Hannah

***

recensie Hannah

Stilzwijgende afstandelijkheid

door Suzan Groothuis

In Hannah is de camera constant gefocust op de gelijknamige hoofdpersoon: we zien heel veel Charlotte Rampling. En Rampling spreekt met haar blik, haar beroemde grijsgroene, katachtige ogen. Een blik die diep gaat, maar erachter komen wat er speelt doen we niet.

73 is ze, Charlotte Rampling (Swimming Pool, 45 Years). En nog steeds een veelgevraagde actrice. Bang om ouder te worden is ze niet, in de documentaire The Look noemt zij het ouder worden voor een artiest “enriching”. Bewust is ze dan ook in het uitkiezen van haar rollen.

Hannah

In Hannah draait het om de gelijknamige hoofdpersoon. Een vrouw op leeftijd, een zekere waardigheid uitstralend. Ze maakt de maaltijd klaar voor haar en haar man. Zwijgend zitten ze tegenover elkaar. Hun laatste avondmaal samen, blijkt later.

Want haar echtgenoot moet de gevangenis in. Stilzwijgend vergezelt Hannah hem, om afscheid te nemen van het leven dat ze hadden. Ze moet alleen verder, de bezoekjes aan haar man daargelaten. De camera volgt Hannah in haar dagelijkse structuur, die niet anders is dan dat het was. Althans, zo pretendeert zij. Hannah spreekt zich niet uit, alsof er nooit iets gebeurd is. De ramen van het huis waar ze schoonmaakt poetst ze nog net zo nauwkeurig als voorheen. Thuis bereidt ze haar maaltijden en ontfermt zich over haar hond. Alleen in de acteerlessen die ze volgt laat ze heel voorzichtig zien wat zich in haar schuilhoudt.

De grens van realiteit en ontkenning
Het leven van Hannah wordt in zorgvuldige composities geregistreerd. We zien haar onlosmakelijk verbonden met haar omgeving: thuis, werk, de metro, de acteerschool. In zichzelf gekeerd, de dialoog niet opzoekend. Maar dat ze worstelt is duidelijk: haar blik laat pijn en eenzaamheid zien, verborgen door trots en ontkenning.

Naarmate de film vordert komen we weinig te weten over de aanleiding van de arrestatie van haar man. De Italiaanse regisseur Andrea Pallaoro kiest bewust voor een schemergebied. De spanning zit ‘m niet in erachter komen wat er is gebeurd, maar wat er in Hannah’s hoofd gebeurt. Als kijker staan we in haar schoenen en zien we toe hoe een gevoel van machteloosheid haar overmeestert.

De kijker blijft in het ongewisse over Hannah’s aandeel in het gevangenschap van haar man. Wat weet ze en in hoeverre is ze medeplichtig? Zo is er een scène waarbij er aangebeld wordt bij haar thuis. Een vrouwenstem spreekt haar toe, naar het schijnt over het vermeende incident, en vraagt Hannah de deur te openen. Maar zij blijft als bevroren staan.

Terwijl Hannah in ontkenning is, zijn er gebeurtenissen die haar wankele leven nog meer uit evenwicht brengen. De bezoeken aan haar man, die een schim lijkt van wie hij was. Geen contact met hun zoon. En wanneer Hannah een verrassingsbezoek aan haar kleinkind wil brengen, wordt haar resoluut de toegang geweigerd.

Hannah

Stille wateren
Als kijker wil je het graag, in het hoofd van Hannah kruipen. Weten wat ze voelt, wat ze denkt, de dialoog met haar opzoeken. Maar Pallaoro laat ons in het luchtledige. We zien slechts flarden van Hannah’s ware emoties: zich kapot huilen als ze haar kleinzoon niet mag zien. Of haar bezoek aan een gestrande walvis aan de Belgische kust, een opzichtige metafoor voor haar eigen leven dat vastgelopen is.

We zien vooral leegte en afstandelijkheid. De beelden zorgvuldig rondom Hannah geconstrueerd, waarin ze niet teveel in donkere tinten kan opgaan: zoals het gebruik van opzichtig geel in de ballonnen die de tuin van haar kleinkind sieren. Er is nog kleur in het leven, lijkt de film te willen zeggen. Maar Hannah zit in een schemergebied, weifelend tussen er zijn en willen verdwijnen.

Toch beklijft Hannah’s tragedie niet. Hannah is uiteindelijk een afstandelijke, stilzwijgende registratie van een vrouw die vastloopt. Mooi neergezet door Rampling, dat wel, maar niet vernieuwend of bijzonder. Een soortgelijke rol had ze in François Ozon’s Sous le sable, waarin ze een weduwe speelt die niet met het verlies van haar man kan omgaan en in ontkenning is. Daar raakte en ontroerde er iets. Misschien is dat wel het grootste probleem van Hannah: de film pretendeert Ramplings blik te doorgronden, maar treedt slechts stille wateren tegemoet.
 

19 februari 2018

 
MEER RECENSIES

I, Tonya

****

recensie I, Tonya

Gevallen anti-ster

door Suzan Groothuis

Geïnspireerd op het waargebeurde verhaal rondom kunstschaatsster Tonya Harding, die in 1994 voor Olympisch goud wilde gaan. Het liep anders, in deze film pakkend verbeeld.

Regisseur Craig Gillespie kiest voor een raamvertelling waarin de personages terugblikken op de gebeurtenissen. Moeiteloos combineert hij verschillende stijlen en het werkt: I, Tonya is tragisch, komisch, confronterend en ontroerend. Het verhaal van een meisje dat zich omhoog knokt vanuit de onderklasse, maar haar Amerikaanse Droom blijft buiten bereik.

I, Tonya

Je zou I, Tonya een biografie kunnen noemen: het verhaal van een redneck meisje dat zich naar de top schaatst. De film heeft de opzet van een documentaire: in een interviewsetting blikken de personages terug op de gebeurtenissen. En vanaf het begin voel je het: er is iets heel erg mis gegaan.

Tonya (Margot Robbie als overtuigende white trash) zegt het zelf: “I mean, come on! What kind of friggin’ person bashes in their friend’s knee? Who would do that to a friend?” Hiermee doelend op het incident voorafgaand aan de Olympische Spelen in 1994, waarbij haar concurrente Nancy Kerrigan op brute wijze onder handen wordt genomen. We volgen Tonya van jongs af aan tot dat beruchte moment, dat een einde maakte aan haar veelbelovende carrière.

Vreemde eend in de bijt
Als jong meisje is ze al een vreemde eend in de bijt. Bijgestaan door haar nietsontziende moeder LaVona, die haar kind als driejarige peuter (“she’s a soft 4”) het ijs op stuurt. Terwijl LaVona onderhandelt met de trainster horen we Devil Woman van Cliff Richard. Er is geen betere duiding voor de harde en gevreesde LaVona, die haar kind tot het uiterste pusht om de top te bereiken.

Talent is er, zoveel is zeker. Maar Tonya wijkt af van haar leeftijdsgenoten. Haar schaatsoutfits worden door haar moeder in elkaar gezet. En wanneer ze in bont moet verschijnen, dan maar zelf konijnen villen. Tonya is er een van de onderlaag, die moet opboksen tegen meisjes uit de betere, rijkere milieus. Hoe goed ze ook schaatst, haar afkomst werkt tegen. Zelfs haar eigen moeder zegt het: “You skated like a graceless bull dyke!”

Iemand willen om te haten
Wanneer de liefde op haar pad komt, lijkt de wereld open te gaan voor Tonya. Maar haar Jeff (Sebastian Stan) blijkt al snel zijn handen niet thuis te kunnen houden. En er is altijd dat wakende, geharde oog van LaVona. Tonya’s white trash achtergrond vormt een groot contrast tegenover de sierlijkheid en kitscherigheid van het kunstschaatsen. Wil ze de top bereiken, dan zal ze zich moeten aanpassen. Maar hoe doe je dat, als je gevangen zit in een relatie die bestaat uit een spiraal van geweld en een harteloze moeder?

Margot Robbie zet Tonya neer als vechter en slachtoffer. Er is genoeg op haar persoonlijkheid aan te merken: ze heeft een scherpe tong, schuift dingen op anderen af en is egoïstisch. Maar ze moet ook opboksen tegen een enorme muur om verder te komen. Tonya is niet degene aan wie Amerika zich wil ophalen. In haar eigen woorden: “America. They want someone to love, they want someone to hate.”

I, Tonya

Verrassende en pakkende mengeling van stijlen
De Australische regisseur Craig Gillespie kennen we van Lars and the Real Girl, waarin Ryan Gosling verliefd wordt op een opblaaspop. Een verrassende, onconventionele mengeling van humor, drama en romance. In I, Tonya versmelt Gillespie ook verschillende genres. Tragikomedie, drama, het nodige huiselijke geweld en zelfs criminele uitstapjes die aan de Coens Fargo doen denken wisselen elkaar moeiteloos af.

De film zit vol scherpe oneliners, waarvan LaVona (een briljante Allison Janney) de meeste op haar conto heeft staan. Als ze even niet mee doet in het verhaal, laat ze zich toch gelden: “Well, my story line is disappearing right now. What the fuck!” Het zorgt voor een onverwacht, hilarisch moment, waarop scriptschrijver Steven Rogers wel meer patent heeft. En hoe onwaarschijnlijk de opmerkelijke gebeurtenissen ook zijn, I, Tonya blijft altijd in evenwicht.

Het is vooral Robbie die indruk maakt als Harding. Haar kracht ligt ‘m in de topsporter menselijk maken. De blijdschap en euforie stralen van haar gezicht wanneer het haar lukt om een drievoudige axel te schaatsen. Harding was de tweede vrouw die deze haast onmogelijke sprong uitvoerde. En wanneer ze zich beseft dat haar kansen voorbij zijn, is de pijn van haar gezicht af te lezen. Pijn die meer omvat dan een schaatscarrière: het leed van een outsider zijn. Van niet geliefd zijn. Van gedoemd zijn tot die eeuwige onderlaag van de Amerikaanse samenleving.
 

18 februari 2018

 
MEER RECENSIES

IFFR 2018 – Deel 6

IFFR 2018 Deel 6 (slot):
Opzij voor de kunsten!

door Suzan Groothuis

In dit laatste deel, want het International Film Festival Rotterdam 2018 is ten einde, aandacht voor films waarin muziek, film en kunst een rol spelen.

In Nico, 1988 volgen we zangeres Nico, ooit Warhol’s muze, in de laatste twee jaren van haar leven. In Nighttown een levendige ode aan de veelzijdige club in Rotterdam. In Saving Brinton draait het om de fantastische collectie zeldzame films van een innemende verhalenverteller. En tot slot in The End of Fear de moord op Who’s Afraid of Red, Yellow and Blue van Barnett Newman.

 

Nico, 1988

Nico, 1988 – Eerlijk portret van een 60’s icoon
Bij deze film stelde ik mezelf de vraag hoe Christa Päffgen, beter bekend als Nico van The Velvet Underground of als muze van Andy Warhol, geportretteerd zou worden. De van oorsprong Duitse was iemand om wie je niet heen kon. Een prachtige, indrukwekkende verschijning, waar in haar laatste jaren nauwelijks meer sprake van was dankzij een jarenlange, slopende drugsverslaving. En dan die stem: diep en doordringend. Haar karakter was er een van uitersten: introvert maar aanwezig, met een obsessie voor verval en destructie.

Susanna Nicchiarelli’s film opent dan ook met zowel dreigende als schone beelden: een jonge Christa kijkt, terwijl de hemel donker kleurt, naar fel licht in de verte. Brandend Berlijn, het einde van de Tweede Wereldoorlog. Een plaatje dat zij nooit meer vergeten zou.

Nico wordt in Nico, 1988 vertolkt door de Deense actrice Trine Dyrholm (In a Better Word, A Royal Affair). Ondanks dat zij qua uiterlijk niet lijkt op Nico, weet Dyrholm een indrukwekkend portret neer te zetten en met haar stem en karakteristieken dichtbij te komen. Dyrholm zingt alle nummers zelf en doet dat met verve. Met name een concert in voormalig Tsjechoslowakije laat de haren op de armen rijzen: kippenvel. We zien een uitzinnige Nico, die als een echte punkdiva het publiek mee krijgt en alles geeft wat ze in zich heeft.

Ook het persoonlijke portret van Nico in haar laatste twee jaren is geloofwaardig: Nicchiarrelli toont precies de grimmige persoonlijkheid die zij was. Introvert, maar bepalend aanwezig; egoïstisch, maar innemend; hard, maar kwetsbaar. Nico is niet sympathiek, maar het is onoverkomelijk dat je als kijker geen sympathie voor haar krijgt. Haar doorzettingsvermogen, ondanks de tegenslagen – een hardnekkige drugsverslaving, een muzikale carrière die maar moeilijk van de grond komt en een suïcidale zoon – is bewonderenswaardig.

Dit is geen portret van de Nico van The Velvet Underground. Dit is een eerlijke weergave van de vrouw van na The Velvets, die niet langer mooi gevonden wilde worden en zich richtte op haar levensdoel: “My life started after the experience with The Velvet Underground. I started making my own music.”

 

Nighttown

Nighttown – Terug naar de club die van iedereen was
Het IFFR zou IFFR niet zijn zonder aandacht voor de eigen stad. Een eerdere editie was er bijvoorbeeld een innemend portret over Lee Towers. Dit jaar was de documentaire Nighttown te zien, over de opkomst en ondergang van de veelzijdige, gelijknamige club aan de West-Kruiskade. Nighttown was de voortzetting van poppodium Arena en opende zijn deuren in 1988. Dat ging niet zonder slag of stoot, want het pand was nog midden in verbouwing. Terwijl de deuren over een uur opengingen waren de technici nog bezig.

Nighttown is een feest der herkenning voor wie het pand kent en bezocht heeft. We zien legendarische beelden van een optreden van Nirvana, dat voor een karig publiek van 66 man speelde. Een slecht optreden, want ze hadden er duidelijk geen zin in. Een paar maanden later braken ze door met Nevermind en schreef de band geschiedenis. Als je ieder op z’n woord mag geloven zou het legendarische concert 6600 bezoekers hebben gehad.

Ook Prince, Bootsy Collins, punkiconen Ramones en zelfs Johnny Cash (de duurste entree die Nighttown ooit vroeg!) traden er op. Maar Nighttown was meer dan een concertpodium. Dj’s Michel de Hey en Ronald Molendijk draaiden er, er waren housefeestjes, de jungle deed er z’n intrede en uiteindelijk ontstond er een mengeling van rock en dance, zoals de rave/ breakbeat van The Prodigy die bij een breder publiek aansloeg. Uiteindelijk was Nighttown van iedereen en dat maakte de club zo bijzonder.

Middels talking heads (eigenaren, dj’s, Tom Barman van dEUS) maakt de documentaire inzichtelijk wat Nighttown was en waar de club voor stond. Het lukt regisseur Marcel Haug om de poptempel, die in 2006 definitief de deuren moest sluiten, weer “leven” in te blazen. Dat er ook veel mis ging, wordt eerlijk en onverbloemd in beeld gebracht. Zo kwam de verbouwing nooit af en maakten de vele kleine bv’s en giften van particulieren de financiële administratie onoverzichtelijk. Uiteindelijk besloot de gemeente de stekker er uit te trekken. Gelukkig is er dan nog de film Nighttown, om weer eventjes te proeven van wat ooit was.

 

Saving Brinton

Saving Brinton – Weer kleur aan collectie
Van Rotterdam gaan we naar Iowa, waar we verzamelaar en verhalenverteller Michael Zahs ontmoeten. Hij neemt de kijker mee naar zijn huis en schuur met een bijzondere collectie films die hij jaren geleden van de stortplaats redde. Het blijkt om de bijzondere collectie te gaan van het echtpaar Brinton, dat het medium film begin twintigste eeuw naar Amerika bracht. De collectie bevat onder meer een zeldzame Pathé-catalogus uit Parijs, opnames van president Teddy Roosevelt en als hoogtepunt een verloren gewaande film van film magiër Georges Méliès.

Ruim 30 jaar deed Zahs er over om zijn collectie een plek te geven, maar niemand leek interesse te hebben in het erfgoed van de Brintons. Niet wetende dat er verborgen schatten tussen zaten. De Méliès (ingekleurd!) blijkt een unieke vondst en wordt door filmrestaurateur Serge Bromberg voor restauratie gebracht naar Bologna, waar de film een publieke vertoning krijgt. En de Brinton-collectie? Die doneert Zahs in 2014 aan de University of Iowa Libraries.

Saving Brinton is een bijzonder document over een man met oog voor unieke dingen, en zijn passie om zijn vondsten met anderen te delen. Bescheidenheid siert Zahs, die er niet voor terugdeinsde om zijn dromen waar te maken. Een innemende film en een must-see voor ieder met een cinefiel hart. De vertoningen van de stomme films uit de Brinton-collectie zijn prachtig en laten een waar stukje magie zien. Zo zien we Zahs gewapend met een oude projector (eveneens uit de Brinton-verzameling) om in een oud bioscooptheater zijn films met publiek te delen. Dezelfde plek waar de Brintons ooit hun baanbrekende films vertoonden. Terug naar vervlogen tijden, die Zahs in ere herstelt. Vooral als je je realiseert dat er zoveel stomme films verloren zijn gegaan.

Saving Brinton roept hetzelfde nostalgische gevoel op als het prachtige How To Build a Time Machine, dat vorig jaar op het IFFR vertoond werd.

 

The End of Fear

The End of Fear – Tweevoudige moord op omstreden doek
Ofwel: hoe het doek van Barnett Newman in het Stedelijk Museum in Amsterdam vermoord werd. Het gaat om Who’s Afraid of Red, Yellow and Blue, dat in 1986 door een bezoeker met een stanleymes aan flarden werd gesneden. Onmogelijk om te restaureren, maar de Amerikaanse restaurateur Goldreyer waagde zich eraan. Hij had eerder met Newman gewerkt en beweerde het doek in oorspronkelijke staat terug te kunnen brengen.

Barbara Visser maakte in 2012 C.K., waarin ze een reconstructie neerzet van Clemens K., hoofd financiën van een Amsterdams kunstenfonds, die er met ruim 15 miljoen vandoor ging. Haar documentaire ontvouwde zich als thriller, die de kijker in verwarring achterliet. Datzelfde gebeurt in The End of Fear. Visser laat niet alleen de moord op het doek zien, maar ook hoe het doek voor de tweede keer vermoord wordt. Goldreyer maakte namelijk zijn woorden niet waar en bleek met het doek te hebben geknoeid. Terug naar de oorsprong, ammehoela!

Tegelijkertijd met de reconstructie vraagt Visser een jonge kunstenares het schilderij van Newman te reproduceren. Zoveel mogelijk naar het evenbeeld van het oorspronkelijke doek. Als het dan eindelijk af is, na een paar maanden zwoegen, dringt ook hier de vraag zich op: in hoeverre kan je spreken van een origineel en van een kopie? Welke waarde heeft het?

Met haar film laat Visser de kijker nadenken over de duurzaamheid van kunst. Hoezeer kan je een kunstwerk, als het vernield is, weer tot leven roepen? Dit alles bezien vanuit het perspectief van de filmmaker, de kunsthistoricus, de museumdirecteur en de kunstenaar. Ook de dader komt aan het woord, die zo’n hekel had aan het omstreden doek (Who’s Afraid of Red, Yellow and Blue was geliefd en gehaat) dat hij het zo nog een keer zou vernielen.

Vissers documentaire heeft tempo, spanning, een kritisch oog en humor. In de zaal waar de Newman ooit hing, uiten deskundigen hun bewondering voor de kleur rood van een brandslang die aan de muur hangt. Dezelfde kobalt rood, menen zij, die het doek van Newman zo sprekend maakte. Een scène die toont hoe een alledaags voorwerp ineens de allure van een kunstwerk krijgt.
 

6 februari 2018

 
IFFR 2018 Deel 1
IFFR 2018 Deel 2
IFFR 2018 Deel 3
IFFR 2018 Deel 4
IFFR 2018 Deel 5
 
 

MEER FILMFESTIVALS

IFFR 2018 – Deel 4

IFFR 2018 Deel 4:
Meer identiteit en transformatie

door Suzan Groothuis

In dit vierde deel opnieuw aandacht voor films waarin identiteit een overkoepelend thema is. In het Zwitserse coming of age-horrordrama Blue My Mind ondergaat de hoofdpersoon een lichamelijke transformatie. In het Britse Pin Cushion zijn een tienermeisje en haar moeder op zoek naar acceptatie en vriendschap. En in het grimmige Der Hauptmann steelt een Duitse soldaat de identiteit van een nazi-officier.

 

Blue My Mind

Blue My Mind – Transformatie van een tienermeisje
Was er vorig jaar het Franse Raw, over een jonge studente die na het eten van konijnenniertjes ineens vreselijke trek krijgt in vlees en zich uiteindelijk laat verleiden tot kannibalisme, is er nu Blue My Mind van de Zwitserse filmmaker Lisa Brühlmann. Mia is een tienermeisje en net verhuisd. Ze moet haar plek nog vinden en besluit dat ze tot het “coole” groepje wil horen. De stoere meiden uit haar klas die roken in de pauze en jongens uitchecken. Gekleed in korte rokjes en weinig verhullende shirtjes, hun gezichten strak opgemaakt. Haar onbevreesde houding maakt dat Mia uiteindelijk door hen mee op stap wordt gevraagd.

Opvallend is de kille omgeving van de tieners. Welgestelde families, afstandelijk contact, een formulier voor school wordt zonder er naar te kijken ondertekend. Ook tussen Mia en haar ouders wringt er iets. Diep van binnen heeft Mia het gevoel dat haar ouders niet haar ouders zijn. Een vermoeden dat versterkt wordt wanneer Mia’s lichaam begint te veranderen.

De transformatie die Mia ondergaat gaat samen met het toegeven aan lust en verleiding. Samen met haar nieuwe vriendinnen gaat ze feestjes af en experimenteert ze met daten en seks. Ondertussen is het contact tussen Mia en haar ouders steeds grimmiger. En is er een onbedwingbare trek in de visjes uit het aquarium van haar moeder.

Brühlmann werkt toe naar een climax waarin Mia tot volle transformatie komt en levert met haar debuut een coming of age drama met summiere horror. Toch overtuigt Blue My Mind niet. Dat ligt niet aan hoofdpersoon Luna Wedler, die haar rol van Mia overtuigend neerzet. Waar het Blue My Mind aan ontbeert is verdieping en context. Wat maakt dat Mia zo’n moeilijk contact heeft met haar ouders, buiten het gevoel geadopteerd te zijn? Het is vooral een afstandelijk portret van een meisje dat zich afzet tegen alles en iedereen, en misschien wel het meest tegen zichzelf. Om te worden waarvoor ze voorbestemd is, maar wat niet als een verrassing komt.
Onder je huid kruipen doet Blue My Mind niet, in tegenstelling tot het Franse Raw dat in vergelijking prikkelender is en bovenal, meer oog heeft voor de persoonlijke worstelingen en onderlinge verhoudingen.

 

Pin Cushion

Pin Cushion – Duister sprookje over de zoektocht naar identiteit
Het Britse Pin Cushion stelt ook een tienermeisje centraal dat haar weg naar de volwassen wereld probeert te vinden. Evenals Mia in Blue My Mind is de roodharige Iona net verhuisd. Ze woont samen met haar moeder, haar vader is een naamloze afwezige. En haar moeder is er niet een waar een tienermeisje trots op is: gezet, gebocheld en met een grote, pluizige poezenmuts op het hoofd. De eerste scène toont al pijnlijk hoezeer moeder Lyn een outsider is: terwijl ze met haar dochter over straat loopt wordt ze uitgescholden door twee jochies. Het contact tussen haar en Iona is in eerste instantie warm en liefdevol, maar hun band komt onder druk te staan wanneer Iona vrienden wil zijn met de populaire meisjes uit haar klas.

Pin Cushion zit vol kleur en fantasie. Het huis van Lyn en Iona zou zo afkomstig kunnen zijn uit een sprookje, met een prominente rol voor de kleuren groen en roze. De vele porseleinen dierenbeeldjes sieren het huis, alsmede de kooi van hun parkiet die door Lyn liefdevol omgedoopt is tot zoon en broer. En er zijn meer visuele verrassingen, zoals de keuze voor kleding (check de poezenwantjes van Iona!).

Ondanks zijn licht komische toon is Pin Cushion een duister, hartverscheurend sprookje over identiteit. Zowel de kwetsbare Iona als haar moeder zijn op zoek naar vriendschap, maar bewandelen beiden het pad van tegenslag en teleurstelling. Een origineel, moedig en ontroerend debuut van Deborah Haywood, met mooie en innemende rollen van Lily Newmark als Iona en Joanna Scanlan als Lyn. Een film met verrassende, zij het donkere wendingen, maar met uiteindelijk een hoopvolle boodschap.

 

Der Hauptmann

Der Hauptmann – Sadistische laatste oorlogsdagen
Een film van een hele andere orde, maar tevens handelend over identiteit, is Der Hauptmann van Robert Schwentke. We gaan terug naar het Duitsland ten tijde van het einde van de Tweede Wereldoorlog. Deserteur Willi Herold (Max Hubacher) vindt in een verlaten voertuig het uniform van een nazi-officier. De vele onderscheidingen maken duidelijk dat dit een man van betekenis is geweest. Herold trekt het uniform aan en besluit zijn identiteit aan te nemen.

De film laat vervolgens zien hoezeer een mens kan veranderen in een bepaalde machtspositie. Zijn nieuwe identiteit als “Hauptmann” bevalt Herold wel en wanneer hij met wat verdwaalde soldaten die hij onder zijn hoede heeft genomen aankomt in een werkkamp, besluit hij rigoureuze maatregelen te nemen. De vluchtelingen in het kamp voor wie een krijgsraad ingesteld moest worden om hen te veroordelen, worden door Herold en zijn mannen persoonlijk onder handen  genomen. Een indringende scène toont hoe de gevangenen in een kuil door een luchtafweergeschut worden afgemaakt.

Der Hauptmann, in zwart-wit geschoten, is gebaseerd op het waargebeurde verhaal van Fallschirmjäger Willi Herold. Regisseur Robert Schwentke heeft zich goed gedocumenteerd en zich aan de feiten gehouden, want alles wat in zijn film te zien is, is waar (op het symbolische einde na). Hij weet een goed, confronterend beeld te geven van het Duitsland in de chaos van de laatste oorlogsdagen. Ook rekent hij af met de mythe van de Wehrmacht, die zich niet bezig zou houden met oorlogsmisdaden. Indringend, sadistisch en ongelofelijk, dit verhaal van een jonge soldaat die oog in oog kwam met het beest in zichzelf.
 

3 februari 2018

 
IFFR 2018 Deel 1
IFFR 2018 Deel 2
IFFR 2018 Deel 3
IFFR 2018 Deel 5
IFFR 2018 Deel 6
 
 

MEER FILMFESTIVALS

IFFR 2018 – Deel 2

IFFR 2018 Deel 2:
Transformatie en identiteit

door Suzan Groothuis

Dit jaar heeft het programma een opvallende selectie films met overlappende thematiek, namelijk die van transformatie en identiteit.

Transformatie van binnenuit, zoals het grimmige Beast waarin een jonge vrouw zoekt naar haar duistere kern. Of het film-noir sprookje The Shape of Water, waar we een ambigu wezen treffen en liefde geen grenzen kent, ondanks wat anderen denken of vinden. En de zichtbare verandering van een jonge advocate in Sultry, die vreemde schimmelplekken op haar lichaam krijgt tijdens een bloedhete zomer in Rio. Films over mensen die zich anders voelen, anders willen zijn of zichzelf zelfs overstijgen of opofferen.

 

The Shape of Water

The Shape of Water – In de ban van het monster
Een film over transformatie en identiteit kan je gerust over laten aan de Mexicaanse regisseur Guillermo del Toro. In Pan’s Labyrinth (2006) creëert een meisje haar eigen, duistere fantasierijke wereld in een donkere realiteit: het Spanje van 1944, na de machtsovername door Franco. In Crimson Peak (2015) ademt en bloedt een statig huis en houden de eigenaren er duistere geheimen op na. En in zijn nieuwste, The Shape of Water, zijn er verwijzingen naar horrorsprookje Creature from the Black Lagoon (1954).

Hoewel het in Del Toro’s gelaagde, rijke en visueel verbluffende film duizelt van de referenties: van de stomme film tot musical Mardi Gras en van geïllustreerde reclames tot art deco en art nouveau decors, zoals de prachtige inrichting van een oude bioscoop.

De film speelt tijdens de Koude Oorlog, maar ademt oudere, vervlogen tijden. De stomme Elisa (Sally Hawkins) leeft een geïsoleerd leven; haar tijd spendeert ze met haar beste vriend en buurman Giles (Richard Jenkins) en op haar werk als schoonmaakster in een onderzoeksinstituut van de overheid. Beiden lijken te leven in het verleden, met hun voorliefde voor oude films en muziek. Tapdansend zitten ze samen op de bank.

Maar dan is er een vondst, geheimgehouden in het instituut waar Elisa werkt: een wezen dat gevonden is in de wateren van Zuid-Amerika en dat voor wetenschappelijke doeleinden interessant is als wapen tegen de Russen. Elisa, net zoveel buitenstaander als het wezen, raakt geïntrigeerd en er ontstaat een band.

The Shape of Water laat Del Toro op zijn best zien: een donker, magisch sprookje, waarin monsters, buitenstaanders, spionnen en nietsontziende liefde een rol hebben. Maar het is vooral een ode aan de cinema, wat een wonderlijke visuele kijkervaring levert. En Hawkins en Jenkins zijn prachtig als hun integere menselijke zelf, met een voet in het verleden en een vooruitstrevende blik op het heden.

 

Beast

Beast – Rauwe dierlijkheid
Ook het Britse Beast gaat over identiteit en transformatie. Het is het debuut van regisseur Michael Pierce en een dat indruk achterlaat. Beast speelt op het afgelegen eiland Jersey, waar de jonge Moll is opgegroeid en haar volwassenheid tegemoet treedt. Onder streng, toeziend oog van haar welgestelde familie, want Moll heeft in het verleden een misstap begaan. Een verleden dat kleur krijgt dankzij de komst van vreemdeling Pascal. Moll voelt zich als een wild dier tot hem aangetrokken. Het is zijn geur die haar verleidt, wild en ongeremd. Haar familie ziet hun liefde argwanend toe en waarschuwt Moll. Ze kan beter bij deze jongen uit de buurt blijven. Temeer omdat er op het eiland lichamen van jonge meisjes zijn gevonden en Pascal door de autoriteiten verdacht wordt van moord.

Beast speelt met het vraagstuk van identiteit: wat doe je, als je merkt dat er duisternis in je zit? De achtergrond van de ongereptheid van de natuur draagt bij aan Molls zoektocht naar haar dierlijke zelf. Zo zijn er beelden van Moll en Pascal jagend op konijnen, en van Moll die zich begraaft in aarde. De film is in vloeiende beelden geschoten, dan weer dicht op de huid en in slow motion, dan weer met wide shots van het landschap en Molls burgerlijke thuis.

Van begin af aan sleept Beast je mee in Molls honger naar beestachtigheid. Acteurs Johnny Flynn en Jessie Buckley overtuigen in hun spel van duister duo, hun eigen pad kiezend tegen de verwachtingen van anderen in. Dit zorgt soms voor hilarische momenten, zoals tijdens een etentje van Molls familie waar zij afrekent met hun geldende normen en waarden.

Beast behoudt een spanningsvolle discrepantie tussen goed en kwaad en onschuld en zonde en doet met zijn thematiek wat denken aan films als Alléluia (2014) en Hounds of Love (2016). Sterk en donker debuut.

 

Sultry

Sultry – De verzieking van Rio
En dan over naar Rio de Janeiro in Brazilië ten tijde van de voorbereidingen op de Olympische Spelen in 2016. Jonge advocate Ana komt op voor de belangen van bewoners van sloppenwijk Vila Autódromo, maar moet ook vechten voor het behoud van haar eigen appartementencomplex. Moedeloos zien zij en inwoners van Rio toe dat steeds meer gebouwen moeten wijken voor stadions, hotels en appartementen voor de Spelen.

Ondertussen is het de heetste zomer ooit en beginnen de spanning en onrust hun tol te eisen. Ana ontdekt een vreemde uitslag op haar lichaam die zich geleidelijk aan, met het dichterbij komen van de Spelen, uitbreidt. Een bezoek aan de huisarts lost weinig op. Van sociaal-realistisch drama, dat met de strijd tegen projectontwikkelaars en corruptie doet denken aan landgenoot Aquarius (2016), verandert Sultry in magisch-realisme met body horrorrandjes.

De film overtuigt het meest in de eerste helft, waarin zinderende hitte, strijdlust en toenemende wanhoop samengaan. Het symbolische einde voelt wat vergezocht en overbodig aan, want het statement van filmmaakster Marina Meliande is duidelijk: morele grenzen vervagen wanneer de geldmachine draait. Haar solo-speelfilmdebuut slaagt er wel in de verzieking van de stad vast te leggen, het meest overtuigend in schrijnende beelden van inwoners die hun thuis moeten achterlaten. Stadsvernieuwing is niet voor iedereen en de aarde is niet onuitputtelijk. Een plaatje dat tot nadenken stemt.

 

1 februari 2018

 
IFFR 2018 Deel 1
IFFR 2018 Deel 3
IFFR 2018 Deel 4
IFFR 2018 Deel 5
IFFR 2018 Deel 6
 
 

MEER FILMFESTIVALS

IFFR 2018 – Preview 1

Preview IFFR 2018 deel 1
Cinefiel hart gaat sneller kloppen

door Suzan Groothuis

Nog even en het IFFR 2018 gaat van start! Vaste locaties Pathé, Cinerama, Kino en LantarenVenster staan vanaf donderdag 25 januari in het teken van cinema uit alle streken van de wereld. De eerste blik op het programma, dat deze week bekend werd gemaakt, stelt niet teleur. InDeBioscoop is er weer bij en licht een tipje van de sluier op met tien films waarvan het cinefiele hart sneller gaat kloppen.

I, Tonya
Als je snel bent kan je al een kaartje scoren voor deze voorpremière over het leven van kunstschaatsster Tonya Harding. Opgegroeid in een arm milieu, schopte deze redneck het tot olympisch niveau. Met sterke rollen van de veelzijdige Margot Robbie als Tonya en Allison Janney als haar harde moeder. Grappig, donker, tragisch en zelfs meedogenloos, wanneer het de kant van de gangsterfilm op gaat. Een tragikomedie met Fargo-randjes, want deze film laat zien hoe vreselijk mis het kan gaan als je de top kost wat kost wilt bereiken. Craig Gillespie weet dit waargebeurde verhaal vermakelijk en confronterend in beeld te brengen. En Allison Janney sleept voor haar onvergetelijke rol als white trash moeder vast een Oscar in de wacht. Wedden?

Nico, 1988

Nico, 1988
Het was te verwachten, een film over 60’s icoon Nico. Susanna Nicchiarelli toont Warhols muze in de laatste twee jaar van haar leven. Anders dan de documentaire Nico Icon, die zich richt op Nico’s biografie en een onverbloemd en vaak pijnlijk portret laat zien. De uitdaging is aan de Deense actrice Trine Dyrholm (A Royal Affair, Heaven) om Nico, met haar diepe stem en dat karakteristieke Duitse accent, gestalte te geven. In die laatste jaren was er maar weinig over van het Duitse supermodel dat ze ooit was: een grauw uiterlijk, nagejaagd door persoonlijke demonen en kampend met een drugsverslaving. Ondoorgrondelijk maar boeiend, met een invloedrijke muzikale nalatenschap. Nico verdient het witte doek en de film maakt daarom nieuwsgierig: laat Nicchiarelli Nico zien zoals ze was?

La nuit a dévoré le monde
Jawel, Franse zombie! Maar dan wel met een origineel uitgangspunt: wat doe je als je na een feestje wakker wordt in een chic appartement en erachter komt dat iedereen getransformeerd is tot zombie? En binnenblijven de enige optie is? La nuit a dévoré le monde laat zien hoe eenzaamheid en stilte de echte ware vijand worden. Cast Away in Parijs, belooft het IFFR.

Hannah
Op 71-jarige leeftijd nog steeds actief en bekend van “The Look”, die typische, mysterieuze blik in haar grijsgroene ogen. Charlotte Rampling is terug en zal ook op het IFFR aanwezig zijn voor de uitgebreide Opening IFFR Talks. In Hannah speelt ze een vrouw wier leven in slow motion instort, nadat haar echtgenoot de gevangenis in moet. De film beweegt zich op de grens van realiteit en ontkenning. Want wat er echt gebeurd is, zit achter die blik, die in deze film misschien wel dieper is dan ooit.

The Shape of Water
De nieuwste Guillermo del Toro (Crimson Peak, Pan’s Labyrinth) belooft een waar visueel spektakel te zijn. Een overrompelende ode aan films en genres van weleer. Zo zijn er verwijzingen naar monsterklassieker Creature from the Black Lagoon, de zwijgende film en magisch-realistische romance. Ok, de film speelt in de jaren 60, maar de hoofdpersonen voelen zich achterhaald. Terwijl ze eigenlijk hun tijd ver vooruit zijn. Een film-noir sprookje van de bovenste plank.

Madame Hyde

Madame Hyde
Ook een verwijzing naar een klassieker van weleer, namelijk Dr. Jekyll and Mr. Hyde. Een verlegen natuurkundelerares kan na door bliksem getroffen te zijn ineens haar rebelse leerlingen aan en weet zelfs te inspireren! Met Isabelle Huppert in een losse, spitsvondige rol en haar tweede samenwerking met regisseur Serge Bozon (Tip Top).

Laisser bronzer les cadavres
De Frans-Belgische filmmakers van het hypergestileerde Amer zijn terug! Wederom met een genremix waarin de erotiek er van afspat en het geweld niet geschuwd wordt. Net als de vorige twee films belooft het een visueel spektakel, met de nadruk op de vorm. Kijk je ogen uit dus, in dit paradijs dat verandert in een slagveld. Droom, nachtmerrie of visioen, in de wereld van Hélène Cattet en Bruno Forzani is alles mogelijk.

The Day After
Het IFFR zonder een film van de Koreaanse regisseur Hong Sangsoo (Oki’s Movie en Right Now, Wrong Then) is ondenkbaar. Zijn oeuvre is vergelijkbaar met het werk van Eric Rohmer, met worstelende artistiekelingen verwikkeld in romantische vertwijfeling. Met een scherp oog voor de zwakheden van de mens die altijd herkenbaar zijn.

Phantom Thread
Dit zou wel eens Daniel Day-Lewis’ zwanenzwang kunnen zijn. De acteur heeft namelijk aangekondigd afscheid te nemen van zijn acteercarrière. Eerder triomferend in There Will Be Blood en nu dus in Paul Thomas Andersons laatste, Phantom Thread, waarbij de regisseur zich liet inspireren door Hitchcocks Rebecca. De film verhaalt over een driehoeksrelatie, met Day-Lewis in een rol vol boosaardige charme. De romantische score is van Radiohead’s Johnny Greenwood en als je echt verrast wil worden, dan pak je de voorstelling op vrijdag 2 februari. Het Rotterdams Philharmonisch Orkest zal in de Grote Zaal van De Doelen bij de Nederlandse première van de film, de gecomponeerde muziek live uitvoeren.

Don’t Forget Me
Ook een liefdesverhaal, maar dan van een hele andere orde, is het Israëlische Don’t Forget Me. Over twee mensen die elkaar vinden, maar teveel in hun eigen hoofd zitten. De een zit in een kliniek vanwege haar eetstoornis, de ander is overtuigd dat hij met een populaire band naar Berlijn mag om op te treden. Terwijl hun liefde voor elkaar groeit, blijkt de werkelijkheid net ietsjes anders te liggen. Dit zou wel eens zo’n IFFR-juweeltje kunnen zijn.
 

21 januari 2018

 

Preview IFFR 2018 Deel 2
Preview IFFR 2018 Deel 3

 

 
MEER FILMFESTIVAL

Top 5 2017

Deel 5: Suzan Groothuis
Top 5 en miskleun van 2017

On Body and Soul

Acht recensenten van InDeBioscoop bespreken hun vijf favoriete films die dit jaar in Nederland in première gingen. Traditioneel kiest iedereen ook de Miskleun van het Jaar én een film die een bioscooprelease had verdiend. Tot en met Oudjaarsdag lees je hier elke dag een persoonlijke terugblik op het filmjaar 2017.

Suzan Groothuis door Suzan Groothuis

Het einde van 2017 is in zicht. Tijd om de balans op te maken: welke films zijn het meest blijven hangen?

 

MOONLIGHT

De aftrap begon voor mij goed met het International Film Festival Rotterdam, waar Moonlight er met de publieksprijs vandoor ging.  Terecht, want deze kroniek over een jonge homoseksuele Afro-Amerikaan die opgroeit in een ruig Miami is prachtig. Zijn liefde voor mannen ver weggestopt, want zoiets is not done in een machocultuur. Drie acteurs vertolken één personage en doen dat met verve. Vooral het laatste deel, waarin de hoofdpersoon van klein en kwetsbaar getransformeerd is tot stoere drugsdealer, overrompelt. Ingehouden emoties die tot leven komen, uiterst subtiel en beheerst in beeld gebracht. Mijn top 5 start dus met Moonlight. Omdat het medium film zo divers is, geen beste film van 2017 voor mij, maar wel de vijf meest in het oog springende.

 

GOOD TIME

De VS scoort goed in mijn lijst. Good Time op plek vier, hoewel ik die nominatie het liefst had gedeeld met het flitsende en ritmische Baby Driver. Maar het is goed om de broertjes Safdie, die eerder indruk maakten met het rauwe, uitzichtloze Heaven Knows What, in de spotlights te zetten. Verwacht geen lange, trage shots (zoals in veel Europese cinema het geval is) die de uitzichtloosheid verbeelden: de Safdies hebben een kleurrijke, pakkende stijl. Denk aan een trefzekere montage en naturel, in-your-face acteren. De agressie aangewakkerd door stuwende techno. Good Time is zinderende, rauwe actie met een uitstekende Robert Pattinson als ongelikte crimineel, die tot het uiterste gaat om zijn mentaal beperkte broer uit een beruchte gevangenis te krijgen.

 

DUNKIRK

Vervolgens over tot oorlogsgeweld in Dunkirk. De nieuwste Nolan overrompelt in beeld en geluid. We zien een uur (de lucht, met Tom Hardy als Spitfire-piloot), een dag (de zee) en een week (het strand) vergeefse oorlog: omsingeld door Duitsers moeten Britse soldaten uit het Noord-Franse Duinkerke geëvacueerd worden. Nolan houdt bijna twee uur lang de spanning van begin tot eind vast, mede dankzij het  sublieme camerawerk van Hoyte van Hoytema (eerder verantwoordelijk voor Let The Right One In). Beeld en geluid (een constante, dreigende, zoemende en pulserende soundtrack) versterken elkaar dusdanig dat je als kijker niet anders kan dan je overgeven aan het witte doek.

 

GET OUT

Een film die verrast met een origineel, donker scenario is Get Out van Jordan Peele. Peele, komiek van beroep, zet een unheimische, ongemakkelijke sfeer neer waarbij je constant op je hoede bent. Spanning, ongemak en scherpe humor gaan samen in deze mysterieuze horror. Er zijn overlappingen met het bizarre Society (1989), waarin een welgesteld gezin een ogenschijnlijk perfect leventje leidt. Maar onder de oppervlakte broeit er van alles. Middels een knap script, met een aantal onvoorziene twists, toont Peele wat er onder die oppervlakte broeit. Een werkelijkheid die niet fraai is.

 

ON BODY AND SOUL!

Ook in het Hongaarse On Body and Soul is er sprake van een vervreemdende werkelijkheid, zij het niet zo verontrustend als in Get Out. Regisseur Ildikó Enyedi laat in deze film over droomgeliefden surreëel romantisch drama en de werkelijkheid die niet vlekkeloos is mooi met elkaar versmelten. On Body and Soul overtuigt met kristalhelder geschoten beelden en een origineel scenario met de nodige droogkomische humor en wat verrassende wendingen. Einde dit jaar uitgekomen en zeker het bezien waard!

 

mother!

 

Miskleun van 2017:

MOTHER!

Over geen film is dit jaar zoveel geschreven en gezegd als het uitzinnige mother! van Darren Aronofsky (The Wrestler, Black Swan). Je vindt ‘m goed of je vindt ‘m ondraaglijk, een middenweg is er niet. De eerste helft, laverend tussen thriller en horror, is nog best te behappen (zeker dankzij Michelle Pfeiffer die als ongewenste gast het bloed onder de nagels van Jennifer Lawrence vandaan haalt). Maar dan vliegt het alle kanten op en mondt de film uit in een bizar, hysterisch scheppingsverhaal. Overdonderend, vermoeiend, chaotisch, vergezocht en over de top. Een uitputtingsslag.

 

Gemist in de bioscoop:

HOW TO BUILD A TIME MACHINE

How To Build A Time Machine, een documentaire van Jay Cheel over tijdreizen. De regisseur volgt animator Rob Niosi en fysicus Ronald Mallet. Beiden zijn geobsedeerd door de vierde dimensie. Zo is Niosi al jaren bezig met de bouw van een perfecte replica van de tijdmachine uit The Time Machine (1960) van George Pal. How To Build a Time Machine laat de kijker in rustig tempo kennismaken met de vierde dimensie, waarbij cinema, wetenschap en persoonlijke ervaringen mooi in elkaar overvloeien. Een prachtige film waarin je als kijker helemaal kan opgaan en je je met Niosi’s machine even terug laat voeren naar Victoriaanse tijden

 
27 december 2017
 
 
Deel 1: Cor Oliemeulen
Deel 2: Nanda Aris
Deel 3: Bob van der Sterre
Deel 4: Yordan Coban
Deel 5: Suzan Groothuis
Deel 6: Tim Bouwhuis
Deel 7: Ralph Evers
Deel 8: Alfred Bos

On Body and Soul

****

recensie On Body and Soul

Droomgeliefden in het slachthuis

door Suzan Groothuis

In dit onconventionele Hongaarse drama gaat het over de ontluikende liefde tussen twee mensen. Een film met surreële trekjes, zich afspelend op een bijzondere set: een slachthuis. Een originele en warme film, waarin alles perfect gedoseerd is.

On Body and Soul opent met een prachtig gefilmd winters landschap. Twee herten struinen er rond en zoeken voorzichtig toenadering tot elkaar.

On Body and Soul

Vervolgens springt de film over naar een grauw, kil uitziend slachthuis. Endre werkt er als financieel directeur. Terwijl hij met zijn collega aan een even kleurloze maaltijd zit, valt hun oog op nieuwkomer Mária. Stil en onopvallend beweegt ze zich door de kantine. Een ijskoude tante, vertelt Endres collega. Desondanks besluit Endre toch contact te zoeken, maar hij komt van een koude kermis thuis. De eerste kennismaking is geen succes.

Mária’s baan lijkt haar op het lijf geschreven: kwaliteitscontroleur. Met argwaan wordt ze door haar collega’s aanschouwd. Met nauwkeurige precisie voert ze haar werkzaamheden uit, zich strikt houdend aan de richtlijnen. Ze zoekt geen contact en luncht alleen in stilte. Een vrouw die zichtbaar problemen heeft met sociale interactie.

Delen van dromen
En dan komen Endre en Mária er per toeval achter dat ze dezelfde droom delen. De droom van de openingsscène, met de herten in het vreedzame natuurschoon. Allebei afzonderlijke, terughoudende types, tasten ze elkaar af en zoeken ze middels hun dromen toenadering.

On Body and Soul begeeft zich op het draagvlak van drama en komedie en doet in zijn stijl wat denken aan films van Aki Kaurismäki of Jim Jarmusch. Humor is subtiel aanwezig , zoals de droge, ongemakkelijke conversaties tussen Endre en Mária. Hun gesprekken speelt zij thuis na met lego, ieder gesproken woord herhalend, zo precies als de harde schijf van een computer. En net zoals Mária gesprekken inzichtelijk moet maken voor zichzelf, heeft zij ook voorbeelden van anderen nodig: bijvoorbeeld de hilarische scène waarin de oude schoonmaakster van het slachthuis haar tips geeft hoe zij zich aan een man kan binden: “People underestimate the power of movement, honey.”

Ontluikende liefde
Zowel Endre als Mária dragen bagage met zich mee: hij een kreupele hand en teleurgesteld in de liefde, zij sociaal op zichzelf geworpen en onervaren met liefdesrelaties. Het onwaarschijnlijke gegeven dat zij dezelfde dromen hebben, wekt voorzichtig een ontluikende liefde op. Voorzichtig – want de natuurlijke angsten en remmingen om zich bloot te stellen aan elkaar zijn groot. Ook groot is het contrast tussen de droomintermezzo’s van de herten in een sereen winterlandschap tegenover de brute praktijken in het slachthuis. Romantisch en poëtisch versus kil en bloederig.

On Body and Soul

De droomverbeelding staat voor Endre en Mária wellicht symbool voor een nobel leven in vrijheid, dat in hun dagelijkse werk met de slachting van koeien zo teniet wordt gedaan. De slacht van een koe krijgen we overigens onomwonden op het scherm te zien – beelden die de maag even doen omdraaien.

Hartverwarmende en originele terugkeer
Regisseur Ildikó Enyedi verrast met een hartverwarmende terugkeer op het witte doek, want haar laatste film Simon, The Magician dateert al van 1999. In On Body and Soul laat zij surreëel romantisch drama en de werkelijkheid die niet vlekkeloos is mooi met elkaar versmelten. Haar film overtuigt met kristalhelder geschoten beelden, een origineel scenario met wat verrassende wendingen en een ingetogen soundtrack, waaronder het prachtige What He Wrote van Laura Marling, dat een dramatische scène perfect ondersteunt.

Bovendien is er een goede chemie tussen de twee hoofdpersonen, sterk neergezet door acteurs Géza Morcsányi en Alexandra Borbély (European Film Award beste actrice 2017). Beiden introvert, kwetsbaar en eigenaardig, verlangend naar dat wat in hun dromen zo expliciet aanwezig is: liefde en begeerte.
 

11 december 2017

 
MEER RECENSIES

Thelma

***

recensie Thelma

Duistere verleiding

door Suzan Groothuis

Het leven verandert voor de jonge studente Thelma. Los van haar religieuze ouders, rijp voor de verlokkingen des levens. Een coming of age-drama met horrorrandjes, waar kinetische krachten samengaan met verliefd worden.

In Thelma volgen we de gelijknamige hoofdpersoon. De openingsscène verraadt al dat zij geen gewoon meisje is. We zien beelden van een jonge Thelma die met haar vader gaat jagen. Er gaat een bepaalde kracht uit van het meisje. Wat precies, weet de kijker dan nog niet, maar het feit dat haar vader plots zijn geweer op haar richt doet het ergste vermoeden.

Vervolgens een sprong in de tijd: Thelma (Eili Harboe) als jonge studente. Weg uit het ouderlijk huis, teruggeworpen op zichzelf. In rustig tempo, met een onderhuids broeierige spanning, volgt de camera haar. Thelma lijkt een net, rustig meisje. Eenzaam ook. Totdat ze medestudente Anja ontmoet en er innerlijk vuur brandt.

Thelma

Het spel van verleiding
De verlokkingen des levens nodigen Thelma uit. De mooie Anja, uitgaan, drank, roken. Verlokkingen waarvoor ze altijd gewaarschuwd is. Thelma komt namelijk uit een streng religieus gezin, waar genoemde zaken uit den boze zijn. En zo ontstaat er tweestrijd: toegeven aan de verleidingen of luisteren naar de stem van haar vader.

Met de verleidingen komen ook Thelma’s aanvallen. Epilepsie lijkt het. Trillen, zweten, vallen. Niet eenmaal, maar meerdere keren, pijnlijk realistisch in beeld gebracht. Het komt tot een onderzoek, maar Thelma wil niet dat de arts haar ouders inlicht.

En zo werkt de Noorse regisseur Joachim Trier geleidelijk naar een coming of age-drama met duistere randjes. Want Thelma lijdt niet aan epilepsie, maar vecht tegen kinetische krachten. Een beetje zoals in het Duitse Requiem. Hierin heeft een jonge vrouw aanvallen die overeenkomsten met epilepsie en duivelse bezetenheid hebben.

Wanneer duidelijk is wat er speelt, verandert de sfeer en verkent Thelma haar krachten op gevaarlijk niveau. Met als hoogtepunt een scène waar zij en Anja een balletvoorstelling bijwonen. Terwijl de seksuele spanning tussen hen stijgt, moet Thelma haar best doen haar krachten te bedwingen. Een gigantisch decorstuk begint te trillen en te schuiven. Toegeven aan verleiding staat gelijk aan destructie; het gevecht van Thelma om zichzelf onder controle te houden is sensueel, krachtig en spanningsvol in beeld gebracht.

Superieure worsteling
Je verlangt naar meer van deze momenten, maar Thelma houdt die intense mix tussen spanning en erotiek en afstand en nabijheid niet vast. Terwijl Thelma de uitdaging van de verleiding aangaat, zoomt Trier in op haar verleden en vallen de puzzelstukjes op hun plaats. Een familietragedie waarin Thelma een bepalende rol had. En religie een middel is tot vergeving en bezinning. Maar hoe bepalend Gods wetten ook zijn,  innerlijke krachten zijn sterker. Thelma voelt het en weet het. Ik ben beter dan anderen, fluistert ze haar vader toe.

In vergelijking tot Triers eerdere films (Oslo, August 31st, Reprise en Louder Than Bombs) duikt Thelma minder de diepte in. Triers films kenmerken zich door worstelende hoofdpersonen. Adolescenten die kampen met twijfel, met verlies. En zingeving zoeken in literatuur, kunst en muziek. Ook in Thelma is er sprake van worsteling (religie versus vrijheid, kuisheid versus verleiding), maar er worden minder levensvragen gesteld. Misschien wel, omdat Thelma zich diep van binnen superieur voelt ten opzichte van de mensen om zich heen.

Thelma

Opzichtige en overbodige symboliek
Symboliek speelt een opzichtige rol in de film – zoals de slang die we meerdere malen in beeld zien, verwijzend naar de rol van verleiding in de bijbel. Want verleiding is voelbaar als we kijken naar de twee jonge vrouwen die zich aangetrokken voelen tot elkaar. Evenals de dreiging die ontstaat als Thelma toegeeft aan haar verlangens. De slang is een overbodige illustratie van onheil dat komen gaat.

En zo is er wel meer overbodig in deze kruisbestuiving van Brian de Palma’s Carrie, vampierfilm Let The Right One In en de ontluikende liefde tussen twee tienermeisjes in Show Me Love. Het spelen met het begrip tijd aan de hand van verwarrende flashforwards en flashbacks, het toewerken naar een dramatische climax en bovenal, het grote gebaar.

Thelma overtuigt in zijn kille, ontluisterende eerste helft, maar wil daarna te graag imponeren. De filosofische levensvragen, die in Triers eerdere films zo prominent aanwezig waren en dwongen tot nadenken, blijven in Thelma achterwege. De film heeft pretenties, maar is uiteindelijk vlak en voorspelbaar. En doet niet wat de beelden te opzichtig willen: onder de huid kruipen.
 

5 december 2017

 
MEER RECENSIES

Killing of a Sacred Deer, The

****

recensie The Killing of a Sacred Deer

De ontleding van een perfect gezin

door Suzan Groothuis

Oei, een nieuwe Yorgos Lanthimos. De Griekse regisseur, bekend van The Lobster, Alps en Dogtooth, heeft de gave met de eerste helft van zijn films te overrompelen (briljant! absurd! origineel!) maar met de tweede helft te verzanden. Zijn nieuwste, A Killing of a Sacred Deer, is zijn meest evenwichtige. Een film met een broeierige spanning, maar ook met het nodige absurdisme. Waarin de hoofdpersoon voor een onmogelijke keuze gesteld wordt.

Lanthimos brak door met Dogtooth, een claustrofobische, absurdistische film over drie jongvolwassenen die het ouderlijk huis niet mogen verlaten. Daarna kwam Alps, waarin er business zit in het verpersoonlijken van overledenen om de nabestaanden door hun rouwproces heen te helpen. En daarna het in 2015 verschenen The Lobster, waarin mensen in een dystopische toekomst een partner moeten vinden. Als dit niet lukt in 45 dagen, veranderen ze in dieren en worden ze verbannen naar de bossen.

The Killing of a Sacred Deer

Dogtooth staat nog steeds op het lijstje films om te gaan zien. Alps en The Lobster beschikken over een geweldige eerste helft, waarin de regisseur uitblinkt in een origineel script, met een mengeling van droge humor, absurdisme en de nodige gruwelijkheid en controverses. Helaas verzanden die films in hun tweede helft. Te vreemd, te rommelig. Een half meesterwerk. Nu is er The Killing of a Sacred Deer, die de vraag oproept of de regisseur ditmaal een evenwichtige film levert.

Evenwichtig met het kenmerkende absurdisme
Het antwoord is ja. The Killing of a Sacred Deer is Lanthimos’ meest evenwichtige film tot dusver, met nog een vleugje absurdisme dat zo kenmerkend is in zijn vorige films. Er is een broeierige spanning van begin tot eind. En een gevoel, dat er iets niet klopt en er iets vreselijk uit de hand gaat lopen.

We volgen het gezin Murphy. Steven (Colin Farrell, eerder ook in The Lobster te zien) oogt als een stille, hardwerkende chirurg. Een moeilijk te doorgronden man. Een discussie met een anesthesist over horlogebandjes leert de kijker dat Steven metalen bandjes verkiest boven leren. En wanneer hij de liefde met zijn vrouw Anna (Nicole Kidman) bedrijft, doet hij dat het liefst als zij zich voordoet als lijk. Een op het eerste gezicht gedreven man, maar met duistere randjes.

Tussen de bedrijven door – werk en gezin – zien we hem samen met tiener Martin (Barry Keoghan, dit jaar ook te zien in Christopher Nolans Dunkirk). Je vraagt je af wat de twee precies bindt. Wanneer Martin een luxe cadeau krijgt van Steven (een horloge met een metalen bandje) doet dit het ergste vermoeden. Martin accepteert het cadeau, maar wil het bandje laten vervangen door leer. Een subtiel teken, dat hij de controle heeft.

En dan infiltreert de beheerste, vreemde Martin steeds meer de levens van het gezin Murphy. En wordt duidelijk hoe het zit, die band tussen hem en Steven. Terwijl Martin het hart van dochter Kim voor zich wint, maken Steven en Anna zich zorgen. Gaat het contact met Martin niet te ver? Moet er niet wat afstand worden genomen?

The Killing of a Sacred Deer

Beheerste wraakthriller
Zonder teveel te verraden, ontwikkelt The Killing of a Sacred Deer zich tot wraakthriller. Lanthimos werkt hier uiterst beheerst naar toe, met lange, statische shots die precisie en symmetrie behelzen en ondertussen onheil voorspellen. Een van de mooiste shots is die waarin Anna met haar zoon het ziekenhuis verlaat. Een overkoepelend shot van bovenaf volgt de twee, terwijl ze de roltrap afdalen. Tegelijkertijd broeit er iets. Je weet: er gaat iets mis.

Lanthimos slaagt er in het ogenschijnlijk perfecte gezin af te pellen. De gezinsleden worden uitgedaagd en tegen elkaar uitgespeeld. Thema’s als schuld en boetedoening, wraak en opoffering doorspekken het verhaal. Want opoffering komt er: Steven moet een onmogelijke keuze maken die zijn leven en dat van zijn gezin voor eens en altijd zal veranderen.

Een mooie kruising van arthouse tegenover wraakthriller, met een naargeestigheid die wel doet denken aan films van Michael Haneke. De beheerstheid en afstand – in shots, in scenario – werken uiteindelijk toe naar chaos. Want wat doe je, als je voor een onmogelijke keuze staat? Met sterke rollen van Nicole Kidman, Colin Farrell en Barry Keoghan als onheilspellende tiener. Van die laatste gaan we nog wel meer horen, let maar op.
 

28 november 2017

 
MEER RECENSIES