In Fabric

****
recensie In Fabric

Duivelse jurk

door Suzan Groothuis

Een kledingstuk moordzuchtig? Het klinkt vergezocht, maar in Peter Stricklands In Fabric zien we hoe een rode, wulpse jurk slachtoffers maakt. De film overtuigt vooral qua sfeer, waarin beeld en soundtrack de kijker bedwelmen.

Horrorfilms kennen vele monsters, maar een kledingstuk dat moordt is vrij uniek. Net zoals de moordende autoband in Quentin Dupieux’ Rubber. In Peters Stricklands horrorkomedie In Fabric maakt een opvallende rode jurk de dienst uit. Verkocht in het luxe warenhuis Thames Valley Dentley & Soper, waar speciale prijzen de massa lokken en mysterieuze zwart gekapselde dames achter de toonbank staan. Miss Luckmoore (Fatma Mohamed) zwaait er de scepter en doet met haar uiterlijk nog het meest aan een kille vampier uit vroeger tijden denken.

In Fabric

Sheila (Marianne Jean-Baptiste, Oscar-genomineerd voor haar rol in Mike Leighs Secrets & Lies), zoekend naar een mooie outfit voor een date, laat haar oog vallen op de jurk. Er is er maar één van, laat ze zich door de autoritaire, deftig sprekende Miss Luckmoore vertellen. Hoewel maatje 36 wat smal lijkt voor Sheila, past ze er opvallend goed in. De jurk gaat mee, niet wetend dat ze daarmee het kwaad in huis haalt.

Thuis heeft de gescheiden Sheila het te stellen met haar zelfzuchtige zoon Vince en zijn masochistische vriendin Gwen. In die laatste herkennen we actrice Gwendoline Christie, die hitserie Game of Thrones opsierde als stoere vrouw Brienne of Tarth. Dat Sheila onderliggend eenzaam is en hunkert naar wat liefde en aandacht, merken de twee niet op. Sterker nog, ze eigenen zich het huis toe, alsof Sheila er niet is.

Dominant en bloeddorstig pronkstuk
Je raadt het al: de entree van de rode jurk doet alles veranderen. Eerst de lichamelijke sensatie, want na het dragen ervan heeft Sheila een vreemde uitslag op haar borst. Ook zijn er ‘s nachts vreemde geluiden te horen van iets dat tegen metaal schraapt. Een scène die doet denken aan BBC-serie Ghost Watch, waarin vreemde, spookachtige geluiden in de nachtelijke uren een heel huishouden domineren. De gebeurtenissen krijgen een steeds heftiger karakter, waarin de jurk als dominant pronkstuk overeind blijft. Kapotgebeten door een woeste hond? De volgende dag is de jurk weer back in business – schoon, bloedrood en dreigend.

Stricklands handelsmerk is, net als in zijn vorige films Berberian Sound Studio en The Duke of Burgundy, onmiskenbaar aanwezig: stilistisch verwijzend naar Italiaanse giallo, met de kleur rood prominent in beeld, een occulte en fetisjistische sfeer ademend. Ook zien we zijn acteurs terug: Fatma Mohamed en Sidse Babett Knudsen, eerder verwikkeld in een dominatrix-intrige in The Duke of Burgundy, staan nu in dienst van een duivelse rode jurk.

In Fabric

Hoewel de film naar het einde toe wat repetitief is – jurk gaat van drager naar drager en richt geweld en verwoesting aan – zijn er diepere lagen te ontdekken. Kritiek op de consumptiemaatschappij bijvoorbeeld, waarin uitverkoop in een duur warenhuis leidt tot waanzin onder kopers. En dan is er nog het perfecte maatje 36, waarin modellen zich hullen in  modieuze tijdschriften en ons iets zeggen over de geldende schoonheidsnorm. Ondertussen stelt Strickland ook op satirische wijze normen en waarden op de werkvloer aan de kaak. Personeelszakenmedewerkers Stash & Clive (komieken Julian Barratt en Steve Oram) onderwerpen Sheila aan een onmogelijk vragenvuur wat wel en niet kan tijdens werkuren. Zoals haar vermeende, veelvuldige toiletbezoeken vlak voor lunchtijd. Maar uiteindelijk willen ze het alleen over haar dromen hebben.

Spelen met genres
In Fabric ademt een eigen, vervreemdende sfeer, zoals Stricklands voorgangers dat ook deden. Zijn film is qua genre moeilijk te duiden en is wat kort door de bocht met de benaming horrorkomedie: er sluipen ook sociaal-realisme, ironie, fetisjisme en occulte magie doorheen. Het verhaal speelt in een tijdloos universum, maar refereert onmiskenbaar aan de stijl van de seventies, een tijd waarin luxe-consumptie voor de meeste Britten toegankelijk werd. Het warenhuis is als een exclusieve façade, dat het volk en masse lokt met uitverkoop. Maar achter de schone schijn wankelt het en heersen kwaadaardige intenties.

In de wondere wereld die In Fabric rijk is – zie het als een duister, surrealistisch sprookje – zijn het vooral beeld en soundtrack die imponeren. Cavern of Anti-Matter (met twee leden van Stereolab) verzorgt ditmaal de soundtrack, waarvan de spookachtige, melancholische sound perfect aansluit op de droomachtige, stilistische beelden. Een vreemde, maar bedwelmende kijkervaring, zoveel is zeker.

 

2 september 2019

 

Lees hier ons interview met regisseur Peter Strickland.

 

ALLE RECENSIES

Ik ben er even niet

****
recensie Ik ben er even niet

Waar komen die beelden vandaan?

door Ries Jacobs

De wolf kijkt Caro aan met zijn felgele ogen. Langzaam komt hij vanuit haar ooghoek op haar af. Bijna iedere dag weer bezoekt hij haar, soms meerdere keren per dag. De wolf is niet echt, maar tijdens haar aanvallen ervaart Caro hem als levensecht.

Als kind speelde documentairemaakster Maartje Nevejan tijdens een dagje aan het strand in de branding. Opeens kreeg ze een black-out. Het viel haar ouders op dat ze enkele seconden van de wereld leek te zijn. Haar vader nam haar mee naar het ziekenhuis, waar artsen de diagnose absence epilepsie stelden. Deze ziekte uit zich niet in de heftige aanvallen die andere vormen van epilepsie kenmerkt, een aanval (ook absence genoemd) duurt maar enkele seconden en uit zich naar buiten toe slechts door afwezigheid. Iemand is even weg van deze wereld en na hoogstens dertig seconden weer bij bewustzijn.

Ik ben er even niet

Neurowetenschappers nemen tijdens een aanval geen abnormale hersenactiviteit waar en concluderen daarom dat er dan niets is, maar dat zit Nevejan niet lekker. Volgens haar is er wel degelijk iets. Ze ziet beelden tijdens een aanval, en met haar vele medepatiënten. Haar zoon Abel heeft ook absence epilepsie. Hij ziet sterren en andere hemellichamen. Caro ziet een wolf. En de filmmaakster zelf tenslotte ziet telkens weer dezelfde beelden uit Pepper Police Woman, een Amerikaanse televisieserie uit de jaren 70.

Geen charlatans
Wat zien Nevejan en haar lotgenoten tijdens hun epileptische aanvallen? De wetenschap kan hierop geen antwoord geven. Daarom wendt de regisseuse zich tot kunstenaars, die zo goed mogelijk weergeven wat zij, Abel, Caro en anderen zien als ze er even niet zijn. Het mooie is dat ook de neurologen, begiftigd met de hen kenmerkende wetenschappelijke nieuwsgierigheid, het project met interesse volgen. Ze zien de kunstenaars niet als concurrenten of charlatans. De wetenschap kan steeds meer, maar niet de beelden van een absence zichtbaar maken.

Maar nadat de kunstenaars de ervaring zo zichtbaar mogelijk maken, speelt bij Nevejan nog steeds de vraag of wat ze ziet tijdens haar absences echt is. Pepper is er wel voor haar, maar niet voor de rest van de wereld. In het tweede deel van de film probeert ze die vraag zo goed mogelijk te beantwoorden.

Ik ben er even niet

Leonardo da Vinci
De spooky en soms bewust rommelige filmbeelden doen op momenten denken aan een videoclip. Ze overladen het publiek met emoties en vragen, altijd gesteld vanuit het perspectief van de mensen die absences ervaren. Wat zie ik? Hoe komt het dat ik dit zie? Is wat ik ervaar tijdens mijn absences echt? En als het echt is, waar komt het dan vandaan? En misschien wel de belangrijkste vraag: hoe geef ik mijn aanvallen een plaats in mijn leven? Verwacht hierop geen kant-en-klare antwoorden of nieuwe inzichten, maar wel een film die je meesleept in de ervaringswereld van iemand met absence epilepsie.

Leonardo da Vinci was kunstenaar, wetenschapper en filosoof. Hij en zijn tijdgenoten konden de drie disciplines niet los van elkaar zien. Later gingen kunst, wetenschap en filosofie ieder hun eigen weg. Nevejan brengt de drie weer samen in Ik ben er even niet. In haar zoektocht naar de kern van haar ziekte vlecht ze wetenschappelijke inzichten, filosofische vraagstukken en artistieke uitingen ineen. De film lang gaan epileptici, kunstenaars en wetenschappers de dialoog met elkaar aan. De documentaire is meer dan de som van deze drie delen.

 

19 juni 2019

 

ALLE RECENSIES

I Dream in Another Language

***
recensie I Dream in Another Language

Vastleggen van eeuwenoude uitstervende taal blijkt opgave

door Nanda Aris

Diep in het oerwoud van Mexico wordt Zikril gesproken; een taal die nog maar een paar personen kennen. Martin, een student linguïstiek, wil de taal graag vastleggen, zodat deze niet verloren gaat. Maar de twee mannen die deze taal nog spreken, hebben al jarenlang ruzie met elkaar en zijn niet van plan om deze zomaar bij te leggen. 

De gebroeders Ernesto (regisseur) en Carlos (schrijver) Contreras werkten eerder samen, onder andere voor de film Las Oscuras Primaveras (2014) en Párpados Azules (2007). In I Dream in Another Language (Sueño en otro idioma) staat het verhaal dichtbij de broers zelf. Hun grootmoeder werd geboren in het gebied Tehuantepe in het zuiden van Mexico, en sprak Zapoteco. Als kind hoorde Ernesto haar liever Spaans praten, maar toen ze overleed, vond hij het jammer dat hij de taal niet kende. Het Zikril is speciaal bedacht voor de film.

I Dream in Another Language

Taal
De spontane student linguïstiek Martin (Fernando Alvarez Rebeil) probeert bij aankomst in het afgelegen dorpje de enige twee mannen, Evaristo (Eligio Meléndez) en Isauro (José Manuel Poncelis) die het Zikril spreken, nader tot elkaar te brengen. De jarenlange ruzie van de ooit intens bevriende mannen heeft te maken met een voorval in hun jongere jaren.

Mooie beelden van strand, de weelderige groene bebossing, de schooltijd, kortom de onbezorgde jeugdjaren, volgen. Beide jongens waren verliefd op hetzelfde meisje, Maria (Nicolasa Ortíz Monasterio). Evaristo, de enige van de twee die naast het Zikril ook Spaans spreekt, trouwt haar en de mannen spreken elkaar nooit meer.

Teruggetrokken
Isauro trekt zich terug aan de rand van het dorp, buitengesloten door het Spaans dat hij niet spreekt. Evaristo woont na het overlijden van Maria als bittere en norse man samen met zijn mooie dochter Lluvia (Fátima Molina). Het is overduidelijk dat Martin en Lluvia een romance zullen starten. Nadat Evaristo Martin streng toespreekt en hem waarschuwt geen vinger naar zijn dochter uit te steken, treffen we de twee samen in bed aan. Daardoor voelt het alsof de romance niet heel veel toevoegt aan het verhaal.

I Dream in Another Language

Het verwezenlijken van deze film is een manier om de kijker bewust te maken van het feit dat talen uitsterven, en dat daarmee een unieke kijk op het leven verdwijnt. Het idee dat er een taal bestaat die niet alleen door mensen begrepen wordt, maar ook door andere bewoners van het oerwoud, is mooi. Maar daar had het magisch realisme beter op kunnen houden. Dat de Zikril-sprekers samenkomen in een grot na hun dood, maakt het geheel wat ongeloofwaardig.

I Dream in Another Language is een lieve film, die meer indruk had kunnen maken als het bovennatuurlijke geloofwaardiger was geweest, en de karakters, vooral van de jonge spelers, iets meer diepgang had gekregen. Maar de film is wel origineel en toont mooie beelden van Mexico, dus het bekijken waard.

 

15 januari 2019

 

ALLE RECENSIES

Imagine

***

recensie Imagine

De eerste vlog, ruim voor het social media-tijdperk

door Alfred Bos

Alleen op de Amerikaanse tv vertoonde film van en over John Lennon en Yoko Ono komt digitaal opgepoetst in de bioscoop. Eerherstel voor de lang verguisde Ono die inmiddels een gevierde kunstenares is.

In 1971 waren The Beatles officieel een jaar uit elkaar, informeel al langer. John Lennon woonde met echtgenote Yoko Ono op het landgoed Tittenhurst Park, vlakbij Ascot. De relaties met zijn ex-collega’s waren wisselend. Het contact met gitarist George Harrison was warm, hij speelde mee op Lennons tweede solo-album Imagine. Drummer Ringo Starr nam landhuis en bijbehorend park over toen de Lennons in het najaar van 1971 naar New York verkasten. Paul McCartney was de gebeten hond, het onderwerp van het snerende How Do You Sleep?

Imagine

Dat nummer staat ook op Imagine en het is de tegenpool van het wereldberoemd geworden titelnummer, dat na Lennons dood in 1980 uitgroeide tot het lijflied van Amnesty International. De reflectie over universele verdraagzaamheid was Lennons droom, zijn ultieme wens, aldus Yoko Ono in de documentaire Imagine uit 1988, over het wordingsproces van Lennons meest beroemde album. Dat beeldverslag heeft dezelfde titel – tikje verwarrend – als de film van en over de Lennons die in december 1972 op de Amerikaanse televisie werd vertoond. Onder supervisie van Yoko Ono is het werkstuk digitaal opgepoetst en verschijnt, aangevuld met bonusmateriaal, alsnog in de bioscoop.

Andy Warhol
In 1971 was George Harrison de meest succesvolle solo-Beatle en Ringo Starr stond in de coulissen klaar om het stokje van hem over te nemen (met dank aan Harrison, die Starrs eerste hit, It Don’t Come Easy, schreef). Paul McCartney daarentegen hing in de touwen, uitgekotst door pers en publiek—en John Lennon. Die maakte optimaal gebruik van zijn faam en reputatie, geïnspireerd – en sommigen zeggen geregisseerd – door Yoko Ono. Want hoe de Imagine-film uit te leggen of te duiden? Amerikaanse critici noemden het de duurste homevideo ooit en al is dat een tikje vals, er zit wat in.

We zien de Lennons op het landgoed, wandelend hand in hand, elkaars lippen beroeren. We zien ze in de straten van Londen een demonstratie leiden. We zien ze in Central Park voor verbaasde omstanders een drollig dansje doen. Kortom, we zien héél veel John & Yoko die héél erg verliefd zijn. En de buitenwereld? Dat zijn de kennissen en beroemde gasten tijdens een besloten borrel op het landgoed. Kijk, daar staat Andy Warhol een paar fotomodellen te filmen. Of dat zijn Hollywood-coryfeeën als Jack Palance en Fred Astaire die opdraven in een dadaïstische beeldsonate voor kamer, deur en diva’s.

Fluxus
Voor Yoko Ono eind 1966 John Lennon ontmoette in Londen, maakte ze in New York deel uit van de avant-gardistische kunstbeweging Fluxus en haar hand is terug te zien in de absurdistische en dadaïstische beelden die in de film de nummers van Lennons album begeleiden. Potje schaak met exclusief witte stukken op een bord met uitsluitend witte vlakken? Een onder een zwarte doek (anno nu denken we boerka) verscholen personage dat door de straten van Londen doolt? Schokkerig walsje in een verlaten steeg? Het had Hans Richter kunnen zijn die een idee van Marcel Duchamps op celluloid vangt.

De film heeft eigenlijk de verkeerde titel, hij zou Imagine/Fly moeten heten. Het album Imagine duurt een kleine veertig minuten en de film ruim een uur; de extra tijd wordt gevuld met muziek van Ono. Lennons songs alterneren met nummers van Fly, Yoko Ono’s dubbelalbum uit 1971 dat indertijd werd gekraakt (in het beste geval genegeerd) maar tegenwoordig als baanbrekend wordt gehoord. Wie een ingeslapen kinderfeestje weer tot leven wil wekken, draait Mind Train; succes verzekerd, kleuters door het dolle heen. En de Duitse band Can heeft er ook naar geluisterd. Mind Train is in Imagine te horen onder de scène met Jack Palance en Dick Cavett.

Het beeld van Lennon is vertekend door de lens van de roem en Imagine is bovenal een film van Yoko Ono, met John Lennon als aanleiding en hun wederzijdse affectie tot onderwerp. Hij is overdadig en tenenkrommend, neigend naar narcisme. Maar hij is ook bruut in zijn openheid en het delen van wat nog niet zo lang geleden als privé werd beschouwd. In feite is Imagine de eerste vlog van het social media-tijdperk dat in 1972 nog niet bestond. Geheel in de geest van Andy Warhol dus en zijn tijd vooruit.
 

14 september 2018

 

Kijk hier waar en wanneer Imagine draait.

 

MEER RECENSIES

Inspirator, De

***

recensie De Inspirator

Is het gras bij de buren wel groener?

door Ries Jacobs

Een managementgoeroe, een ambitieuze zakenvrouw, een werkloze kunsthistoricus en een verveelde huisvrouw. Gooi deze personages in de blender en je hebt De Inspirator, een film over ontrouw aan anderen en aan jezelf. Geslaagd? Jawel, maar toch komen de karakters niet helemaal uit de verf. 

Gijs Schippers verdient zijn geld als inspirator. Hij spreekt zalen vol werknemers toe over verandermanagement. De goeroe staat op het punt om zijn vrouw Elske ‘in te ruilen’ voor de jonge carrièrevrouw Judith, maar wacht op het geschikte moment om het haar te vertellen. Dan overlijdt de broer van Elske plotseling en schuift Schippers het moment van de waarheid voor zich uit.

De Inspirator

Judith wacht ook op het geschikte moment om haar relatie met de werkloze kunsthistoricus Bas te verbreken, maar zit ondertussen tegen haar zin met haar vriend op een kamp voor verstandelijk beperkten. Losgerukt uit hun vertrouwde snelle leventje, vragen de verandermanager en zijn minnares zich af of ze hun relatie wel willen beëindigen en of ze wel echt hun eigen keuzes maken. Is het gras bij de buren wel groener?

Emile Ratelband
Hoofdrolspeler Hans Breetveld, bekend van onder andere de televisieserie Het oude noorden en de films Jan Rap en z’n maat en Lege maag, neemt ook het scenario en de regie op zich. Het lijkt erop dat Breetveld de tijd wil nemen om de karakters neer te zetten. Dit haalt de vaart enigszins uit de film, temeer omdat de karakters aanvankelijk niet goed uit de verf komen. De verandermanagementgoeroe lijkt met uitspraken als “je moet van beren op de weg knuffelberen maken” wel erg op Emile Ratelband en de verstandelijk beperkte vakantiegangers waar Judith en Bas voor zorgen, grossieren aanvankelijk in overacting.

Hierdoor zijn de karakters lange tijd eendimensionaal en de scènes soms voorspelbaar. Dat is jammer, want Breetveld heeft een prima cast weten te strikken voor zijn film. Mary-Lou van Steenis, ooit bekend als Ellen in de televisieserie Vrienden voor het leven, is als enige bij een groter publiek bekend. Maar ook de andere hoofdrolspelers zijn beslist niet van de straat. Allen hebben ze een afgeronde opleiding aan een toneelschool of kleinkunstacademie en een prachtig cv.

De Inspirator

Diesel
Pas halverwege de film, wanneer de personages hun ware gezicht laten zien, begint de film echt te leven. De karakters komen pas tot leven als vriendschappelijke en liefdesrelaties in een neerwaartse spiraal komen en uiteindelijk hun dieptepunt bereiken. Dit maakt het tweede deel van de film meeslepend en soms ook grappig. De Inspirator is als een diesel die langzaam op gang komt, maar uiteindelijk lekker rijdt.

De symboliek van een verandermanagementgoeroe die moeite heeft om de – al dan niet noodzakelijke – veranderingen in zijn eigen leven vorm te geven is natuurlijk een prachtige vondst van de filmmakers. Toch had Breetveld meer uit de film kunnen halen als hij zijn eigen karakter wat subtieler had neergezet. Hij zet zijn personage soms te dik aan, waardoor het bijna een parodie wordt. Als kritiek op het jachtige en oppervlakkige (zaken)leven komt de film dan ook niet helemaal tot zijn recht.
 

3 september 2018

 
MEER RECENSIES

Irma la Douce

Irma la Douce

Listige liefde

door Suzan Groothuis

In deze romantische komedie zien we hoe een prostituee en een agent de liefde vinden. Hoewel dat niet zonder slag of stoot gaat: hij strijdt tegen corruptie en wil dat ze stopt met haar werk. Maar de eigenzinnige Irma laat zich niet zomaar iets vertellen. Met Shirley MacLaine en Jack Lemmon, die opnieuw het witte doek delen na Billy Wilders The Apartment (1960).

Billy Wilder was verantwoordelijk voor zowel de regie als het script van Irma la Douce (1963), een romantische komedie waarin Jack Lemmon en Shirley MacLaine de hoofdrollen sieren. Zij speelt Irma, een eigenzinnige prostituee herkenbaar aan haar zwart-groene outfit, al rokend met haar hondje op de arm. Ze werkt in Rue Casanova, dat ook wel bekend staat als Parijs’ vulgaire hart. Zij is een poule, een prostituee die haar centjes afdraagt aan haar mec, zeg, in nette bewoordingen, haar manager.

Irma la Douce

In Irma’s woon- en werkgebied maakt corruptie de dienst uit. Genoeg werk dus voor een agent, zeker als dat de jonge Nestor Patou (Lemmon) betreft. Patou, strijdend voor de goede moraal, besluit het rigoureus aan te pakken. Alle prostituees worden uit hun werkplek gejaagd en in een politiebusje afgevoerd. Dat hij vlak daarvoor zijn oog heeft laten vallen op de kokette Irma, verraadt het verloop van de film: de twee worden verliefd, maar haar werk komt tussen hen in te staan.

Patou eist van Irma dat zij stopt met haar dubieuze day job. Maar Irma wil haar eigen boontjes doppen en laat zich niet overtuigen. Hardop vraagt ze zichzelf af waarom mannen haar steeds willen veranderen. Dat ze zich omgeeft met minder zuiver volk, neemt ze op de koop toe: “Who wants to be a stray dog? You got to belong to someone, even if he kicks you once in a while”.

Billy WilderBitterzoet en omstreden
Irma la Douce is Wilders bewerking van een Franse musical. Hij schrapte de songs en bewerkte het verhaal tot een bitterzoete mengeling van humor en romance. In Technicolor geschoten toont hij Parijs als een bont, ordinair spektakel. Hulde voor de art direction: er is veel aandacht voor de decors en kostuums. Sommige outfits van de prostituees matchen precies met de gevel waar ze voor staan. En dan is er Irma, immer in verleidelijk zwart-groen gehuld; zelfs haar hondje heeft een eigenwijs groen strikje op de kop. En de groene kousen die haar benen sieren, krijgen nog een functie later in het verhaal.

Voor zijn tijd kan je Irma la Douce een omstreden film noemen. Een over de verlokkingen des levens en het vraagstuk wat moreel wel en niet door de beugel kan. In de woorden van de voice over aan het begin: “A story of passion, bloodshed, desire, and death. Everything, in fact, that makes life worth living.” Het personage van Irma staat voor verleiding; niet voor niets is zij met haar nonchalante aantrekkingskracht de meest gewilde poule van haar straat. En wat zich allemaal in haar wijk afspeelt, wordt oogluikend toegestaan door de autoriteiten, die er zelf maar al te graag aan mee doen. Wanneer Patou alle prostituees en hun klanten oppakt, zit daar ook zijn eigen korpschef bij.

Ondanks dat Irma en Patou verschillend denken over haar beroep, en het ‘live and let live’-principe in Irma’s wijk, worden de twee verliefd. En bedenkt de twijfelende Patou een list om haar voor zich te winnen, zonder dat zij seks heeft met andere mannen.

Irma la Douce

Grote filmhit, maar niet Wilders beste
Irma la Douce was een grote hit toen hij uitkwam, films als The Great Escape en The Birds overtreffend. Inmiddels is het een van de minder bekende Wilder-films, overschaduwd door meesterwerken als Sunset Boulevard, Some Like It Hot en The Apartment. Toch is het een duidelijke Wilder, voorzien van cynisme en provocatie (neem de gedurfde onderwerpkeuze van betaalde seks!).

Hoewel vermakelijk, is het niet Wilders beste: de film kent behoorlijk wat slapstickmomenten. Neem de flauwe lampenscène in de bar waar Patou in gevecht raakt met een van de mecs. Of zijn ludieke, over the top personificatie van een Britse aristocraat.

Het verhaal is het sterkst in het begin, waar we kennismaken met de gewiekste Irma en hoe zij in het leven staat. Omstreden, eigenwijs, cynisch en tegelijkertijd teder en charmant. Het verhaal ontvouwt zich tot een lange (met een speelduur van bijna 2,5 uur) rollercoaster vol dwaze avonturen. Patou, de grenzen van zijn eigen moraal opzoekend, trekt onstuimig en onhandig alles uit de kast om Irma voor zich te winnen – en voor zichzelf te houden. En ook al gaat het credo ‘de aanhouder wint’ op, aan het einde word je als kijker eventjes verrast door een surreëel spelletje van Wilder. Maar dat is voor een ander verhaal, zoals een van de personages stijlvol afsluit.

 

3 augustus 2018

 

Deze film draait binnenkort o.a. in EYE Amsterdam. 

 

MEER BILLY WILDER

Isle of Dogs

***

recensie Isle of Dogs

Dystopische poppenkast

door Sjoerd van Wijk

Isle of Dogs is een dystopische poppenkast (met stemmen van een grote sterrencast) die het universum van schrijver/regisseur Wes Anderson uit weet te breiden.

In een nabije toekomst zit de fictieve Japanse metropolis Megasaki met een hondenprobleem. De dieren zijn geïnfecteerd met een ongeneeslijke ziekte, die semi-dictator Kobayashi doet besluiten hen te verbannen naar het nabijgelegen afvaleiland. De film volgt de avonturen van vier honden, die samen met een jongetje op zoek gaan naar de hond van de laatste. Een complicatie is dat het jongetje de geadopteerde zoon van Kobayashi (Koyu Rankin) is en de missende hond zijn voormalige wachthond. Terug in de grote stad komt langzaam maar zeker een opstand op gang, aangevoerd door een eigenzinnige uitwisselingsstudente (Greta Gerwig). 

Isle of Dogs

Bekend terrein
Deze tweede stop-motion film (na The Fantastic Mr. Fox) laat wederom zien hoezeer deze techniek past bij Wes Andersons droogkomische oog voor detail. Het is vanaf het eerste moment duidelijk wie de film heeft geregisseerd. De gebruikelijke gestileerde mise-en-scène en strak gevoerde camera creëren in combinatie met de stop-motion techniek een betoverende poppenkast. De permanente pokerfaces van de karakters en de verfijnde details in de decors werken droogkomisch dankzij de minutieus getimede camerabewegingen.

De creaties van klei versterken waar Wes Anderson goed in is: het creëren van een wereld die meandert tussen kinderlijke fantasie en volwassenen oprechtheid. Normaliter gaat deze spanning gepaard met een melancholische ondertoon, alsof iedereen zich realiseert dat de terugkeer naar de kindertijd onmogelijk is. Het is hier dat Isle of Dogs voor Wes Anderson onbekend terrein betreedt. 

Exotica
Naast de gebruikelijke stilistische kenmerken is het met name prijzenswaardig dat in Isle of Dogs een nieuwe dimensie in het universum van Wes Anderson wordt aangeboord. De melancholische ondertoon maakt pas op de plaats voor de bouw van een vervallen wereld met subtiele sociale kritiek. Het futuristische Japan komt op volledig eigenzinnige wijze net zo inlevend buitenaards over als klassieke anime’s zoals Ghost in the Shell.

Er wordt volop in het Japans zonder ondertiteling gesproken en vele van de zo bekende details zijn geschriften in kanji of Japanse symboliek. Het maakt de film tot een waar exotisch theaterspel waaruit respect voor het land blijkt. Dit zorgt ervoor dat de dystopie van de mens die haar trouwste metgezel aan de kant zet innemend vervreemdend overkomt. Zo wordt op ludieke wijze herinnerd aan de huidige milieuproblematiek, wat de film hoopvol maakt in plaats van te kapitaliseren op misère. 

Isle of Dogs

Verstijvende tijd
De cast is zoals altijd gevuld met (de gebruikelijke) sterren, van wie ditmaal Bryan Cranston als trotse zwerfhond de show steelt. Toch zit hier ook de zwakte van de film. De karakters voelen onderontwikkeld, waardoor de taferelen op een afstand blijven. Het is een gebruikelijk defect in de regiestijl van Wes Anderson, waar karakters al snel te stijve ornamenten in het decor dreigen te worden.

In Isle of Dogs lijkt er echter ook in het scenario te weinig aandacht te zijn geweest om meer dan rudimentaire motivaties aan alle personages te geven. Het zorgt er tevens voor dat het tempo van de film niet lijkt te stroken met de wendingen van het verhaal. De flashbacks die meer achtergrond horen te geven, halen de vaart uit het avontuur door de houterige wijze waarop ze het tempo opbreken. 

Uiteindelijk is Isle of Dogs daarom niet een volledig geslaagd experiment. Aan de ene kant excelleert Wes Anderson door zijn regiestijl te gebruiken om een volledig nieuwe waarlijk exotische wereld te bouwen. Aan de andere kant is het scenario onderontwikkeld en komen de gebruikelijke zwaktes van zijn karakters naar voren.
 

4 mei 2018

 
MEER RECENSIES

I, Tonya

****

recensie I, Tonya

Gevallen anti-ster

door Suzan Groothuis

Geïnspireerd op het waargebeurde verhaal rondom kunstschaatsster Tonya Harding, die in 1994 voor Olympisch goud wilde gaan. Het liep anders, in deze film pakkend verbeeld.

Regisseur Craig Gillespie kiest voor een raamvertelling waarin de personages terugblikken op de gebeurtenissen. Moeiteloos combineert hij verschillende stijlen en het werkt: I, Tonya is tragisch, komisch, confronterend en ontroerend. Het verhaal van een meisje dat zich omhoog knokt vanuit de onderklasse, maar haar Amerikaanse Droom blijft buiten bereik.

I, Tonya

Je zou I, Tonya een biografie kunnen noemen: het verhaal van een redneck meisje dat zich naar de top schaatst. De film heeft de opzet van een documentaire: in een interviewsetting blikken de personages terug op de gebeurtenissen. En vanaf het begin voel je het: er is iets heel erg mis gegaan.

Tonya (Margot Robbie als overtuigende white trash) zegt het zelf: “I mean, come on! What kind of friggin’ person bashes in their friend’s knee? Who would do that to a friend?” Hiermee doelend op het incident voorafgaand aan de Olympische Spelen in 1994, waarbij haar concurrente Nancy Kerrigan op brute wijze onder handen wordt genomen. We volgen Tonya van jongs af aan tot dat beruchte moment, dat een einde maakte aan haar veelbelovende carrière.

Vreemde eend in de bijt
Als jong meisje is ze al een vreemde eend in de bijt. Bijgestaan door haar nietsontziende moeder LaVona, die haar kind als driejarige peuter (“she’s a soft 4”) het ijs op stuurt. Terwijl LaVona onderhandelt met de trainster horen we Devil Woman van Cliff Richard. Er is geen betere duiding voor de harde en gevreesde LaVona, die haar kind tot het uiterste pusht om de top te bereiken.

Talent is er, zoveel is zeker. Maar Tonya wijkt af van haar leeftijdsgenoten. Haar schaatsoutfits worden door haar moeder in elkaar gezet. En wanneer ze in bont moet verschijnen, dan maar zelf konijnen villen. Tonya is er een van de onderlaag, die moet opboksen tegen meisjes uit de betere, rijkere milieus. Hoe goed ze ook schaatst, haar afkomst werkt tegen. Zelfs haar eigen moeder zegt het: “You skated like a graceless bull dyke!”

Iemand willen om te haten
Wanneer de liefde op haar pad komt, lijkt de wereld open te gaan voor Tonya. Maar haar Jeff (Sebastian Stan) blijkt al snel zijn handen niet thuis te kunnen houden. En er is altijd dat wakende, geharde oog van LaVona. Tonya’s white trash achtergrond vormt een groot contrast tegenover de sierlijkheid en kitscherigheid van het kunstschaatsen. Wil ze de top bereiken, dan zal ze zich moeten aanpassen. Maar hoe doe je dat, als je gevangen zit in een relatie die bestaat uit een spiraal van geweld en een harteloze moeder?

Margot Robbie zet Tonya neer als vechter en slachtoffer. Er is genoeg op haar persoonlijkheid aan te merken: ze heeft een scherpe tong, schuift dingen op anderen af en is egoïstisch. Maar ze moet ook opboksen tegen een enorme muur om verder te komen. Tonya is niet degene aan wie Amerika zich wil ophalen. In haar eigen woorden: “America. They want someone to love, they want someone to hate.”

I, Tonya

Verrassende en pakkende mengeling van stijlen
De Australische regisseur Craig Gillespie kennen we van Lars and the Real Girl, waarin Ryan Gosling verliefd wordt op een opblaaspop. Een verrassende, onconventionele mengeling van humor, drama en romance. In I, Tonya versmelt Gillespie ook verschillende genres. Tragikomedie, drama, het nodige huiselijke geweld en zelfs criminele uitstapjes die aan de Coens Fargo doen denken wisselen elkaar moeiteloos af.

De film zit vol scherpe oneliners, waarvan LaVona (een briljante Allison Janney) de meeste op haar conto heeft staan. Als ze even niet mee doet in het verhaal, laat ze zich toch gelden: “Well, my story line is disappearing right now. What the fuck!” Het zorgt voor een onverwacht, hilarisch moment, waarop scriptschrijver Steven Rogers wel meer patent heeft. En hoe onwaarschijnlijk de opmerkelijke gebeurtenissen ook zijn, I, Tonya blijft altijd in evenwicht.

Het is vooral Robbie die indruk maakt als Harding. Haar kracht ligt ‘m in de topsporter menselijk maken. De blijdschap en euforie stralen van haar gezicht wanneer het haar lukt om een drievoudige axel te schaatsen. Harding was de tweede vrouw die deze haast onmogelijke sprong uitvoerde. En wanneer ze zich beseft dat haar kansen voorbij zijn, is de pijn van haar gezicht af te lezen. Pijn die meer omvat dan een schaatscarrière: het leed van een outsider zijn. Van niet geliefd zijn. Van gedoemd zijn tot die eeuwige onderlaag van de Amerikaanse samenleving.
 

18 februari 2018

 
MEER RECENSIES

Insult, The

****

recensie The Insult

Geschiedenis zonder winnaars

door Tim Bouwhuis

Ogenschijnlijk kleine woorden krijgen in The Insult massieve betekenis. Wat begint als een burenruzie mondt uit in een geladen rechtszaak, waarbinnen de tragische geschiedenis van het Israëlisch-Palestijnse conflict een hoofdrol opeist. Het levert nu al één van de meest aangrijpende en doorleefde drama’s van het filmjaar op.

De Libanese christen Tony (Adel Karam) bewoont met zijn vrouw Shirine (Rita Hayek) een bescheiden appartement in de straten van Beiroet. Een onrechtmatig geplaatste waterafvoer op Tony’s balkon leidt tot een felle woordenwisseling met Yasser (Kamel El Basha), een Palestijnse bouwopzichter. Tony voelt zich beledigd door Yasser, en eist dat de man zich persoonlijk verontschuldigt. In de ontmoeting die volgt wordt de kiem voor het echte conflict gelegd. Eén zin (‘Ariel Sharon had jullie allemaal moeten uitroeien’) leidt tot een fysieke aanval, een drama in Tony’s gezin en de politiek gespannen rechtszaak die in de tweede helft van de film centraal staat.

The Insult

Meer dan een burenruzie
Voor een intense filmervaring is achtergrondkennis niet per definitie vereist – de getekende gelaatsuitdrukkingen van de excellerende hoofdrolspelers doen het halve werk, terwijl de even drukkende als verstillende score subtiel op het gevoel inspeelt.

Toch vraagt een volledig eerlijke beoordeling van deze film om een goede situering van de context. Alleen tegen de achtergrond van het Israëlisch-Palestijnse conflict kan en kon een burenruzie van deze aard zodanig uit de hand lopen.

Nooit thuis kunnen zijn
Tijdens en na de staatswording van Israël (1948) vluchtten talloze Palestijnen naar Libanon. Een tweede golf van vluchtelingen verliet het land toen Israëlische troepen tijdens en na de Zesdaagse Oorlog (1967) de Westelijke Jordaanoever bezetten en grote vluchtelingenkampen ontruimden.  Zoals in The Insult duidelijk wordt, bekleden deze Palestijnen binnen de Libanese samenleving een grote minderheidspositie.

De bedrijfsondernemer die Yasser aannam legt tijdens de rechtszaak uit dat het een risico was om hem een baan te geven; vreemdelingen in een vreemd land worden stelselmatig met angst en wantrouwen bekeken. Als christen kan Tony al op gespannen voet met Yasser staan voordat hij hem ook maar één keer heeft ontmoet. De twee delen een donkere geschiedenis die over de gehele breedte slachtoffers kent.

Als Tony zegt dat Ariel Sharon naar zijn mening alle Palestijnen had mogen uitroeien, raakt hij een gevoelige snaar die zich eigenlijk nauwelijks in woorden laat uitdrukken. Ariel Sharon, in de vroege jaren tachtig de Israëlische minister van Defensie, leidde in die periode een gewelddadige opmars op het Zuid-Libanese platteland. Talloze burgers lieten het leven in de door Sharon gecoördineerde pogingen om een aantal bolwerken van de PLO (Palestine Liberation Organization) te vernietigen. De naam van de Israëlische bevelhebber is ook onlosmakelijk verbonden met de bloedbaden in een tweetal Palestijnse vluchtelingenkampen (1982).

The Insult

De bladzijde om willen slaan
Voor Yasser bevindt het verleden zich ergens tussen pijn en herinnering, maar ook voor Tony is de oorlog nooit gestopt. Hij komt terug in vluchtige flashbacks, gebeurtenissen en gedachten in de vorm van littekens. Eén uitspraak van tijdens de rechtszaak blijft maar nagalmen: niemand heeft het alleenrecht op pijn en lijden.

Regisseur Ziad Doueiri (The Attack) maakt via dit impliciete statement zijn enige én juiste grote keuze. Het perspectief van de kijker op Tony en Yasser is min of meer gelijk, en dat is een absolute voorwaarde voor het integere en authentieke karakter dat het scenario nu meedraagt. Op een aantal specifieke momenten is de toon van de film hoopvoller dan de realiteit toelaat, maar is film dan niet het medium bij uitstek waarin zo’n stellingname geaccepteerd of zelfs gewenst mag worden?
 

12 februari 2018

 
MEER RECENSIES

Inconvenient Truth 2, An

****

recensie An Inconvenient Truth 2

Het klimaat verandert, en Al Gore vertelt ons wederom hoe

door Nanda Aris

Ruim tien jaar na het uitkomen van An Inconvenient Truth is Al Gore terug met het vervolg op zijn film over klimaatverandering. 

An Inconvenient Truth zorgde in 2006 voor veel opschudding. Vele mensen werden geraakt en geïnspireerd door de film, en in 2007 won hij een Oscar voor beste documentaire. Ook in 2007 won Al Gore de Nobelprijs voor de vrede, waarvan huidig president Trump vindt dat deze hem afgepakt zou moeten worden. De twee politici staan lijnrecht tegenover elkaar wat betreft klimaatbeleid. Een tegenslag noemt Al Gore het naar het einde van de film, de verkiezing van Trump als president. 

An Inconvenient Truth 2

Kritiek
De documentaire begint met de kritiek op An Inconvenient Truth: veel informatie zou overdreven zijn. Maar gaandeweg de film, en zeker ook na orkanen als Irma en Harvey die dit jaar veel verwoest hebben, weten we dat veel van wat er voorspeld werd niet overdreven is, maar werkelijkheid gebleken.

Na de kritiek zien we beelden van smeltend en instortend ijs, prachtig en immens, maar ook treurig omdat veel ervan in het water verdwijnt. Al Gore focust in het begin op de effecten van de opwarming van de aarde. Hij geeft presentaties, bezoekt ondergelopen Miami, we zien filmpjes van andere overstroomde gebieden, maar ook van extreme droogte in Syrië, die ervoor zorgde dat vele mensen op de vlucht sloegen, nog voor het grote geweld daar.

Druk
Na de focus op het effect zien we vooral veel wat er gedaan wordt om die klimaatverandering tegen te gaan. Bewustwording lijkt een belangrijke missie van Al Gore, vooral ook door zijn klimaatcursussen, om meer mensen de kennis mee te geven en uit te kunnen dragen om verandering mogelijk te maken.

We zien Al Gore veelal druk, van meeting naar presentatie naar bijeenkomst. Af en toe lijken de beelden van Al Gore en consorten aan de telefoon/met een telefoon ietwat overbodig, we begrijpen ook zonder deze beelden heel goed dat het een druk man is. Toch krijgen we het idee dat er geen betere man is om klimaatverandering onder de aandacht te brengen.

An Inconvenient Truth 2

Bevlogen
Tijdens de presidentsverkiezing in 2000 werd Al Gore ook wel saai, stijf en ongeïnspireerd genoemd, maar daar is weinig meer van over. We zien hem, inmiddels 69 jaar, strijdend, zijn stem verheffend, geïnspireerd en geëmotioneerd vertellend over de opwarming van de aarde, en hoe wij als mensen daar een rol op uitoefenen, zowel negatief als positief.

Tijdens de conferentie in 2015 in Parijs ondertekenden vele landen een overeenkomst om de opwarming van de aarde tegen te gaan. We zien Al Gore achter de schermen hard lobbyen om ervoor te zorgen dat India gaat inzetten op andere vormen van energie, zoals zonne-energie. We voelen het enthousiasme waarmee de ondertekening van het Parijs’ akkoord gesloten wordt.

Hoop
Tijdens een toespraak horen we Al Gore zeggen dat Martin Luther King de vraag kreeg ‘hoe lang nog?’ (wat betreft gelijke burgerrechten), en op de vraag hoe lang nog voordat er een verandering komt in het behandelen van het klimaat, antwoordt Gore: ‘Not long! It is wrong to polute this earth… And it is right to give hope to the future generation!’

De film eindigt met het adresseren aan de kijker, hem in beweging te krijgen, te kijken naar de invloed die hij zelf kan uitoefenen op het terugdringen van klimaatverandering.
 

22 november 2017

 
MEER RECENSIES