Golda

**
recensie Golda
Flets drama met goede hoofdrol

door Jochum de Graaf

Het had een mooi epos kunnen worden: Golda, de film over de iconische Iron Lady van Israël die als enige vrouw in de woelige mannenwereld overeind bleef en vastberaden haar land door de Jom Kippoer-oorlog in de jaren zeventig leidde. Maar ondanks een goede rol van Helen Mirren blijft de film steken in een flets drama en een afgeleide discussie of ze als niet-Joodse acteur wel Golda Meïr zou mogen spelen.

Het was kantje boord, oktober 1973, of de jonge staat Israël zou door een invasie van Egypte en Syrië vernietigd zijn. Na de Zesdaagse Oorlog van 1967, waarbij Israël de Sinaï-woestijn op Egypte en de Golanhoogten op Syrië had veroverd, voelde het leger zich schier onoverwinnelijk. Ondanks signalen van inlichtingendiensten en spionnen bij de vijand was het Israëlische leger ditmaal niet of nauwelijks voorbereid. Vroeg in de ochtend van 6 oktober – Grote Verzoendag, ofwel Jom Kippoer, de belangrijkste joodse feestdag – pas vier uur voor de grootscheepse aanval kwam een gedeeltelijke mobilisatie op gang. De Jom Kippoer-oorlog zou na ruim twee weken door Israël ternauwernood gewonnen worden.

Golda

De oorlog zorgde voor een groot trauma in de Israëlische samenleving. Hoe kon het dat Israël zich zo had laten verrassen, dat er zoveel slachtoffers waren gevallen, dat er zoveel fouten door de regering en legerleiding waren gemaakt? Er kwam een breed samengestelde onderzoekscommissie die het tot de bodem moest onderzoeken, de commissie Agranat. 

Iron Lady van Israël
Golda begint met de aankomst van de iconische Iron Lady van Israël in het gerechtsgebouw waar ze verhoord zal worden. Golda Meïr was vanaf 1969 de eerste vrouwelijke premier van Israël, de derde wereldwijd, en de enige vrouw en voorzitter van de crisisstaf tijdens de Jom Kippoer-oorlog. Helen Mirren typecast haar mooi: licht gebogen houding, haar achterover in een knot, karakteristieke neus en mond, de eeuwige handtas, klompschoenen, onafscheidelijke sigaret in de mond. Golda legt de sigaret terzijde, legt de eed af en de film volgt verder de aanloop, het verloop en de afloop van de oorlog.

Hoe de mannen van de legertop, de geheime diensten Mossad en Shin Bet, de ministers van Defensie en Buitenlandse Zaken en al hun assistenten alsmede de enige vrouw in het gezelschap aanvankelijk overdonderd, licht naïef en vertwijfeld in het geweer komen en vervolgens door slimme tactiek, maar ook ten koste van grote verliezen, de oorlog op zijn kant gaan zetten. Zoals de wankelmoedige Moshe Dayan, defensieminister met het befaamde ooglapje en oorlogsheld van 1967 die zo gedesillusioneerd is dat hij ontslag wil nemen en een paar dagen onderduikt. Daar tegenover staat generaal David ‘Dado’ Elazar, de stafchef die als een van de weinigen wel die eerste uren het hoofd koel houdt en Golda Meïr voorhoudt dat ze het tij kunnen keren. Ze houdt de krijgshandelingen nauwgezet bij in haar opschrijfboekje: de aantallen tankdivisies over en weer, de gevechtsvliegtuigen, de aantallen reservetroepen die nog gemobiliseerd kunnen worden, de aantallen doden en gewonden. Ze stelt generaal Ariël Sharon aan, de latere premier, die de beslissende tankslag tegen Egypte uitvoert.

Uiteraard komt in de film de geopolitieke context aan de orde. Zoals de Amerikaanse president Nixon die in het Watergate schandaal verstrikt raakt, de pogingen en uiteindelijk het slagen om de Egyptische president Sadat tot de impliciete erkenning van de staat Israël te dwingen, de intensieve diplomatieke overleggen, de Arabische landen die met een olieboycot dreigen en dat vervolgens ook na de oorlog uitvoeren met de oliecrisis als gevolg.

Het levert af en toe een aardige scène op, zoals wanneer Golda Meïr de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Henry Kissinger op zijn afkomst aanspreekt. Kissinger zegt: ‘Ik ben in de eerste plaats Amerikaans minister, vervolgens Amerikaan en pas in derde instantie Jood.’ Golda reageert sterk onderkoeld: ‘Meneer de minister, in het Midden-Oosten schrijven we van rechts naar links’.

Golda

Helen Mirren
Ze toont ook haar menselijke kant, haar medeleven met de typiste die alle persverklaringen en communiqués optikt, die moeder wier zoon op het slagveld sneuvelt. In de pauze van een vergadering spuwt ze bloed, tussen de oorlogsbedrijven door bezoekt ze met haar trouwe assistente heimelijk het ziekenhuis en wordt uitgebreid onderzocht. Ze blijkt lymfklierkanker te hebben, maar kan  met zware medicatie toch blijven functioneren.

Helen Mirren schijnt haar origineel zeer dicht te benaderen, met die handtas, die klompschoenen, en die kettingrokerij, al had die verslaving met continu rookwalmen, de ene na de andere sigaret die in de hens wordt gestoken, de overvolle asbakken met uitgedrukte peuken ook wel wat subtieler in beeld gebracht kunnen worden. Mirren is natuurlijk een fantastische actrice, maar de film krijgt geen reliëf. De tegenspelers zijn fletse karakters, die dramatisch nauwelijks tot leven komen. Bij de casting lijkt de keuze gelegen te hebben op de fysieke gelijkenis met het personage dat ze spelen of dat ze hen goed kunnen imiteren.

Golda is een Israëlische film. Regisseur Guy Nattiv en vrijwel de volledige cast is Joods. In de Amerikaanse en Britse filmpers ontstond enige discussie of Mirren als niet-Joodse actrice met een sterk aangezette grime met typisch Joodse neus wel Golda zou mogen spelen. Het geeft genoeg te denken dat een dergelijke marginale discussie een groot stempel op de berichtgeving over de film zet.

 

20 september 2023

 

ALLE RECENSIES

Mépris, Le

*****
recensie Le mépris
Minachting of bewondering?

door Yordan Coban

Jean-Luc Godard staat als artiest en boegbeeld van de Nouvelle Vague voor een Europese filmstijl die zich nadrukkelijk afzet tegen de Amerikaanse filmstijl. De overgave aan het marktdenken dat stroomt door de aderen van Hollywood, is de thematische kern van Godard’s meest tot de verbeelding sprekende film: Le mépris (1963), die vanaf 14 september als 4K-restauratie in een aantal bioscopen draait.

Net zoals Fellini dat in datzelfde jaar deed, spiegelde Godard zijn strijd in de zoektocht naar de schoonheid in kunst met zijn verlangens in de liefde.

Brug tussen kunst en liefde
Le mépris is in de eerste plaats een film over de filmindustrie zelf. De film opent dan ook in een filmset met het aantreden van een dichterbij komende camera gevolgd door een introductie van de personages die allen staan voor een andere kijk, een andere benadering, tot het maken van een film.

Le mépris

De hoofdpersoon is de Franse schrijver Paul Javal (gespeeld door Michel Piccoli) die door een Amerikaanse producent Jeremy Prokosch (gespeeld door Jack Palance) benaderd wordt om mee te werken aan zijn nieuwste project, een verfilming van Homer’s Odyssey, geregisseerd door de grote Fritz Lang (die zichzelf speelt). Een op het eerste gezicht onmogelijke verfilming waarbij Prokosch toeziet op het commerciële belang terwijl Lang met hele andere filosofisch georiënteerde ideeën wil werken. Paul’s interesse voor het project is gelieerd aan Lang’s betrokkenheid bij de film, maar toch ook vanwege zijn vrouw en het succes dat er te behalen valt voor hem als schrijver, hetgeen Prokosch bijdehand opmerkt. In deze ingewikkelde verhouding legt Godard een brug tussen kunst en liefde.

Abstracte verlangens
De vrouw van Paul, Camille Javal, wordt gespeeld door de befaamde Brigitte Bardot. Met een verveeld ongenoegen paradeert Bardot door het scherm, terwijl Paul achter haar aan hobbelt, zich continu afvragend wat er in haar hoofd omgaat. Aan de ene kant is Paul – in zijn eigen woorden – tragisch verliefd op haar, maar aan de andere kant lijkt zijn teneur toch ook een zeker onvermogen te dragen. Het onvermogen om onbegrensd van haar te houden. Aangezien hij toch ook oog heeft voor andere vrouwen, en zij toch ondergeschikt aan zijn liefde voor film lijkt.

Haar liefde voor hem moet aanvankelijk verbonden zijn geweest aan de schrijver die hij is (of was), maar lijkt toch ook gekoppeld te zijn aan zijn mogelijke succes en haar materiële behoeftes. Dit lijkt Paul zich goed te beseffen en vormt zijn persoonlijke dilemma dat leidt tot het gissen naar wat zijn vrouw nou werkelijk wil. Heeft ze meer respect voor hem als hij zijn hart als schrijver volgt in dienst van de kunst, of als hij succesvol is door het oog van de markt?

De geveinsde onverschilligheid waarmee Paul Camille in de handen van Prokosch duwt, is onderdeel van het spel dat de twee spelen. De twee partners draaien de hele film meanderend om elkaar heen, en praten in raadsels met abstracte verwijzingen naar hun gevoelens, zoals men kan verwachten van een Godard-film.

Het prachtige landschap van Capri, de toon van de muziek en de enigmatische geverfde Griekse beeldhouwwerken vervoeren het verhaal tot een eigenzinnig, op zichzelf staand geheel zoals dat het geval is bij grote films.

Le mépris

Grootmeester of aansteller?
Le mépris is niet per se origineel in de verbeelde ideeën, daar een film als Sunset Blvd. (1950) een vergelijkbaar verhaal vertelt. Wie Le mépris echter ontleedt, en kijkt naar het aantal personages, locaties, en gebeurtenissen, moet toch concluderen dat er bar weinig gebeurt in deze film.

Des te meer valt de ambivalentie en toch harmonieuze wijze waarop Godard de thema’s aan elkaar vlecht en de kijker geleidelijk met een rijk en subliem gevoel vervoert, te bewonderen als kopstuk van het vakmanschap van deze Franse revolutionair.

Vorig jaar met het overlijden van Jean-Luc Godard laaide de discussie over zijn werk opnieuw op. Filmliefhebbers lijken ernstig verdeeld in de beoordeling van zijn films. Aan de ene kant staan de bewonderaars die stellen dat zijn revolutionaire stijl en kritische benadering hem tot een van de grootste regisseurs maken. Aan de andere kant vindt men dat zijn werk ontoegankelijk is en aanstellerig abstract en alternatief. Alhoewel een aantal van zijn films wel degelijk overeenkomsten kennen met de laatstgenoemde beschrijving, geldt dat niet voor films als Pierrot le fou (1965), Vivre sa Vie (1962), À bout de souffle (1960) en Le mépris.

Enfin blijft het, ondanks de onmiskenbare stilistische bijdrage van de regisseur, een persoonlijke afweging en zal er altijd wel over zijn werk gediscussieerd worden. Ergens impliceert die doorgaande discussie eigenlijk al dat zijn werk de moeite waard is. Godard zal relevant blijven, of we het nou willen of niet.

 

13 september 2023

 

ALLE RECENSIES

Sur les chemins noirs

***
recensie Sur les chemins noirs
Jezelf hervinden op de diagonaal van de leegte

door Paul Rübsaam

In Sur les chemins noirs maakt de door een ongeluk zwaar gehavende schrijver Pierre Girard een voettocht van 1300 kilometer over wandelwegen dwars door Frankrijk. Om fysiek en emotioneel te herstellen, zich te wijden aan bespiegelingen over het moderne en oorspronkelijke Frankrijk en om te schrijven. Maar vormt die pelgrimstocht werkelijk een nieuw begin of deed hij dat altijd al: op pad gaan, risico’s nemen en de pen hanteren?

Tegen beter weten en het advies van artsen, familieleden en vrienden in trekt de na een val van acht meter van een dakgoot nog zichtbaar niet volledig herstelde, moeilijk lopende en met epileptische aanvallen kampende Pierre (Jean Dujardin, The Artist, 2011) de stoute wandelschoenen aan. In het nabij Nice gelegen Nationaal Park Mercantour begint hij aan een wandeltocht die hem uiteindelijk naar de Nez de Jobourg aan de Normandische kust moet brengen.

Hij volgt de op de kaarten aangegeven ‘chemins noirs’: kleine, soms moeilijk begaanbare wandelwegen. Ze voeren hem over de zogeheten ‘Diagonale du vide’ (diagonaal van de leegte): een route van het zuidoosten naar het noordwesten van het land waarop je weinig steden en infrastructuur tegenkomt.

Trekkend door bergen, langs grotten, over weilanden, stenen paden en puinhellingen overnacht Pierre soms in de buitenlucht, soms in een klooster. Af en toe legt hij een stukje van de tocht af in gezelschap van anderen: een vriend, zijn zus of iemand die hij onderweg is tegengekomen. Maar niet al te vaak. Want hij is nogal eenzelvig.

Sur les chemins noirs

Idyllisch landschap
Regisseur Denis Imbert en cameravrouw Magali Sylvestre de Sacy brengen het gewaagde en uitputtende, maar ook het verlokkende, van de tocht overtuigend in beeld. We zien van dichtbij hoe het profiel van Pierre’s wandelschoenen maar nauwelijks greep krijgt op de losliggende zilvergrijze steentjes van een puinhelling en hoe hij hijgend en vloekend met zichtbare krachtsinspanning zijn wandelstokken voor zich uit plant. Maar we aanschouwen ook schilderachtige verlaten dorpjes, kleine kloosters en een afwisselend landschap, met hoogtepunten als de roodstenen terrassen van de Barres de l’Illion, de Gorges d l’Ardèche geheten kloof en de natuurlijke boogbrug Pont d’Arc.

Ondanks kleine ongelukjes en een nogal altijd slepend been kijkt Pierre zijn ogen uit en schrijft hij fanatiek in zijn aantekenboekje. In een voice-over horen we hem uitspraken citeren van grote schrijvers en andere beroemdheden, van Henry David Thoreau tot Napoleon Bonaparte. Volgens Napoleon bestonden er twee soorten mensen: mensen die bevelen geven en mensen die gehoorzamen. Volgens Pierre zelf is er nog een derde soort: de mens die vlucht (zoals hij) en daarmee zijn lot in eigen hand neemt.

Franse subtiliteit
Films waarin iemand een loodzware wandeltocht onderneemt om zo van een trauma te herstellen, vormen welhaast een genre. Vooral Amerikaanse voorbeelden zijn er genoeg. Denk bijvoorbeeld aan Wild (2014) van Jean Marc Vallée met Reese Witherspoon in de hoofdrol en A Walk in the Woods (2015) van Ken Kwapis, met Robert Redford en Nick Nolte. Het verschil tussen ‘before’ en ‘after’ is in dit soort films vaak erg groot. De louterende werking van de zware tocht ligt er dik bovenop.

Van Franse cineasten valt meer subtiliteit te verwachten en wat dat betreft stelt Sur les chemins noirs zeker niet teleur. De film die losjes is gebaseerd op het gelijknamige boek van schrijver, filosoof en avonturier Sylvain Tesson, die met Dans les Forêts de Sibérie (Safy Nebbou, 2016) en The Velvet Queen (Vincent Munier, Marie Amiguet, 2021) eerdere boeken over avontuurlijke reizen naar desolate gebieden verfilmd zag, laat Pierre Girard (geïnspireerd op Tesson zelf) niet alleen oog hebben voor zijn hoogst persoonlijke beslommeringen. Ook zijn treurnis over het verdwijnen van het landelijke, authentieke Frankrijk en de toekomst van het geïndustrialiseerde land, dat volgens hem uitgeput is en zich in een crisis bevindt, komen ruimschoots aan bod.

Sur les chemins noirs

Prijskaartje
Voor die subtiliteit wordt echter wel een prijs betaald. Te weinig wordt duidelijk waaruit het niet fysieke deel van Pierre’s trauma bestaat. Zijn wens om op een tegendraadse manier van zijn verwondingen te herstellen buiten beschouwing gelaten, blijft daardoor ook het doel van zijn onderneming wat vaag. Wat heeft het ongeluk in emotioneel opzicht met hem gedaan en wat is er na zijn tocht aan hem veranderd?

Gedurende de film komen we middels flashbacks het nodige te weten over zijn ongeluk. Niet alleen over de grote lichamelijke schade waar dit toe heeft geleid, maar ook over de oorzaken en de toedracht ervan. Dan blijkt dat de hoofdpersoon altijd al geneigd was tot onvoorzichtigheid, om niet te zeggen: roekeloosheid.

Tevens vernemen we het een of ander over Pierre’s los-vaste relatie met zijn op zijn imago als avontuurlijke schrijver afgekomen vriendin Anna (Joséphine Japy), die vreest dat hij, ongeluk of niet, toch wel weer de benen zal nemen. Pierre’s onlangs overleden moeder passeert eveneens de revue. Ook zij was avontuurlijk ingesteld, maar daardoor wel vaak afwezig.

En nu gaat Pierre dan zelf, iedereen weer achter zich latend en vechtend tegen flauwtes 1300 kilometer door landelijk Frankrijk strompelen. Om ook daar weer een boek over te schrijven. What else is new?, om het in goed Frans te zeggen.

 

6 september 2023

 

ALLE RECENSIES

Roter Himmel

***
recensie Roter Himmel
Dreiging van bosbranden

door Jochum de Graaf

In potentie zou Roter Himmel dé zomerfilm van het jaar kunnen zijn, een tragikomisch relatiedrama dat zich afspeelt in een vakantiehuis bij de Duitse Oostzeekust onder de dreiging van bosbranden. De film heeft in ieder geval de actualiteit van de door ernstige klimaatrampen verstoorde zomer van 2023 mee. Maar in de uitwerking van tragedie en komedie schiet de film net iets te kort.

Hoofdpersoon Leon (Thomas Schubert) is met zijn vriend Felix in een oude Mercedes onderweg naar een vakantiehuis aan de Oostzee, de voormalige DDR. Hij wil daar hopelijk in  alle rust het manuscript van zijn boek afmaken, fotograaf Felix wil aan zijn portfolio werken. Op een landweggetje zegt Leon: ‘Er is iets aan de hand.’ Felix antwoordt: ‘Ik hoor niets.’ Er zijn dreigende wolken, de auto komt met een knal tot stilstand, er heerst een daverende stilte, ze hebben geen bereik. Leon is plots helemaal alleen in het bos, er zijn knakkende takken, er lopen wilde zwijnen, over de boomtoppen scheert een vliegtuig. Leon raakt bijna in paniek, maar dan duikt vriend Felix weer op, neemt zijn bagage over en ze bereiken het huisje.

Roter Himmel

Ongemak
Ze blijken echter niet de enige te zijn, het is er een behoorlijke puinhoop, vliegen boven een vuile vaat, onopgemaakt bed, er draait een was. Felix’ moeder is vergeten hem in te lichten dat ze een kamer aan de nicht van een collega heeft verhuurd. Leon en Felix slapen noodgedwongen in een zijkamer, doen nauwelijks een oog dicht vanwege de liefdesbewegingen die doordringen vanachter de dunne slaapkamerwandjes, en dan ook nog het aanhoudende gezoem van muggen. Het duurt nog een paar nachten voordat ze bij daglicht een glimp opvangen van de knappe medebewoonster, Nadja, een fijne rol van Paula Beer, de muze van regisseur Christian Petzold die in zijn vorige film Undine (2020) de hoofdrol speelde.

Leon wordt instant verliefd op haar, durft haar nauwelijks te benaderen in de veronderstelling dat ze een vaste relatie heeft met strandwacht Devid – een eigenaardige spelling om op z’n Duits zoals Angela uit te spreken.

Er lijkt een opening te ontstaan wanneer Devid een relatie krijgt met Felix. Devid vertelt als ze met z’n allen aan tafel zitten een krankzinnige verhaal over een Arabische man die telkens bij een vrouw aanklopt en een tapijt wil verkopen. Wanneer ze weigert, wordt de man steeds bozer en dreigt als ze blijft weigeren haar met een spray te bespuiten waardoor ze gay zal worden. Devid moet zelf het hardste lachen als hij zogenaamd bekent dat hij ook gesprayd is.

Het zijn soms pijnlijke momenten voor Leon, die een talent voor ongemak in de omgang toont met net verkeerd vallende opmerkingen tegen Nadja, waar hij zich achteraf dan weer voor de kop slaat, wat tamelijk komisch werkt. Zo ontwikkelt zich een verhaal met tal van kleine ongeregeldheden die je net even op het verkeerde been zetten, licht verrassende plotwendingen.

Leon laat Nadja het manuscript van zijn boek ‘Club Sandwich’ lezen. Uit haar stilzwijgende reactie kan hij niets anders afleiden dan dat ze het vrij beroerd vindt. Vertwijfeld zit hij op het strand waar het manuscript alle kanten opwaait. Hij zakt steeds dieper weg in lethargie.

En telkens is er de dreiging van de bosbranden. Op de radio komen berichten dat barbecues verboden worden, de Autobahn in de buurt wordt afgesloten, wat later ook lokale wegen, de hotels krijgen te maken met annuleringen. In het vakantiehuisje maken ze zich vooralsnog niet zulke zorgen, de wind staat de andere kant op. Ze gaan met z’n allen het dak op om naar de Roter Himmel in de verte te kijken.

Roter Himmel

Wending
En dan komt Helmut Werner, de uitgever van Leon, langs. Hij confronteert hem tamelijk hardhandig met de ondermaatse kwaliteit door hele passages op gedragen toon aan hem voor te lezen en vervolgens veelbetekenend te zwijgen. Het klikt nogal tussen Helmut en Nadja, en hij is ook nogal lovend over de foto’s van Felix. Nadja is niet de ijscoverkoopster waarvoor Leon haar houdt maar een volleerd literatuurwetenschapper. Ze reciteert ‘Der Asra’ uit haar hoofd, een gedicht van Heinrich Heine over een slaaf die verliefd wordt op een prinses. Leon kwijnt nog verder weg en kan niet meekomen in de hoogstaande intellectuele conversaties, ontfermt zich in arren moede over de afwas.

Dan komt de wending naar tragedie en drama, Helmut blijkt ongeneeslijk ziek, de branden komen steeds dichterbij, de as komt uit de lucht vallen, Devid en Felix gaan zich met de bestrijding van de branden bemoeien.

In de apotheose komt het verhaal rond. We zien Leon voorlezend uit zijn nieuwe boek dat de dramatische gebeurtenissen op zo’n literair verantwoorde wijze beschrijft dat het zomaar eens verfilmd zou kunnen worden.

Naar verluidt is Roter Himmel, na Undine, het tweede deel uit een trilogie over creativiteit en liefde. Zeker, Petzold brengt de dreiging en de onzekerheid daar aan de Oostzee spannend en soms verrassend in beeld, maar Roter Himmel is een tragikomedie waarin zowel de tragedie als de komedie net niet helemaal tot hun recht komen.

 

30 augustus 2023

 

ALLE RECENSIES

Ultima Notte di Amore, L’

***
recensie L’Ultima Notte di Amore
Hebzucht of liefde?

door Cor Oliemeulen

Na zijn misdaaddrama’s Escobar: Paradise Lost (2014) en The Informer (2019) schetst de Italiaanse filmmaker Andrea Di Stefano in zijn derde film een portret van een politieman die na 35 jaar trouwe dienst afscheid neemt van het korps. Zoals zo vaak in dit genre is er ‘die allerlaatste klus’ die roet in het eten dreigt te gooien, maar L’Ultima Notte di Amore is origineel en competent genoeg om zich te onderscheiden van de doorsnee-politiethriller.

In de prachtige openingsscène zweeft de camera boven de stad Milaan bij avond om te eindigen bij het raam van een appartement waarachter een gezelschap wacht op de thuiskomst van Franco Amore (Pierfrancesco Favino: Il traditore) voor een verrassingsfeest. Maar de rechercheur laat lang op zich wachten. Hij is zojuist geconfronteerd met de moord op zijn partner en tevens beste vriend Dino (Francesca Di Leva) tijdens een schimmige diamantroof waarbij ook andere politiemannen blijken betrokken.

L'Ultima Notte di Amore

Een aanbod dat je niet kunt weigeren
Aldus ontspint zich het verhaal over een rechercheur die tijdens zijn 35-jarige carrière uiterst geliefd was bij zijn collega’s, niet in de laatste plaats omdat het hem al die tijd is gelukt om niet eenmaal zijn pistool te gebruiken. Hoe behoedzaam Amore ook mag zijn, tijdens zijn laatste dagen als politieman draait hij zich langzaam in de nesten. Dat begint door zijn min of meer onvermijdelijke contact met Cosimo (Antonio Gerardi), een Italiaanse immigrant die zich heeft opgewerkt tot de hogere kringen van Milaan en neef is van Amore’s geliefde Viviana (Linda Caridi). De intrige begint wanneer Amore in Cosimo’s appartement wordt opgetrommeld voor de reanimatie van een rijke Chinees die onwel is geworden in bijzijn van twee hoertjes. Niet lang daarna wordt Amore met Viviana bij deze meneer Zhang als dank uitgenodigd voor het redden van zijn leven.

Viviana geniet daar met volle teugen van de pracht en praal van Zhangs entourage en Amore krijgt een aanbod dat hij niet kan weigeren. Hij twijfelt. “Hoe vaak heb ik je ontevreden zien thuiskomen, mokkend, met een frons op je gezicht?”, vraagt Viviana. “We hebben hier al zo lang op gewacht. Je bent nog steeds assistent-chef. Nu kun je eindelijk wraak nemen op iedereen en ga je kieskeurig doen?” Amore gaat akkoord met het aanbod om voor 5.000 euro (bijna drie keer zijn maandsalaris) iemand van het vliegveld af te halen, mits de Chinees kan garanderen dat het geen crimineel klusje betreft. Vervolgens vraagt hij aan Dino of hij meegaat. Het behoeft weinig betoog dat een en ander volledig uit de hand zal lopen.

L'Ultima Notte di Amore

Psychologisch spel
Regisseur Andrea Di Stefano maakte zijn politiethriller met film noir-trekjes naar eigen zeggen met zijn vader in het achterhoofd. Ook die werkte zich als politieman het schompes voor een habbekrats, niet of nauwelijks gewaardeerd door zijn meerderen. De apotheose van L’Ultima Notte di Amore speelt zich na een achtervolging vol onderhuidse spanning af in een tunnel van een snelweg waar onverlaten het hebben gemunt op de bagage van de twee passagiers. Het is een verademing dat al het dodelijke geweld niet expliciet in beeld wordt gebracht.

Het psychologische spel dat volgt, is het sterkste deel van de film. Op het plaats delict hebben zich tientallen politieagenten, hulpverleners, de hoofdcommissaris en de officier van justitie verzameld. Tussen de omstanders bevinden zich ook enkele Chinezen, die contact met Amore proberen te krijgen, want zij willen heel graag weten wat er met de bagage is gebeurd. Ondertussen heeft Amore de telefoon van een van daders en belt het laatst gebruikte nummer. Een stukje verderop in de tunnel neemt iemand op. En of de spanning nog niet genoeg is opgelopen, weet Viviana, met op de achterbank Dino’s zoontje, zich langs de afzetting te bluffen.

Het probleem van veel thrillers is het gemis van een creatieve afloop. Ook hier. Amore’s instemming met zijn goedbetaalde klus is enigszins naïef, maar vanwege zijn onvoorwaardelijke liefde voor Viviana, die snakt naar een comfortabeler leven, is zijn instemming te begrijpen. De kijker kan uiteindelijk zelf bepalen of haar wilskracht en bravoure om Amore uit het wespennest te redden een kwestie is van hebzucht, van liefde, of een combinatie hiervan.

 

10 augustus 2023

 

ALLE RECENSIES

Fumer fait tousser

***
recensie Fumer fait tousser
Superheldenteam met een rookprobleem

door Bob van der Sterre

De baas van een superheldenteam is niet tevreden over de samenwerking van zijn vijf tabaksstrijders: Methanol, Nicotine, Mercure, Benzène en Ammoniaque. Sommigen worden individualistischer en dat vindt hij niet leuk. Ze moeten fit zijn want bad guy Lezardin staat klaar om de aarde te vernietigen.

Ze gaan naar een kamp voor wat teambuilding. Daar gaan ze elkaar rond een kampvuur enge verhalen vertellen. Het ene na het andere bizarre verhaal komt langs. De vraag is: waar blijft Lezardin? Af en toe houdt hun baas, Didier, een rat die groen slijm kwijlt, hen met videoboodschappen op de hoogte.

Fumer fait tousser

Meer ergeren dan lachen?
Quentin Dupieux, de ‘David Lynch van de komedie’, de muziekproducer die nu ruim een decennium films maakt, heeft altijd een probleem: mensen begrijpen zijn films niet. Lees de reviews maar op IMDb – mensen hebben zich doorgaans meer geërgerd dan dat ze hebben gelachen.

Wat ze volgens mij niet snappen, is dat er niet iets valt te snappen. Als je de bioscoopzaal betreedt met een film van Dupieux moet je de overbekende dramastructuur achter je laten. Er is niet iets in te zien of ergens heen te gaan of emotioneel mee te leven; zo werken zijn films niet.

Er is wat absurdisme en dus wel wat te lachen. Een team van superhelden dat lijkt op de klassieke Ultraman-serie. De 24/7-winkel in een koelkast. De scènes met de robots. Toch zou je het ook niet echt een komedie noemen.

Komisch taartje
De absurde laag is alleen maar de bovenste, krokante korst. Daaronder zit een smakelijk taartje gevuld met filosofische kritiek op menselijke gewoonten.

Deerskin gaat bijvoorbeeld over onze hang om onze vacht met kleding te bedekken. Mandibules gaat over onze ingewikkelde verhouding met insecten. En Fumer fait tousser gaat over de gewoonte van het roken. Daar is weinig geheimzinnigs aan. Kijk maar naar de titel; de tabaksstrijders met hun wapens; hun namen die slaan op het roken (ammoniak bevordert de snellere opname van nicotine; benzeen komt vrij als tabak brandt; kwik is een van de vele chemicaliën in een sigaret). Bij een tegenstander zeggen ze: ‘Laten we hem vernietigen met kanker!’

De moedwillige zelfvergiftiging van roken komt aldoor terug in de film. Didier die groen kwijlt, het meer dat wordt vergiftigd, Lezardin die vergif te eten krijgt. Wie is hier nou eigenlijk de slechterik?

Subtieler
Sommige verwijzingen zijn subtieler. Zoals de zin ‘Als altijd had ik het over salami…’ (dat ook vaak gerookt wordt). De barracuda die op een rokende grill ligt. De sociale druk van het team (geen wonder dat Didier individualisme haat). In het eerste verhaal wordt de rookster als laatste neergestoken (door iemand die door een magische helm ineens anders in het leven staat). In het tweede verhaal krijgt Christophe, al is er alleen nog maar een mond over, zijn eerste sigaret van zijn tante. Hij is gedoemd.

Dan is er de dubbele moraal van de tabaksstrijders. Ze zeggen te strijden voor de aarde en dat ze het goede doen. Ondertussen willen ze griezelige verhalen horen, zijn ze vooral met zichzelf bezig, hebben ze nergens zin in, lachen ze om exploderende marmotten, of als hun robot Norbert 500 zelfmoord pleegt door in het water te duiken.

En dan heb je nóg minder duidelijke symboliek. Verwijst de houtversnipperaar naar het papier van de sigaret? Is er iets te zeggen over de outfits van de tabaksstrijders (hoezo blauw)? Nicotine die hopeloos verliefd is op Didier, en dus blind is voor zijn lelijkheid. Is dat omdat hij de verslaving voorstelt? Ook opvallend is het meeroken van de kinderen in de film. De lugubere verhalen lijken iets te willen zeggen over de schadelijke gevolgen van roken.

Fumer fait tousser

Filmspectrum van regisseurs die je niet meteen begrijpt
En toch weet je niet of dit zo bedoeld is. Dat is ook het aardige, dat je dat niet weet. Dupieux zit in het filmspectrum van regisseurs wiens films je nooit helemaal zal begrijpen. David Lynch zei zelf al eens: ‘Mensen willen dat je de film terugbrengt naar woorden. Maar dat zal nooit werken en nooit helemaal de film zijn.’ De symboliek in een film als Mulholland Drive is ook niet helemaal te interpreteren, al doen er honderden interpretaties de ronde.

Er is maar een schaal waar je Dupieux’ films mee kunt vergelijken: zijn eigen films. Realité en Wrong staan daar wat mij betreft op eenzame hoogte: de meest geslaagde van zijn filosofische komedies. Mandibules en Deerskin waren beide erg vermakelijk.

Fumer fait tousser past bij de stijl van Mandibules en Deerskin maar is wat lastiger om lief te hebben. Het ligt niet aan het acteerwerk. Ook niet eens aan de gekozen stijl van raamvertellingen – wat ik juist wel aardig vond, omdat het iets nieuws is in de films van Dupieux. Het is de chemie van het script, het acteren en de filosofisch-komische inhoud waarvan je nooit van te voren weet hoe het zal uitpakken. Het idee van Mandibules vertaalde zich beter naar humor.

Een ding is zeker: dit jaar gaat niemand een film maken die ook maar een klein beetje op deze film lijkt.

 

31 juli 2023

 

ALLE RECENSIES

All Our Fears

***
recensie All Our Fears
Regenboog over de velden

door Ralph Evers

All Our Fears (Wszystkie nasze stracy) neemt recente gebeurtenissen uit het conservatieve platteland van Polen als uitgangspunt voor het menselijke conflict gepaard gaande met verandering. 

O polach. Wie zich nog afvraagt waar Polen naar verwijst? Pole betekent veld, O polach: over de velden. Het belangrijkste decor waartegen dit op ware gebeurtenissen gebaseerde drama zich afspeelt. Het sterk conservatief katholieke karakter wat de binnenlanden van Polen kenmerkt, zoals wel meer typerendheden aanwezig zijn. De dubbelheid, de worsteling van de diepgelovige hoofdrolspeler, Daniel (Dawid Ogrodnik), die tegelijkertijd openlijk homoseksueel is, wat niet te verenigen lijkt in een leer die duizenden jaren oud is, nauwelijks aan de veranderende tijd is bijgesteld, beklonken is in eveneens eeuwenoude rituelen die de status quo telkenmale bekrachtigt. 

All Our Fears

Boerenopstand
De openingsshots, een sereen bosschage in de velden en het boerenbedrijf. Geschoten in het Poolse gehucht Puńsk, vlakbij de Litouwse grens, waar een boerenopstand op handen is, waarin Daniel met de 17-jarige Jagoda (Agata Labno), lesbienne, grapjes uithaalt, terwijl ze naar een religieus evenement rijden, waar ze beiden in beroering flauwvallen. Het is een van de vele voorbeelden waarin deze film de gelaagdheid van het conflict ‘niet-heteroseksueel en devoot gelovig’ wil tonen. Het gaat de makers niet om gemakkelijke kritiek, maar juist om de spanning tussen een binnen de context van de katholieke leer, zoals begrepen in grote delen van Polen, onverenigbare kwaliteiten van mens-zijn. 

Naast dit in beelden uiteen te zetten, zit bovenstaande ook intellectueel verweven in enkele dialogen. Nadat Jagoda na een zoveelste pesterijtje zichzelf verhangt, stelt Daniel voor dat het dorp een kruisdraging ondergaat. Om zichzelf aldus van de schuld te verlossen. Zoals te verwachten vangt hij vooral bot. Jagoda had immers zelfmoord gepleegd en wijkt daarmee af van de dood van de Messias; daarnaast speelt haar seksuele geaardheid een rol. De priester stelt aan Daniel dat de mens te allen tijde zondig is, we hebben namelijk allemaal weleens iemand uitgescholden. Dat Jagoda daar zo zwaar aan tilde dat ze zich verhangen heeft, zou daar los van staan. 

All Our Fears

Film als verlengstuk van journalistiek
Wat volgt is een klassieke ontwikkeling van een drama, zoals dat al door de Grieken weergaloos opgetekend is en in de praktijk vaak ook zo loopt. Verwijdering, verzoening, plotselinge wendingen. Het helpt dat de filmmakers Łukasz en Łukasz oog houden voor de contrasten en dat de acteurs dorpelingen van vlees en bloed neerzetten. Dit draagt bij aan de geloofwaardigheid en invoelbaarheid van het getoonde.

Tegelijkertijd heeft het ritme waarop het verhaal zich ontvouwt last van een bekende arthouse-kwaal, dat het onvoldoende aansluit op elkaar, sommige scènes te kort, andere te lang. Gezien de oorsprong van de film, komt hij meer over als een gefictionaliseerde documentaire, waarbij de nadruk vooral op de politieke boodschap lijkt te zijn gericht, hetgeen nodig is in landen waar er vooralsnog zo weinig tolerantie voor de LHBTIQ+-realiteit van de mens is. Blijf die boodschap vooral uitdragen! Tegelijk kun je constateren dat het een trend is, vooral in de arthouse-cinema, om allerlei misstanden in de wereld aan het licht te brengen, waarbij het kunstzinnige of filmische aspect van ondergeschikt belang is. Film als verlengstuk van journalistiek.

 

30 juli 2023

 

ALLE RECENSIES

Sol dell’avenire, Il

**
recensie Il sol dell’avenire
Moretti’s moeras van zelfingenomenheid

door Jochum de Graaf

De slotscènes van Il sol dell’avvenire brengen de breuk van de Italiaanse communistische partij PCI met de Sovjet-Unie in beeld. Partijkrant L’Unita kopt ‘Vaarwel Sovjet-Unie’ en een grote massa partijgangers loopt in optocht naar het partijhoofdkwartier. We schrijven november 1956: de Hongaarse Opstand is zojuist door de Sovjettroepen bloedig neergeslagen.

Nu was dit in historisch perspectief zeker een dramatisch besluit met grote betekenis, niet alleen voor Italië maar ook voor de verhoudingen tussen Oost en West in de Koude Oorlog. In feite werd hiermee de teloorgang van het Sovjetcommunisme ingeluid. Een dramatisch gegeven dat een epos van Novecento-achtige proporties waard zou zijn.

Il sol dell’avenire

Nanni Moretti had hier kennelijk ook wel een idee over en bedacht om het verhaal te vertellen vanuit een nieuwbouwwijk in Rome, hardcore PCI-gebied, waar het partijbestuur een grote verkiezingsoverwinning met de nodige festiviteiten uitbundig wil vieren. Grootste attractie is de komst van het Circus Budavari, uit Boedapest. Maar de tenten zijn nog niet opgezet of de beelden van de Hongaarse Opstand komen binnen. Na een paar dagen het onderwerp proberen te vermijden, wordt duidelijk dat de partij er iets mee moet. Hardliners willen trouw blijven aan de grote Sovjet-broer, maar een meerderheid van de partijgenoten verklaart zich uiteindelijk solidair met de opstand en brengt ook de interne partijdiscussie op gang, indertijd op het scherpst van de snede gevoerd.

Film over het maken van een film
Moretti echter heeft nauwelijks oog voor de inhoud van die geschiedenis. Ja, hij laat af en toe de naam van de fameuze partijleider Togliatti vallen en demonstranten lopen met foto’s van de grote ideoloog Gramsci maar niet of nauwelijks word je gewaar waar het precies om draaide in 1956 en hoe betekenisvol de breuk met Moskou zou zijn. Nee, Moretti dacht dat het wel aardig zou zijn wanneer hij zelf de hoofdrol zou spelen in een film over regisseur Giovanni die in contemporaine omstandigheden een film over een dergelijk onderwerp wil maken. Een film over het maken van een film.

Giovanni krijgt te maken met acteurs die een eigen invulling aan hun rol willen geven, zich zelfs met de plot gaan bemoeien. Hij ergert zich dood aan zijn hoofdrolspeelster die rode muiltjes draagt. De productie ondervindt de nodige hindernissen, de financiering stokt. Hij moet voor hem vernederende onderhandelingen met Netflix-managers aangaan en een Franse zogenaamd beroemde criticus mengt zich in de onderhandelingen. De film wordt uiteindelijk gered door een paar Koreaanse hipster-producers.

Tegelijkertijd bemoeit Giovanni zich uitgebreid met de film van zijn vrouw Paola (Margherita Buy) die voor het eerst als producer optreedt. Tot dan toe hebben ze altijd samen films gemaakt, maar zij wil nu eens op eigen benen staan. Hun relatie vormt na Hongarije ’56 en de film in de film, een derde verhaallijn. Paola wil scheiden en we zijn getuige van haar sessies bij de psychiater. Vervolgens hebben zij ook nog een dochter, Emma, die een relatie aanknoopt met de Poolse ambassadeur, een man die ouder is dan haar eigen ouders. De film meandert door al die verhaallijnen en bij wijze van rustpunt krijgen we het een en ander aan zang en dans te zien; een soort clipjes met veel Giovanni in beeld in populaire nummers als Aretha Franklins ‘Think’.

Il sol dell’avenire

Pedant
Giovanni is nogal onder de indruk van zichzelf, koketteert met zijn filmvoorkeuren: de rol van Anouk Aimé in Jacques Demy’s Lola, hoe geweldig Marlon Brando in The Chase acteerde, Apocalypse Now komt voorbij, de gebroeders Taviani, citeert uit The Swimmer van John Cheever. Nee, hij is echt niet van de straat, wanneer in Paola’s film een heftige geweldsscène moet worden opgenomen, intervenieert hij door de regisseur voor te houden hoe Kieslowski een soortgelijke scène in Gij zult niet doden in beeld bracht. Of nee, wacht, hij belt wel even met Martin Scorsese, die wist er in Taxi Driver ook wel raad mee. Maar als hij uitgebreid begint te vertellen, blijkt hij een voicemail in te spreken. Nu zou je dat als een leuk grapje kunnen zien, maar de pedante manier waarop hij dat speelt – Giovanni heeft toch maar het telefoonnummer van Martin – slaat in zijn tegendeel om. Ook het op de hak nemen van de Netflix-managers valt volledig dood door ze maar liefst vijf keer te laten herhalen dat ze in ruim 190 landen vertegenwoordigd zijn.

Met al die onnavolgbare verwikkelingen vraag je je meer en meer af waar je nu naar zit te kijken. Naar iets over de politieke geschiedenis van Italië, iets over de staat van cinema in de huidige tijd van postmodernisme en streaming, iets over relaties, iets over leven en werken van Nanni Moretti. Het is van alles wat en daarmee eigenlijk niets.

Nanni Moretti beleefde met La messa è finita al in 1985 zijn internationale doorbraak, met Caro diario (1993) en Gouden Palmwinnaar La stanza del figlio (2001) bouwde hij zijn reputatie uit als geëngageerde cineast met een uitgesproken mening. Il caimano (2006) over Berlusconi en Mia madre (2015) dat voor een deel eenzelfde thematiek kent als Il sol dell’avvenire en zijn laatste film Tre piani (2021) bevestigden dat beeld, maar voegden daar cinematografisch maar weinig aan toe. Hoewel dat politieke profiel voor een filmregisseur niet onsympathiek is, gaan het maniërisme, de gebaartjes, de humorloze grapjes en de zwakke plot op den duur tamelijk vervelen. Moretti draait zich met zijn jongste film vast in een zelf gecreëerd moeras van pedante zelfingenomenheid.

 

26 juli 2023

 

ALLE RECENSIES

Castigo, El

****
recensie El castigo
“Ik hou van hem maar haat dat ik zijn moeder ben”

door Cor Oliemeulen

Elke ouder weet dat je je kind af en toe wel achter het behang zou willen stoppen. Een straf ligt dan op de loer. In El castigo zet de moeder haar driftige 7-jarige zoontje af aan de rand van een bos nadat hij bijna een fataal auto-ongeluk heeft veroorzaakt. Twee minuten later is hij verdwenen en start een wanhopige zoektocht. Ondertussen ontwikkelt zich een existentialistische discussie over opvoeding, huwelijk en het verlies van vrijheid.

De Chileense regisseur Matías Bize heeft een voorkeur voor zich traag opbouwende drama’s. Zo confronteert hij in La vida de los peces (2011) twee ex-geliefden op indringende wijze met hun verleden en laat hen tijdens een feest onderzoeken of ze samen een toekomst hebben. In La memoria de agua (2015) ontrafelen een rouwende man en vrouw hun leven en hun huwelijk na de tragische dood van hun zoontje. Ook de echtelieden in El castigo (2022) ondergaan een soortgelijk lot nu hun zoontje vermist is.

El Castigo

De straf
Aanvankelijk lijkt er weinig aan de hand. Ana (Antonia Zegers) en Mateo (Néstor Cantillana), die eerder samen waren te zien in Una mujer fantástica (2017), denken dat hun zoontje Lucas juist hen wil straffen door zich in het bos te verschuilen. Eerst gaat Ana op zoek naar hem, daarna Mateo. Ze besluiten om de politie te bellen. Ana heeft weinig zin om haar impulsieve berisping op te biechten en vertelt dat Lucas moest plassen en in een ogenblik van onoplettendheid was verdwenen. De gearriveerde vrouwelijke politiesergeant (mooie rol van Catalina Saavedra, die eerder schitterde in de titelrol van La nana, 2009) wijst gevat op het remspoor van hun auto.

Mateo vertelt vervolgens wat er werkelijk is gebeurd. De politie belt voor speurhonden en ondertussen maken de ouders zich zorgen over wat de gevolgen zijn als Lucas is gevonden. Hun omgeving zal schande spreken van het leed dat ze hun zoontje hebben aangedaan en de autoriteiten zullen hen mogelijk vervolgen voor verwaarlozing of kindermishandeling. Tenminste, áls ze Lucas vinden. Het wordt langzaam koud en donker, terwijl de politiesergeant er hen fijntjes op wijst dat hier poema’s zijn gesignaleerd.

El Castigo

De bekentenis
Gesteund door het intelligente script van Coral Cruz weet Matías Bize de spanning over het wel of niet vinden van Lucas stapje voor stapje op te bouwen. Toch ontpopt El castigo zich vooral als een beklijvend drama waarin een discussie ontstaat over opvoeden, waarbij ook emoties en verwijten geleidelijk tot een kookpunt komen. Ana probeert een goede moeder te zijn, ze zegt dat haar hele leven rond Lucas draait. Door die toewijding stopte ze zelfs met haar baan van journalist. Ze vindt de zorg voor Lucas veeleisend en beangstigend. Ze noemt zichzelf consequent, terwijl het erop lijkt dat Mateo, die nog wel een baan heeft, vooral leuke activiteiten met Lucas onderneemt en veel van diens opstandige en gehaaide gedrag door de vingers ziet. “Ik werd zwanger en een modelmoeder voor jou”, snottert Ana tegen Mateo. “Was je bij me gebleven als ik niet zwanger wilde worden?”

In El castigo triggert de verdwijning van een kind dus de bekentenis van de beperkingen van het menselijke bestaan, het moederschap in het bijzonder. Wat de film nog meer bijzonder maakt, is het ontbreken van een soundtrack: we horen slechts het gepraat en geschreeuw van de protagonisten en de natuurgeluiden om hem heen. Het geheel mag dan misschien niet spectaculair in beeld zijn gebracht, maar het is een kunststukje hoe 80 minuten drama in één take en zonder montage de wanhoop invoelbaar maakt.

 

19 juli 2023

 

ALLE RECENSIES

Small, Slow but Steady

***
recensie Small, Slow but Steady
De worsteling van een dove bokser

door Cor Oliemeulen

Keiko is doof vanaf haar geboorte maar heeft het door haar talent en doorzettingsvermogen weten te schoppen tot beginnend profbokser. Ze woont en werkt als kamermeisje in een buitenwijk van Tokio en traint wanneer ze maar kan. Haar toekomst is onzeker omdat haar boksschool vanwege een teruglopend ledenaantal door de coronapandemie dreigt te moeten sluiten. 

De juryleden van het in maart gehouden CinemAsia beloonden Small, Slow but Steady van Shô Miyake unaniem als winnaar en noemden Keiko een fascinerende, authentieke en stoïcijnse jonge vrouw en tevens hun held van het festival. “Ze is eigengereid en hardwerkend en heeft geen woorden nodig om helder te communiceren. De co-stars van deze exquise karakterstudie, gedraaid op warm 16mm en met een sounddesign dat perfect aansluit bij de beperkte zintuiglijke ervaringen van onze jonge heldin, maken evenzeer indruk met hun subtiele en overtuigende vertolkingen. Het scenario, intelligent en open, is net als het leven zelf, onvoorspelbaar en uiteindelijk blijft deze ontroerende film in onze verbeelding hangen, alsof het onze eigen impressionistische herinnering is geweest. De regisseur heeft een wijs filmisch oog en we kijken er erg naar uit om in de toekomst weer door hem meegenomen te worden op een filmreis.”

Small, Slow but Steady

Klein, langzaam maar bestendig
Small, Slow but Steady is losjes gebaseerd op de memoires van Keiko Ogasawara, de eerste professionele vrouwelijke bokser met een gehoorbeperking in Japan. Actrice Yukino Kishii overtuigt in haar rol als personage dat door haar handicap aanvankelijk moeilijk is te doorgronden. Keiko kan goed communiceren middels gebarentaal met enkele mensen die dichtbij haar staan, zoals haar broer Seiji (Himi Satô) met wie ze een flatje deelt. Als ze alleen thuis is en de bel gaat, begint een lamp te flitsen zodat ze weet dat er iemand aan de deur is.

Maar boksen met een gehoorbeperking is een ander verhaal. Gevaarlijk zelfs, want tijdens een wedstrijd kan Keiko de aanwijzingen van haar coach niet opvolgen en kan ze de scheidsrechter en de bel niet horen. Volgens haar trainer compenseert ze haar doofheid met arendsogen: “Ze ziet alles.” Krap anderhalve meter hoog bokst ze natuurlijk bij de lichtgewichten. Volgens haar trainer is Keiko niet alleen klein, maar heeft ze korte armen en is ze niet heel snel, maar “ze is een wilskrachtig en open mens”.

Small, Slow but Steady

Emotionele diepgang
Verwacht van Small, Slow but Steady niet de voorspelbaarheid en het valse sentiment van boksfilmklassiekers als Rocky (1976) en diens ontelbare aftreksels. De doorsnee Aziatische filmmaker is geen doorsnee Amerikaanse filmmaker. Grofweg betekent dat in de praktijk het gebruik van een contemplatieve verstelstijl tegenover directe actie; traditie en filosofie tegenover het nastreven van ambitie en de Amerikaanse Droom; visuele schoonheid en minimalisme tegenover technische excellentie en spectaculaire visuele effecten. Deze niet-alledaagse Japanse boksfilm neemt rustig de tijd om de karakterontwikkeling en de emotionele diepgang van het hoofdpersonage te verkennen.

Dit komt het best tot zijn recht tijdens Keiko’s interacties met de oudere trainer en tevens voorzitter van de boksschool, meneer Sasaki (Tomokazu Miura), die fungeert als een vaderfiguur voor Keiko. Hoewel hij zich niet bedient van gebarentaal weten ze precies wat ze aan elkaar hebben. Sasaki tobt zowel over de dreigende sluiting van zijn boksschool als over zijn tanende gezondheid. Wanneer Keiko worstelt met haar motivatie denkt zij aan zijn wilskracht. En wanneer zij in een uitgebluste bui een brief met de opzegging van haar lidmaatschap in de bus wil gooien, bedenkt zij zich omdat zij de man die zoveel voor haar heeft betekend niet wil teleurstellen. Voor de kijker blijft er volop ruimte om de innerlijke belevingswereld van Keiko te doorgronden.

 

14 juli 2023

 

ALLE RECENSIES