaag. Verken New York maar eens in de nacht en zie de ene na de andere rat razendsnel uit het riool schieten op zoek naar eten.

En dan zijn er nog de schokkende resultaten na wetenschappelijk onderzoek: als je ziet wat ratten met zich meedragen aan parasieten, moet je er niet aan denken wat er gebeurt als ze als ongewenste gast met je eten hebben gesjoemeld in restaurants.

In India zien we hoe rattenvangers de beesten met hun blote handen te lijf gaan. En in Cambodja is er sprake van een ware ‘rattenhandel’, waarbij ratten in platte kooien de grens overgaan en als hapje dienen voor arme Vietnamezen. Maar zoiets als verheerlijking bestaat ook nog: in een Indiase tempel zijn ratten bijvoorbeeld reïncarnaties van overleden mensen en leven mens en dier vreedzaam naast elkaar.

Rats is verpakt als een horror, waarbij Spurlock de kijker in vlot, spanningsvol tempo de schimmige wereld van het knaagdier in loodst. En overrompelt met de ene na de andere extreme situatie. Dan weer grappig, dan weer nagelbijtend, maar altijd confronterend, provocerend, gelikt en een tikje over de top, zoals we dat ook zagen in zijn voorgaande films.

 

Burning Out

Burning Out
De economische crisis drukt op allerlei sectoren. Hoge werkdruk, weinig personeel en vooral: presteren. Ook een Frans ziekenhuis in Parijs lijdt eronder. Jérôme le Maire volgde twee jaar lang een chirurgische afdeling, waarbij de werkdruk met de dag opgevoerd wordt en vooral de chirurgen en anesthesisten hun werk niet langer met voldoening uitvoeren. De cijfers liegen er niet om: 250 werknemers tegenover 60-80 operaties per dag. Op statische wijze volgt de camera het ziekenhuispersoneel, waarbij de stress alles overmeestert. Overvolle werkschema’s, waarbij de patiënt verwordt tot nummertje. Chirurgen die hun geduld verliezen tegenover hun personeel. Uitgebluste, vermoeide gezichten. Een arts die er een half jaar tussenuit gaat en bij terugkomst ontdekt dat er niets veranderd is.

Onder het toeziend oog van de camera wordt de onvrede overigens wel besproken, resulterend in een overleg met het management dat weinig zoden aan de dijk zet. Er gaat een audit komen om te inventariseren wat er beter kan. Maar uiteindelijk blijkt het personeel zelf met creatieve oplossingen te moeten komen.

Burning Out is een confronterend kijkje in het ziekenhuiswezen, waar het om mensen draait maar de werkplek als een machine opereert. Hoewel duidelijk is wat er tekort schiet en wat het personeel wenst, is het gissen naar de visie van het management. Die overigens maar kort te zien is, constaterend dat er blijkbaar problemen zijn maar er toch geproduceerd en gepresteerd moet worden. Het gemis aan verdieping in de bepalende tak maakt Burning Out wat onbevredigd: waarom er gekozen is voor deze manier van aansturen, terwijl zoveel personeel er aan onderdoor lijkt te gaan, is voor de kijker een vraagteken.

 

Wrestling Alligators

Wrestling Alligators
Wrestling Alligators
is het bijzondere portret van James Billie. De man is van alle markten thuis: hij jaagt met zijn blote handen op alligators, is muzikant, heeft gevochten in Vietnam én is leider van zijn stam de Seminoles, de oorspronkelijke bevolking van de staat Florida. James Billie is ook altijd een outsider geweest. Als kind van een blanke vader en een Seminole-moeder liep hij zelfs het risico uitgestoten en gedood te worden. Dat lot bleef hem gelukkig bespaard en Billie groeide op tot een zelfverzekerde, niets vrezende en kleurrijke persoon.

De documentaire laat de verschillende kanten van de mens Billie zien, met veel aandacht voor zijn leiderschap en wat hij voor zijn volk bereikt heeft. Billie bewandelde niet de meest gangbare paden: om perspectief voor zijn volk te bieden ging hij over tot de opening van een gigantische bingohal in 1979. En zo ontstond ‘Indian Gaming’, dat de gemeenschap economische welvaart en groei bracht. Dit tot onvrede van de autoriteiten van Florida, die het Billie niet gemakkelijk maakten.

Andrew Shea’s tweede documentaire is een goed gedocumenteerd portret aan de hand van archiefmateriaal, video’s en interviews. Buiten de persoon van Billie krijgen we een inkijkje in de gebruiken van de Seminoles en het ontstaan van Indian Gaming. Het Hard Rock Café kennen we allemaal, maar wie wist dat het zijn oorsprong vond in Florida, nadat de Seminoles met behulp van een handige ondernemer hun casino omdoopten tot Hard Rock Hotel & Casino? De Seminoles hebben met hun Indian Gaming zoveel geld verdiend, dat ze een wet hebben ingevoerd dat hun kinderen pas vanaf hun achttiende aanspraak kunnen maken op hun vermogen. Al die welvaart roept de vraag op in hoeverre de tradities en gebruiken van de stam, waarvoor Billie zo gestreden heeft, behouden blijven. Het geeft het overwegend positieve karakter van de film een wrange bijsmaak mee.

 

The Man from Mo’Wax

The Man from Mo’Wax
Mo’Wax is niet meer. Het platenlabel ontstond in 1992, ontsproten aan het jonge, creatieve brein van talentspotter James Lavelle. James was 18 jaar oud toen hij met Mo’Wax begon. Hij wist wat hij wilde en wat hij kon. Op jonge leeftijd begon hij met het verzamelen van vinyl en ontdekte hij de kunst van het dj’en. En niet onbelangrijk, hij had oor voor talent en voor vernieuwing. Zo ontstond Mo’Wax, wat staat voor More Wax, een vernieuwend label met triphop, turntablism en alternatieve hip hop.

Het ging Mo’Wax en James Lavelle voor de wind, met name na het uitbrengen van het geroemde album Entroducing van de Amerikaanse turntablist DJ Shadow. Maar met het succes kwam ook de downfall. James wilde meer, wilde het grootster. Hij startte zijn eigen project UNKLE, waarop hij samenwerkte met DJ Shadow en artiesten als Thom Yorke van Radiohead en Ian Brown van The Stone Roses. Met UNKLE ontstonden de degradatie van de persoon James Lavelle en zijn platenlabel.

De documentaire, die er tien jaar over deed om tot stand te komen, volgt James Lavelle in zijn pogingen weer overeind te krabbelen. Dat hij dat tot vier keer toe probeert met UNKLE, een meer en meer gedoemd project, is voor de kijker een gênante vertoning. De opnames van het laatste album tonen een creatief uitgeputte James Lavelle. Buiten het verliezen van de muzikale spirit ervaart hij ook op persoonlijk vlak tegenslag. Toch ontaardt The Man from Mo’Wax niet in een uitzichtloze documentaire over een gedoemde platenbaas. Regisseur Matthew Jones wilde juist meegeven dat je van je fouten kan leren. Gelukkig heeft James Lavelle dat gedaan en heeft Mo’Wax na jaren weer de erkenning gekregen die het verdient. Het pleit voor zowel James Lavelle als de filmcrew dat ze de stekker er niet uit hebben getrokken. The Man from Mo’Wax laat zien waar James Lavelle met zijn label voor stond, al had er wat meer aandacht aan de innovatieve muziek besteed kunnen worden.

23 november 2016

 

DEEL 2 IDFA 2016

DEEL 3 IDFA 2016

DEEL 4 IDFA 2016

DEEL 5 IDFA 2016

DEEL 6 IDFA 2016

 

MEER FILMFESTIVALS

33 Tips voor IDFA 2023

International Documentary Festival Amsterdam 8-19 november
33 Tips voor IDFA 2023

door Bob van der Sterre

IDFA 2023 komt eraan! Documentaireliefhebbers verzamelen zich weer in Amsterdam. Het programma focust zich nog steeds op films over menselijk drama. Maar er is genoeg variatie voor iedereen. Lees hier onze 33 tips voor IDFA 2023.

Het programma is op het eerste gezicht niet heel veel verschillend van de programmering van vorig jaar: de focus ligt wederom op mensen en hun drama. Dus veel films over de IDFA-evergreens gender/seksualiteit, vrouwen, families, coming of age, vluchtelingen. Egodocumenten – dus films over de filmer zelf – zijn ook populairder dan ooit.

Om het nog makkelijker te maken, heeft IDFA Pathways bedacht. Zo kun je deze onderwerpen makkelijk terugvinden in categorieën als ‘Me’, ‘Sisters’, ‘Displaced’, ‘Family Affairs’, ‘Queer’, ‘Young adults’.

Net als vorig jaar zie ik bijna geen journalistieke films of luchtige films in het programma. Of überhaupt films over onderwerpen (wetenschap, technologie, biologie, kunst, architectuur, economie, misdaad). Zelfs de muziekdocumentaire, traditioneel sterk aanwezig op IDFA, is dit jaar matig bezet.

33 Tips voor IDFA 2023 - A Picture to Remember

Het aantal films over de levens en families van de regisseurs zelf is dit jaar daarentegen bijna niet te tellen. Wat dat betreft is de openingsfilm A Picture to Remember een goed voorbeeld. IDFA-artistiek directeur Orwa Nyrabia zei erover: “Dit is een film van een onafhankelijke filmmaker die zowel persoonlijk als politiek is. Door deze op te bouwen rond drie generaties vrouwen in haar familie, voert Chernykh ons mee naar het huidige dagelijkse leven van Oekraïners.”

Vast een boeiende film, maar ik kijk toch vooral films voor de eigenzinnigheid en het talent van de makers. Die zie je denk ik meer terug in het interessante programmaonderdeel 16 Worlds on 16 (films geschoten op 16 mm), waarbij diverse oudere documentaires worden vertoond. Experimenteerdrift zie je ook in de programma’s Paradocs (films) en DocLab Spotlight (VR, kunst). En er zijn ook zes films van IDFA-gast Wang Bing en zijn Top 10!

Top 33
Deze 33 films (hier per thema ingedeeld) raden we aan. Dat wil niet zeggen dat je er blind heen moet of er verder geen andere films de moeite waard zijn. Er zijn gewoon ontzaglijk veel films en elke selectie helpt met 300 films. Klik op de titel voor een link naar de website van IDFA. De redactie van InDeBioscoop wenst alle IDFA-gangers veel plezier!

Animatie
They Shot the Piano Player
In animatievorm bekijken we het bijna detectiveachtige verhaal over de vergeten pianist Tenório Jr. Werd groot met bossanova maar verdween in 1976. Een muziekjournalist gaat het uitzoeken.

 

Biologie
Metamorphosis

De beroemde 17e-eeuwse tekenares Maria Sibylla Merian observeerde insecten zo waarheidsgetrouw mogelijk. Pim Zwier maakte er een filmversie van. Dat wekt meteen nieuwsgierigheid op. Over dieren zag ik nog maar een andere film in het programma, de Duitse productie In Wolf Country. Die gaat over de maatschappelijke discussie over de terugkeer van de wolf.

 

Drama
The Next Life

Bij een aardbeving in Sechuan in 2008 kwamen bijna 70.000 mensen om. Maar ook 5.000 kinderen. De ouders worstelen nog steeds met het verlies. Ongetwijfeld hartverscheurende documentaire. Uit de top 10 van IDFA-gast Wang Bing.

 

Egodocumenten
Nowhere near
Poëtische interpretatie van een zoektocht naar identiteit van een man die van de VS teruggaat naar de Filippijnen. Een ‘meanderende psychogeografische filmreis’ aldus het filmfestival van Leipzig, waar deze film eerder draaide. Deze IDFA biedt veel films waarbij filmmakers gaan speuren in hun eigen familiegeschiedenissen: 1489, Bye bye Tibériade, A transformação de Canuto, Chasing the Dazzling Light, Dearest Fiona, Milisuthando, Background, Songs of Earth, Thermodielectric, While the Green Grass Grows, A Picture to Remember en meer.

 

Experiment
We Don’t Talk Like We Used To
Joshua Gen Solondz reisde tussen de VS, Japan en Hong Kong en maakte een experimentele collagevideo over die reis. IDFA zegt dat hij met zijn experimentele film ‘het niemandsland verkent tussen impressionistische reisdocumentaire, psychologisch spiegelpaleis en cinematografische noisepunk’. Als dat niet wervend genoeg is… En slechts 35 minuten durend. Let op: de trailer is niet goed voor mensen die gevoelig zijn voor wisselend licht.

 

Feelgood
Tehachapi
Ik dacht dat er geen feelgoodfilm was deze IDFA, maar ik vond er toch een: Tehachapi. Street art-kunstenaar JR maakt fotocollages samen met gedetineerden in de VS – en we luisteren naar hun verhalen. Ongetwijfeld een hartverwarmende film.

 

Gaming & technologie
Knit’s Island

Een game als documentaire? Een documentaire als game? We leren hier meer over de deelnemers aan een game met een reusachtige oppervlakte, waar genoeg virtueel rond te lopen valt. Ook interessant op het gebied van technologie is Time Bomb Y2K, die terugblikt op de millenniumbug.

 

Gender & seksualiteit
Kokomo City
Zwarte transvrouwen die sekswerker zijn: dat is geen makkelijk bestaan. Ze bijten van zich af en hoe ze dat doen, zie je in deze docu van D. Smith. Ook interessant ogen het portret van de non-binaire performancekunstenaar Gena in Queendom, They and Them over een Nederlandse genderpoli, en de korte film Loving in Between in het Paradocs-programma.

 

Geschiedenis
The Kyiv Files
Nederlandse Film van Walter Stokman gaat over de opengestelde KGB-files… in Oekraïne. Want daar zaten ze natuurlijk ook. Verhalen over wie wie in de gaten hield en andere spannende verhalen. Voor sommige mensen komt decennia later pas de waarheid naar boven. Interessant is ook de 16 World on 16-film The First Year, over de regering van Salvador Allende uit 1972 (van Patricio Gúzman, IDFA-gast in 2019). En uit hetzelfde programma geeft Salesman een fraai tijdsbeeld van de jaren zestig.

 

Gezondheid
Magic Mountain
Vorig jaar keken we naar het wel en wee op de corona-afdeling van een Bulgaars ziekenhuis (A Provincial Hospital). Deze film gaat over ‘ouderwetse’ tuberculosepatiënten in een sanatorium in Georgië. Film van Mariam Chachia en Nik Voigt oogt wat zwaar op de hand op basis van de trailer maar heeft wel een prettige lengte van 74 minuten.

 

IDFA-eregast: Wang Bing
Mrs. Fang
Ga niet zomaar naar een Wang Bing-film als je niet zeker weet dat je er tijd voor hebt gereserveerd. En er een wc in de buurt is. Diverse van zijn films duren drie tot vier uur. Deze film over een stervende vrouw van 86 minuten (uit 2017) is voor hem een short. Ongetwijfeld mooie maar wrange film. Wie moed heeft, begint aan Wang Bings Tie Xi Qu: West of the Tracks uit 2002. Duur: 556 minuten. Ja, dat is bijna tien uur.

 

Klassieker
Koyaanisqatsi
Deze écht vernieuwende film kwam uit in 1982 en had veel invloed op latere documentairemakers. Een film die beelden liet stromen zonder echt een verhaal te vertellen. Regisseur was Godfrey Reggio. Hij zou later ook Nagoyqatsi en Powaqqatsi zou maken. Zit, kijk en geniet. Er is een live-versie in Eye Cinema.

 

Koken
Menus-Plaisirs – Les Troisgros
Portret van dit Franse Michelinrestaurant van maar liefst vier uur. Blijft het boeiend? Het zal in elk geval hongerig maken, dus regel een goed hapje ná deze film. Van de zeer ervaren documentairemaker Frederick Wiseman (maakte zijn eerste documentaire in 1967).

 

Kolonialisme
Selling a Colonial War
Hóe verkocht de Nederlandse overheid destijds aan Nederlanders de koloniale oorlog in Indonesië? Die vraag is het onderwerp van deze film van In-Soo Radstake. Lange zit (133 minuten) maar ongetwijfeld boeiende informatie. Ook over kolonialisme (in Kameroen) gaat de Franse film Africa I will Fleece You (1992) in het 16 Worlds in 16-programma. En interessant zal ook zijn vermoedelijk Tales of Oblivion, waar een grimmige ontdekking de geschiedenis van slavenhandel in Portugal laat zien.

 

Kunst
Nam June Paik: Moon is the Oldest TV

Ooit begon mijn kunstschrijfloopbaan met een artikel over video-art. Ik leerde de naam Nam June Paik kennen: dat bleek de Picasso van dit genre. Hierbij een portret dat ongetwijfeld zal boeien. Meer kunst zie je in Alreadymade, een film van Barbara Visser over de beroemde pissoir van Marcel Duchamp.

 

Luchtig
Arsenie. An Amazing Afterlife
Monnik, profeet of oplichter? Wat Arsenie Boca was, is nog steeds niet duidelijk. Roemeense film van Alexandru Solomon bewijst wederom dat je lastige onderwerpen ook luchtig kunt vertellen.

 

Media
Bad Press

Hoe werken de media eigenlijk in de native American-maatschappijen? In Bad Press wil een journaliste schrijven over misstanden bij de Muscogee Nation (Oklahoma) maar ze wordt tegengewerkt. Hoe gaat ze daarmee om?

 

Meditatie
Samsara
Deze Spaanse film van Lois Patiño gaat over het Dodenboek en vindt plaats in Laos en Zanzibar. Volgens IDFA een ‘een unieke cinematografische ervaring, een meditatieve reis langs verschillende zienswijzen op leven en dood.’ In het Paradocs-programma.

 

Mensen
Another Day

Heel aardig lijkt me de film over twee Albanese straatartiesten, Besi en Rafael alias Ping en Pong. Treden her en der in Italië op. Problemen met de politie, hard leven maar ook waardering van publiek. Een andere prachtige mensenfilm op IDFA is Daguerréotypes (1975) van Agnès Varda in het 16 Worlds in 16 programma. Nog meer mensen zie je in Before the Flood (2005) over de bouw van de Drieklovendam. Film uit de top 10 van Wang Bing.

 

Misdaad
Citizen Sleuth
Onervaren podcastmaakster wordt een lokale beroemdheid met een truecrimepodcast. De film zet ook vragen bij het beroep van truecrimepodcastmaker – die zich soms als minirechercheurs gaan gedragen.

 

Muziek
Let the Canary Sing
Portret van zangeres Cindy Lauper, die wereldberoemd werd met een van de meest pakkende liedjes uit de 80’s: Girls just wanna have fun. Van een iets oudere generatie was Joan Boaz, hoofdpersoon in de documentaire Joan Boaz, I am a Noise. Een soort muzikaal filmgedicht is het interessante Manu, A Visual Album. En wie meer wil weten over klezmer, kan terecht bij de muzikale roadmovie The Klezmer Project.

 

Natuur
As the Tides Comes In
Het Deense eiland Mandø is 8 vierkante kilometer eiland met 27 bewoners. Het eiland staat onder druk door het grillige klimaat. Ik voorspel mooie beelden van robuuste, koppige mensen die weigeren hun plekje te verlaten. Ook worstelend met klimaatverandering en water zijn de Indiase vissers in Against the Tide.

 

Oorlog
Danger Zone

Bizar: toerisme naar oorlogsgebieden. Wanstaltig? Ongetwijfeld. Hoe werkt dat dan? Film van Vita Maria Drygas legt dat uit. Ook boeiende documentaire over oorlog: Facing Darkness, over de media die aanwezig was bij de belegering van Sarajevo en nu terugkijkt op die tijd. Nog niet uitgeoorlogd? Dan is er nog Donga, over de burgeroorlog in Libië; en Limitation, over een coup in Georgië in 1992.

 

Politiek
Behind Close Doors
Braziliaanse archieven gingen open en dat leverde deze film op. We luisteren naar een meeting waarbij in feite de democratie in Brazilië werd afgeschaft. De ministers waren er trots op. Reken op veel cynisme. Meer cynisme zie je in Where God is Not, waar voormalig politieke gevangenen in een nagemaakte cel hun verhaal doen.

 

Psychologie
On the Adamant

Bij de naam Nicholas Philibert moet er bij de echte documentairefans toch belletjes gaan rinkelen. Hij werd wereldberoemd met de schoolfilm Être et Avoir. Hier op een boot met psychiatrische patiënten die in behandeling zijn. Belooft ook veel moois: de film won de Gouden Beer bij het filmfestival in Berlijn.

 

Religie/inheemse volken
The Mission
Iedere IDFA heeft wel een film die een hoop reacties teweegbrengt. Deze IDFA zou dat wel eens The Mission kunnen zijn: het verhaal van een jongeman die te veel avontuurdrang had en dat combineerde met (verboden) missiewerk bij inheemse volkeren in India, en daarbij het leven liet.

 

Roadmovie
Gasoline Rainbow
Jongeren en een roadmovie. Een moderne versie van Kerouacs On the Road, belooft IDFA. In het programma Fabrications, dus waarheid en fictie lopen door elkaar. Twee klassieke roadmovies vind je in het in het 16 worlds on 16-programma op IDFA: From the East, waarin Chantal Akerman begin jaren negentig door Oost-Europa reist; en Reminiscenses of a Journey to Lithuania, waarin de Amerikaanse documentaireregisseur Jonas Mekas in 1972 naar zijn geboorteland Litouwen reist.

 

Sport
#Racegirl – The Comeback of Sophia Flörsh

Met vijf jaar was ze al coureur… Een vergelijking als ‘de vrouwelijke Max Verstappen’ is snel gemaakt. Voor een vrouw is het allemaal nog minder makkelijk om de top te bereiken. Meer sport en vrouwen in de film over het vergeten WK voetbal voor vrouwen in 1971: Copa ‘71.

 

Stad
Pictures of Ghosts

Regisseur Kleber Mendonça Filho beschreef zijn liefde voor zijn stad Recife. Oogt op basis van de trailer als een sprankelende film. Als geboren en getogen Amsterdammer kijk ik ook wel uit naar Brandmeester, over een Amsterdamse brandweercommandant die de brandweer inclusiever wil maken.

 

Theater
The Zola Experience

In deze film kijken we naar hoe de levens van actrice en theaterregisseur Anna en haar rol Gervaise één lijken te worden. Intens, experimenteel portret van Gianluca Mattarese.

 

Vluchtelingen
Nightwatchers

Vrijwilligers en medewerkers van Doctors without Borders struinen ‘s nachts door de Alpen om vluchtelingen te helpen bij hun tochten. Ze zoeken vooral de vluchtelingen die niet meer verder kunnen (zwangere vrouwen, zieken, kinderen). Schets van een triest systeem.

 

Vrouwen
The Castle

Een aardige moeder-dochterfilm lijkt The Castle. Een beetje fictie maar verder belooft het een kalme, vriendelijke en soms grappige film te zijn, deze Argentijns-Franse productie van Martín Benchimol. Verder keuze genoeg aan films over vrouwen tijdens IDFA, zoals Smoke Sauna Sisterhood, This Woman, Mother Suriname, Machtat. Wil je het feministischer? Dan het portret van feministische filmer Helke Sander: Aufräumen, het verhaal over schrijfster Shere Hite, The Disappearance of Shere Hite (zie trailer); en een magisch-realistisch onderzoek over feminisme in het algemeen, Sultana’s Dream.

 

Wetenschap
Richland

Richland is een stad in de VS met nucleaire geschiedenis. Veel archiefbeelden over andere tijden: toen mensen nog trots waren dat hier atoombommen werden gebouwd. Maar tijden veranderen en mensen zijn er anders over gaan denken.

 

4 november 2023

 

Programma IDFA 2023 in 10 vragen en antwoorden

 


MEER FILMFESTIVAL

33 Tips voor IDFA 2022

International Documentary Festival Amsterdam 9-20 november
33 tips voor IDFA 2022 

door Bob van der Sterre

IDFA 2022 is in aantocht en dat betekent dat alle documentaireliefhebbers weer in Amsterdam terecht kunnen. Het programma raapt het stokje van vorig jaar op en blijft zich vooral focussen op films over mensen. Lees hier onze 33 tips voor IDFA 2022.

Een eerste blik op dit IDFA-programma laat zien dat het programma nog steeds drijft op evergreens als coming of age, gender/seksualiteit, vrouwen, oorlog en traumaverwerking. Je kunt zelf de filters op de website van IDFA aanzetten en dan zie je de totalen, zie hieronder. Eerst de featurefilms en daarna inclusief de kortere films:

  • Mens en maatschappij 62 (97)
  • Land 60 (76)
  • Kunst en cultuur 40 (54)
  • Natuur en duurzaamheid 7 (20)
  • Technologie 1 (19)

Zelf vind ik het wel jammer dat er weinig ‘old-school’ journalistieke documentaires zijn (ik vond er maar één). En ook geen films over technologie en wetenschap. Er is maar een lange featurefilm en die gaat dan over het milieu (van Nikolaus Geyrhalter). Misdaaddocumentaires heb ik niet gezien – die moeten we maar op Netflix kijken. En luchtige docu’s zijn ondanks de ruim 200 films op een hand te tellen.

Pluspunten zijn er ook: er zijn meer experimentele films. En er zijn ook veel meer documentaires over kunst. En sowieso zijn er altijd genoeg films om blij van te worden.

Speciale programma’s
Laura Poitras is de IDFA-gast waar een retrospectief voor is opgesteld. Ze werd bekend bij het grote publiek met Citizenfour uit 2014, maar maakte al films sinds 2006.

IDFA heeft ook twee focusprogramma’s:

Voor vernieuwende, artistieke documentaires moet je naar DocLabs.

30 tips voor IDFA 2021 - How Dare You Have Such a Rubbish Wish

Een ‘normaal’ festival
De ergste coronastress is voorbij (wat betreft regels in elk geval) en dat betekent dat filmfestivals weer op volle toeren mogen draaien. Geen coronaregels voorlopig bij dit festival. Je kunt op de website van de Rijksoverheid bekijken wat de stand van zaken is rondom corona.

Top 33
Deze 33 films (hier per thema) raden we aan. Dat wil niet zeggen dat je er blind heen moet of er verder geen andere films de moeite waard zijn. Er zijn gewoon ontzaglijk veel films en elke selectie helpt met meer dan 200 films. De redactie van InDeBioscoop wenst alle IDFA-gangers veel plezier!

Biografie
Werner Herzog: Radical Dreamer
Altijd interessant, Werner Herzog. Dit keer maakt hij de film niet, is hij zelf het onderwerp.

 

Coming of Age
Alis
Tienermeiden in Colombia in een opvanghuis. Vast een mooi en rauw portret over het leven op een gevoelige leeftijd. In dit genre zijn Dreaming Arizona en That’s Wild misschien ook interessant.

 

Corona
A Provincial Hospital
Hoe de coronacrisis toesloeg in een stadje in Bulgarije. Mooie miniatuurversie van een mondiaal probleem. Ook over corona gaat Journey Through Our World.

 

Dieren
All that Breathes
Lief portret van een roofdierenopvang in India. Ook heel aandoenlijk (denk ik): Wild Cat.

 

Drama
How to save a dead friend
Weinig films zijn denk ik meer depressief stemmend dan een film over twee suïcidale jongeren in Rusland die elkaar een paar jaar volgden met een camera. Reken maar op hartverscheurende beelden. In de categorie Drama is zoveel aanbod dat we ook nog even deze films tippen: Camouflage (slachtoffers dictatuur Argentinië), My Name is Happy (geweld tegen vrouwen in Turkije), A House Made of Splinters (Oekraïens kindertehuis in de buurt van het front) en The River is not a Border (oorlog tussen Senegal en Mauritanië in 1989).

 

Experiment
Arcadia Live
Vermoedelijk is deze voorstelling met muziek van leden van de bands Portishead en Goldfrapp snel uitverkocht. Toch lijkt dit een interessant experimentele film, ook al zie je die niet live. Omdat we de experimentele films een warm hart toedragen hier nog wat andere tips: Danse Macabre, Aftersun, Everything will be OK en Private Footage. Kijken zoals altijd op eigen risico!

 

Feelgood
Gigi la Legge
Gigi is een wijkagent in een stad waar zelden iets gebeurt. Hoewel de film grimmig begint met een zelfmoord, is de film verder vrolijk van toon en positief stemmend dankzij het karakter Gigi.

 

Gender & seksualiteit
Le Favolose

Gender is toch wel een van de meest populaire thema’s van IDFA van de laatste jaren. Le Favolose lijkt de meest luchtige over het onderwerp. Ook over deze onderwerpen: Silent Love en Pornomelancolia.

 

Geschiedenis
The Kiev Trial
In deze categorie kun je moeilijk om Sergej Losnitza heen, die al heel wat interessante archiefbeelden heeft veranderd in documentairefilms (en op IDFA ook nog te zien is met The Natural History of Destruction). Andere mogelijk interessante geschiedenisfilm zijn Aurora’s Sunrise, The March on Rome, A Symphony for a Common Man, L’argent, la liberté, une histoire du Franc CFA en Blue Files. Die bewijzen dat de passie voor geschiedenis van de twintigste eeuw erg levendig is op dit moment.

 

Gezondheid
Fragile Memory

Heel wrang en vermoedelijk ook gevoelig is de film Fragile Memory, over de vader van de regisseur (ook filmer) die aan alzheimer lijdt. Een gevonden tas met oude beelden is de basis voor een speurtocht naar het verleden.

 

IDFA-eregast: Laura Poitras
All the Beauty and the Bloodshed
Nieuwe film van IDFA-gast Laura Poitras gaat over de fotografe Nan Goldin, die zich behalve voor de kunst ook inzet voor verslaafden aan pijnstillers. Bekijk ook Poitras’ top tien.

 

Industrie
The Golden Thread
Hoe zit het eigenlijk met de jute-industrie? Mogelijk denken veel mensen nu so what. Toch blijkt het een boeiende en opvallend duurzame industrie in India.

 

Inheemse volken
Beyond extinction: Sinixt Resurgence

Een fantoomvolk… De Sinixt bestaan officieel niet meer. Ze zijn een inheems volk in Canada en hopen op erkenning. Voor de liefhebber van films over inheemse volken biedt IDFA genoeg: Goodbye Capitan (over de Gavião), Waters of Pastaza (de Achuar) en Mamá (de Tzotzil).

 

Journalistiek
Nothing Lasts forever

Onthullende documentaire over de diamantenwereld. Van Jason Kohn, die lang met Errol Morris samenwerkte.

 

Klassieker
Shoah
Weinig documentaires kunnen op tegen deze intense ervaring. De beroemde film van Claude Lanzmann uit 1985 over Jodenvervolging is wel een flinke zit: 566 minuten.

 

Kunst
Self Portrait as a Coffee Pot
Kentridge (een Zuid-Afrikaanse kunstenaar) interviewt Kentridge. Ik hoop op een interessante ego-documentaire met veel variatie.

 

Lichaam
De Humani Corporis Fabrica

Deze documentaire gaat op luchtige wijze om met het lichaam. Als je niet graag naar binnenkanten van lichamen kijkt, sla dan deze trailer over.

 

Luchtig
The Pawnshop
Kringloopwinkel in Polen. De toon van de trailer is vrij luchtig, hopelijk maakt de film dat ook waar.

 

Media
The Etilaat Roz
The Etilaat Roz is een grote krant in Afghanistan. Lastig nog normaal te werken als Kabul ineens wordt ingenomen door de taliban. Ze filmden die periode van binnenuit. Nog zo’n type portret: While We Watched over nieuwszender NDTV in India.

 

Mensen
Dreaming Walls

Vermoedelijk ontzettend leuk, dit portret van het beroemdste hotel van New York: Chelsea Hotel. Er is nog film over een excentriek karakter: Much ado about Dying.

 

Milieu
Matter out of place

Nikolaus Geyrhalter maakte een film over afval en plastic. Films van Geyhalter vallen eigenlijk nooit tegen. Ook in dit genre: The Oil Machine.

 

Muziek
Music for Black Pigeons
Aardige film over de kern van muziek: wat is muziek en wat doet het met de bespelers van een instrument.

Muziekdocu’s zijn altijd een populair onderdeel van IDFA. Tijdens deze IDFA vind je films over het protestliedje Bella Ciao, de muziekscene in New York (Meet Me at the Bottom), zangeres Césaria Évora (Césaria Évora), zangeres Miúcha (Miúcha, The Voice of Bossa Nova), zangeres Sinead ‘O Conner (Nothing Compares), zanger David Johansen/Buster Poindexter (Personality Crisis One Night Only, van Martin Scorsese) en krautrockband Embryo, waarbij de dochter de plek van de overleden vader inneemt (A sound of My Own).

 

Natuur
Black Mamba’s

Deze drie vrouwen doen nuttig werk tegen stropers in het Zuid-Afrikaanse Krugerpark.

 

Oekraïne
Mariupolis 2

Het wordt niet snel wranger dan deze film. Een vervolg in 2022 van het portret over de stad Marioepol uit 2016. Gemaakt door filmmaker Kvedaravičius die deze film in feite met zijn leven moest bekopen. Deel 1 is ook te zien tijdens deze IDFA. Wie meer Oekraïne-oorlog wil: When Spring Came to Bucha, Liturgy of Anti-Tank Obstacles, Away en A House Made of Splinters.

 

Oorlog
Ciné-Guerrillas
Niet alle verhalen over de oorlog zijn even deprimerend. In Ciné-Guerrilla’s kijken we naar het bijzondere verhaal van de Joegoslavische filmer Stevan Labudovic die de oorlog in Algerije van hun kant vastlegde. En nu een held is in dat land. Tijdens deze IDFA draait nog een andere film van Labudovic: Non-Aligned, Scenes from the Labudovic Reels. Labudovic was de cameraman van Tito, de oprichter van de Non-Aligned Movement (Beweging van Niet-Gebonden Landen), waardoor hij in Algerije terechtkwam.

 

Platteland
The Land
Het wordt niet veel plattelandser dan deze film over het platteland in Letland.

 

Politiek
Bobi Wine: The People’s President
Popsterren en politiek zijn soms niet zo ver van elkaar verwijderd, bewees zanger Bobi Wine toen hij in 2021 de enige tegenkandidaat was in Oeganda. Andere documentaire over politiek: Merkel.

 

Religie
In Viaggio
Beroemde documentairemaker Gianfranco Rosi volgde de paus bij zijn reizen, waaronder naar het onderwerp van Rosi’s film Fire at Sea (Lampedusa).

 

Roadmovie
Steel Life
De combinatie trein en Peru moet wel het aanzien waard zijn. Andere film in dit genre: American Journal.

 

Social media
Girl Gang

Je bent een meisje van veertien. Vroeger was je dan een puber, nu ben je een influencer. Dat overkomt ook de Duitse Leonie. Ook over social media en kinderen: Manifesto.

 

Stad
Dry Ground Burning
Met de motor door een Braziliaanse sloppenwijk. Een groep stoere sterke vrouwen in Brazilië. Misschien ook aardig in dit genre: A little love package (over Wenen).

 

Vluchtelingen
Europe
Portret over een vrouw die illegaal leeft in Châtellerault. De titel slaat over de naam van een bushalte. Veel films over vluchtelingen tijdens IDFA: My Paper Life (Syrische familie in Brussel), The Night That My Brother Disappeared (mensenrechtenactivist zoekt mensen die zijn broer uit Eritrea hebben gekend, die overleed tijdens een boottocht naar Italië) en Notes on Displacement (Palestijnse familie op de vlucht in Europa).

 

Vrouwen
Drei Frauen und der Krieg
Margaret Bourke-White, Martha Gellhorn en Lee Miller schreven reportages over de Tweede Wereldoorlog. Van Gellhorns reportages is ondergetekende een fan. Ook interessant, misschien, is de openingsfilm van IDFA: All You See. Niki Padidar praat met drie andere vrouwen die net als zij uit andere landen naar Nederland zijn gekomen.

 

1 november 2022

 

Programma IDFA 2022 in 12 vragen en antwoorden

 

MEER FILMFESTIVAL

Film Fest Gent 2022 – Deel 2

Film Fest Gent 2022 – Deel 2:
Dansen achter gesloten deuren

door Tim Bouwhuis

In de loop van deze Film Fest Gent-editie wordt almaar duidelijker dat opvallend veel films iets specifieks gemeen hebben. Onder meer in Next Sohee, Un petit frère en Metronom markeren dansscènes belangrijke ontwikkelingen in de belevingswereld van een hoofdpersonage.

Het sociaal bewogen Koreaanse drama Next Sohee begint in een oefenruimte voor dansers. De choreografie van Sohee (een rol van Kim Si-Eun) houdt het midden tussen plezier, vaardigheid en verlegenheid; een mobiele camera legt de routine vast, verder is alleen het publiek getuige. Later in de film bekijken we de beelden in een ander licht. Tegen die tijd hebben de kantoormuren van een telecombedrijf Sohee ingesloten, waardoor die schuchtere danspassen achter gesloten deuren plots een toonbeeld zijn van een innerlijke zoektocht naar vrijheid.

Next Sohee

Next Sohee

Diagnose van een maatschappij
Regisseuse July Jung (A Girl At My Door) kaart met haar film aan hoe de Koreaanse maatschappij zucht onder een mentaliteit van werk- en prestatiedruk, met alle sociale en psychologische gevolgen van dien (zie ook Aloners, afgelopen jaar op Cinemasia en te streamen via MUBI). Next Sohee heeft helaas een stuk meer manco’s (een overmatig uitgelijnd scenario, veel te hysterisch acteerwerk in het eerste uur) dan Burning (Lee Chang-Dong, 2018), de briljant gelaagde film die ditzelfde probleem in zijn beeldtaal verwerkte. Wat dan beklijft is een bijzondere overeenkomst tussen beide titels: ook in Burning signaleert een dansscène een zwaarmoedig proces van emotionele verwerking. De cirkel is rond als je beseft dat laatstgenoemde film in het kader van het Koreaanse focusprogramma óók te zien was (d.w.z. in de eerste week) op het festival.

Koning van de dansvloer
In Un petit frère is de dansvloer eveneens de spaarzame plek waar een hoofdpersonage zich vrij kan voelen. De jongvolwassen Jean (Stéphane Bak) is als kind met zijn moeder en broertje van Ivoorkust naar Frankrijk gemigreerd, en in het tweede hoofdstuk van een knap geconstrueerd drieluik (ieder hoofdstuk concentreert zich op een levensfase van een van de gezinsleden) toont regisseuse Léonor Serraille (Jeune Femme) hoeveel moeite het hem kost om zijn draai te vinden op school en in het sociale leven. Hij worstelt met vooroordelen, met een gebrek aan perspectief, en met de aanwezigheid van de man die zijn moeder tekortdoet.

Un petit frère

Un petit frère

Op een ontmoetingsplaats voor jongeren probeert Jean alle frustraties en zorgen van zich af te dansen. Zijn wilde, onbevreesde bewegingen werken voor heel even bevrijdend. Het levert hem zelfs een spontane flirt op, blijkt een scène later, maar de intimiteit die zijn date zoekt botst met de rauwe, ongecontroleerde energie van de dansvloer. “Je hebt teveel porno gekeken zeker”, klinkt het als Jean over haar grenzen heengaat. Precies op het verkeerde moment verschijnt dan ook nog eens Jean’s jonge broertje op het toneel. “Ik heb uren op je gewacht”, klinkt het vanuit de deuropening. Voor het meisje is het de druppel, en na haar vertrek blijft Jean met een gevoel van onvermogen achter. De dansvloer is ingehaald door de realiteit.

Dansen voor betere tijden
Dat er een spanning bestaat tussen de springerige vrijheid van dans en de grillen van de echte wereld ondervindt ook Ana (Mara Bugarin), het hoofdpersonage van het Roemeense Metronom. Dansen kan in dit politiek geladen drama alleen in de huiselijke sfeer, waar geëngageerde jongeren elkaar opzoeken om ideeën uit te wisselen en alles te doen wat het regime verafschuwt. De tegencultuur van het communisme vaart op Radio Free Europe en de tonen van The Doors, Ceaușescu is niet uitgenodigd. In een vroege scène fantaseren Ana en Roxana (een vriendin die haar huis voor de gelijkgestemde jongeren beschikbaar heeft gesteld) op speelse wijze hoe hun dansmoves er in het bijzijn van hun vrienden uit zouden zien. Ana hoeft voor de ideale dans alleen te wachten op haar vriend, die op pad is met een politieke missie en zich later bij het gezelschap zal aansluiten.

Metronom

Metronom

Zijn komst laat alleen bedrieglijk lang op zich wachten, en terwijl haar vrienden dansen, beweegt de camera (in een benauwend 4:3 kader) met Ana mee van de dansvloer naar de keuken, waar het gemis en de sluimerende angst het voorzichtig winnen van de gecreëerde vrijheid. Is haar vriend veilig? Hebben de muren oren? Kort na dit moment beweegt ze zich op de iconische tonen van ‘Light my Fire’ alsnog richting de dansvloer. Omdat haar vriend nog steeds niet is aangekomen, danst ze rebels wat passen met een jongen waarin ze verder niet eens per se interesse heeft. Regisseur Alexandru Belc toont laconieke taferelen die door de politieke context van het verhaal toch urgent aanvoelen. Een laatste dans in afwachting van betere tijden. 

Dans en cinema
De dansscènes in de besproken films (en in de films die de selectie niet haalden) laten zien dat dans veel meer kan uitdrukken dan een artistiek aantrekkelijk spel van beweging en muziek. Uiteindelijk is het vooral dat overheersende gevoel van (tijdelijke) vrijheid dat misschien wel nergens zo passend tot uitdrukking komt als in dans, en met gemak volledige verhalen definieert. Precies daarom ging er deze editie van Film Fest Gent haast geen dag voorbij waarop dans de cinema niet voor even overnam. 

Ook True Things (Harry Wootliff), When the Waves Are Gone (Lav Diaz), Zee van Tijd (Theu Boermans) en Leila’s Brothers (Saeed Roustayi) kwamen voor dit verslag in aanmerking. Film Fest Gent gaat nog door tot en met zaterdag 22 oktober, klik hier voor meer informatie.

 

20 oktober 2022

 

Film Fest Gent 2022 – Deel 1

 


MEER FILMFESTIVAL

Camera Obscura Special: De cinema van New York City

Camera Obscura Special:
De cinema van New York City

door Bob van der Sterre

New York, de nooit slapende stad, was er vroeg bij in cinema. Klassiekers zijn er meer dan genoeg (Manhattan, Mean Streets, Taxi Driver, A Bronx Tale, Shadows, Do the Right Thing). Er zijn ook interessante minder bekende films. Tweede Camera Obscura Special over films in wereldsteden.

Er zijn zoveel films over New York, je zou bijna over alle straten een stuk kunnen schrijven. 42nd Street, Across 110th Street, Miracle on 34th Street, Slaughter on Tenth Avenue, The House on 56th Street, The House on 92nd Street, 29 Street, etc. Maar dit artikel gaat niet over compleetheid, daar zijn encyclopedieën voor.

New Yorkse stadsiconen kan iedere filmliefhebber intussen wel dromen: Broadway, Wall Street, Central Park, Empire State Building, Fifth Avenue, Brooklyn Bridge, Times Square. Het Vrijheidsbeeld is tot in den treure gebruikt in films, vooral als symbool in rampenfilms.

The French Connection (1971) - de beste en mooiste films over en in New York

Dat bewijst dat de meeste New York-films over maar één deel van New York gaan: Manhattan. De andere New Yorkse buurten zag je zelden, hoewel ze meer voorkwamen dan je denkt: Xanadu Castle in Citizen Kane was gefilmd in Oheka Castle in Long Island, Queens. Marilyn Monroe zat in The Seven Year Itch aan een tafeltje in Harlem. De beroemde achtervolging in The French Connection was in Brooklyn.

Pas in de jaren zeventig, tachtig ontdekte de cinema ook de andere wijken van New York als setting voor films. Aanvankelijk als decor voor apocalyptische en horrorfilms (vooral South Bronx) en Blaxploitationfilms (Harlem). Met Do the Right Thing en Clockers kwam er aandacht voor een ander New York in de cinema.

Nu zien we Manhattan vooral als decor voor vechtende Avengers of een tussen gebouwen slingerende Spiderman. Hier en daar een alternatieve film, maar daarin is New York meestal maar behang voor een persoonlijk drama.

Opmerkelijke rode draad van films over New York is misdaad. Dat weerspiegelt dat het leven in New York voor velen in de twintigste eeuw verre van makkelijk was. Voor velen was het ploeteren, husselen, hard werken. Niet het lichtvoetige en intellectuele New York dat mensen kennen uit de films van Woody Allen maar het New York van On the Bowery.

Let op: dit zijn geen recensies of analyses van films. Ook geen top tien. Ik wil alleen een verhaal vertellen over de samenhang tussen film en stad en kies daarvoor per decennium een passende film. Ik heb niet alle films ter wereld gezien, dus hier en daar zal ik een uitstekende film gemist hebben.

Dit artikel is gratis. Graag hoop ik dat de lezer zich als tegenprestatie wil opgeven voor de nieuwsbrief, of zich verdiept in culturele longreads.

 

What Happened on Twenty-third Street, New York City (1901)

What Happened on Twenty-third Street, New York City (1901): ondeugend begin

Locaties: Manhattan: 23rd Street, dichtbij 5th Avenue

Een van de oudste films van New York is What Happened on Twenty-third Street, New York City. De film werd voor Thomas Edisons bedrijf gemaakt en is meer een anekdote dan een film. De film van Edwin Porter (bekend van The Great Train Robbery) is in scène gezet – en dus een film – maar een speelfilm kun je het niet noemen met een lengte van nog geen twee minuten.

We kijken naar de 23rd, een lange straat in Chelsea, Manhattan. Mensen steken over, sleuren over straat. Dan is er een plot dat door Marilyn Monroe vijftig jaar later werd overgedaan.

De titel geeft al aan dat de locatie erg belangrijk is. Dit is vlakbij de Flatiron Building, bij de kruising van 23rd en 5th Street in Manhattan. Die luchtroosters waren berucht. Vermoedelijk komt het begrip ‘23rd Skidoo’ hiervandaan: mannetjes die hier rondhingen om opwaaiende jurken te zien.

Let ook op het nieuwsgierige jochie, waarvan het niet bekend is of hij tot de opnamecrew hoorde, of gewoon geboeid naar de camera stond te staren.

Film: https://www.youtube.com/watch?v=mDJCCr2-Sso
Meer lezen: https://centuryfilmproject.org/2016/09/30/what-happened-on-twenty-third-street-new-york-city-1901

 

Regeneration (1915)

The Regeneration (1915): een portret van de sloppenwijken

Locaties: Manhattan: Bowery, Eastside, Chinatown en New Jersey

Jongen groeit op in een ellendige gezinssituatie en wordt gangster. Na contact met de sociaal werker Marie probeert hij zijn milieu te ontworstelen. Maar het milieu laat hém niet los.

De film is gebaseerd op het boek My Mamie Rose (1903) van Owen Kildare (en het toneelstuk dat was gebaseerd op het boek). Kildare groeide zelf op ‘in de goot’. Later werd hij verslaggever en schreef hij verhalen over de rauwe kant van New York. Marie Rose Deering heeft echt bestaan en leerde hem echt lezen en schrijven.

Later werd Kildare opgenomen vanwege geestelijke problemen. The New York Times kopte in 1908: ‘Kildare a Wreck, Sent to an Asylum’.

Deze film van Raoul Walsh is ondanks zijn leeftijd van meer dan honderd jaar nog steeds het aanzien waard. Het script zit aardig in elkaar, de montage verrast af en toe, er zijn wat trucs met bijvoorbeeld een fast forward. En best behoorlijke actiescènes (de brand op de boot in de Hudson-rivier).

Vooral het begin is sterk, als we kijken naar de vicieuze cirkel van geweld in de getto’s. De belangrijkste acteurs doen daarbij geloofwaardig hun zwijgende werk: Rockliffe Fellowes en Anna Q. Nilsson. Kildare was al overleden in 1911 maar zou vast wel tevreden zijn geweest over hoe zijn boek was verfilmd.

De locatie moet de Bowery voorstellen. Dat is een straat in het zuiden van Manhattan die leidt van Chatham Square naar Cooper Square. Het was in deze tijd al een getto, maar van de jaren veertig tot zeventig werd het pas echt een zieltogend stuk van Manhattan. Dat inspireerde filmmakers ook wel weer. Raoul Walsh zou in 1933 nóg een film maken over de straat: The Bowery. En in 1956 maakte Lionel Rogosin de ‘docufictiefilm’ On the Bowery. Ook een mooi tijdsbeeld.

De brandbare nitraatfilms uit die tijd waren niet bestemd voor lang bewaren dus nam men aan dat de film er ook niet meer was. Deze kopie werd toch nog zestig jaar later teruggevonden in een gebouw in Montana. Zo kunnen we toch nog genieten van beelden van gangsters die stoer een blik melk leegdrinken.

Film: https://www.youtube.com/watch?v=8j_jlykPBkA
Meer lezen: https://www.theremightbecupcakes.com/episode-92-dollop/

 

Lonesome (1928)

Lonesome (1928): romantische kermis

Locaties: Manhattan en Brooklyn (Coney Island)

Een man staat op en gaat naar zijn werk: een fabriek. Een vrouw staat op en gaat naar haar werk: de telefooncentrale. Beiden krijgen in het weekend hetzelfde idee: Coney Island bezoeken.

Deze film wordt niet herinnerd om het verhaal. Of om de relatief onbekende acteurs: Barbara Kent en Glenn Tryon. Maar om de vernieuwende filmtechnieken.

Je ziet klokken door het beeld lopen, shots van bellende gezichten terwijl zij doorverbindt, een achtbaanrit die zelfs nu nog heftig eruitziet en een onweersbui. En dat een jaar voor baanbrekende films als The Man with the Movie Camera en Der Letzte Mann. Je ziet hier wat voor verschil montage kan maken.

Een van de eerste films met geluiden en stemmen. Die dialogen zijn er (later) door de studio toegevoegd omdat de talkies toen populair werden. Had echt niet gehoeven.

De film heeft alles te danken aan de geestelijk vader ervan: regisseur Paul Fejos. Hij vluchtte vanuit Hongarije (voor de terreur van het Horthy-regime) naar Wenen, Berlijn, Parijs en uiteindelijk de VS. Eerst New York, daarna Californië. Daar liftte hij veel. Tijdens een lifttocht kwam hij in de auto van de studiobaas Edward Spitz, sprak over dromen en films en kreeg een mini-budget om een film te maken. Hij produceerde daarmee het succesvolle The Last Moment (1927).

Voor zijn volgende film koos hij het script van Lonesome. Hij wilde een film maken over een groot probleem in steden: eenzaamheid, en tegelijk de snelheid van New York weergeven in zijn film.

Fejos maakte meer films in de VS (The Last Performance in 1928, Broadway in 1929) en het had niets gescheeld of hij had All Quiet on the Western Front geregisseerd. Na ruzies met de studio verliet Fejos Amerika weer in 1931 en maakte hij in Frankrijk nog wat films. Daarna werd hij antropoloog.

Ook van deze film dacht men dat hij spoorloos was tot er na de jaren vijftig een kopie opdook. Gelukkig maar. Zelfs na negentig jaar oogt de film fris. Misschien slaat het thema ook nog nu aan met mensen die single zijn in een coronatijdperk.

Coney Island (afgeleid van het Nederlandse woord Conyne Eylandt) in Brooklyn werd vaak gebruikt als decor in film. In de jaren twintig was de kermis van Coney Island zeer populair als uitje. En dus ook in films: The Cameraman, The Crowd, Speedy en deze film (allen uit 1928) bevatten allemaal scènes in Coney Island.

Meer experiment uit de jaren twintig? Bekijk de poëtische film Manhatta uit 1921. Een experimentele korte film (11 minuten) van Charles Sheeler en Paul Strand. Beelden van New York vergezeld van poëzie. ‘When million-footed Manhattan unpent, descends to its pavements…’

Film: https://www.youtube.com/watch?v=VJf0s9MAtCo
Meer lezen: https://www.criterion.com/current/posts/2437-the-travels-of-paul-fejos

 

Dead End (1937)

Dead End (1937): gentrificatie in de jaren dertig

Locatie: Manhattan nabij de Queensboro Bridge (in een studio in Los Angeles nagemaakt)

Vlakbij Queensboro Bridge (tegenwoordig Ed Koch Queensboro Bridge) leven de arme New Yorkers. Maar niet lang meer. Want het zicht op de brug en de East River trekt ook rijke mensen. Die laten grote huizen bouwen aan het water, maar grenzen nog steeds aan de huisjes van de mensen die er al woonden. Dat geeft problemen.

We kijken naar diverse karakters die zijn gebonden aan de locatie. Rijke mensen, arme mensen, een straatbende, een arbeider en een gangster. Ze komen tezamen in drie verhaallijnen.

Deze film van William Wyler (bekend van Ben Hur en Roman Holiday) gaat over een bekend sociaal probleem: gentrificatie. Toneelschrijver Sidney Kingsley groeide zelf ook op in New York en schreef het toneelstuk waar de film op is gebaseerd. Dead End deed het goed op Broadway. Toen zagen filmproducenten er ook brood in.

Het stuk werd door scriptschrijfster Lillian Hellman vrij rechtstreeks overgenomen voor de bioscoop. Dat geeft het gevoel alsof je naar een verfilmd toneelstuk zit te kijken. Dat pakt soms goed uit. Zoals de mooie scène tussen babyface Martin en Francey (Claire Trevor won in 4,5 minuten spel een nominatie voor een Oscar voor beste bijrol). Soms mis je de snelheid van cinema.

De al te scherpe randjes uit het stuk moesten er vanwege de Hays-code uitgehaald worden (Francey lijdt aan tbc in plaats van syfilis, Dave is arbeider, geen kunstenaar, etc.). Dat is wel een gemis.

Wyler en zijn team deden hun best om verpaupering realistisch over te brengen. Neem het moment als de rijke Kay de kakkerlakken in het vuilnis vindt: dat zijn echte kakkerlakken. Claire Trevor had verfomfaaid haar en geen make-up op. De jochies in de film waren echte Dead End Kids . Ze sloopten de halve filmset tijdens de opnamen, vertelde Wyler. Desondanks zouden ze in nog talloze andere films spelen.

Iets minder realistisch was dat de film gaat over East 53rd Street in New York maar aan de andere kant van het land is opgenomen: in een studio in Hollywood. William Wyler wilde wel in New York filmen maar de studio zag het niet zitten. Gemiste kans lijkt mij.

Het leverde wel een legendarisch mooie filmset op, gemaakt door de beroemde art-director Richard Day. En waarheidsgetrouw. Je ziet zelfs een graffiti: E 54th Place Gang Member Only. Interessant feitje: regisseur Sidney Lumet speelde als kind ook in het Broadway-toneelstuk Dead End.

Ook uit 1939: Moon over Harlem. Een melodrama als vele anderen maar toch ook een zeldzaamheid: een film die zich volledig in de wijk Harlem afspeelt met een volledige zwarte cast.

Film: https://www.youtube.com/watch?v=go-Rvc1uSOY
Meer lezen: https://catalog.afi.com/Catalog/moviedetails/4244

 

The Naked City (1948)

The Naked City (1948): vernieuwing op straat

Locaties: Manhattan (diverse locaties), Queens, Bronx

‘Een stad met acht miljoen zielen’, vertelt een voice-over. Geen wonder dat er af en toe een moord plaatsvindt. Jean Dexter, een model, is vermoord. Wie zit erachter?

Een vriend van Jean heeft twijfelachtige verhalen. Via juwelen komen ze dichterbij de dader. Luitenant Dan Moldoon, een ervaren rot, gidst zijn jongere collega Jimmy Halloran op weg naar de moordenaar.

Zo studio-achtig als Dead End was, zo on-studio was The Naked City. De film schreef geschiedenis met meer dan 100 buitenlocaties. En dat in een tijd dat nog weinig filmmakers het aandurfden om de controle in filmstudio’s los te laten. We kijken naar locaties als de Squibb Building, Stillman’s Gym, Roxy Theater, Essex Street Market, Lower East Side, 30th Avenue, Jackson Heights, Times Square, Madison Avenue, Fifth Avenue, Park Avenue. En daarnaast nog beelden van een bovengrondse metrolijn: de ‘Third Avenue el’.

The Naked City is realistischer dan menig film over het politiewerk. Ze moeten saai onderzoek doen, afgaan op intuïtie, details interpreteren. Het speelt zelfs de hoofdrol.

Dat leverde de mogelijkheid op om overal in de stad te filmen. De beelden van de stad zorgen voor een enorme dynamiek. Daardoor valt het amper op hoe tam het verhaal eigenlijk wel is. Hoewel de zinderende finale op de Williamsburg Bridge (één brug ten zuiden van de Ed Koch Quensboro bridge) veel goedmaakt.

De film trok veel kijkers tijdens het filmen. Daarom stonden er geheime camera’s in busjes, kiosken. Het publiek werd afgeleid door een jongleur en iemand die op een ladder luidkeels klaagde over de maatschappij. Wat een operatie moet dat zijn geweest!

Het resultaat mocht er zijn en de invloed van The Naked City reikte ver. Stanley Kubrick was op de set voor Look-magazine en haalde er inspiratie uit voor The Killing. Film noir-filmers van de 50’s hadden allemaal ook The Naked City gezien. Dat is wel een beetje vergelijkbaar met de regisseurs van misdaadfilms in de jaren negentig die allemaal Pulp Fiction hadden gezien. Er kwam een spin-off in de vorm van een tv-serie met dezelfde titel (1958 tot 1963). De game LA Noire (2011) had een hoofdstuk gebaseerd op de film.

De film putte zelf ook weer ergens inspiratie uit: het boek Naked City van misdaadfotograaf Weegee. De film laat mooi zien hoe cynisch het is dat misdaadnieuws het lezerspubliek ‘vermaakt’. Dat verkoopt pas kranten! Daarnaast hadden Italiaanse films als Ladri di biciclette, Roma città aperta en Germania Anno Zero al de deur geopend voor meer realisme in films. Die moesten wel op straat gefilmd worden omdat de studio’s in Italië na de oorlog kapot waren. Deze films bewezen dat dat mogelijk was.

Producer Mark Hellinger die de voice-over deed, zag de film als een liefdesverklaring aan zijn favoriete stad. Met zijn geschiedenis in de krantenwereld moet de film ook een beetje zijn leven hebben verbeeld. Hij overleed voordat de film was afgerond. Dat zorgde er nog bijna voor dat de film niet werd uitgebracht. Dat zou hij ongetwijfeld een vreselijk idee hebben gevonden.

De jaren veertig lieten meer films New York zien:

  • A Tree Grows in Brooklyn (Elia Kazan)
  • The Lost Weekend (Billy Wilder)
  • The House on 92nd Street (Henry Hathaway)
  • The Dark Corner (Henry Hathaway)
  • Port of New York (Laslo Benedek)
  • East Side West Side (Mervin LeRoy; de openingsscène met monoloog van Barbara Stanwyck)
  • Force of Evil (Abraham Polonsky)

Film: https://www.youtube.com/watch?v=V-W4MZI3T38
Meer lezen: https://www.popmatters.com/the-naked-city-2648106884.html

 

Sweet Smell of Success (1957)

Sweet Smell of Success (1957): cynisme in New Yorkse restaurants

Locatie: Manhattan

Columnist J.J. Hunsecker zegt dingen als: ‘Iedereen kent Manny Davis – behalve de vrouw van Manny Davis.’ Persagent Sidney Falco (Tony Curtis) bekt hij ook af waar anderen bij zijn: ‘Je bent dood, kerel. Ga jezelf begraven.’

Falco probeert artiesten in JJ’s rubriek te krijgen. JJ en Falco zijn een vreemd cynisch duo. Want JJ wil Falco alleen helpen als hij de vriend van JJ’s zuster, een muzikant, in diskrediet brengt. Dat is zelfs laag voor Falco’s begrippen. Maar succes lonkt. Falco wil het maken bij de grote jongens en moet dus alles van Hunsecker lijdzaam ondergaan.

Sweet Smell of Success valt vooral op door een intelligent script met scherpe dialogen, veel wendingen in hoog tempo, top acteerwerk en heerlijke zwart-wit cinematografie. De film gaat over roddelkoning Hunsecker. Een rol die is gebaseerd op de columnist Walter Winchell, die echt het leven van zijn dochter (zuster in de film) probeerde te controleren. Daarnaast gaat het over de grenzeloze ambities van Sidney Falco.

Dit is zo’n film waar veel verhalen aan vastzitten. Schrijver Ernest Lehman begon als regisseur maar werd te nerveus van Lancasters aanwezigheid, moest zelfs met maagklachten in het ziekenhuis worden opgenomen. Regisseur Alexander Mackendrick (bekend van The Ladykillers) was in dienst van producers Hecht, Hill & Lancaster en nam het stokje over. Hij haalde Clifford Odets erbij om het script en de dialogen aan te scherpen.

Odets leverde een wereldprestatie: hij schreef in korte tijd compleet andere dialogen dan het vrij statische script van Lehman. Dat gaf de film een totaal andere dynamiek. De film heeft dankzij al die snelle en geestige dialogen enorm veel vaart, terwijl de film eigenlijk maar weinig actie heeft. Soms herschreef hij zelfs nog tot vlak voordat scènes werden geschoten. Dat maakte Mackendrick ook wel nerveus. ‘Er was nooit een definitief script.’

De inhoud krijgt steun van de boeiende cinematografie van de cinematograaf James Wong Howe. De oogopslag, de schaduwen die zijn duisternis uitbeelden, tot en met de lege schaduwen van zijn bril… Hij kreeg van Mackendrick alle kans om zijn stijl neer te zetten.

Lancaster en Curtis zijn nagenoeg perfect in deze film. Tijdens de opnamen van Sweet Smell of Success was Burt Lancaster soms ‘griezelig’ volgens componist Elmer Bernstein. Hij had van nature al een opvliegend karakter maar werd niet vrolijker van het alsmaar herschrijven van Clifford Odets. Dat paste wel goed bij de rol van Hunsecker.

Kortom: zo’n zeldzaam project waar veel talent bij elkaar kwam. Desondanks trok de film niet veel bezoekers, tot opluchting van Walter Winchell zelf. Later kreeg de film juist wel veel waardering en hij wordt nu gezien als een Amerikaanse filmklassieker.

Veel straatscènes zijn er niet. In Sweet Smell of Success zien we Brill Building op Broadway, waar het kantoor van Hunsecker is, en een jazzclub. Het gaat hier om de interieurs van beroemde restaurants in Manhattan: 21 Club en Toots Shor’s, waar je kwam om gezien te worden. De 21 Club (in 2020 gesloten) is misschien wel recordhouder met films die er zijn opgenomen: Wall Street, Manhattan Murder Mystery, All About Eve en On the Rocks van Sofia Coppola.

Toots Shor’s in West 51st Street is een verhaal apart. Daar kwamen beroemdheden als Mickey Mantle, Jackie Gleason, Orson Welles, Frank Sinatra, Richard Nixon, Babe Ruth, Charlie Chaplin. Een mannenbar met sterke drank en matig eten. Maar iedereen die wat betekende, was er. Toots genoot immens van zijn normalemensenomgang (lekker dollen) met beroemdheden. De beroemdheid straalde op hem af. Alleen eindigde hij berooid. In 1971 sloot zijn zaak. Dat hij beroemdheden gratis consumpties gaf, hielp niet. De documentaire Toots uit 2006 laat goed zien hoe relatief roem kan zijn.

Dankzij verbeteringen in de filmtechniek werd het in de jaren vijftig makkelijker om buiten te filmen. Vooral in de tweede helft van de jaren vijftig leverde dat veel sfeervolle zwart-wit misdaadfilms op over New York, waarmee je wel een paar genietbare filmavonden kunt organiseren:

  • Somebody Up There Likes Me (Robert Wise)
  • Shadows (John Cassavetes)
  • Side Street (Anthony Mann)
  • The Wrong Man (Alfred Hitchcock)
  • Pickup on South Street (Samuel Fuller)
  • The Killer That Stalked New York (Earl McEvoy)
  • Killer’s Kiss (Stanley Kubrick)
  • Guilty Bystander (Joseph Lerner)
  • Deux hommes dans Manhattan (Jean-Pierre Melville)
  • On the Waterfront (Elia Kazan)
  • Cop Hater (William Burke)
  • Edge of the City (Martin Ritt)
  • Cry Terror! (Andrew L. Stone)

Even genoeg van misdaad en drama? Dan is er Broadway by Light (1958). Een visueel spetterend debuut van William Klein dat slechts 14 minuten duurt. Die film laat New York (Times Square) zien op een manier die je nu nog steeds ziet als mensen New York willen ‘visualiseren’. Deze film deed dat al in 1958.

Ook kort en experimenteel: de kubistisch-dadaïstische film van Francis Thompson: NY NY (15 minuten). Aldous Huxley schreef erover: ‘In this very strange and beautiful picture we see the city of New York as it appears when photographed through multiplying prisms, or reflected in the backs of spoons, polished hub caps, spherical and parabolic mirrors.’

Daarnaast werd in dit decennium de onafhankelijke cinema geboren in New York met Little Fugitives. Fotograaf Morris Engel maakte deze film buiten het studiosysteem om, wat nog ongehoord was in 1953. Een beslissing met grote gevolgen voor de cinema. Regisseur François Truffaut zei bijvoorbeeld dat de nouvelle vague in Frankrijk zonder het pionierswerk van Engel nooit tot stand zou zijn gekomen. Lees meer over dit verhaal op de website van The Film Foundation.

Film: https://www.youtube.com/watch?v=etfc-XUovU8
Meer weten: https://www.youtube.com/watch?v=FS-fxXEGb_E en https://cinephiliabeyond.org/sweet-smell-of-success

 

Blast of Silence (1961)

Blast of Silence (1961): huurmoordenaar met een depressie

Locaties: Staten Island, Harlem, Lower Manhattan, Jamaica Bay

Frankie Bono is een rustige en ervaren huurmoordenaar uit Cleveland. Hij komt in New York een klusje doen: een zekere Traiano omleggen. Hij schaduwt zijn slachtoffer. ‘Je moet een man kennen als een broer om hem te vermoorden.’

Hij heeft tijd te doden en hij bezoekt ook feestjes, onderhandelt met zijn wapenleverancier, poetst zijn wapen, slentert door de stad, verveelt zich. Een voice-over (stem van acteur Lionel Stander) voorziet zijn bewegingen van commentaar. ‘De bodyguard mindert vaart. Ga er snel langs, Frankie!’

Via de innerlijke stem leren we meer van Frankie Bono. Hij groeide op als wees en staat nog steeds alleen in het leven. Als het dan toevallig Kerst is, raakt Bono helemaal de kluts kwijt. ‘Je zweet over je hele lichaam. Focus! Een moordenaar die niet moordt… wordt zelf vermoord.’

Blast of Silence is een soort New Yorkse nouvelle-vague-misdaadfilm. Begin jaren zestig werd die vergelijking ook gemaakt. Baron legde later uit dat het puur toeval was. ‘Ik had Breathless van Godard toen niet eens gezien. Ik begrijp de vergelijkingen wel. Ook een stad, ook een laag budget…’

Dat hij deze lowbudgetfilm zo visueel interessant schoot, komt misschien door zijn eerste beroep: tekenaar. Hij raakte betoverd door film en kreeg op zeker moment wat geld van lokale New Yorkse producers om ‘een keiharde misdaadfilm’ te maken. Hij wilde Peter Falk in de hoofdrol. Dat lukte niet. Om geld te besparen, deed hij (tegen zijn eigen zin) zelf de hoofdrol.

Een heel ander soort misdaaddrama dan je gewend bent. Je mist bijvoorbeeld het vaak ergerlijke melodrama van die films. Baron weet het karakter een menselijke, dubbelzinnige kant te geven. Hij had zelf ook maffiosi-ervaringen gehad en wist hoe hij het gewetensconflict van de huurmoordenaar moest uitbeelden. Een blauwdruk voor veel latere huurmoordenaarsfilms.

Mooi is ook de bijrol van ‘Big Ralph’, de rattenliefhebber. En het Robert De Niroïaanse acteerwerk van Allen Baron. Barons blikken, uitbarstingen, koele loopjes, zijn zó De Niro. Zou De Niro inspiratie hebben gehaald uit deze film?

Het chaotische einde past er goed bij. Baron wilde op locatie filmen met slecht weer. Hij moest een week wachten maar het pakte geweldig uit, want er waren uitlopers van een orkaan. Uit geldgebrek speelde hij een van zijn eigen achtervolgers: als je het beeld op pauze zet, kun je dat goed zien.

Uniek aan Blast of Silence is dat de film zo goed werkt zo goed dankzij de locaties. In de Duitse documentaire Requiem for a Killer – Making Blast of Silence gaat Baron alle locaties opnieuw af. Zo vertelt hij over Jamaica Bay in Brooklyn (de slotscène); Harlem (125th Street, nabij het Apollo-theater); Manhattan (East 30th Street, West 48th Street, 34th Street); Greenwich Village (Commerce Street); East River Waterfront; Queensboro Bridge en zijn eigen roots in Brooklyn. En alles guerrillastijl gefilmd zonder vergunningen.

De film sloeg amper aan. Baron werd regisseur van tv-shows zoals Love Boat, Cagney & Lacey en Charlie’s Angels. Iedereen moet natuurlijk geld verdienen, toch is het zonde, dat verspilling van talent. Pas bij de Criterion-uitgave in 2008 werd de film herontdekt, dus 47 jaar later. Baron maakte dat gelukkig nog mee.

Blast of Silence was niet de enige film die in de jaren zestig de stad liet zien. Andere voorbeelden zijn:

  • The Apartment (Billy Wilder)
  • Murder Inc. (Burt Balaban & Stuart Rosenberg)
  • Mirage (Edward Dmytryk)
  • Chelsea Girls (Paul Morrissey & Andy Warhol)
  • The Connection (Shirley Clarke)
  • Midnight Cowboy (John Schlesinger)
  • The Pawnbroker (Sidney Lumet)
  • You’re a Big Boy Now (Francis Ford Coppola)
  • Breakfast at Tiffany’s (Blake Edwards)
  • Barefoot in the Park (Gene Saks)

Film: https://www.youtube.com/watch?v=3-D-6RXTaW0
Meer lezen: https://www.criterion.com/current/posts/546-blast-of-silence-bad-trip

 

God Told Me To (1973)

God Told Me To (1973): mysterie maakt detective waanzinnig

Locaties: Manhattan, Flushing

Als er willekeurig mensen worden neergeschoten en de daders zeggen God told me to, gaat detective Peter er achteraan. Via bekentenissen van daders komt hij bij een ‘jongen’ uit, wiens moeder net als de heilige maagd Maria zwanger wordt.

Hij ontmoet deze vrouw in een bejaardentehuis. Daar beseft hij dat hij zelf een rol speelt in het verhaal. Wat is zijn relatie tot God?

God Told Me To uit 1973 is een fascinerende cultfilm die ondanks deze periode van herontdekkingen nog steeds onbekend is. Vooral het eerste deel is sterk. De film is je filmbrein – dat meer verpest is door genreconventies dan je beseft – steeds een pas voor met onverwachte ontwikkelingen.

De film gaat een kant op die je simpelweg niet kúnt verzinnen. De film begint als een misdaadfilm en verandert later opeens een mix van horror, paranormaal en mysterie. The Rolling Stone zegt het aardig: ‘Easily the best 1970s New York noir-horror-alien-abduction-Catholic-guilt-love-triangle thriller ever made.’

De film is 100% het geesteskind van de eigenzinnige regisseur Larry Cohen (Q, The Stuff). Zoals het vaak gaat met filmmakers die durven te experimenteren, waren de reacties erg verdeeld, zoals deze recensie van Roger Ebert laat zien. Cohens producers betaalden hém geld om hun namen te laten verwijderen van de film.

Dit blog snapt beter hoe vernieuwend de film was: ‘Je vindt geen andere film die er zo goed in slaagt een kruising te zijn tussen Rosemary’s Baby, The Omen, The X-Files en Unbreakable. (…) Onder dit plot van een B-film vind je intelligent commentaar op religieuze hysterie.’ Larry Cohen vond zelf dat zijn film veel invloed heeft gehad op series als The X-Files. ‘Hoe wij sciencefiction en horror combineerden met de realiteit van politiewerk was volgens mij nog nooit gedaan.’

Daarnaast was ook de visuele stijl (alles in handheldcamera) toen anders dan anders. Halverwege de jaren nul werd deze pseudo-documentaire-stijl gebruikt voor vrijwel iedere actiefilm. Denk bijvoorbeeld aan de schokkende filmstijl in de Jason Bourne-films.

De acteurs in God Told Me To passen ook goed bij het merkwaardige verhaal: Tony Lo Bianco (tweede keuze na Robert Forster, die werd ontslagen omdat hij alsmaar kauwgom bleef kauwen); Sylvia Sidney en Richard Lynch. En komediant Andy Kaufman in zijn filmdebuut.

Een pluspunt is de hoeveelheid ongewone buitenlocaties van New York. Een watertoren in Manhattan, een draaimolen in Flushing, Broadway Station, ga zo maar door. Lees Larry Cohens amusante verhalen over de productie. Zoals het illegaal filmen tijdens St Patrick’s Day in Manhattan: ‘Iedereen ging ervan uit dat wij een vergunning hadden. Niemand zou illegaal durven te gaan filmen tussen 5.000 agenten. De agenten werden ook niet nerveus dat iemand met een pistool tussen hen inliep, want een camera was alles rustig aan het registreren.’

De chaotische film is een mooie spiegel voor de turbulente jaren zeventig in New York. De stad was failliet, de misdaad nam alsmaar toe… en dat was nog maar het topje van de ijsberg van de problemen. Lees dit artikel in The Guardian over de brochure Fear City, met 9 tips hoe je New York kunt ‘overleven’. Of bekijk deze foto’s voor een indruk.

Aan de andere kant bloeiden er ook allerlei alternatieve scenes op: muziek, kunst en cinema. Zo waren de jaren zeventig een topdecennium voor de New Yorkse alternatieve film. De ‘auteursfilm’ werd populair bij het publiek en producenten investeerden meer in kleine producties. Onder anderen Martin Scorsese en Woody Allen braken door met hun New Yorkse films. New York kreeg daardoor twee kleuren: het duistere New York van Taxi Driver het lichtvoetige, intellectuele New York van Manhattan.

Niet alleen Scorsese en Allen, maar ook andere regisseurs maakten een aantal filmklassiekers in de stad. Films die mensen nog steeds zien, citeren, liefhebben. Veel films over steden maken nog steeds gebruik van de ideeën die je in deze films voor het eerst zag langskomen.

  • Mean Streets (Martin Scorsese)
  • Taxi Driver (Martin Scorsese)
  • Annie Hall (Woody Allen)
  • Manhattan (Woody Allen)
  • Serpico (Sidney Lumet)
  • Dog Day Afternoon (Sidney Lumet)
  • Klute (Alan J. Pakula)
  • Death Wish (Michael Winner)
  • The French Connection (William Friedkin)
  • Saturday Night Fever (John Badham)

En dat is nog maar de bovenlaag. Daaronder bevinden zich nog veel meer interessante films met de stad in de jaren zeventig in de hoofdrol:

  • The Landlord (Hall Ashby)
  • Panic in Needle Park (Jerry Schatzberg)
  • Across 110th Street (Barry Shear, over de grens tussen Manhattan en Harlem)
  • Black Ceasar (blaxploitation, ook van Larry Cohen!)
  • Wolfen (Michael Wadleigh)
  • Cops and Robbers (Aram Avakian)
  • The Warriors (Walter Hill)
  • Next Stop Greenwich Village (Paul Mazursky)
  • The Taking of Pelham 1,2,3 (Joseph Sargent)
  • Ciao Maschio (Marco Ferreri)
  • Girlfriends (Claude Weill)
  • Diary of a Mad Housewife (Frank Perry)
  • An Unmarried Woman (Paul Mazursky)

Film: https://www.youtube.com/watch?v=XIFPoQ0BefI
Meer lezen: Michael Doyle: Larry Cohen: The Stuff of Gods and Monsters

 

Downtown 81

Downtown 81 (1981/2000): Basquiat die door de stad kuiert

Locaties: East Village, Manhattan

Een jongeman wordt wakker in een ziekenhuis. Hij wordt onderzocht en gezond verklaard. Hij loopt door getto’s, tagt obscure teksten op muren (Origin of cotton), ontmoet Beatrice die rondrijdt in een Coupe de Ville, en hem wil onderhouden. Ondertussen wil hij een schilderij verkopen.

We horen hem in zichzelf praten: ‘Neon-literatuur. Ik wilde de stad rood en zwart verven. New York is mijn type stad. New York ziet er groot uit en ik voel me groot. Ik ben onderdeel van het landschap. Ik ben een kunstenaar. Mensen vragen meestal: wat is je medium? Dan zeg ik: extra large.’

Het acteerwerk is niet geweldig en het verhaal evenmin; maar de film is een fantastisch curiosum. De hoofdrol van kunstenaar Jean is daadwerkelijk Jean Michel Basquiat! Toen maar negentien en nog niet beroemd. Ook al is dit fictie, we kijken echt naar Basquiats leven als jonge kunstenaar en muzikant (dat na te veel drugsgebruik zeven jaar na de film zou eindigen). Dat bestond toen uit zwerven, kunst verkopen, studio’s inlopen, mensen ontmoeten.

Schrijver Glenn O’Brien (lid van Andy Warhols Factory) wilde begin jaren tachtig een film maken over de bands die hij toen zag. De film zou aanvankelijk ook New York Beat heten. Die optredens waren de rode draad van de film, dus de alternatieve kunst- en muziekscene in 1981 in de wijk East Village.

Punk, hiphop, graffiti, kunst, new wave, reggae, mode, pop: alles komt langs. Een fascinerend portret van de roots van veel muziek- en kunststromingen. We zien ook beroemde clubs als Peppermint Lounge en Mudd Club. Edo Bartoglio regisseerde de film.

Basquiat is hier meer een rode draad dan de hoofdpersoon. De film daagt uit door hem langs het Guggenheim en Metropolitan Museum of Art op de 5th avenue te laten kuieren. En te laten kliederen als een kind in een fotoboek van Man Ray. Loopt met schilderij op straat. ‘Waar moet ik het adres zetten?’ ‘Schrijf maar op de achterkant.’

De weduwe van scriptschrijver O’Brien vertelde dat de doeken waar hij mee rondzeult in de film ook de eerste doeken waren die hij maakte als kunstenaar. Basquiat was dakloos ten tijde van de film en volgens de weduwe van O’Brien zorgde de film voor geld voor zijn eerste studio. Blondie kocht ook nog een werk van hem voor 200 dollar. Over deze vroege jaren van Basquiat gaat ook de recente documentaire Boom for Real.

Downtown 81 is een portret van ‘downtown’ Manhattan. Van de deprimerende shots van de Lower East Side in Manhattan tijdens de grote saneringsperiode, tot de alternatieve scene in East Village met kunstenaars, graffitikunstenaars en muzikanten. (Raar maar waar: ook acteur Vincent Gallo zit als muzikant in de film.)

De laatste echte avant-garde kunst- en muziekscene in de VS, zeggen sommigen. Ze hadden alleen elkaar om te helpen want ze hadden geld noch sociale media. Toch is die tijd romantiseren volgens muzikant Arto Lindsay geen goed idee. ‘Ik haat het als mensen romantiseren wat praktisch een oorlogsgebied was.’

Er was alleen een probleem: door een politiek schandaal kon productiemaatschappij Rizzoli de film niet afronden in 1981. De film bleef op de plank liggen. Glenn O’Brien kreeg met kunstenares/producent Maripol (partner van regisseur Bertoglio) na juridisch getouwtrek in 1998 de film in handen.

De post-productie begon in 1999. Alleen was de audioband met dialogen verloren geraakt. Die moest dus achteraf worden gedubd. Ook Basquiats stem… Door een acteur uiteraard, want hij overleed al in 1988.

Verwarrend! En de voice-over gooit er nog een schep verwarring bovenop: ‘Elke overeenkomst tussen de karakters en de werkelijkheid is… puur magisch.’ Nog magischer is dat de vreemde, off key klok in de film een track was van Basquiats band Gray (Drum Mode). En toppunt van magie is dat nou net die klok ook een grote rol speelt in seizoen 4 van Stranger Things

Ook de jaren tachtig in New York leverden films op die veel invloed zouden hebben op andere films:

  • Raging Bull (Martin Scorsese)
  • The King of Comedy (Martin Scorsese)
  • Do the Right Thing (Spike Lee)
  • Wall Street (Oliver Stone)
  • Prince of the City (Sidney Lumet)
  • Stranger Than Paradise (Jim Jarmusch)

Films over New York waren in deze tijd een stuk duisterder en vreemder. Ook werd er gretig gebruik gemaakt van het decor van de stad in een saneringsperiode.

  • 1990: The Bronx Warriors en Escape From the Bronx (Enzo G. Castellari, rip-offs van The Warriors uit 1979, maar wel beelden van de Bronx in 1982 en 1983)
  • Fort Apache: The Bronx (Daniel Petrie)
  • Born in Flames (Lizzie Borden)
  • Liquid Sky (Slava Tsukerman)
  • Cruising (William Friedkin)
  • Times Square (Allan Moyle)
  • Q: The Winged Serpent (Larry Cohen)
  • Ms 45 (Abel Ferrara)
  • Fear City (Abel Ferrara)
  • Maniac (William Lustig)
  • Lo squartatore di New York (Lucio Fulci, giallo in New York)

Speciale vermelding voor het golfje van graffitifilms/hiphopfilms begin jaren tachtig (al was het maar vanwege jeugdsentiment van ondergetekende): 

  • Stations of the Elevated: eerste echte film die graffiti observeerde, geen interviews (1981)
  • Wild Style: speelfilm over graffiti (1982)
  • Style Wars: prima neutrale documentaire van Tony Silver en Henri Chalfant (1983) met veel interviews en beelden van Bronx en Queens
  • Beat Street: speelfilm over hiphop (1984)
  • Beat This: A Hip-Hop History (1984): Britse documentaire met veel beelden van Bronx, en ook hiphop en graffiti
  • Krush Groove: speelfilm over het eerste grote hiphoplabel: Def Jam (1985)
  • Turk 182: speelfilm die losjes is gebaseerd op de eerste echte graffitischrijver van New York: Taki 183 (1985)

Meer lezen: https://www.gq.com/story/downtown-81-will-help-you-understand-your-80s-nyc-nostalgia en https://sightlinesmag.org/downtown-81-captures-the-new-york-era-when-basquiat-was-almost-famous

 

Paris is Burning (1990)

Paris is Burning (1990): dragcultuur van arm New York

Locaties: Greenwich Village, Manhattan

Afro-Amerikaanse dragqueens strijden in ballrooms met elkaar om prijzen. Ze horen bij ‘houses’: Xtravaganza, Venus, LaBeija en Ninja. We krijgen alle ins en outs van de modeshows in de ballrooms te zien en leren over ‘readen’ en ‘shades’.

We kijken naar de verschillende houses, en ontmoeten deelnemers en ‘moeders’ van die houses. Zoals voguer Willi Ninja. Of Pepper LaBeija, een realistische dragqueen: ‘Ik kan niet als een vrouw denken. Ik kan denken als een man die er als een vrouw uit wil zien.’ Of Octavia St.Laurent en Venus Xtravaganza die dromen van succes en modellenwerk.

Latino- en Afro-Amerikaanse drags ontwikkelden hun eigen dragcultuur. Het had een eigen stijl omdat ze opgroeiden in andere, armere wijken. Rijk worden met deze passie lag niet voor de hand. Vaak was het hard werken en leven in de schaduwkant van de stad. Wederom Pepper: ‘Dit is wit Amerika. De droom en ambitie als minderheid: te leven en er zo goed uit te zien als een wit persoon.’

Naast armoede (en homofobie) had een gay in die tijd ook te maken met aids. De epidemie trof de New Yorkse gaygemeenschap keihard. Ook prominente karakters uit deze film zijn ook aan aids overleden vlak na de film uitkwam. Je kunt het allemaal zien in deze video.

Sowieso was het voor velen in de film een hard bestaan. De film is dan ook redelijk heftig op het einde – wat je helaas niet anders verwacht bij een film over de zelfkant van de maatschappij.

Paris is Burning heeft jammer genoeg weinig buitenscènes. We zien vooral indoorbeelden van de ballrooms. We moeten het doen met een paar interviews aan waterkanten (vermoedelijk bij de Hudson in Greenwich Village). Toch is het portret van deze subcultuur echt een New Yorkse aangelegenheid. Deze ballrooms stonden aan de basis van veel trends, zoals de dans vogue. De film stond ook aan de basis van de Netflixserie Pose.

De film van Jennie Livingston wordt net zo vaak gezien als klassieker als een exploitatiefilm. Zelf heb ik niet het gevoel gehad dat de documentaire de verkeerde instelling heeft maar sommige deelnemers zijn de film gaan haten.

Meer films over de New Yorkse drag-cultuur:

  • The Queen (Frank Simon, 1968)
  • Lady Divine (John Waters, 1975)
  • How Do I Look (Wolfgang Busch, 2006)

Verder keerde film in New York in de jaren negentig weer terug naar misdaad. Met name de wijken Brooklyn en Bronx – jarenlang gemeden – werden herontdekt. Denk aan films als:

  • Goodfellas (Martin Scorsese)
  • A Bronx Tale (Robert De Niro)
  • Crooklyn (Spike Lee)
  • Clockers (Spike Lee)
  • Bobby G. Can’t Swim (John Luke Montias, obscure misdaadfilm over Hell’s Kitchen)
  • Bad Lieutenant (Abel Ferrara)
  • Ghost Dog: The Way of the Samurai (Jim Jarmusch)

En sommige New Yorkse indiefilms scoorden goed in de filmhuizen:

  • Smoke (Wayne Wang)
  • State and Grace (Phil Joanou)
  • Basquiat (Julian Schnabel)
  • Night on Earth (Jim Jarmusch)
  • Kids (Larry Clark)
  • Walking and Talking (Nicole Holofcener)

Meer lezen: https://www.theguardian.com/film/2015/jun/24/burning-down-the-house-debate-paris-is-burning

 

Man Push Cart (2005)

Man Push Cart (2005): een karretje met koffie door Manhattan sleuren

Locaties: Manhattan, Brooklyn

Ahmed duwt een karretje met koffie en thee in Manhattan. Hij verkoopt ook af en toe dvd’s.

Elke dag reist hij heen en weer (’s avonds laat en ’s ochtends vroeg) naar en van een appartement in Brooklyn. Daarbij sjouwt hij overal een butagasfles mee.

Een van zijn vaste klanten is een andere, welgestelde Pakistaan die hem thuis in Manhattan ontvangt om te helpen met klussen. Die ontdekt dat Ahmed een beroemde zanger is, de ‘Bono van Lahore’. Hij wil hem met concertpromotors verbinden en betere baantjes bieden.

Intussen ontmoet hij een Spaanse verkoopster van een andere karretje die iets in hem ziet, hoewel hij nooit lacht of charmant is. Later leren we waarom hij zo zwijgzaam is: hij is vorig jaar zijn vrouw verloren.

Méér op de straten van New York komen we niet. We zitten er in: hier oogt de stad echt als een betonnen jungle. Anonieme gebouwen, straten, mensen, auto’s. Dit is het leven voor veel New Yorkers: met een bepaalde bezigheid een schamel inkomen verdienen op de straat. En hopen op verbetering. Ahmeds gesjouw met zijn kar over New Yorkse straten (dat hij echt heeft gedaan) is het sterkste beeld van de film.

Aardige film voor wat betreft hoe de stad erin voorkomt, maar ook wel een arthouse-drama als vele anderen. Commentaarloos het geploeter van één persoon volgen. Iemand zien worstelen met een depressie (inclusief kittendrama). Sobere filmstijl. De film van Ramin Bahrani heeft geen charmante dialoog, sprankelend karakter, onverwachte wending, of iets van humor.

Uniek beeld van de stad maar dat gebrek aan eigen visie is toch jammer. Hoofdpersonen die niets willen, zijn lastige hoofdpersonen om naar te kijken.

In de jaren nul is New York vooral behang in actiefilms, horrorfilms, remakes (heel veel) en romantische komedies. De stad is vaak ‘in gevaar’, wat mogelijk verwijst naar het collectieve trauma van de aanslag op 11 september 2001 in New York.

De gentrificeerde stad levert niet meer de klassiekers af zoals in de jaren zeventig en tachtig; toch waren er wel wat indiefilms die allemaal op een eigen manier de stad laten zien:

  • Sidewalks of New York (Edward Burns)
  • Pieces of April (Peter Hedges)
  • 25th Hour (Spike Lee)
  • Before the Devil Knows You’re Dead (Sidney Lumet)
  • Precious (Lee Daniels)
  • Brooklyn’s Finest (Antoine Fuqua)
  • The Notorious Betty Page (Mary Harron)
  • Keane (Lodge Kerrigan)
  • New York, I Love You (diverse regisseurs)

Over indie gesproken, de New Yorkse indiecinema (‘mumblecore’) brak ook door in deze periode:

  • Funny Ha Ha (Andrew Bujalski)
  • Quiet City (Aaron Katz)
  • Dance Party U.S.A. (Aaron Katz)
  • Manito (Eric Eason)
  • Hannah Takes the Stairs (Joe Swanberg)
  • Nights and Weekends (Joe Swanberg en Greta Gerwig)
  • Frances Ha (Greta Gerwig)

Meer lezen: https://www.criterion.com/current/posts/7292-man-push-cart-a-melancholy-pull

Kortom…

New York en films: een liefde die al een eeuw duurt. Misdaad is de duidelijkste link tussen die twee. Je kunt zo een stapel misdaadklassiekers opnoemen die er zijn opgenomen. De stad was de bakermat van diverse beroemde regisseurs die zich in dat genre ontwikkelden.

Maar er was ook cultuur. New York had broedplaatsen voordat broedplaatsen bestonden. De focus van de kunstwereld lag decennialang op New York. Graffiti, hiphop, new wave/punk kwamen hiervandaan. Alleen werd die wereld helaas minder vaak naar celluloid gebracht dan de misdaad. De muziek deed het beter en elk genre heeft zo zijn klassieken (denk aan Sid and Nancy voor punk).

Wat goed past bij de stad waar niemand zelf kookt, zijn beroemde filmrestaurants. Denk aan locaties als Katz Diner (When Harry met Sally), Tom’s Restaurant (Seinfeld), Carnegie Deli (Broadway Danny Rose), Café des Artistes (My Dinner with Andre), Lenny Pizza (Saturday Night Fever), en dus 21 Club en Toots Shor’s… Om maar een paar te noemen.

Ik denk dat er geen periode méér New York is dan het einde van de jaren zeventig en begin jaren tachtig. Rauw, vies en experimenteel, alternatief. Zelfs Manhattan had verpauperde stukken. Niet voor niets werd het half gesloopte South Bronx veel in films over apocalyptische tijden gebruikt. Het zal ook zo gevoeld hebben. De liefhebber van deze tijd kan ik de serie The Deuce aanraden: een doorleefd portret van de ‘stedelijke ecosystemen’ in een tijd dat zelfs Times Square verloederd was.

Het mooie is wel dat New York zelf zijn eigen talenten ontwikkelde. Denk bijvoorbeeld aan Alvie die in Annie Hall zegt: “Denk je niet dat de rest van het land naar New York kijkt alsof we linkse, communistische, Joodse, homoseksuele pornografen zijn? Ik denk soms ook zo over ons en ik woon hier.”

 

Overige bronnen 

 

5 september 2022

 

Lees ook deel 1: Camera Obscura Special: Parijs
Lees ook deel 3: Camera Obscura Special: Londen
Lees ook deel 4: Camera Obscura Special: Tokio
Lees ook deel 5: Camera Obscura Special: Amsterdam

Top 5 en miskleun 2018

Deel 7 (slot): Tim Bouwhuis
Top 5 en miskleun van 2018

Phantom Thread

Zeven recensenten van InDeBioscoop bespreken hun vijf favoriete films die dit jaar in Nederland in première gingen. Traditioneel kiest iedereen ook de Miskleun van het Jaar én een film die een bioscooprelease had verdiend. Tot en met Oudjaarsdag lees je hier elke dag een persoonlijke terugblik op het filmjaar 2018.

 Tim Bouwhuis door Tim Bouwhuis

In het beste wat filmjaar 2018 te bieden had, bepaalden blikken, gebaren en regie. Volg Paul Thomas Andersons camera in Phantom Thread; zie hoe het non-verbale spel van een eerste liefde zich eigenlijk niet bij de naam laat noemen. De aantrekkingskracht van het witte doek heeft de potentie om de tijd te doden, in het verstillende Cold War of het zwetende Zama. Voorbij het directe conflict lijkt het soms alsof cinema niet meer politiek kan zijn, alsof ook filmmakers dromen. Niets is minder waar: er is waarheid in een schrijnende ‘post-truth world’, geeft de gelijk getitelde documentaire van Hans Pool treffend aan. Een Koreaan (Lee Chang-Dong) en een Japanner (Hirokazu Koreeda) grijpen in de subtiele marges van Burning en respectievelijk Shoplifters de staat van hun land bij de strot. Ze gebruiken een pincet waar Spike Lee een sloophamer nodig dacht te hebben.

 

5. – MEKTOUB, MY LOVE: CANTO UNO

Op het vorige filmfestival van Venetië (2017) leken sommige filmjournalisten zich haast al te hebben voorgenomen om de nieuwe film van Abdellatif Kechiche (La Vie d’Adèle) met de grond gelijk te maken. Het regende reacties waarin het eerste luik van Mektoub, My Love omgedoopt werd tot de nieuwe Male gaze: de film. Inderdaad – hoofdpersoon Amin (Shaïn Boudemine) kijkt en aanschouwt, en de camera kijkt mee. Maar diezelfde hoofdpersoon trekt zich middenin de zomervakantie terug om in het aardedonker van zijn slaapkamer naar Dovzhenko’s Arsenal (1929) te kijken, en als een overduidelijk geïnteresseerde dame hem meevraagt naar het strand blijft hij liever in een stal achter om de lyrische geboorte van een lammetje mee te maken.

Iedere getoonde blik toont ook weer het potentieel van een groot bevragen, waarin voyeurisme geen verwerpelijk goed is maar een spiegel. De film is een hyperrealistische karakterstudie, ze moét subjectief zijn om te werken. Dat gegeven wordt nog het best bespeeld en beschreven in dit (https://kinoautomat.com/2018/08/17/kijken-naar-mektoub-my-love/) essay dat ik vond op de site van Kinoautomat. De reflexieve houding van de schrijfster getuigt van een intelligent, waar nodig kritisch perspectief dat een verademing is ten aanzien van de fulminerende critici die blijmoedig meegaan met de politiek-moreel correcte massa – hun potentiële gelijk sneuvelt onder een volledige onbereidheid om tussen de (film)regels door te lezen.

 

4. – WESTERN

Het conflict sluimert, de geschiedenis leeft nog en de voorwaarden van culturele toetreding worden op gespannen voet verkend. Dit is prachtcinema van een regisseuse die haar nuances kent, maar tegelijkertijd een heldere en niet mis te verstane beeldtaal hanteert. Valeska Grisebach gaat uit van de overtuigingskracht die het ‘spel’ van haar niet-professionele castleden met zich meebrengt; een betere keuze had ze niet kunnen maken.

 

3. – CALL ME BY YOUR NAME

De zomer was nooit zo tastbaar als in Januari 2018, toen Luca Guadagnino’s Call Me By Your Name na een zegetocht langs de festivals ook de Nederlandse zalen bereikte. Het genoemde blikkenspel wordt geperfectioneerd door Arnie Hammer en Timothée Chamalet, die met zijn naturelle vertolking in één klap (volledig terecht) zijn acteertoekomst veiligstelde. In lijn met andere indies als The Rider (Chloé Zhao) en Leave no Trace (Debra Granik) overtuigt deze film in zijn stelselmatige vizier op de schoonheid van kleine gebaren. Scènes die binnen andere producties nog niet eens de montagetafel hadden gehaald (Oliver en Elio die tijdens hun fietstocht ergens stoppen om water te drinken), geven hier uitdrukking aan een lyrische gewaarwording: de prachtige verwarring van ontluikende gevoelens.

 

2. – YOU WERE NEVER REALLY HERE

In een wereld die riekt naar corruptie en verval omarmt een getraumatiseerde antiheld zijn queeste om een jong meisje te bevrijden uit de handen van haar ontvoerders. Alhoewel deze Scorsese-premisse in de uitvoering vermengd wordt met een Refniaans sausje van gezworen stilzwijgen en plotse geweldsexplosies, mist Lynne Ramsay (We Need to Talk About Kevin) nergens de eigengereidheid om de film stilistisch volledig naar haar hand te zetten. De verstikkende montage en de beklemmende geluidsband versterken met succes het beoogde koortsdroomgehalte. De ironische werktitel bespeelt de conventies van de nachtmerrie: uiteindelijk blijkt het in New York toch gewoon een prachtige dag te zijn.

 

1. – PHANTOM THREAD

Ondergetekende liet zich tijdens het kijken naar Phantom Thread vooral leiden door de prachtige score van Jonny Greenwood, die op dat moment live uitgevoerd werd door het Rotterdams Philharmonisch Orkest. De volmaakte paradoxen van de muziek – elegant maar dreigend, harmonieus maar bij vlagen ook ijzig en verstokt – schijnen ook door in de film zelf, die de perfectie vrijwel op ieder vlak benadert. Karakters botsen en schuren in een sierlijk kader van cinematografische wonderlijkheid. Haast onmerkbaar verschuiven de perspectieven: het blikkenspel is ook een rollenspel. Vicki Krieps mag de geschiedenis in als de actrice die erin slaagde (een wederom fenomenale) Daniel Day-Lewis te overrompelen. Wát een vrouw – het mag, nee moet gezegd.

 

Bohemian Rhapsody

Miskleun van 2018:

BOHEMIAN RHAPSODY

Mijn hart huilde – maar het viel te verwachten – toen ik las dat precies Bohemian Rhapsody de meest lucratieve film van 2018 is geworden. De film prijst het muzikale genie van de Britse band Queen en haar legendarische frontman, maar om te scoren was het kennelijk nodig om een zo toegankelijk mogelijk script te gebruiken en alle schaduwzijden van de zanger zorgvuldig wit te wassen. Scenarist Anthony McCarten (begin dit jaar ook al de valste noot in de afgevlakte Churchill-bio Darkest Hour) propt Mercury in het hokje van de eenzame artiest die – de ironie – uiteindelijk niets te zoeken zou hebben in een wereld van excessen. De film is er één van het tenenkrommende rise and fall-stempel (A Star is Born had er bijna evenveel last van) dat de geschiedenis met schijnbare onverschilligheid naar haar hand zet: niet uit artistieke visie of vrijheid, maar uit de zelfzuchtige nood een emotionele climax te forceren.

 

Gemist in de bioscoop:

UNICÓRNIO

Een immersieve en vervreemdende kijkervaring, niet in de laatste plaats omdat deze film meer mysteries creëert dan oplost. Een mythisch Braziliaans landschap en een verknipte familie worden gevangen gehouden in een onconventioneel aspect ratio: 3:66:1. De cinematografie (Mauro Pinheiro Jr.) schreeuwt om een zo groot mogelijk scherm, een volle zaal die in duisternis gehuld blijft. Helaas is Unicórnio (Eduardo Nunes, 2017) vrijwel op alle vlakken te ‘ontoegankelijk’, waardoor het (pijnlijk genoeg ook) logischerwijs bij vertoningen in onder meer Berlijn en Turnhout (MOOOV) bleef.
 
31 december 2018 

Deel 1: Cor Oliemeulen
Deel 2: Sjoerd van Wijk
Deel 3: Yordan Coban
Deel 4: Alfred Bos
Deel 5: Ralph Evers
Deel 6: Bob van der Sterre

Top 5 en miskleun 2018

Deel 4: Alfred Bos
Top 5 en miskleun van 2018

Shoplifters

Zeven recensenten van InDeBioscoop bespreken hun vijf favoriete films die dit jaar in Nederland in première gingen. Traditioneel kiest iedereen ook de Miskleun van het Jaar én een film die een bioscooprelease had verdiend. Tot en met Oudjaarsdag lees je hier elke dag een persoonlijke terugblik op het filmjaar 2018.

Alfred Bos door Alfred Bos

Dit was het filmjaar van de kleine meisjes. Kwetsbare kinderen, al dan niet met draken van ouders die opgroeien in een kansloze omgeving. Meisjes van vijf of zes die nog geloven in sprookjes. Voor wie de werkelijkheid, ondanks alle dagelijkse ellende, betoverd is. Wier verbeeldingskracht en levenslust louterend werkt, ook voor de kijker. Zelfs The Meg, het Chinese antwoord op Jaws, tegelijk actiekraker en familiefilm, kan niet zonder de onschuld van een spelend meisje. Ze ontdooit zelfs de stoerste mannenman, Jason Statham. Maar dat is gecalculeerd sentiment uit de koker van marketeers. Het zal toch niet alleen toeval zijn dat enkele van de intelligentste en begaafdste regisseurs van dit moment vertrouwen op niet-professionele acteurs die de kleuterschool nauwelijks zijn ontgroeid. Verbeelding als overlevingsmechanisme. Daar is kennelijk meer dan ooit behoefte aan.

 

5. – CALL ME BY YOUR NAME

Luca Guadagnino’s verfilming van een roman over een vakantieliefde tussen een puber en een jongvolwassen man draaide vanaf de release in week 2 tot aan week 51 – and counting -onafgebroken in de Nederlandse bioscoop. Het is daarmee de langst lopende film van dit jaar en één van die curieuze gevallen dat kwaliteit en diepgang aanspreken bij een groot en breed publiek. Het laatste voorbeeld was La Grande Bellezza, vijf jaar geleden. Het succes van de film onderstreept een sluipende trend: er gaan in absolute aantallen meer vijftigplussers dan jongeren en jongvolwassenen naar de bioscoop. En de bezoekersaantallen evenaren inmiddels de piekcijfers van de jaren zestig. In Engeland trouwens ook. Lees hier de recensie.

 

4. – COLD WAR

Uitgeroepen tot de beste Europese film van 2018, alom onthaald met laaiende enthousiaste kritieken en – heus waar – ondersteund door een tv-reclamecampagne. En dat alles voor een in ‘ouderwets’ zwart-wit gedraaide film in een exotische taal, Pools. Het lijkt wel 1970, alsof de nieuwe Fellini of Truffaut in circulatie gaat. Is het nostalgie? Is Pawel Pawlewski de Jan Němec of Tadeusz Konwicki van onze tijd? Het schitterende Ida van een paar jaar terug blijkt geen toevalstreffer en Cold War wordt de langst draaiende film van 2019, daar durf ik wel een fles champagne op te zetten. Lees hier de recensie.

 

3. – THE FLORIDA PROJECT

Sean Baker moet op dit moment de interessantste regisseur zijn van de Amerikaanse indie-film. Zijn stijl is on-Amerikaans, eerder Europees – noem het neo-realisme – maar setting en verhaal van The Florida Project, en het in de slipstream daarvan uitgebrachte Tangerine uit 2015, zijn heel erg Amerikaans; een zelden vertoonde, overrompelende combinatie. In een reeks losse scènes schetst Baker hoe een zesjarig meisje, gespeeld door de debuterende Brooklynn Prince, en haar verslaafde moeder, vertolkt door de eveneens debuterende Bria Vinaite, de schoolvakantie doorkomen op een woonkazerne in Orlando, Florida, gelegen op een steenworp van Disneyland. The Florida Project, met een Willem Dafoe op zijn best, vangt de wrange realiteit in poëzie. Deze ode aan de fantasie maakte van Brooklynn Prince een veelgevraagde ster.

 

2. – BURNING

Hae-Mi, de jonge vrouw die het scharnier vormt van een mysterieuze driehoeksverhouding, staat op eigen benen, maar heeft de geest van een kind. Fantasie en werkelijkheid lopen door elkaar en dat geldt tevens voor de levens van haar minnaars, de introverte boerenzoon Jong-su en de hippe kakker Ben. Mensen vertellen elkaar van alles, ook over zichzelf, maar wat is daarvan waar? Burning, de eerste film in acht jaar van de Zuid-Koreaanse schrijver/regisseur Chang-dong Lee, is zowel psychologisch drama als thriller en studie in vervreemding. De droge, quasi-documentaire vertelstijl en de allengs surrealistischer verwikkelingen werken hypnotiserend. Een koortsdroom van een film.

 

1. – SHOPLIFTERS

Soms verschijnen er films die eigenlijk niet kunnen bestaan, omdat ze onmogelijke zaken verenigen. Shoplifters is betrokken, maar niettemin onthecht. Het is rauw realistisch en tevens poëtisch. Het kijkt liefdevol naar mensen die leven zonder moraal. Het hekelt de eigentijdse samenleving en schetst een alternatief, dat bij nadere beschouwing ook niet blijkt te deugen. Hirokazu Koreeda is vaak vergeleken met de Japanse meester van het familiedrama, Yasujirō Ozu. Hier overtreft hij zichzelf, en evenaart zijn voorganger. Volgens de Belgische regisseur Jan Matthys is familie het meest universele thema. Dan is Shoplifters de meest universele én meest actuele film van het jaar. Lees hier de recensie.

 

Ready Player One

Miskleun van 2018:

READY PLAYER ONE

Zo ongeveer alles wat een film niet moet zijn is Steven Spielbergs laatste sciencefictionwerkstuk. Het boek waar Ready Player One op is gebaseerd is retro-SF voor young adults, één lange ejaculatie van game-fetisjisme. De film doet er nog een schepje bovenop, met visuele en filmische verwijzingen naar de jaren tachtig, toen computergames de voorhoede van de toekomst waren. Een film die speelt in de virtuele wereld van de computer wordt onvermijdelijk zelf een game, alleen zit de kijker niet zelf aan de stuurknuppel. Wel wordt hij zeeziek van de overkill aan visuele informatie, de psychische stress die montage en tempo genereren, en het doorlopend zwalkende beeld zonder horizon of ijkpunt. Ready Player One had beter uitgebracht kunnen worden als game, niet als film. Lees hier de recensie.

 

Gemist in de bioscoop:

THE GREAT BUDDHA+

Zwart-wit film uit Taiwan die dit jaar te zien was tijdens Cinemasia, waar regisseur Huang Hsin-yao de prijs kreeg voor de beste debuutfilm. The Great Buddha+ is speels en laat zich niet in een genre vangen. Het is sociaal drama met elementen van misdaadfilm en thriller, en heeft een eigen, originele beeldtaal. Hij zou in de smaak zijn gevallen bij liefhebbers van arthouse en Aziatische cinema, wanneer die in de gelegenheid waren geweest om kennis te nemen van de film. Met de release van het ernstig overschatte The Assassin nog vers in het geheugen is dat bepaald een gemiste kans.
 
28 december 2018 

Deel 1: Cor Oliemeulen
Deel 2: Sjoerd van Wijk
Deel 3: Yordan Coban
Deel 5: Ralph Evers
Deel 6: Bob van der Sterre
Deel 7 (slot): Tim Bouwhuis

Top 5 en miskleun 2018

Deel 3: Yordan Coban
Top 5 en miskleun van 2018

Burning

Zeven recensenten van InDeBioscoop bespreken hun vijf favoriete films die dit jaar in Nederland in première gingen. Traditioneel kiest iedereen ook de Miskleun van het Jaar én een film die een bioscooprelease had verdiend. Tot en met Oudjaarsdag lees je hier elke dag een persoonlijke terugblik op het filmjaar 2018.

Yordan Coban door Yordan Coban

5. – TODOS LO SABEN

Het nachtmerriescenario van Todos lo saben brengt, met het gedeelde leed, veel vergane verhoudingen terug naar boven. Todos lo saben is een typische Asghar Farhadi-film waarin hij samenwerkt met een van de meest spraakmakende Spaanse acteurs van dit moment. Het is misschien niet zo goed als About Elly (2009) of A Separation (2011) maar niemand zal de zaal vroegtijdig verlaten tijdens het zien van deze meeslepende film.

 

4. – BEAUTY AND THE DOGS

Bij het scrollen door de titels van dit jaar realiseerde ik mij toch dat Beauty and the Dogs een van de meest indrukwekkendste bezichtigingen was. De constante frustratie die de kijkers in zijn greep houdt is als jeuk ten opzichte van de werkelijke pijn van Mariams martelgang. De realiteit van het verhaal is weerzinwekkend en confronterend. De film is een Kafkaëske vrouw onterende nachtmerrie waar maar geen einde aan lijkt te komen en bij de kijker blijft hangen tot lang na haar bezichtiging.

 

3. – YOU WERE NEVER REALLY HERE

De moderne hervertelling van Taxi Driver (1976) maar met een eigen identiteit. Ook hier geldt dat de levens van de personages de politieke situatie van het land spiegelen. Waar Amerika door Scorsese nog afgebeeld werd als een verwarde man die langzaam door aan het draaien was, is Joaquin Phoenix in Ramsey’s film simpelweg gestoord. De film is grof en heeft een duister gevoel voor humor, maar bovenal heeft de film een bijzondere dromerige sfeer die zich afzet tegen het realisme van het bloed aan de muur.

 

2. – PHANTOM THREAD

De liefde van de stugge overheersende kledingmaker Reynolds Woodcock (Daniel Day-Lewis) is vaak kort en zelfzuchtig. De bijdehante Alma (Vicky Crieps) weet zijn tirannie te beheersen. Beiden moeten een balans vinden in de liefde die ze bieden en de liefde die ze wensen. Reynolds Woodcock is een vakman met een obsessie. Met deze rol neemt Daniel Day-Lewis op passende wijze afscheid van het toneel.

 

1. – BURNING

Moderne Koreaanse thrillers behoren stiekem tot mijn favoriete subgenre. De films van Chan-wook Park, Hong-Jin Na en Bong Joon-hoo zijn films die ik iedereen meerdere malen aanraadt. De populaire schrijfster Agatha Christie schreef ooit over thrillers dat het een soort sport voor intellectuelen is. Zij stelde dat het puzzelelement in combinatie met de spanning en het gevaar het genre voor iedereen toegankelijk maakt. Burning is echter enigszins afwijkend van de Koreaanse norm. Het heeft niet dezelfde snelheid en gruwelijkheid van bijvoorbeeld de films uit de wraaktrilogie van Chan-wook Park. De film is teder en realistisch. Maar onder die kalmte schuilt continu iets onheilspellend. Steven Yeun’s geweldige acteerwerk is hier een belangrijk aspect van. Chang-dong Lee heeft zijn werk voorheen altijd op drama’s toegespitst. Hij lijkt nu zijn tijdgenoten te vergezellen en zijn steentje bij te dragen aan de golf van Koreaanse thrillers.

 

Jurassic World: Fallen Kingdom

Miskleun van 2018:

JURASSIC WORLD: FALLEN KINGDOM

Wat betreft de miskleun van het jaar geldt ook voor 2018 dat ik zoveel mogelijk miskleunen vermeden heb. Echter heb ik in al mijn naïviteit de bioscoop bezocht voor Jurassic World: Fallen Kingdom. Als jongetje was ik gek op dinosauriërs maar mijn jeugdige enthousiasme kwam niet tot bloei tijdens het kijken van deze film. Voor elke dino in beeld werd je in het gezicht geslagen met clichés en onlogische plotontwikkelingen. Toch draag ik de verantwoordelijkheid geheel zelf. Ik moet accepteren dat de tijd dat ik van dit soort films kon genieten voorbij is. Bovendien zijn dit eigenlijk geen echte films. Het zijn trailers om je naar de bioscoop te lokken met wat opvulling. Door een combinatie tussen de verdringing van mijn kinderlijke zelf door een cynische filmrecensent en de industrie die haar focus verlegd heeft, bezorgen bioscoopbezoekjes als deze mij een identiteitscrisis.

 

Gemist in de bioscoop:

THE BALLAD OF BUSTER SCRUGGS

De gebroeders Coen zijn filmmakers waarvoor je in het algemeen toch je winterjas voor aantrekt om naar de bioscoop voor te gaan. The Ballad of Buster Scruggs is dit jaar niet in de Nederlandse filmzalen verschenen, slechts te bewonderen op Netflix. Een gemiste kans denk ik. Een western is naar mijn mening altijd indrukwekkender op het grote doek.
 
27 december 2018 

 

Deel 1: Cor Oliemeulen
Deel 2: Sjoerd van Wijk
Deel 4: Alfred Bos
Deel 5: Ralph Evers
Deel 6: Bob van der Sterre
Deel 7 (slot): Tim Bouwhuis

Top 5 en miskleun 2018

Deel 1: Cor Oliemeulen
Top 5 en miskleun van 2018

Three Billboards Outside Ebbing, Missouri

Zeven recensenten van InDeBioscoop bespreken hun vijf favoriete films die dit jaar in Nederland in première gingen. Traditioneel kiest iedereen ook de Miskleun van het Jaar én een film die een bioscooprelease had verdiend. Tot en met Oudjaarsdag lees je hier elke dag een persoonlijke terugblik op het filmjaar 2018.

Cor Oliemeulen door Cor Oliemeulen

Er verschenen dit jaar zoveel bijzondere films in de Nederlandse bioscoop dat niet iedereen het aandurfde om een top 5 in elkaar te draaien. De volgende kandidaten vielen net buiten mijn jaarlijstje: Shoplifters (alle films van Japanner Hirokazu Koreeda zijn zó oprecht), November (donker, grappig, maar vooral vreemd Ests sprookje), Todos lo saben (de Iraanse filmmaker Asghar Farhadi weet als geen ander mysterie met psychologie te mengen), The Florida Project (het zou je moeder maar wezen!) en Leave no trace (het zou je vader maar wezen!).

 

5. – BURNING

Franse filmcritici maakten gretig de vergelijking met Jules et Jim (1962) van François Truffaut waarin het personage van Jeanne Moreau balanceert tussen twee mannelijke aanbidders. Ikzelf moest denken aan L’Avventura (1960) van Michelangelo Antonioni waarin de vrouwelijke protagonist plotseling verdwijnt en niet meer terugkeert. In een van de meest poëtische scènes van Burning zien we het meisje sensueel dansen in de avondschemer onder de klanken van Miles Davis. Het wordt niet duidelijk of zij zal kiezen voor de rijke, goedopgeleide charmeur of de simpele plattelandsjongen wiens wanhopige zoektocht we zullen volgen. De Zuid-Koreaanse regisseur Chang-dong Lee is een begenadigde cineast die je van begin tot eind in een vertelling sleurt om je ontredderd achter te laten. Hopelijk hoeven we weer niet acht jaar te wachten op een nieuw meesterwerk (zijn vorige film Poetry dateert uit 2010).

 

4. – PHANTOM THREAD

Dat was het dan voor drievoudig Oscarwinnaar Daniel Day-Lewis, de beste filmacteur van een generatie! Phantom Thread, geregisseerd en geschreven door Paul Thomas Anderson, betekende het zelfgekozen einde van DDL’s imposante carrière. De ‘Engelse Robert De Niro’ leefde zich ook ditmaal akelig natuurgetrouw in als de zelfingenomen, volkomen aan zijn vak toegewijde Reynolds Woodcock (ditmaal ging Day-Lewis bijna een jaar lang in de leer bij een kostuumontwerper van een New Yorks balletgezelschap totdat hij zelf een beroemde jurk van een Spaanse modeontwerper perfect in elkaar kon zetten) in de Londense jetset van de jaren vijftig. Woodcock laat zich uiteindelijk strikken door muze Alma (Vicky Krieps), die hun romantische onderonsjes slechts op een zeer drastische manier kan afdwingen.

 

3. – DOGMAN

Ook toegewijd aan zijn vak is Marcello, een gescheiden hondenverzorger, in een godverlaten voorstadje van Rome. Hij verkoopt kleine porties cocaïne onder de toonbank om af en toe een duikreisje met zijn puberdochter te kunnen bekostigen. Zijn dubieuze vriendschap met een flink uit de kluiten gewassen aso brengt hem langzaam in de nesten, vooral omdat de sullige goedzak Marcello bang is om deze agressieve crimineel diensten te weigeren. Dogman is een onverwacht meesterwerk dat diepgeworteld is in de traditie van het Italiaanse neorealisme. Regisseur Matteo Garonne (Gomorra, 2008) produceerde de krachtigste finale van alle films in 2018 die ik zag.

 

2. – THE DEATH OF STALIN

De politieke satire, laverend tussen subtiel en snoeihard, de karrenvracht aan ellendige intriges en het gehannes met het lijk van de gelijknamige Russische dictator maken The Death of Stalin de beste komedie en een van de meest originele films van het jaar. Tussen het acteergeweld is er een opvallende rol voor Steve Buscemi die ons ruim twintig jaar lang liet wachten op een glansrijke performance. Na zijn rol van falende ontvoerder in Fargo (1996) speelt de Amerikaanse acteur te midden van een voornamelijk Engelse sterrencast de ogenschijnlijk charismatische, maar uiterst geslepen Nikita Chroesjtsjov die Joseph Stalin zou opvolgen als leider van de Sovjet-Unie. The Death of Stalin is het ene moment hilarisch grappig en het andere moment pijnlijk schrijnend, en weet zich ondertussen vrij goed aan de historische feiten te houden.

 

1. – THREE BILLBOARDS OUTSIDE EBBING, MISSOURI

Laat nu ook Frances McDormand in datzelfde Fargo van de gebroeders Coen haar laatste geweldige rol spelen voordat ze vriend en vijand zou verbazen als de verpersoonlijking van de rouwende, maar uiterst strijdbare moeder Mildred Hayes, die de terminaal zieke politiecommissaris (Woody Harrelson) van een ingeslapen stadje verantwoordelijk houdt voor het feit dat de moordenaar van haar dochter niet is opgepakt. Een ijzersterke cast speelt het onvoorspelbare misdaadverhaal van regisseur/scenarist Martin McDonagh (In Bruges, 2008) die opnieuw hilarische en zwart-komische fragmenten allerminst schuwt. Ik wist het al op 5 januari: dit is één van de filmische hoogtepunten van het jaar waarbij het niet bij een enkele kijkbeurt zou blijven.

 

Mandy

Miskleun van 2018:

MANDY

Tijdens een gemiddelde horrorfilm moet ik vaker lachen dan griezelen en stoor ik me regelmatig aan clichés en goedkoop effectbejag. Ik huiver wel als Nicolas Cage voor de zoveelste keer diens zelf verzonnen acteerstijl nouveau shamanic de vrije loop laat. Liefhebbers van Mandy (‘mijn kettingzaag is groter dan de jouwe’) plakken graag andere etiketten op dit gewelddadige wraakgenre, bijvoorbeeld mysterie, fantasie of hallucinerend avontuur. Het zal wel toeval zijn dat Jóhann Jóhannsson met Mandy zijn laatste soundtrack afleverde voordat hij zijn laatste adem uitblies. Zonder de effectieve muziek van deze gerenommeerde IJslandse componist en de rode filters voor de lens was deze horrorkitsch vast alleen maar op dvd verschenen.

 

Gemist in de bioscoop:

ROMA

Misschien wel de mooiste film van 2018 verscheen pas in december …op Netflix. EYE Amsterdam draait Roma weliswaar, maar dat biedt dit prachtige drama van Alfonso Cuarón nog geen officiële Nederlandse bioscooprelease. We volgen gedurende een jaar enkele episodes van een uiteenvallend gezin uit de hogere middenklasse in Mexico-Stad jaren 70, gezien door de ogen van de inwonende dienstmeid Cleo, die zelf ook de nodige tragiek krijgt te verwerken. Was de cinematografie in Children of Men en Gravity al soms duizelingwekkend, de Mexicaanse regisseur heeft Roma geschoten op 65mm met een ongeëvenaarde cameravoering vol dolly shots en uiterst langzame pan-effecten, waardoor je extra veel van de omgeving krijgt te zien (zonder dat je zeeziek wordt zoals bij veel hedendaags camerawerk). Een prachtig voorbeeld is de tumultueuze studentenopstand, die op ‘veilige’ afstand wordt gefilmd door het raam van een hoger gelegen winkelpand maar met een subtiele beweging binnen uitmondt in een koelbloedige afrekening door een eerder opgevoerd personage. Als één film dit jaar een groot filmdoek verdiende, is het Roma, niet voor niets winnaar van de Gouden Leeuw in Venetië.
 
25 december 2018 

 

Deel 2: Sjoerd van Wijk
Deel 3: Yordan Coban
Deel 4: Alfred Bos
Deel 5: Ralph Evers
Deel 6: Bob van der Sterre
Deel 7 (slot): Tim Bouwhuis