Leatherface

**

recensie Leatherface

Jong en verdorven

door Suzan Groothuis

In 1974 was daar Tobe Hoopers The Texas Chain Saw Massacre. Rauw, intens, hysterisch en vooral ziek. In de laatste scène, waarin de vrouwelijke held heeft weten te ontsnappen, zien we een uitzinnige Leatherface met zijn ronkende kettingzaag slingeren. En nu is er dan de film Leatherface, waarin we terugblikken op zijn tienerjaren. Een aanvulling is het niet.

The Texas Chain Saw Massacre dateert van 1974 en was toen, maar ook nu nog een schokkende kijkervaring. Zelden werd hysterische gekte zo treffend verbeeld. Moordende en kannibalistische hillbilly trash, hun huis een ware val voor mensen die zich er in wanen. Vleeshaken aan de muur en de eeuwig snorrende kettingzaag van reus Leatherface, zijn gezicht bedekt achter een masker van mensenhuid.

Leatherface

Sadistische familie
De horrorklassieker is nooit geëvenaard. En kent inmiddels een flinke rij sequels, een remake en een prequel. En nu is er Leatherface, een prequel van The Texas Chainsaw Massacre: The Beginning, waarin we teruggaan naar de jonge jaren van de man met de kettingzaag. De film opent met Jed’s verjaardag. Hij is de jongste van het gezin Sawyer, aangevoerd door matriarch Verna (Lili Taylor, The Conjuring). Als cadeau mag hij met een kettingzaag een man martelen, die een van hun varkens gestolen heeft. Maar Jed weigert. Is er toch nog sprake van goedheid binnen dit sadistische familieverbond?

In een volgende scène is Jed letterlijk lokaas. Een jong stel in een passerende auto meent in hem een verwond dier te zien, maar de jongen – een runderkop over zijn gezicht getrokken – leidt de vrouw naar zijn huis waar haar een gruwelijke dood wacht. Het blijkt de dochter van sheriff Hartman (Stephen Dorff, Blade), die niets kan bewijzen maar weet dat de Sawyers er achter zitten. Uit wraak zorgt hij dat Jed opgenomen wordt in een gesticht voor jongeren met een moeilijke jeugd.

En dan springt de film tien jaar vooruit. Het is 1965 en Jed zit nog steeds in het gesticht. Alleen heeft hij een andere naam gekregen, zoals alle jongeren die er zitten. We volgen Bud en Jackson, twee jongens die in niets op elkaar lijken. De lompe, stille Bud tegenover de charmante, respectvolle Jackson. Wanneer Verna het gesticht bezoekt en haar zoon terug eist, loopt het uit de klauwen.  Een ware opstand volgt, waarbij Bud en Jackson samen met twee andere jongeren en een zuster op de vlucht slaan.

De kloof tussen goed en kwaad
Tot zover het verhaal. Wat volgt is een zieke opsomming van gebeurtenissen, waarbij lustig gerefereerd wordt aan andere films. Het schuilen in een dierenkarkas bijvoorbeeld (Leonardo deed hetzelfde in The Revenant), lusten botvieren op een lijk (de aanstootgevende necrofiliescène uit The Neon Demon) en iemands kaak kapot trappen (a la American History X). Ondertussen pogen de filmmakers de vraag te stellen of er nog “goed” zit in iemand, die in een door en door verrotte omgeving is opgegroeid. Wie de Texas Chain Saw-films kent, weet het antwoord al.

Leatherface

Die vraag, van goed of kwaad, wordt overigens zijdelings gesteld. De makers lijken vooral te willen choqueren met beelden van hongerige varkens, een maaiende kettingzaag en ga zo maar door. En dan is er nog de slappe verhaallijn van de wraaklustige sheriff die een moordzuchtige familie op de hielen zit. Weinig acteeruitdaging voor Stephen Dorff en Lili Taylor, die vooral karikaturen neerzetten. Hoe anders was het duo als Candy Darling en Valerie Solanas in I Shot Andy Warhol.

Voorspelbaar pad van verdorvenheid
Leatherface biedt geen verrassende inzichten, maar volgt een voorspelbaar pad van verdorvenheid zonder de oprechte rauwheid en hysterie van het origineel. Zonde, want van regisseurs Alexandre Bustillo en Julien Maury zou je meer verwachten. Het duo maakte eerder het extreme Inside (2007), een film die verraste met zijn mix van psychologie en bodyhorror.

Wie echt wil weten wat moordenaars drijft tot hun bizarre daden, doet er beter aan de serie Mindhunter te kijken. Toeval of niet, hoofdpersoon Sam Strike speelt in een aflevering een jonge seriemoordenaar. De duisternis en machteloosheid die hem omgeven, voel je in die serie wel, terwijl Leatherface niet meer is dan lege horrorprovocatie..
 

31 oktober 2017

 
MEER RECENSIES

HHhH – The Man with the Iron Heart

**

recensie HHhH – The Man with the Iron Heart

Het blonde beest speelt viool

door Alfred Bos

De aanslag op nazileider Reinhard Heydrich, Hitlers hoogste man in Tsjechië, is gevonden vreten voor makers van spionage, actie en oorlogsfilms. Maar aan de Franse regisseur Cédric Jimenez lijkt het nauwelijks besteed.

Reinhard Heydrich is de archetypische nazi. De gedoodverfde opvolger van Hitler stond bekend als ‘de slager van Praag’ en ‘het blonde beest’; Hitler zelf noemde hem ‘de man met het hart van staal’. Hij was de hoogste leider van de SD (Sicherheitsdienst, de inlichtingendienst van de nazi’s) en de architect van de Endlösung, de systematische vernietiging van Joden en andere ‘ongewenste elementen’. Hij stierf op 4 juni 1942 in Praag aan de gevolgen van een aanslag die negen dagen eerder was gepleegd door twee Tsjechische spionnen.

HHhH - The Man with the Iron Heart

Heydrich was de hoogste nazi in het bezette Tsjechië en de geslaagde aanslag was een groot succes voor de geallieerden – de enige succesvolle poging om een nazi-kopstuk te elimineren – maar de Duitsers namen gruwelijk wraak op de lokale bevolking. De dorpen Lidici en Ležáky werden uitgemoord en in brand gestoken; Lidici letterlijk met de grond gelijk gemaakt. Over het strategische belang van Operatie Anthropoid, de codenaam van de operatie, en de impact op het verloop van de Tweede Wereldoorlog verschillen historici van mening. Eén ding is zeker: Hitler moest op zoek naar een nieuwe kroonprins.

Himmlers Hersens heten Heydrich
Al tijdens de oorlog werd er in films verwezen naar de aanslag, als eerste door Fritz Lang in Hangmen Also Die! (1943). Ook na de oorlog is het verhaal van de moord op Heydrich en de twee Tsjechische soldaten die door de Engelsen in de Bohemen werden gedropt, Jan Kubiš en Jozef Gabčík, diverse malen verfilmd. Atentát van de Tsjechische regisseur Jiří Sequens opende in 1964 de reeks.

Vorig jaar nog maakte de Engelsman Sean Ellis (Metro Manilla) het niet in Nederland uitgebrachte Anthropoid. HHhH – The Man with the Iron Heart van de Fransman Cédric Jimenez is gebaseerd op het gelijknamige succesboek van de Franse schrijver Laurent Binet. Dat was tevens de bron van de documentairereeks Himmlers Hersens heten Heydrich, eerder dit jaar uitgezonden door de VPRO.

Jimenez graast met HHhH op afgekloven weiden. Deze Belgisch-Franse coproductie compenseert dat met gekende acteurs in de hoofdrollen: Jason Clarke als Heydrich, Rosamund Pike als diens loyale en politiek bewuste echtgenote Lina, geboren Von Osten, en Stephen Graham als Himmler. In de internationale rolbezetting vinden we Barry Atsma terug in een minieme bijrol als SS-commandant. De film is dus voer voor het spelletje Spot The Barry (voorlaatste entry: The Hitman’s Bodyguard).

Overgestileerde videoclip
De voorgeschiedenis, omstandigheden en historische details zijn complex en HHhH vertelt het verhaal wel zo overzichtelijk, maar ook een beetje stijf, in drie delen: Heydrich, de daders en hun handlangers, en de aanslag plus nasleep. Heydrich zelf blijft een raadsel: zijn loopbaan wordt in vogelvlucht aangestipt, zijn motieven blijven onduidelijk, zijn karakter is geschetst in grove clichés. De man is een artistiek aangelegde estheet (hij speelt viool met zijn familie) én een calculerende fijnslijper. Clarke kan het personage ook nauwelijks reliëf geven, want de regisseur vertelt via beeld, niet via dialoog die exposé en psychologie uitdiept.

HHhH - The Man with the Iron Heart

De beelden zijn pseudo-artistiek op een nietszeggende manier, gefilmd met lens flare, vaak via spiegels en in veel onnodige close-ups die diepgang suggereren maar de kijker geen overzicht, laat staan inzicht bieden. Opmerkelijk genoeg is het portret van Heydrichs vrouw Lina nog het meest geslaagd: Pike zet haar neer als een ambitieuze Macher, de sterke vrouw achter de carrièreman. Wat ook niet helpt is dat Kubiš en Gabčík, de twee Tsjechische verzetshelden (gespeeld door respectievelijk Jack O’Connell en Jack Raynor), zoveel op elkaar lijken dat het broers hadden kunnen zijn. Misschien is dat het punt, maar niet bevorderlijk voor de inleving van de toeschouwer.

Aan een onderwerp zo rijk aan drama als leven en dood van het meest beruchte nazi-monster valt meer te beleven dan het fletse docu-drama dat Cédric Jimenez opdient. Deels gefilmd in de nerveuze stijl van de smartphone-filmpjes op YouTube probeert HHhH te behagen waar hij de kijker naar de strot had moeten grijpen. Dat een aantal details rond de aanslag zelf zijn verzonnen, is de regisseur vergeven. Dat hij uit dit brisante materiaal slechts een overgestileerde videoclip van twee uur weet te destilleren, mag je hem aanrekenen. Wie een meer beklijvende film over de aanslag op Heydrich wil zien: ga op zoek naar Anthropoid.
 

10 oktober 2017

 
MEER RECENSIES

Fox, The

***

recensie The Fox

Nederland als politiestaat

door Cor Oliemeulen

Na zijn verdienstelijke debuut Patria is Klaas van Eijkeren niet stil blijven zitten. Met zijn internationaal georiënteerde politieke thriller The Fox toont de Bosschenaar pas echt wat hij in zijn mars heeft.

Net als het Eerste Wereldoorlogsdrama Patria is de tweede film van Klaas van Eijkeren tot stand gekomen door donaties en crowdfunding. Hoewel hij ditmaal ‘slechts’ tekent voor de regie, montage, scenario, casting en een klein acteerrolletje als politieagent, kon hij opnieuw een beroep doen op tal van familieleden, vrienden en figuranten. Ditmaal was Alex ter Beek van producent Pink Moon vanaf het begin bij de film betrokken, wat onder meer resulteerde in acteurs van boven de rivieren. Het is op alle fronten zichtbaar dat er meer middelen voorhanden waren dan voor de debuutfilm.

The Fox

Zo mocht de crew filmen in het hoofdkwartier van Europol in Den Haag, konden enkele professionele acteurs worden aangetrokken en zijn zowel de cinematografie als de soundtrack aanmerkelijk beter. Buiten het feit dat elke Nederlander perfecte Engelse zinnen formuleert, voelt het leeuwendeel van de film geloofwaardig aan – ook al speelt het relaas zich af in de nabije toekomst. Na een aarzelende start ontwikkelt The Fox een prima spanningsboog en een gedoseerd gevoel voor drama.

No-nonsense
Met Rutte III in de startblokken is het even wennen aan het idee dat ons land in 2018 zal worden geleid door ene Anton de Poorter. Tijdens de verkiezingsstrijd heeft hij nauwelijks concurrentie van zijn directe opponent Ben Somers, want De Poorter blijkt een populistische linkmichel die met zijn No-Nonsense Wet – gesteund door allerlei krachten uit de boven- en onderwereld – zonder veel omwegen afstevent op een politiestaat. We leven in een land waar de privacy steeds meer onder druk komt en waar rechters en aanklagers langzaam worden vervangen. Wapensmokkel en false flag-operaties leiden tot moord.

Op dat moment komt het titelpersonage in beeld: Simon Fox, een Ierse politieagent die na een traumatische ervaring in eigen land nu bij Europol in Den Haag strijdt tegen de georganiseerde misdaad. Hij komt op het spoor van de geheime militaire organisatie Operatie Gladio die na de Tweede Wereldoorlog in Italië werd opgericht, in Nederland in de jaren 90 officieel werd opgedoekt, maar kennelijk nog bestaat en aanhangers bij Europol heeft. Dat ook politiebaas D’Arnaud (Eric Corton) fan van sterke leiders is, ligt er overigens wel heel dik bovenop: in zijn werkkamer hangen grote posters van Julius Caesar en Napoleon en op zijn bureau staan boeken over Adolf Hitler en consorten.

The Fox

Onderhoudend met een boodschap
Neemt niet weg dat The Fox een onderhoudende thriller is met een boodschap, een aangenaam tempo, realistische actiescènes en een prima hoofdrol van Morgan C. Jones (Captain Bravoosi in Game of Thrones). Aanvankelijk vecht Simon Fox vooral tegen zijn eigen demonen en is hij sceptisch over het gevaar van een Nieuwe Maatschappij, maar als hijzelf op het spoor van de verderfelijke organisatie komt en gaat fungeren als schietschijf moet hij op de vlucht slaan en is het de vraag of hij zijn collega’s wel kan vertrouwen.

The Fox gaat maandag 18 september in première in Pathé Tuschinski in Amsterdam, waarna de film vooralsnog eenmalig op enkele locaties zal worden vertoond. Bekijk hier het actuele draaischema. Deze bijna on-Nederlandse thriller uit de polder verdient een groter publiek.
 

8 september 2017

 
MEER RECENSIES

Beguiled, The

****

recensie The Beguiled

De eigen kring als gevangenis

door Alfred Bos

Sofia Coppola’s zesde speelfilm is ogenschijnlijk een onderkoeld drama over onderdrukte seksualiteit, maar fungeert als waarschuwing voor het onnatuurlijke van eenzijdig samengestelde gemeenschappen.

Sofia Coppola maakt films over mensen in isolement. Niet hoe ze daar terecht zijn gekomen, maar hoe ze er op reageren vormt het onderwerp van de zes speelfilms die ze tot nu toe maakte. Het ergst is Johnny Marco, de werkloze Hollywood-acteur uit Somewhere (2010), eraan toe. Hij wordt van zichzelf gered door zijn van hem vervreemde 11-jarige dochter. Zoals de twee verdwaalde zielen uit Lost in Translation (2003) voor elkaar als reddingsboei fungeren. In isolement is de ander je leven.

The Beguiled

The Beguiled, dat is gesitueerd in de zuidelijke staat Virginia tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog,  draait – net als The Virgin Suicides (1999), Marie Antoinette (2006) en The Bling Ring (2013) – om een besloten gemeenschap van (voornamelijk) vrouwen. De indringer is een man: de gewonde soldaat van de Noordelijke Yankees, korporaal McBurney (Colin Farrell), die wordt opgevangen in een meisjesinternaat. De vrouwengemeenschap telt zeven zielen: vijf leerlingen, de matrone Miss Martha (Nicole Kidman) en haar rechterhand Edwina (Kirsten Dunst, die de titelrol vertolkte in Marie Antoinette en een van de zussen in The Virgin Suicides).

Gedwongen celibaat
Seksuele spanning zaait onrust op het eiland van orde dat de meisjesschool tot de komst van McBurney was te midden van het nimmer getoonde maar wel hoorbare oorlogsgeweld. Met zijn aanwezigheid laaien de lusten op binnen de muren van het internaat en de korporaal, die als soldaat te velde in mannengezelschap heeft verkeerd, reageert als een kind in een snoepwinkel. Naijver en afgunst verstoren de harmonie wanneer drie vrouwen steels maar vurig dingen naar zijn mannelijkheid: Martha, Edwina en de oudste van de vijf leerlingen, Alicia (Elle Fanning, die de dochter in Somewhere speelde).

De roman van Thomas Cullinan werd in 1971 verfilmd door Don Siegel, met Clint Eastwood als McBurney. Siegel gaf de soldaat een achtergrondverhaal mee, in Coppola’s verfilming is het contact tussen het internaat en de buitenwereld nagenoeg afwezig. De exclusief blanke vrouwengemeenschap is een wereld in zichzelf. Letterlijk een internaat, zoals McBurney zal ontdekken. Ook de haan zit achter het gaas van het kippenhok, zoals hij tot zijn schade moet ervaren.

Coppola verfilmt het verhaal als southern gothic, niet als drama rond gedwongen celibaat. De meisjesschool vertegenwoordigt de oude orde, de traditie die onder druk staat. De camera verlaat zelden de kamers en gangen van de geïsoleerde mansion. De claustrofobische sfeer wordt benadrukt door interieurscènes opgenomen bij kaarslicht. Het afwijkende beeldkader (1:1,66, halverwege het standaard tv-kader en breedbeeld) versterkt de sfeer van beklemming. Het symboliseert een vernauwde blik, oogkleppen.

The Beguiled

Ogen vertellen het verhaal
In die wereld van vernauwde blikken vertellen de ogen het verhaal: die van Kidmans Martha zijn berekenend, Dunsts Edwina hunkerend en Fannings Alicia jaloers. De gewonde hertenblik van Farrells McBurney hengelt naar compassie. De dialogen daarentegen verhullen, ze zitten vol dubbelzinnige – en komische – toespelingen. De atmosferische soundtrack van de Franse band Phoenix, de groep van Coppola’s echtgenoot Thomas Mars, verklankt eerder onheil dan verlangen. In het internaat betekent verlangen onheil.

De openingstitels in de stijl van Gone with the Wind plaatsen de film doelbewust in een traditie die vrouwelijke seksualiteit als onfatsoenlijk, zelfs immoreel afschilderde. In de anderhalf uur die volgen haalt Coppola dat idee vervolgens vilein onderuit. McBurney heeft zijn lot over zichzelf afgeroepen. Hij is geen southern gentlemen, maar een alcoholistische opportunist. Het geeft Colin Farrell de gelegenheid de rol van charmante maar karakterloze dromer neer te zetten die hem al vaker moeiteloos afging; denk aan zijn vaderrol in Saving Mr. Banks.

Zoals McBurney in het begin van de film de vrouwenwereld wordt binnen gesjouwd, zo wordt hij aan het slot weer naar buiten gedragen. De seksloze orde van de gemeenschap gaat boven de bedreigende chaos die de buitenstaander meebrengt. Het zou een vergissing zijn om te menen dat Sofia Coppola een film over verleiding of – nog erger – een vrouwenfilm heeft gemaakt. Net als in haar vorige, het satirische The Bling Ring, richt ze haar pijlen op de homogene, eenzijdig samengestelde gemeenschap. Zonder die ander leef je niet.
 

5 september 2017

 
MEER RECENSIES

Kidnap

*

recensie Kidnap

Mama is boos!

door Cor Oliemeulen

Meestal zijn het vaders die hun ontvoerde kind proberen te bevrijden, maar in Kidnap opent een moeder een klopjacht op de ontvoerders. Onbegrijpelijk. De zesjarige Frankie kijkt tv in de auto en zeurt steeds om een ijsje, dus zo’n kind ben je toch liever kwijt dan rijk?

Mama is een gescheiden moeder en een chagrijnige serveerster. Ze weet niet wie wat heeft besteld en laat haar klanten wachten om haar zoontje aandacht te geven. In het park hoort ze via de telefoon dat ze haar voogdijschap gaat verliezen aan haar ex-man die gaat hertrouwen. Wie geeft hem ongelijk? Tijdens het gesprek kijkt mama weliswaar regelmatig naar het bankje waarop Frankie moest blijven zitten, maar dan is hij natuurlijk plotseling weg. Dombo’s! Mama ziet nog net dat het jochie door een dik tokkievrouwtje in een auto wordt gesleurd.

Kidnap

Het bloed stolt niet
Gelukkig heeft hij zijn speelgoed op het bankje laten liggen, want hierin zit stomtoevallig een opnameapparaatje dat later natuurlijk zeer van pas komt, omdat hierop de stem van het dikke tokkievrouwtje staat. Na haar carrière als serveerster kan mama nog altijd detective worden, maar niet heus. Tijdens haar achtervolging verliest mama haar telefoon en is er in geen velden of wegen een telefooncel te bekennen, dus is mama geheel op zichzelf aangewezen. Met haar moederlijke instinct zal ze vervolgens ontzettend veel ondernemen om haar kind te bevrijden. Nou, ontzettend.

Dat betekent dat je de helft van de tijd twee auto’s met de duizelingwekkende snelheid van een invalidenwagentje achter elkaar ziet tuffen. Er zijn maar liefst twee verschillende cameraperspectieven: áchter de auto’s en bóven de auto’s. Meestal is er niemand op de weg en hebben de kidnappers (er is ook een mannetjestokkie met een geweer die soms dreigt maar weinig durft) kennelijk niet in de gaten dat mama hen nog steeds achtervolgt. En als ze dan een keer op een drukke weg belanden, dan rijden alle andere auto’s nog geen dertig kilometer per uur zodat de kidnappers en hun achtervolger er soepel doorheen kunnen slingeren – zoals je dat vaak in belabberde actiefilms ziet.

Kidnap

Prutsende politie
Van de politie moet mama het niet hebben. Ze maakt kort kennis met een sukkel van een motoragent die niet kan sturen en later in een klein politiebureau naast de highway treft mama een vrouwelijk hulpje dat tergend langzaam praat en vooral rust wil uitstralen. Ondertussen ziet mama dat het politieprikbord volhangt met posters van vermiste kinderen, zodat we direct mogen concluderen dat ook de wouten in deze contreien prutsers zijn en mama er helemaal alleen voorstaat. Net als de bioscoopbezoeker.

Pas na een uur dreigt de film zowaar heel even spannend, dreigend en grimmig te worden, maar dan is het al te laat om de prijs van het kaartje bij de kassa terug te vragen. Door een heftige aanrijding en een directe confrontatie met de mannetjestokkie is mama’s uitstraling veranderd van ongerust en paniekerig in meedogenloos en angstaanjagend. Door het vele bloed zien we gelukkig nog de parelwitte tanden van actrice Halle Berry schitteren. De hele auto zit in de prak, maar de tomtom doet het gelukkig nog en brengt mama weer op het spoor. De tocht leidt naar het hol van de leeuw met een gevaarlijke hond die op onverklaarbare wijze verdwijnt en een laatste twist die je van verre ziet aankomen.

Kidnap zou al in 2015 worden uitgebracht, dus er was genoeg tijd om de film de ontvoeren.
 

26 augustus 2017

 
MEER RECENSIES

Hitman’s Bodyguard, The

**

recensie The Hitman’s Bodyguard

Anti-buddy film met hoge body count

door Alfred Bos

Met Amsterdam en Den Haag als voornaamste decor weet deze actiefilm niet of het parodie, screwball comedy, Hong Kong-knokfilm, buddy movie of Tarantino-kloon moet zijn en dus is het van alles een beetje en van niets genoeg.

In de Amsterdamse grachten kun je met boten scheuren, op het filmdoek althans. Dick Maas deed het met Amsterdamned (1988), doorsneden met een paar tussenshots gedraaid in Utrecht. In 1971 haalde de middelmatige genrethriller Puppet on a Chain de Nederlandse kranten vanwege een lange achtervolging door grachten en Amstel. En zes jaar daarvoor konden de vaderlandse paparazzi zich vergapen aan de Italiaanse diva Monica Vitti, in Mokum voor de spy-fi thrillerparodie Modesty Blaise.

The Hitman’s Bodyguard

Naast de Amsterdamse grachten staan dus zelden camera’s te draaien voor bloedstollende actie te water met woonboot vermorzelende hekgolven. En of het nu komt door de kwaliteit van de Amsterdamse wiet of de eerbied voor zoveel cultureel erfgoed per vierkante meter, tot beklijvende films heeft het nimmer geïnspireerd. Ook de laatste uit de korte reeks kanaalkrakers heeft weinig meer te bieden dan melig vertier voor een regenachtige zondagmiddag. Al geeft The Hitman’s Bodyguard wel een aardige variant: motor achtervolgt auto die boot achtervolgt.

Rijksmuseum
Deze B-film met A-lijst acteurs is het derde vehikel van Patrick Hughes, de man die drie jaar terug de reünie van knokfilmveteranen The Expendables 3 aan een sterke finale hielp. In wezen is The Hitman’s Bodyguard een anti-buddy film rond twee tegenpolen die tot elkaar zijn veroordeeld. De huurmoordenaar is Darius Kincaid (Samuel L. Jackson), zijn lijfwacht Michael Bryce (Ryan Reynolds), ingehuurd omdat Kincaid als kroongetuige moet worden beschermd tegen de aanslagen op zijn leven door de Oost-Europese tiran Dukhovich (Gary Oldman). Die staat in het Internationaal Strafhof in Den Haag terecht voor misdaden tegen de menselijkheid.

De weg van het Engelse Coventry, plaats van de eerste aanslag op Kincaid, naar Den Haag leidt via Amsterdam, dat wordt getypeerd door bloemen, fietsen en toeristen. Daar zit Kincaids echtgenote Sonia (Salma Hayek) in een Interpol-cel met uitzicht op het Rijksmuseum, waar de toeristen niets merken van het kat-en-muisspel tussen Dukhovichs mannetjesputters, de huurmoordenaar en diens lijfwacht. Via de Jan Luijkenstraat gaat het naar de grachtengordel en vandaar via Duinrel en de Haagse tram naar het Internationaal Strafhof voor de finale. Met de stapel lijken die en route wordt achtergelaten kun je een dijkbreuk stremmen.

The Hitman’s Bodyguard

Hypergeweld
Tussen al het gejakker en geknal door voeren Kincaid en Bryce een reeks van Tarantineske gesprekken. Die schetsen de achtergrond van het tweetal, tevens gevisualiseerd door flashbacks, en moeten het hypergeweld kruiden met humor. Maar dit is geen Pulp Fiction, wel pulp-fictie, en de dialogen zijn naast langdradig bij vlagen tenenkrommend niet-leuk. Jacksons parodie op het stereotype van de vuilbekkende bluffer dat hij zelf creëerde doet evenwel weldadig aan vergeleken bij het neurotische flegma van Reynolds gentleman actieheld. Hij is geen George Clooney, zoals The Hitman’s Bodyguard geen Ocean’s Twelve is (al probeert de soundtrack met Bobby Bland en Chuck Berry het wel). En Hughes geen Steven Soderbergh.

Alsof de champagne nog niet genoeg schuimt is er ook nog een tweede romantische subplot: Interpol-agente en lid van Kincaids beveiligingsteam Amelia Roussel (Elodie Yung) is door toedoen van (niet verklappen, want spoiler) de ex van lijfwacht Bryce. Die krijgt na alle dwaze avonturen het meisje terug, zoals Barry Atsma in zijn tweede Engelstalige filmrol als aanklager Moreno de boef Dukhovich achter de tralies krijgt. Maar dan zijn we twee uur verder en regent het buiten hopelijk niet meer.
 

15 augustus 2017

 
MEER RECENSIES

Atomic Blonde

**

recensie Atomic Blonde

Volstrekt ridicule spionagethriller slaagt op de valreep als luchtige actiefilm 

door Vincent Hoberg

Regisseur David Leitch doet zijn John Wick-truukje nog eens dunnetjes over met ditmaal een vrouwelijke sloopkogel. Helaas leent het spionagetoneel van het Berlijn van de late jaren ’80 zich een stuk minder voor zijn amusante actie-onzin.

De vrouwelijke filmactieheld is helaas een zeldzaamheid, zeker als ze in haar eentje een film moet dragen zonder een reddende man in haar kielzog. Toen Geena Davis in 1996 met machinegeweren zwaaide in The Long Kiss Goodnight werd de film door vrijwel alle – uiteraard mannelijke – critici weggehoond als belachelijk. Dat men twintig jaar later moet beamen dat die film eigenlijk best oké was en zijn tijd blijkbaar ver vooruit, is een stuk belachelijker. En het lijstje met vrouwelijke ijzervreters bleef al die jaren angstwekkend kort, terwijl de heren gewoon lustig door bleven schieten.

Atomic Blonde

Zoals Keanu Reeves die in 2014 als verse vijftiger de beuk erin gooide als John Wick. Co-regisseurs David Leitch en Chad Stahelski debuteerden met dit spektakel over een ex-crimineel die wegens een vermoorde hond weer de schietijzers uit het vet haalt en het bleek een groot succes. De mannen hadden er allebei al een loopbaan als stuntman / stuntcoördinator opzitten, wat duidelijk te zien was aan de balletachtige vecht- en schietpartijen die de film uittilden boven de standaard. Ook Charlize Theron was fan en zij zag in Leitch de ideale regisseur voor haar passieproject Atomic Blonde, een spionagethriller gebaseerd op de graphic novel ‘The Coldest City’ van Antony Johnston en Sam Hart.

Verwarde spionnen
Theron, die na Mad Max: Fury Road de actiesmaak te pakken had gekregen, vond het hoog tijd dat een vrouw weer eens de klappen uitdeelde en Lorraine Broughton, het hoofdpersonage uit het boek, leek in haar ogen daarvoor de ideale figuur. Terecht, want de spionne is in het uitstekende verhaal alle kerels te slim af terwijl ze in het wespennest van Berlijn vlak voor de val van de Muur een lijst met geheim agenten moet zien terug te vinden.

De strip, in de traditie van John le Carré en Len Deighton, snijdt een interessant thema aan. Want wat moet je als spion in Berlijn in hemelsnaam doen als de Muur valt? Als Oost en West elkaar broederlijk in de armen gaan vallen, is er geen werk meer. En dan? Het is deze extra laag die ‘The Coldest City’ zijn kracht geeft en Atomic Blonde zou een veel betere verfilming zijn geweest als scenarist Kurt Johnstad deze laag intact(er) had gehouden. Liefhebbers van de betere spionagefilm hebben hier namelijk helemaal niets te zoeken.

Atomic Blonde

Magische koffers
De hyperkinetische knokbombarie past prima in een film als John Wick, aangezien daar verder niet echt sprake van een plot is en nadenken volstrekt niet nodig. Wie zijn hersens niet volledig uitschakelt tijdens de openingsminuut van Atomic Blonde gaat een zware 115 minuten tegemoet, want de stapel plotgaten, ridicule twists en absurditeiten is zo hoog dat het opsommen meerdere pagina’s gaat kosten.

Theron’s Broughton arriveert in Berlijn met twee koffertjes die magisch blijken, omdat ze er gedurende de film tientallen flitsende outfits uit tovert die op z’n zachtst gezegd niet echt praktisch zijn voor een UNDERCOVER agent. Wie het Atomic Blonde-drinkspel wil gaan spelen, mag na afloop direct naar de eerste hulp want de hoeveelheid wodka die Broughton wegstouwt, doet zelfs de grootste alcoholist huiveren. Constant worden we eraan herinnerd dat het de jaren ’80 zijn want iedereen rookt, overal en altijd, non-stop begeleid door een – volgens de regisseur – zeer zorgvuldig geselecteerde soundtrack met 80’s hits die in 1989 zelfs in Oost-Berlijn al nergens meer op de radio te horen waren.

Aanstormende Trabant
Het laatste restje realisme verdwijnt krijsend onder de wielen van een aanstormende Trabant als een Oost-Berlijnse punker gaat breakdancen op Nena’s ‘99 Luftballons’ waarop een Stasi-officier hem neerslaat met zijn skateboard. Dan rest er weinig meer dan hoofdschuddend achterover te leunen en te gaan kijken naar datgene waar de film wel in slaagt.

Atomic Blonde

Theron trainde zich suf om geloofwaardig over te komen in de vele vechtscènes en dat is te zien. Gewapend met stilettohakken, waterslangen of gewoon de blote vuist dunt ze een flink leger vijandelijke agenten uit en die scènes zijn de aankoop van een entreekaartje meer dan waard. Het leidt in elk geval de aandacht af van heel wat tenenkrommende ergernis en irritante nevenpersonages. James McAvoy komt als ‘excentrieke topspion’ vooral over als een lompe karikatuur van een tweedehands autodealer en de gewoonlijk betrouwbare Eddie Marsan is een totale miscast als Stasi-kopstuk met een Duits accent dat in misluktheid slechts overtroefd wordt door Ralph Fiennes’ nazi in Schindler’s List.

Het is prijzenswaardig dat Charlize Theron een vrouwelijke actieheld wilde creëren als tegenwicht voor het mannelijk testosteron in de knokfilm, maar als haar Lorraine Broughton terug gaat komen in een sequel, dan graag met een veel beter scenario.
 

8 augustus 2017

 
MEER RECENSIES

Shutter Island

Shutter Island:
Duik in de vertroebelde psyche van de moderne man

door Ralph Evers

Martin Scorsese’s Shutter Island kijkt als een metafoor, met subtiele odes aan meesters die Scorsese voorgingen. Daarnaast is de film een belangrijke inspiratiebron voor latere films gebleken. Een duik in de vertroebelde psyche van de moderne man. Let op: dit stuk bevat spoilers!

Een centraal thema in Shutter Island is schizofrenie in de klassieke betekenis. Vanuit het Grieks betekent schizofrenie ‘gespleten geest’. Overigens is de term op dit moment aan veel kritiek onderhevig. Terecht. Schizofrenie is eerder een containerbegrip voor een aantal psychotische aandoeningen. In de volksmond wordt schizofrenie nogal eens verward met de multipele persoonlijkheidsstoornis, waarin mensen meerdere identiteiten hebben, vaak een gevolg van zeer ernstig (psycho)trauma.

Shutter Island

Schizofrenie kent twee fases: de positieve en de negatieve. De positieve fase spreekt het meest tot de verbeelding. Dat is de fase waarin men dingen ziet die er niet zijn, hallucinaties en / of wanen heeft. In de positieve fase is men niet in staat een betekenisvolle gestalt van de wereld te maken. Men vloeit voortdurend samen met alle indrukken die zich aandienen. Wie wel eens psychedelica heeft gebruikt heeft ervaren hoe het is wanneer alle stimuli ongefilterd binnen mogen komen. Wanneer dit fenomeen je overvalt, kom je op de buitenwereld verwarrend over en is het voor jezelf vooral angstig, omdat je geen idee meer hebt waar je aan toe bent. Ternauwernood ga je op zoek naar houvast.

Schokkende waarheid
U.S. Marshall Teddy (Edward) Daniels (Leonardo DiCaprio) heeft een bewogen, traumatische geschiedenis achter de rug. De (historisch getrouwe beelden van de) bevrijding van concentratiekamp Dachau en de schokkende waarheid die hij daar aantrof. Thuis wordt hij geconfronteerd met het verlies van vrouw en kinderen. Beiden heeft hij nooit goed kunnen verwerken. Te gruwelijk om onder ogen te komen schuift hij zijn eigen aandeel af op een ander, Andrew Leaddis.

Martin ScorseseHierin valt een link naar Stanley Kubricks The Shining te maken, met dat verschil dat hier niet de omgeving, maar de persoon zelf bezeten is. In het afwijzen van zijn eigen aandeel wordt de plot complexer. Er is niet ‘slechts’ sprake van een psychose, er treedt ook dissociatie op. Dit is subtiel verwerkt in de omkering in de film. Aanvankelijk lijkt Chuck Aule de collega van Teddy, waarbij hij later de vertrokken behandelaar van Teddy, Sheehan, blijkt te zijn.

De gelaagdheid van Teddy’s trauma’s kennen verschillende metaforen. Het eiland verwijst naar zijn onbereikbaarheid voor anderen. Zijn ergste daden komt hij tegen in Ward C, waar de zwaarste gevallen opgesloten zitten. In het mausoleum biecht hij op een moordenaar te zijn, de slachting van de SS’ers in Dachau was moord (“it wasn’t warfare, it was murder”). Daniels vervolgt: “I’ve had enough of killing”, hetgeen hij zegt tegen zijn collega Aule / Sheehan.

Shakespeare
Drie vrouwen spelen een richtinggevende of plotbepalende rol, vergelijkbaar met de drie heksen uit Macbeth. De eerste is de vrouw die we in het openingsshot haar vinger voor haar mond zien doen. Wees gewaarschuwd: doe er het zwijgen toe of kom je demonen tegen. De tweede is de flashback naar zijn vrouw, de engel die demonisch bleek en de derde is de ontmoeting met Rachel Solando in de grot, die hem zijn waarheid ontvouwt, hem overtuigt dat zij niet gestoord is, maar juist de psychiater.

Hier ontvouwt zich het thema van de omkering. Een dankbaar motief in de horror en thriller, verwijzend naar bijvoorbeeld het duivelse (vgl. diens omgekeerde kruis), het kwaad, of het zich roerende onbewuste. In de droomleer van de psychoanalytici wordt nogal eens opgemerkt dat droomtaal zich vaak bedient van het omgekeerde. De dood staat dan bijvoorbeeld voor een nieuw begin en heeft daarmee een heel andere lading dan in onze wakkere wereld.

De worsteling van Daniels is om in het reine te komen met zijn verleden. Daarvoor heeft hij zijn eigen aandeel, zijn eigen verschrikkingen onder ogen te zien. In de ontknoping van de film wordt dan ook de omkering teruggedraaid: Teddy Daniels is Andrew Leaddis.

Shutter Island

Omkering
Wederom een subtiele hint, ditmaal naar Hitchcock. In Psycho verwijst het huis naar de bekende theorie van Freud van het onbewuste. De kelder is het Id, waar onze driften leven. De begane grond, het ego, waar we ons masker van sociale wenselijkheid dragen. Op de bovenverdieping huist ons superego, ons geweten. We leren al gauw dat Norman Bates een gebrekkig geweten heeft.

Eenzelfde analogie valt te maken met de vuurtoren in Shutter Island. De zee eromheen is het onstuimige driftleven. In zijn klim omhoog, ontmoet de protagonist bovenin, waar het licht de schepen van onheil redt, zijn behandelaars. In een ‘helder licht’ ontwaakt het besef naar de eigenlijke Daniels. Hier wordt duidelijk dat zijn collega Chuck Aule zijn behandelaar Sheehan is.

Om dan bij mijn laatste omkering te komen: Shutter Island is een omkering: van Truths / Denial, of ‘Truth and Lies’. Daarbij valt voor shutters op te merken dat ze slechts een gefragmenteerde kijk op de wereld geeft. Bovenin de vuurtoren komt hij de afschuwelijke werkelijkheid rondom het verlies van vrouw en kinderen tegen. Eenmaal op begane grond, komt zijn sociaal wenselijke ego, die fantastische verhalen (‘lies’ en ‘denials’) bedenkt om zichzelf staande te houden weer opzetten. De naald, de vuurtoren, de psychiater en de onheilspellende soundtrack doen lobotomie vermoeden.

 

24 juli 2017

 
MEER MARTIN SCORSESE
 
 
MEER ESSAYS

Nocturama

**

recensie Nocturama

Leeg radicalisme

door Suzan Groothuis

Een groep jongeren uit alle lagen van de Franse bevolking plant een reeks bomaanslagen in Parijs. Om daarna weer samen te komen in een luxe warenhuis en zich over te geven aan consumptie, verveling en uiteindelijk angst. De film opent sterk, maar verzandt in een soort terroristische The Bling Ring.

Nocturama, van de hand van de Franse regisseur Bertrand Bonello (hij maakte eerder Saint Laurent, over het leven van Yves Saint Laurent in zijn hoogtijdagen) opent met een helikoptershot over Parijs. Om zich vervolgens in de donkere metro te begeven, waar we – in guerrilla-stijl geschoten – verschillende jongeren volgen met eindbestemming Esplanade de La Défense, de belangrijkste zakenwijk in Parijs. Wat de jongeren gemeen hebben met elkaar is nog onduidelijk, maar een dreigende spanning is voelbaar. Schichtig kijken ze om zich heen, terwijl de klok tikt en haast geboden is.

Nocturama

Parijs in vlammen
Uit alle lagen van de Franse bevolking komen ze, de jongeren waar het in Nocturama om draait. Van straatschoffies tot veelbelovend jong talent in pak. En allemaal hebben ze een doel: de één boekt een hotelkamer, de ander plaatst bommen in auto’s en een jonge student met een ambitieuze carrière in het vooruitzicht brengt een bezoekje aan het ministerie van Binnenlandse Zaken. Ze werken samen om de boel eens flink op te schudden. Parijs zal branden. En hoe.

Na alle zorgvuldig beraamde voorbereidingen verschuilen de jongeren zich in een luxe warenhuis. En die samenkomst, in die consumptierijke omgeving, is waar de film zijn afdaling tegemoet gaat.

Zonde, want het eerste uur is heerlijk om naar te kijken. Al vanaf het begin voel je een gejaagde, unheimische spanning. Af en toe schiet de tijd in beeld. Een indicatie dat er iets komen gaat, alleen weet je nog niet wat. En wanneer duidelijk is dat het gaat om een terroristische actie, is het nog de vraag wie er wel en niet betrokken zijn. “We gaan op in de massa” zegt één van hen. En dan blijkt het netwerk van jonge terroristen groter dan gedacht: van straatschorem tot beveiliger.

Lege provocatie
Nadat de bommen ontstoken zijn en Parijs in rep en roer is, focust de filmmaker zich op hun verschuiling in een modern warenhuis, waar dure merken schreeuwen. En hier ontaardt de film in een soort The Bling Ring: het comfort van luxe en de jacht op consumptie. In plaats van motieven van de daders uit te diepen, of in te gaan op hun achtergronden, zien we hoe de jongeren toegeven aan verveling en roekeloosheid. Van het checken van posts op Facebook tot het passen van dure kleding en het spelen van de nieuwste games. Zelfs een uitbundige vertolking in drag van Shirley Bassey’s ‘My Way’ komt voorbij.

Natuurlijk kan je het warenhuis zien als aanklacht tegen de consumptiemaatschappij; de jonge terroristen hebben het niet voor niets als schuilplaats gekozen. Maar alles gaat met zo’n overdaad, dat je als kijker alleen nog maar leegte en afstand voelt. Zijdelings komen onderwerpen als opoffering en het Paradijs voorbij. Meer aandacht is er voor het leegplunderen van de delicatessenafdeling, het vinden van het juiste setje kleding (“Wil je een trouwjurk? Neem maar”) en het keihard draaien van muziek uit de nieuwste Bose-speakers. Op Blondies ‘Call Me’ gaan de voetjes van de vloer, terwijl de gendarmerie zich klaarmaakt om het pand te bestormen.

Uiteindelijk wint de angst voor wat komen gaat – gepakt worden, of de dood – het van verveling en impulsen. Voor de kijker maakt dat al niet meer uit. Binding met de jonge hoofdrolspelers is er niet. Leegheid des te meer. Bonello mag dan inspelen op de actualiteit, zijn bomaanslagen voelen aan als een hol protest. Een provocatie waarvan je als kijker na afloop alleen maar kan denken: c’est fini.
 

17 juli 2017

 
MEER RECENSIES

Fury of a Patient Man, The

****

recensie The Fury of a Patient Man

On-Amerikaanse wraakfilm

door Cor Oliemeulen

Dat een film vier Goya’s wint, zegt misschien meer over de toestand van de hedendaagse Spaanse cinema dan over de inzending zelf. Voor The Fury of a Patient Man lijken die filmprijzen voor beste film, beste debuterende regisseur, beste bijrol en beste scenario zeker voorstelbaar.

Films met wraak als thema zijn meestal van Amerikaanse makelij. Bovendien lijken ze allemaal ontzettend op elkaar en zijn scenario’s en filmcrews bijna zonder uitzondering uitwisselbaar. Het meest storend is de couscous van grof geweld en ongeloofwaardig plot.

The Fury of a Patient Man

Hoe anders is The Fury of a Patient Man (Tarde para la ira). De debuutfilm van Raúl Arévalo is weliswaar een echte wraakfilm, maar binnen het genre een verademing vanwege de uiterst realistische vertelling en het ontbreken van een opgefokte orgie van geluid. De regisseur, die de rol van één van de twee rechercheurs in La Isla Minima speelde, heeft bij het schrijven van zijn scenario goed opgelet waarom die Spaanse thriller kon uitgroeien tot een groot internationaal succes.

Acht jaar later
Wraak smaakt extra zoet als je het geduld van Jose (Antonio de la Torre: Volver, La Isla Minima) kunt opbrengen. Net als Ryan Gosling in Drive is Jose het type stille wateren diepe gronden, maar waar de gewelddadige uitbarstingen van eerstgenoemde voortkomen uit een psychopathische geest, is er bij de wreker van The Fury of a Patient Man sprake van instrumentele agressie: hij reageert niet primair, maar handelt bewust. Jose’s aanpak krijgt een extra dimensie omdat hij het aanlegt met de vrouw van de man, die hem naar zijn toekomstige slachtoffers moet leiden.

De film begint met een mislukte juwelenroof. Drie overvallers weten nipt uit de handen van de politie te blijven, maar Curro (Luis Callejo: Kiki Love to Love), de chauffeur van de vluchtauto, wordt gepakt en verdwijnt voor acht jaar achter de tralies. Eindelijk weer thuis bij vrouw Ana (Ruth Diáz) en kind maakt hij kennis met Jose die ook met Ana’s broer goed kan opschieten. Dan blijkt langzaam waarom de welgestelde Jose rondhangt in deze arbeiderswijk van Madrid, waarom hij regelmatig een comateuze man in het ziekenhuis bezoekt en wat zijn wraakmotieven zijn.

The Fury of a Patient Man

Authentiek en realistisch
Regisseur Arévalo bleef bij het zoeken naar locaties dicht bij de plaatsen waar hij is opgegroeid. De buitenwijken van Madrid, de dorpjes en de motels langs de wegen van de autonome regio Castilië-La Mancha. Het zijn die lomige scènes die soms doen denken aan Hell or High Water: niet alleen de sfeer en couleur locale, maar ook de subtiele combinatie van thriller- en western-ingrediënten. The Fury of a Patient Man kent beduidend minder onderlinge psychologie en mist de humor, maar voelt even authentiek. Ondanks de weinige actie verslapt de aandacht nauwelijks een moment.

De opmaat naar de sporadische geweldsuitbarstingen (soms buiten beeld) wordt efficiënt ondersteund door korte opwellingen van de geluidsband. Soms lijkt het alsof Jose nog even twijfelt om de daad bij het voornemen te voegen, maar zowel de kijker als Curro, die onvrijwillig toeschouwer van de queeste is, leren vrij snel Jose’s vastbeslotenheid kennen. Onderwijl doet Ana een schokkende ontdekking, waardoor de finale een onverwachte twist krijgt.
 

3 juni 2017

 
MEER RECENSIES