Movies that Matter 2023 – Klaas de Jonge, de Prijs van de Vrijheid

Movies that Matter 2023 – Deel 1:
Klaas de Jonge, de Prijs van Vrijheid

door Jochum de Graaf

Van 24 maart tot en met 1 april vindt dit jaar Movies that Matter weer als volwaardig festival plaats met 69 voorstellingen in Den Haag: het Filmhuis, Theater aan het Spui, Pathé Buitenhof, maar ook op satellietlocaties buiten de Randstad en on demand via Picl. Met de thematische indeling van Take on Love, Take on Future, Take on Mental Health en Take on Power plus specials als Focus Iran en Shorts kun je je in acht dagen oriënteren op een cinematografische weerslag van alle grote hedendaagse problemen in de wereld: gender, klimaat, oorlog, ongelijkheid, discriminatie, emancipatie, onrechtbestrijding. We trappen af bij wijze van alternatieve openingsfilm met Klaas de Jonge, de Prijs van Vrijheid. 

In de openingsscène schuifelt Klaas de Jonge (1937) achter zijn rollator door een fabriekshal en betreedt een ruimte waar bouwvakkers de laatste hand leggen aan een eenvoudige kamer: tafel, bed, zitje, hometrainer, wasgelegenheid, toilet. Zijn ogen gaan langs de muren. ‘Ja, zo zag het er wel ongeveer uit’, zegt hij. ‘Hier, die typemachine, zonder die machine had ik het vast veel moeilijker gehad.’ De kamer is een replica van de ruimte waarin hij zoals hij voorleest vanuit zijn dagboek ‘vanaf 19 juli 1985, precies om vier uur, door de Zuid-Afrikaanse veiligheidspolitie bij de Nederlandse ambassade in Pretoria werd afgeleverd.’ Hij zou er 26 maanden verblijven, tot hij in september 1987 bij een gevangenenruil vrij kwam en naar Nederland terugkeerde.

Klaas de Jonge, de Prijs van Vrijheid

Gewapende strijd
De Jonge vertelt hoe hij enige weken daarvoor opgepakt was door de Zuid-Afrikaanse politie, klem gereden op de terugweg naar Harare in Zimbabwe, waar hij na de echtscheiding van zijn toenmalige echtgenote Hélène Passtoors naartoe verhuisd was. In zijn  offerbak bevonden zich wapens en explosieven voor het ANC (Afrikaans Nationaal Congres). Passtoors en De Jonge hadden zich als taalkundige en onderzoeker-antropoloog begin jaren tachtig in Maputo, hoofdstad van Mozambique, gevestigd met drie jonge kinderen: twee uit een eerder huwelijk van haar en een uit zijn eerste huwelijk.

Ze kwamen daar in aanraking en raakten bevriend met het echtpaar Joe Slovo en Ruth First, beide Zuid-Afrikaanse anti-apartheidactivisten van het ANC. Klaas de Jonge memoreert het bloedbad van Sharpeville, de township waar in maart 1960 69 mensen bij een demonstratie tegen de gewraakte pasjeswetten werden doodgeschoten als belangrijke gebeurtenis om tegen het apartheidsregime in verzet te komen. De moord per bombrief op Ruth First in 1982 speelde een beslissende rol om zich bij het ANC aan te sluiten en hand- en spandiensten te verlenen aan de gewapende strijd.

Na zijn arrestatie, juni ’85, bedacht De Jonge dat hij zou gaan meewerken aan het onderzoek naar zijn activiteiten. Hij leidde de politie langs een aantal vermeende opslagplaatsen van wapens, munitie en explosieven en op 9 juli wees hij het kantoor van de NedBank in het centrum van Johannesburg aan als mogelijke locatie voor een bomaanslag. Eenmaal in het gebouw wist hij de agenten om de tuin te leiden en in het belendende kantoor van de Nederlandse ambassade te vluchten. In eerste instantie werd hij daar door de Zuid-Afrikaanse politie overmeesterd en afgevoerd, maar er ontstond gelijk een diplomatieke rel van jewelste omdat De Jonge op Nederlands grondgebied gearresteerd was. De Jonge’s spectaculaire actie bracht het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime ernstig in verlegenheid en trok wereldwijd aandacht.

Bomaanslag
Regisseur Marlou van den Berge laat De Jonge met spaarzame archiefbeelden, krantenknipsels en gesprekken met een Zuid-Afrikaanse agent die hem indertijd oppakte en met een van de Nederlandse marechaussees die hem moesten bewaken rustig vertellen hoe hij het allemaal beleefd heeft, hoe hij de dagen doorkwam, met lezen, schrijven, corresponderen, fitnessoefeningen, samen eten bereiden, aardappels schillen. Maar het knappe is ook dat zij ervoor kiest om zijn handelen in een zeer genuanceerd perspectief te plaatsen.

Halverwege krijgt de film een extra dramatische wending wanneer een man in een rolstoel de kamer inrijdt en tegenover Klaas de Jonge plaatsneemt. Jonathan Smit was officier bij de Zuid-Afrikaanse luchtmacht die op een noodlottige dag in mei 1983 bij de aanslag op het hoofdkwartier van de luchtmacht in Church Street Pretoria beide benen verloor en een hand nog maar moeizaam kan bewegen.

De Jonge heeft pas in 2017 zijn betrokkenheid bekend bij de deels mislukte aanslag waarbij niet alleen militairen maar ook burgerslachtoffers vielen. Nee, Jonathan Smit verwijt De Jonge persoonlijk niets, hij kan het enigszins begrijpen, maar de aanslag heeft zijn leven voorgoed veranderd en zijn carrière op jonge leeftijd in de kiem gesmoord en er vielen ook burgerslachtoffers. De Jonge kan weinig meer dan zijn medeleven bekennen, er ging bij de aanslag nogal wat fout. Ook de vrouw en dochter van de ANC-chauffeur die de bom naar de locatie reed en die het door een verkeerde afstelling met zijn leven moest bekopen, komen aan het woord. Was het allemaal waard?

Klaas de Jonge, de Prijs van Vrijheid

Vrijheidsstrijder of terrorist?
Maar het meest indrukwekkend is de confrontatie van De Jonge met zijn beide zoons, Enno en Arjen. De ene zoon die op zijn vijftiende meeging naar Zuid-Afrika en zich met de verwikkelingen in 1985 en de nasleep daarvan al op jonge leeftijd realiseerde met welke ernstige en gevaarlijke activiteiten zijn vader zich bezighield. De andere zoon die achterbleef bij zijn moeder in Wassenaar, en rond de gevangenschap en vrijlating van zijn vader en de enorme publiciteit pas geconfronteerd werd met de consequenties van diens optreden.

Beide jongens hebben een levenslang trauma opgelopen. Enno vraagt vader Klaas of hij nog wel eens terugdenkt, slaapt hij nog wel goed? Klaas heeft daar niet zo’n moeite mee, alles afwegend zou hij weinig anders handelen. Enno slaapt zeer slecht, altijd met de ogen half open, licht aan. Jongste zoon Arjen is hard in zijn oordeel: ‘je was er niet voor mij’ en ‘het ging alleen maar om jezelf’. Enno noemt hem recht in Klaas’ gezicht narcist. En toch blijft De Jonge waardig overeind, hij toont begrip, maakt zijn excuses, maar houdt ook vast aan zijn overtuiging dat zijn handelen gerechtvaardigd was.

Klaas de Jonge, de Prijs van Vrijheid brengt indringend en soms aangrijpend de levenslange gevolgen van zijn handelen voor direct betrokkenen en van alle kanten belicht in beeld. En bovenal is het een sterk genuanceerd onderzoek naar antwoorden op vragen als ‘is hij nu een vrijheidsstrijder of eigenlijk een terrorist’ en ‘heiligt het doel alle middelen?’

 

28 maart 2023

Deel 1: Klaas de Jonge, de Prijs van de Vrijheid
Deel 2: Focus Iran

 


MEER FILMFESTIVAL

No Bears

****
recensie No Bears
Ragfijn spel met film en werkelijkheid

door Jochum de Graaf

Op het moment dat No Bears op het IFFR in première ging, ging Jafar Panahi in hongerstaking. De Iraanse regisseur zat al sinds juli in de beruchte Evin-gevangenis in Teheran. Toen hij uit solidariteit de rechtszaak tegen collega-regisseur Mohammad Rasoulof (There is no Evil) wilde bijwonen, werd een oude straf wegens ‘het bedreigen van de staatsveiligheid’ ten uitvoer gelegd. Afgelopen vrijdag 3 februari werd Panahi op borgtocht vrijgelaten. Actueler en urgenter kan het nieuwe meesterwerk van de chroniqueur van het leven in de islamitische dictatuur van Iran niet zijn.

Panahi wordt gezien als vertegenwoordiger van het neorealisme. Zelf beschrijft hij zijn als het in beeld brengen van ‘menselijke gebeurtenissen op poëtische een artistieke wijze’, maar ik beschouw hem vooral als haarscherpe observator en volhardend criticaster van het dictatoriale regime van de Islamitische Republiek Iran, dat na veertig jaar onderdrukking met de hevigste vormen van verzet wordt geconfronteerd, met vooralsnog ongewisse afloop.

No Bears

Conflicten met regime
Panahi heeft als meest gelauwerde Iraanse cineast een lange geschiedenis van conflicten met het ayatollah-regime. Hij werd regelmatig aangeklaagd en opgepakt, het werd hem verboden films te maken, hij kreeg een verbod op reizen naar het buitenland. Het weerhield hem niet van het tot op de dag van vandaag met zijn veelal clandestien opgenomen en uitgebrachte films de perfide islamitische dictatuur aan de kaak te stellen.

Al in 2000 stelde hij met The Circle, waarvoor hij in Venetië de Gouden Leeuw kreeg, de onderdrukte positie van vrouwen aan de orde, in Offside volgde hij een aantal vrouwen die zich als man verkleedden om een voetbalwedstrijd te zien. De film werd net als The Circle officieel verboden en was desondanks in 2006 toch in het ondergrondse circuit in Iran de meest bekeken film, bovendien bekroond met de Zilveren Beer in Berlijn. Taxi Teheran won in 2015 de Gouden Beer, Panahi speelt zelf de hoofdrol als taxichauffeur in de straten van Teheran die met zijn bijzondere passagiers aan de hand van alledaagse gebeurtenissen grotere thema’s als moraal en censuur onder de Islamitische dictatuur bespreekt.

Rituele voetwassing
Ook No Bears biedt een haarscherp, prachtig poëtisch inkijkje in de huidige Iraanse samenleving. Panahi speelt zichzelf als de tijdelijk naar een klein dorpje aan de grens met Turkije uitgeweken regisseur die van daaruit een speelfilm in een stad net over de grens probeert te maken. Het volgens het scenario ook in werkelijkheid Iran ontvluchte stel Zara en Bakhtiar wil asiel aanvragen in Europa en krijgt los van elkaar valse paspoorten toegespeeld, waardoor ze zeer tegen de zin van met name Zara niet samen kunnen reizen.

De opnamen vorderen redelijk, maar door het haperende internet in de afgelegen regio kan Panahi maar zeer beperkt de rushes bekijken. Zijn opnameleider Reza komt hem vanuit Turkije bezoeken en wil hem overhalen met behulp van smokkelaars de grens over te steken. Panahi maakt een nachtelijke rit door het onherbergzame gebied, maar deinst uiteindelijk terug voor de rigoureuze stap zich af te sluiten van zijn afkomst, land en verleden.

Wanneer het contact met de crew in Turkije al een aantal dagen verbroken is, besluit hij het leven in het dorp en zijn bewoners vast te leggen. Hij geeft zijn fotocamera in handen van zijn huisbaas met de opdracht om de voetwassing van twee jonggeliefden, onderdeel van een eeuwenoud verlovingsritueel, vast te leggen. Tegelijkertijd loopt als speelfilm in een speelfilm de verhouding tussen Zara en Bakhtiar in Turkije uit op een verschrikkelijk drama.

No Bears

En ook in het Iraanse bergdorp loopt het gruwelijk mis. De jonge vrouw zou kort voor het ritueel gezien zijn met een andere jonge man die korte tijd vanuit Teheran in zijn geboortedorp is teruggekeerd. Een grote schande en aantasting van de eer van haar beoogde echtgenoot en zijn familie, die niet ongewroken mag blijven.

Panahi zou de geheime ontmoeting vastgelegd hebben. Eerst zijn huisbaas en even later de dorpsoudste vragen hem de foto als bewijs te overhandigen, maar hij ontkent dit en levert hen de harde schijf uit de camera. Om aan alle onzekerheid een einde te maken, wordt Panahi gevraagd zijn getuigenis onder ede ten overstaan van de raad van dorpsoudsten te bevestigen.

Op weg naar de openbare ceremonie ontmoet Panahi een toevallige wandelaar die een eindje met hem meeloopt en hem wijst op het gevaar van beren in de duisternis. Even later merkt hij op dat de verschillen tussen stad en platteland minder groot zijn als iedereen denkt. Stadsmensen hebben problemen met de autoriteiten, zij als dorpsbewoners hebben problemen met bijgeloof. Die geruchten over gevaarlijke beren vindt hij eigenlijk onzin, het zijn ‘verhalen om ons bang te maken, onze angst geeft anderen kracht, niet beren’.

Lagen en perspectieven
Eenmaal in het primitieve dorpslokaal ontstaat een discussie of liegen onder ede volgens de Koran wel verboden is. Panahi verbindt aan zijn getuigenis de voorwaarde dat de ceremonie ook op film wordt vastgelegd, waardoor het indringender voor de eeuwigheid bewaard kan worden. Ook dit maakt weer deel uit van het ragfijne spel dat Panahi met film en werkelijkheid speelt. De speelfilm in de speelfilm, de botsing van culturen, het vasthouden aan absurde dogma’s, de eeuwenoude tradities op het platteland in contrast met moderne opvattingen over de verhouding tussen mannen en vrouwen, de dramatische liefdesgeschiedenissen als gevolg daarvan, het toch bij elkaar komen van archaïsche opvattingen en moderne stadse inzichten in de gedeelde afkeer van het verre Teheran, het dilemma van vluchten of blijven en de achtergrond van het zoveel mogelijk ontwijken van of juist verzet bieden aan het regime. Het is dat telkens aanboren van nieuwe lagen en perspectieven dat No Bears zo fascinerend maakt.

 

8 februari 2023

 

ALLE RECENSIES

Klem

***
recensie Klem
Film is geen serie

door Jochum de Graaf

Na drie seizoenen leek het verhaal van Klem wel verteld. Bedenker en regisseur Frank Ketelaar had naar eigen zeggen het sterke gegeven – de verwevenheid van onderwereld met bovenwereld in de vorm van de verhouding tussen de hardnekkige crimineel Marius Milner en de carrière makende belastinginspecteur Hugo Warmond, met elkaar verstrengeld geraakt door de vriendschap van hun dochters – meer dan voldoende uitgediept.

Met zo’n anderhalf miljoen televisiekijkers per aflevering leek het eind 2020 een mooi moment om op het hoogtepunt te stoppen. Toch zag Ketelaar nog een nieuw verhaal dat hij in een avondvullende speelfilm uitwerkte. Dat is lang niet in alle opzichten geslaagd.

Klem

Italië
In de slotaflevering van seizoen drie van de Klem vertrekken Marius (Jacob Derwig), Kitty van Mook (Georgina Verbaan) en dochter Chrissy naar Italië. Het was een min of meer gedwongen vertrek in het kader van een getuigenbeschermingsprogramma vanwege hun rol in de ontmanteling van het zakenimperium van Maurice Samuels, een razend spannende plot waarin Hugo (Barry Atsma) ook een markant aandeel had.

Nu het al een tijdje wat rustiger is, is het vooral dochter Suus die aandringt op bezoek te gaan in Italië. Maar met Marius kan het natuurlijk niet zo maar ineens goed gaan. In de beginscène heeft hij al een gewelddadig conflict met een maffiose bloemenhandelaar. Kort daarop ziet Kitty een kans om aan alle financiële problemen een eind te maken door voor een prikje een prachtig wijnlandgoed van een oude, demente wijnboer te kopen. Het ligt er fraai bij in lieflijk Toscane en is natuurlijk een fantastische beginlocatie voor de voorgenomen kunst- en cultuurvakantie van Hugo en vriendin Sophie (Ellen Parren), terwijl dochter Suus bij vriendin Chrissy blijft logeren.

De rust wordt wreed verstoord door een intimiderende brand in de wijngaard. De jaloerse dochter en enig erfgenaam van de oude wijnboer (Claudia Vismare speelde in de Italiaanse hitserie Rocco Schiavone) voelt zich ernstig benadeeld en blijkt samen te spannen met de maffiose bloemenman tegen de Milners. De verwikkelingen volgen elkaar snel op. Hugo bedenkt een voor alle partijen gunstige belastingtruc. Wanneer die niet blijkt te werken, heeft hij nog een ander listigheidje waarmee hij de dochter-erfgenaam met haar modezaak in het pak probeert te naaien. Het conflict loopt evenwel zo hoog op dat vriendin Sophie ontvoerd wordt en er een uitruil – teruggave van het landgoed tegen vrijlating van Sophie – aan te pas moet komen.

Klem

Vernuftig en voorspelbaar
De plot steekt zoals we van Ketelaar gewend zijn vernuftig in elkaar, ieder addertje onder het gras wordt vakkundig blootgelegd en vakkundig verwijderd. Het probleem is alleen dat die afwikkeling net iets te veel van toevalligheden aan elkaar hangt en daarmee wat ongeloofwaardig wordt. Telkens wanneer Marius en Kitty zich zo in de nesten hebben gewerkt dat er geen uitweg meer lijkt, komt Hugo ineens met een truc of een voorstel waardoor de situatie weer gered lijkt en we op naar het volgende probleem gaan dat weer snel opgelost lijkt te zijn. De ontknoping wordt allengs voorspelbaarder en als in een Italiaanse opera breed uitgesmeerd.

Ketelaar speelt wat met de verhoudingen tussen Nederland en Italië. De vooroordelen over en weer, de krenterige Hollanders, de maffiose Italianen, de starre houding van Hoekstra en Rutte ten aanzien van de postcoronasteun aan Italië, ‘stronzo’ Marius en ‘boerenlul’ bloemenman vechten op stevig verbaal niveau een vermakelijk scheldduel uit.

De regisseur heeft zich evenwel toch wat verslikt in het verschil tussen een serie en een film. In een serie werkt een snelle afwisseling van verhaallijnen en perspectieven goed. Na iedere aflevering kun je even op adem komen en blijft het door de sterke cliffhangers, waar de serie in uitblonk, weer spannend wat er de volgende keer gaat gebeuren. Nu in sneltreinvaart zonder onderbreking de verwikkelingen over elkaar heen buitelen, vlakt die spanning af.

Daarbij blijven de karakters onderontwikkeld. Door de serie weten we al genoegzaam hoe Marius en Hugo zich tot elkaar verhouden; de Italiaanse tegenspelers, bloemenman, dochter erfgename, zijn zeker niet slecht maar veel minder sterke karakters als Wout Borgesius (Maarten Heijmans), het vileine vriendje van Hugo’s oudere dochter Laura die in seizoen twee de serie wekenlang op spanning hield. De film Klem is weliswaar een spannende, bij tijd en wijle onderhoudende, maar zeker geen dramatisch sterke film.

 

1 februari 2023

 

ALLE RECENSIES

All the Beauty and the Bloodshed

****
recensie All the Beauty and the Bloodshed
Intiem portret van activistische fotograaf Nan Goldwin

door Jochum de Graaf

Oscarwinnaar en IDFA-hoofdgast van de afgelopen editie Laura Poitras ontving de Gouden Leeuw in Venetië voor All the Beauty and the Bloodshed. Ze maakte een intiem en openhartig portret van de beroemde fotograaf Nan Goldin over haar leven en kunst, maar ook over haar strijd tegen de Sackler-familie, de veroorzakers van de opiatencrisis in de VS én bekend als een van de grootste filantropen van de kunstwereld.  

Daar zitten ze dan, David Sackler en Theresa Sackler, achter het scherm in een online zitting van de rechtszaak die tegen hun bedrijf Purdue Pharma is aangespannen. Hoogste baas David Sackler heeft geweigerd voor het scherm te komen. De Sacklers, ook wel omschreven als de titanen van de Amerikaanse farmaceutische industrie, worden met hun rol als fabrikanten en marketeers van zwaar verslavende pijnstillers als OxyContin in hoge mate verantwoordelijk gehouden voor de opiatencrisis die in de tweede helft van het afgelopen decennium alleen al in de VS rond de half miljoen dodelijke slachtoffers eiste.

All the Beauty and the Bloodshed

Getuigenissen
Met tamelijk uitgestreken gezichten horen ze getuigenissen aan, zoals van de ouders die zeer emotioneel het in de knop gebroken leven van hun enige zoon beschrijven die ze niet meer reagerend op de grond van de slaapkamer aantreffen, na een overdosis. De vader richt zich rechtstreeks tot de Sacklers: ‘Ik wil jullie er op wijzen dat tegen de tijd dat deze twee uur durende zitting beëindigd is, er opnieuw zestien mensen aan jullie dodenlijst kunnen worden toegevoegd.’

Tot een veroordeling komt het niet. Ruim voor de rechtszaak begint, onttrekken de Sacklers miljarden aan het bedrijf, sluizen ze weg naar belastingparadijzen en laten het bedrijf failliet gaan, zodat ze de hoge boetes schaamteloos kunnen ontlopen.

Een deel van die miljarden is gestoken in het ondersteunen van kunst, in gerenommeerde musea als het New Yorkse Metropolitan Museum of Art (MET), het Guggenheim en het Louvre. Op Harvard en een stuk of tien andere universiteiten zijn er Sackler Wings, Sackler Halls, Sackler Rooms en Sackler Educational Centers. Verder zijn er in Washington en Londen Sackler Museums, waarmee ze hun reputatie als een van de grootste filantropen van de kunstwereld oppoetsen.

OxyContin
De wereldberoemde fotografe en kunstenares Nan Goldin, die al in 1986 naam maakte met haar fotoserie The Ballad of Sexual Dependency, kende de Sacklers ook vooral als de maecenassen in wiens musea en galerieën ze menigmaal exposeerde. Tot ze in 2014 na een operatie de pijnstiller OxyContin voorgeschreven krijgt, binnen de kortste keren verslaafd raakt en er vervolgens bijna door een overdosis aan onderdoor gaat. Een paar jaar later richt Goldin – geïnspireerd door de onthullingen van journalist Patrick Radden Keefe in The New Yorker die de Sackler-bedrijven omschrijft als ‘een imperium van pijn’ – de actiegroep Prescription Addiction Intervention Now (PAIN) op die de strijd aanbindt met de praktijken van de Sacklers.

All the Beauty and the Bloodshed begint maart 2018 in het New Yorkse MET waar PAIN een populaire tentoonstelling in de Sackler Wing verandert in een symbolisch slagveld. Later in de film laten ze met als het ware een performance act honderden receptbriefjes met anti-Sackler-slogans van de kenmerkende spiraalgangen in het Guggenheim naar beneden dwarrelen.

Drie jaar later is er de teleurstelling dat de Sacklers niet veroordeeld kunnen worden, maar vieren ze wel een klein feestje dat de namen van de Sacklers in vrijwel alle Wings, Rooms en Galleries verwijderd worden en de grote musea de een na de ander besluiten geen geld meer van de big pharma-reus aan te nemen.

All the Beauty and the Bloodshed

Openhartig
Laura Poitras, die een Oscar kreeg voor Citizenfour over NSA-klokkenluider Edward Snowden en hoofdgast was op het afgelopen IDFA, maakt een intiem, aansprekend en bij tijd en wijle melancholisch portret van Nan Goldin, waarvoor ze in Venetië de Gouden Leeuw kreeg.

In een stuk of zes hoofdstukken laat Poitras vooral Goldin zelf rauw, eerlijk en openhartig haar leven en werk schetsen. Na een moeilijke jeugd in een buitenwijk van Maryland met een depressieve zus, wier zelfmoord een slagschaduw over haar jeugd legt, volgen de bevrijdende jaren aan de kunstacademie en speelt ze een vooraanstaande rol in de kunstscene van Manhattan in de enerverende jaren zeventig en tachtig.

Goldin vertelt onopgesmukt over Tin Pan Alley, over medekunstenaars als underground-actrice Cookie Mueller, fotograaf David Armstrong, kunstenaar, schrijver en aidsactivist David Wojnarowicz, over haar heroïneverslaving, over de deprimerende jaren dat de aidsepidemie vooral in het kunstenaarsmilieu om zich heen greep, over haar korte periode als go-go-danseres en sekswerker, omdat ze de huur niet meer kon betalen en hoe ze voor het eerst de camera oppakt.

Ze breekt door met fel realistische projecten als The Ballad of Sexual Dependency en Sisters, Saints and Sibyls, waar ze rechtstreeks put uit haar leven en haar vriendenkring, de bohemiens, transseksuelen, selfmade-artiesten, mensen aan de zelfkant. In de film zien we een aantal diavoorstellingen met een steeds wisselende soundtrack voorbijkomen, opgezet als een soort dagboek een stijl die veel navolging krijgt en haar exposities in prestigieuze musea en collecties over de hele wereld oplevert.

Bijzondere archiefbeelden van New York onderstrepen het mooie tijdsbeeld, de rebelse levenshouding van Goldin, de constante van haar gedrevenheid en haar volharding in de strijd tegen de Sackler-familie. De gelauwerde Laura Poitras verdient vooral veel lof voor de knappe manier waarop ze Goldins latere activisme weet te verweven in het grotere verhaal over haar leven en kunst.

 

11 januari 2023

 

ALLE RECENSIES

Terugblik 2022 – Deel 2: Beklijvende beelden en aangeklede concertfilms

Terugblik filmjaar 2022 – Deel 2:
Beklijvende beelden en aangeklede concertfilms

door Jochum de Graaf

Op de terreinen waar ik me het meest voor interesseer, de Toestand in de Wereld en de Liefde voor Muziek, heb ik het afgelopen filmjaar nogal uiteenlopende emoties beleefd.

Een van de meest beklijvende beelden van IDFA 2021 was de slotscéne van Sergei Loznitsa’s Babi Jar.Context, de publieke terechtstelling van dertien Duitse oorlogsmisdadigers op het Kalininplein in Kiev, februari 1946. Die mannen die min of meer gelaten hun lot ondergaan, het applaus vanuit het toegestroomde publiek op een winterse februari-dag in 1946, de bungelende lijken.

Doodstraf
Op IDFA 2022 liet Loznitsa met The Kiev Trial zien wat er aan die executie vooraf ging, een haast klinische rechtszaak met al aan het begin bekentenissen van de daders, tot in detail getuigenissen van hun weerzinwekkende daden door slachtoffers, het uitspreken van het vonnis, de bijna onbewogen reactie van de veroordeelden en dan weer de loop naar het schavot, de opknoping met het touw, die bungelende lijken in de winterzon.

Kijkend naar de films van Loznitsa kun je enig begrip opbrengen voor de doodstraf. Het gaat om misdaden tegen de menselijkheid van zo’n grote omvang dat daar een bijzondere strafrechtspleging aan te pas moet komen. In de meeste beschaafde landen is na de berechting van de oorlogsmisdadigers uit WO II de doodsstraf afgeschaft.

In Iran, het land waar naast China de meeste executies plaatsvinden, maakt het echter, naast zweepslagen, steniging, nog steeds als een ‘normale’ straf deel uit van de strafrechtspleging. Sinds het begin van de recente opstanden tegen de islamitische dictatuur in september zijn er al enige tientallen doodvonnissen op grond van vage aanklachten als ‘verzet tegen de overheid’ uitgesproken en is een aantal voltrokken met ophanging aan een hijskraan.

There is No Evil

There is No Evil

In There is No Evil onderzoekt de al sinds juli gevangen zittende regisseur Mohammed Rasoulof in een vierluik op zeer indringende wijze de uitwerking van de doodstraf op alle betrokkenen, de al of niet gedwongen beulen, de slachtoffers, familieleden. Hij kreeg er op het festival 2021 in Berlijn de Gouden Beer voor. Meeste indruk maakte het gelijknamige deel over de vriendelijke, zwijgzame Hesmat die op het oog een goed burgerlijk leven leidt, maar die tijdens de nachtdienst met een druk op de knop een executie voltrekt en stoïcijns door het luik naar vier paar bungelende benen kijkt. 

Holy Spider van de Iraans/Deense/Zweedse regisseur Ali Albassi zou je als een logisch vervolg of aanvulling op There is No Evil kunnen zien. Het is het op ware gebeurtenissen gebaseerde verhaal van seriemoordenaar Saeed die in de heilige stad Mashad de straten wil zuiveren van prostituees en uiteindelijk door de niet aflatende inspanningen van journaliste Rahimi (Zar Amar-Ebrahimi kreeg er in Cannes de prijs voor beste actrice voor) voor het gerecht wordt gebracht en ter dood veroordeeld. Saeed denkt ermee weg te komen door de massale steun die hij van vele fanatieke gelovigen en zijn medeveteranen uit de Iran-Irak oorlog krijgt. De verbijstering en het ongeloof op zijn gezicht wanneer het vonnis toch wordt uitgevoerd en we integraal de dood door ophanging in beeld krijgen. Die beelden van het bungelende lijk zullen ook dit jaar nog wel even beklijven.

Muziekfilms
Anderzijds zag ik dit jaar een paar prachtige muziekfilms. Elvis, Baz Luhrmann’s wervelende biopic over The King en zeker zijn manager Colonel Tom Parker (Tom Hanks die als verteller optreedt) die door de musicalachtige opzet toch een loopje neemt met de feiten en de geschiedenis. Moonage Daydream waarin Brett Morgen met een geweldige montage van archiefbeelden van optredens, interviews, David Bowie zelf een bijzonder nieuw licht op zijn ontwikkeling als een van de meest fascinerende rockartiesten ooit laat schijnen en dat terecht in menig eindejaarslijstje zal opduiken.

Op het IDFA zag ik drie geweldige eerbetonen aan drie zangeressen, Miúcha The Voice of the Bossa Nova, die voorgoed aan de vergetelheid wordt ontrukt; Cesaria Évora, de belichaming van de Kaapverdische morna die haar wereldroem bracht, maar die altijd haar afkomst nooit verloochend terugkeerde naar haar hutje op het strand van Sao Vicente. En vooral het monument dat Kathryn Ferguson met Nothing Compares voor de Sinead O’Connor opricht die in 1992 al met het roemruchte verscheuren van een foto van de paus de misstanden in de katholieke kerk aan de kaak stelde en daar nu pas erkenning voor krijgt.

Maar het meest was ik toch onder de indruk van wat ik als aangeklede concertfilm zou willen omschrijven. This Much I Know To Be True de registratie van het concert zonder publiek dat Nick Cave voorjaar 2021, coronatijd, met zijn tegenpool en inspirator Neill Ellis in een speciaal afgehuurde fabriekshal in Brighton opnam. De songs van Ghosteen en Carnage waarin hij reflecteert op de dood van zoon Arthur en tussendoor citerend uit de Red Hand Files, tienduizenden mails waarbij hij de levensvragen van fans beantwoordt. En dan in het besef dat op de dag van de release in ons land het bericht over de dood van zijn andere zoon Jethro hard binnenkwam. Het is een intieme concertfilm waar geen optreden in welke Ziggo dan ook tegenop kan. 

Personality Crisis: One Night Only is aanmerkelijk luchtiger maar niet minder fascinerend met de registratie door Martin Scorsese en mederegisseur David Tedeschki van het intieme concert dat David Johansen aan de vooravond van zijn 72ste verjaardag gaf in het New Yorkse Café Carlyle. Beginnend als zijn alter ego Buster Poindexter krijgen we de hoogtepunten uit de roemrijke carrière van de voormalige frontman van de fameuze punkband New York Dolls te zien, inclusief zijn latere uitstapjes met The Harry Smiths, The David Johansen Group, gelardeerd met interviews met zijn dochter, de adoratie van fan van het eerste uur Morissey en fijne anekdotes over optreden op Oudejaarsnacht in het Waldorf Astoria en zijn voorliefde voor Maria Callas. Alleen al die pose tussen de nummers door achteloos tegen de piano leunend, zonnebril, strakke vetkuif achterover, snorretje, pochet, geweldige crooner. Een heerlijk avondje muziekgeschiedenis om mee te maken. Wat zou het goed zijn wanneer dat binnenkort ook InDeBioscoop te beleven valt.

Tori et Lokita

Tori et Lokita

Top 5 beste films 2022
Lange tijd zag het er naar uit dat Flee, de enige film die ik dit jaar met 5 sterren beloonde, bovenaan mijn lijstje van Beste Films 2022 zou eindigen, maar vorig weekend zag ik Gouden Palmwinnaar Triangle of Sadness, een film die minstens zo briljant de decadente nouveaux riche van tegenwoordig op de hak neemt als The White Lotus, voor mij de op een na beste serie op Better Call Saul na van dit jaar waarvoor ik ook 5 sterren over zou hebben.

There is No Evil gooit voor mij ook zeer hoge ogen en tussen Elvis, This Much I Know To Be True, Three Minutes a Lenghtening en Decision to Leave was het moeilijk kiezen.

Maar Beste Film 2022 is voor mij Tori et Lokita, het aangrijpende hard realistische beeld dat de gebroeders Dardenne schetsen van de verborgen wereld onder het oppervlak van onze maatschappij waarin minderjarige alleenstaande asielzoekers moeten zien te overleven. Hoe de hoop op een beter leven van Tori en Lokita in de grote stadsjungle van Brussel hardhandig in de kiem gesmoord wordt. Een liefdevol en nergens larmoyant wordend portret dat me met een brok in de keel de bioscoop liet verlaten.

Al met al levert dat levert het volgende rijtje op:

1. Tori et Lokita
2. Flee
3. Triangle of Sadness
4. There is no Evil
5. This Much I Know To Be True

 

26 december 2022

 

Filmjaar 2022 – Deel 1: Bioscopen lijden, streamingdiensten verleiden
Filmjaar 2022 – Deel 3: Is de bioscoop ineens onvindbaar?
Filmjaar 2022 – Deel 4: Raar is in de mode
Filmjaar 2022 – Deel 5: Weinig echt bijzondere uitschieters
Filmjaar 2022 – Deel 6: Een nieuwe wereld

Dreaming Walls

***
recensie Dreaming Walls
Vergane glorie

door Jochum de Graaf

Het Chelsea Hotel, New York, Midtown Manhattan, vlakbij Greenwich Village. Als je in de jaren zestig en zeventig niet in dat hotel had gelogeerd, telde je in bepaalde kringen niet mee. 

Het Chelsea Hotel oefende een enorme aantrekkingskracht uit op kunstenaars, bohemiens en ontleende zijn reputatie aan al die beroemdheden die waren voorgegaan. Schilders als Willem de Kooning, filmers als Stanley Kubrick, schrijvers als Charles Bukowski, William S. Burroughs, Allen Ginsburg en Mark Twain, vele muzikanten als Nico, Lou Reed, Bob Dylan, Leonard Cohen en Janis Joplin. Jan Cremer logeerde er altijd wanneer hij in New York was en ook voor NRC-columnist Henk Hofland was het de favoriet pleisterplaats.

Dreaming Walls

Aan anekdotes en spraakmakende verhalen geen gebrek. Arthur C. Clarke schreef er het scenario voor 2001: A Space Odyssey, Jack Kerouac zwoegde er op On the Road, Andy Warhol nam er de film Chelsea Girls op, Leonard Cohen schreef er zijn song Chelsea Hotel #2 over zijn onenightstand met Janis Joplin. Ook Lou Reed, Joni Mitchell en Jefferson Airplane maakten nummers over het fameuze hotel. Meest besproken gebeurtenis is ongetwijfeld de roemruchte moord van punkmuzikant Sid Vicious op zijn vriendin en mede-junkie Nancy Spungen, oktober 1978. Jan Donkers memoreert in zijn onlangs verschenen rockmemoires Forty Tracks dat hij een uur voor de gebeurtenissen nog met hen in de lift stond.

Grote schoonmaak
Elf jaar geleden werd het voormalige kunstenaarshotel opgekocht door een internationale keten. Het was met die roemruchte traditie van seks, rock-’n-roll en drugs, heel veel drugs, danig in verval geraakt. Er werd een grote schoonmaak gehouden, ook onder de bewoners en er startte een grondige renovatie. Slechts een stuk of vijftig gasten konden er wegens langlopende huurcontracten niet uitgezet worden, er werd met een sterfhuisconstructie geprobeerd hen het hotel uit te werken.  Afgelopen maart ging het volledig opgepimpte Chelsea Hotel Savoy weer open en je kunt er tegenwoordig vanaf zo’n 600 dollar per nacht een eenvoudige kamer huren.

In de openingsbeelden van Dreaming Walls: Inside the Chelsea Hotel van de Vlaamse documentairemakers Maya Duverdier en Amélie van Elmbdt zien we filmbeelden van beroemde gasten als Marilyn Monroe, Jimi Hendrix, Salvador Dalí en Leonard Cohen op een schoorsteen op het dak geprojecteerd. Een nog jonge Patti Smith uit haar grote bewondering voor Dylan Thomas en prevelt een gedicht van hem.

We zien beelden van steigers, lange gangen, opdwarrelend stof, getimmer en geboor. Een van de bouwvakkers vertelt dat hij de geest van al die beroemdheden rond voelt waren.

We maken kennis met een stuk of wat achterblijvers van de hotelgasten die er vanwege langlopende huurcontracten niet uitgezet konden worden. Ze verblijven met elkaar op de eerste verdieping, zodat ze geen overlast kunnen geven voor de bouwvakkers en de nieuwe welgestelde hotelgasten die langzamerhand het hotel gaan bevolken.

Dreaming Walls

De huidige bewoners
We maken kennis met een transgender, die last heeft van duizelingen en alleen ’s nachts kan leven en door de gangen dwaalt. Een choreografe in ruste die op haar hoge leeftijd met een paar jonge dansers op de trappen balletten oefent. Als voorzitter van de huurdersvereniging zou ze graag zien dat de verbouwing snel voorbij is, andere huurders zijn het totaal niet met haar eens, zwelgen liever in het verleden. We zien een kunstenaar, draadbeeldhouwer, die fantastisch mooie beeldjes, miniaturen van ijzerdraad vormt en als gescheiden vader zijn tienerdochter tekenles geeft met al even prachtige resultaten. We krijgen een intiem inkijkje in het leven van een excentriek echtpaar in een ruim appartement dat ooit grandeur en status moet hebben gehad. De vrouw, ooit gevierd schilderes, krijgt steeds meer moeite met de zorg voor haar aan alzheimer lijdende man, voormalig kunstverzamelaar. Tussendoor zijn er uitstapjes naar het verleden toen het hotel nog ‘the place to be’ was.

Er worden herinneringen opgehaald aan de legendarische manager Stanley Bard, die zomaar ineens door het nieuwe management op straat werd gezet. We horen bij de verbouwingsbeelden fragmenten uit dagboeken, romans en teksten waarin het hotel voorkomt.

Multimediakunstenaar Steve Willis is in de loop van de jaren een groot deel van zijn ruime appartement kwijtgeraakt. Hij geeft een rondleiding door zijn krappe studio. Hij heeft de muur blauw geverfd en toont zijn tandenborstelhouder, die was ooit in het bezit van Janis Joplin. Ook het zeepbakje staat er nog, hij weet te melden dat Janis niet zo bekend stond om haar goede persoonlijke hygiëne.

Ach, het is allemaal wel amusant, mooi gefilmde portretten van de achtergebleven paradijsvogels, maar er zit verder niet zoveel verhaal in. Afgaande op de titel zou je wat meer spannende en misschien onthullende verhalen ‘als muren konden praten’ verwachten, maar Dreaming Walls blijft net iets te veel hangen in het oppervlakkig benoemen van vergane glorie.

 

23 november 2022

 

ALLE RECENSIES

IDFA 2022 – Deel 5: Oekraïne

IDFA 2022 – Deel 5:
Oekraïne

door Jochum de Graaf

In de zomer kondigde IDFA aan dat ze zeven Oekraïense documentaireprojecten zou gaan ondersteunen. Met een oorlog die eind februari begon, is de verwachting dat we het resultaat pas op een volgend IDFA te zien krijgen. Toch is er een aantal belangwekkende films op tijd voor deze editie afgekomen. Daarnaast presenteert vaste gast Sergei Loznitsa twee afleveringen uit zijn niet aflatende serie over de Tweede Wereldoorlog die ook met het oog op deze oorlog hoogst actueel zijn. En er is een indringende docu over jongeren in Rusland.

 

Mariupolis

Mariupolis en Mariupolis 2
Hoe zou het toch in Marioepol zijn? Na hevige gevechten en de wekenlange slag om de Azovstal-fabriek kwam de strategisch gelegen havenstad aan de Zwarte Zee eind mei in Russische handen. Sindsdien komt er nog maar weinig nieuws uit de stad die zo ernstig had te lijden en is de aandacht alweer lang verlegd naar andere steden plaatsen en gebeurtenissen.

De Litouwse cineast Mantas Kvedaravičius maakte voorjaar 2015, kort na de Russische bezetting van de Krim een portret van de stad. Mariupolis (de film heeft geen nummering, Kvedaravičius wist toen nog niet dat er een tweede aflevering zou komen) geeft geen beeld van hoe het ook alweer zover gekomen was, waarom de stad zo belangrijk was en laat niet de slag om Marioepol die de Russen in 2014 nog verloren buiten beschouwing.

In Mariupolis lijkt het gewone leven ondanks de Russische dreiging al weer opgepakt te zijn. De tram vertrekt ‘s ochtends vroeg in de mist. Een dochter gaat met haar vader voor het eerst vissen in een boot op zee. In een danszaal wordt gerepeteerd voor een grote uitvoering, een legereenheid doet oefeningen, een schoenmaker in zijn werkplaats, met opmerkelijk genoeg een foto van Brezjnev aan de muur, vertelt hoe erg het was een jaar geleden, maar dat hij niet zo bang is voor de Russen. In een hal op het enorme Azovstal-complex krijgen de arbeiders een veiligheidstraining. We worden nog wel even opgeschrikt als we een verslaggeefster volgen die een reportage maakt over een afgegaan explosief. Maar de viering van de 9e mei, het einde van de Grote Vaderlandse Oorlog, de discussies met de veteranen en even later de voorbereiding op een bruiloft in het grote gemeenschapshuis is al weer het leven van alle dag.

Kvedaravičius, opgeleid als antropoloog, filmt zijn mensen zeer dicht op de huid, laat vooral de gezichten zien, zoomt slechts een enkele keer uit. Hij maakt zijn observaties van gewone mensen in zeer bijzondere omstandigheden. Plaats-, naam- of tijdsaanduidingen ontbreken, de grote gebeurtenissen blijven op de achtergrond.

Mariupolis 2

Dit procedé past hij ook toe in Mariupolis 2. Twee weken na de Russische invasie besloot hij dat hij terug moest naar zijn geliefde Marioepol. En nu zijn het vooral mensen die proberen te overleven in de oorlogsomstandigheden. Ook nu weer geen beelden van gevechtshandelingen, geen mededelingen over het verloop van de strijd, al is de oorlog met explosies, bominslagen, geweervuur in de nabijheid en schuilen voor luchtalarm angstwekkend dichtbij. Het is een desolaat gebied, in de huizen en gebouwen is geen raam nog heel, overal puinhopen, alleen puinhopen. De hele dag en vaak ook ’s nachts explosies, bominslagen, rookwolken, vuurflitsen. Zo ongeveer moet de hel op aarde eruit zien.

We volgen een groep ouderen dagenlang onder in de schuilkelder van een kerk, ’s ochtends en ’s avonds gaat de pope voor in gebed. Na een paar weken moeten ze verkassen naar een nieuwe locatie. Er moeten een paar lijken uit een trapportaal worden geruimd, een paar mannen kijken of de auto nog gerepareerd kan worden. Wanneer er even stilte heerst, wordt een gat in de grond gemaakt, een vuur aangestoken, er wordt een grote ketel geplaatst en even later genieten de buren van een kom borsjt, hij is zowaar lekkerder dan gisteren. Ze proberen er het beste van te maken, maar je voelt dat het niet goed zal aflopen.

Mantas Kvedaravičius moest het maken van de film met de dood bekopen. Toen hij tijdens de opnamen tijdelijk de stad wilde verlaten, werd hij door de Russen ontvoerd en in koelen bloede vermoord. Zijn weduwe Hanna Bilobrova heeft de film in zijn geest afgemaakt. Je zou kunnen verwachten dat de film met de aanslag op Kvedaravičius zou eindigen. Maar de minutenlange slotbeelden, het uitzicht op de stad, met in de verte Azovstal en de wetenschap wat er met de maker gebeurd is, werken minstens zo sterk. Daar hoeft geen woord aan worden toegevoegd.   

 

When Spring Came to Bucha

When Spring Came to Bucha
Na een week van hevige gevechten was begin maart Boetsja een van de eerste steden die door de Russen werd ingenomen. Een maand later was de stad weer bevrijd en gingen de beelden van de verwoestingen, de verhalen over Russische oorlogsmisdaden en de vondst van massagraven de hele wereld over. De Oekraïense fotografe Mila Tesjajeva ging kort daarna samen met de Berlijnse filmmaker Marcus Lenz terug naar haar geboorteland en filmde hoe de bewoners uit hun schuilkelders kwamen en proberen hun leven weer op te pakken.

Al komt menige lijkzak voorbij, al te gruwelijke beelden blijven achterwege. We horen het verschrikkelijke verhaal over de man die even uit zijn huis werd gelokt en voor de ogen van zijn vrouw werd doodgeschoten, de aangrijpende getuigenis van de vrouw die 35 dagen in een kelder opgesloten zat zonder elektriciteit en water. We zien de moeder die aan de hulpverleners vraagt of ze het lichaam van haar zoon al hebben gevonden, hij moet te herkennen zijn aan de kogel door zijn hoofd en in zijn middenrif. Nee, nog niet gevonden, maar dat gaat zeker gebeuren. We zien de aanklagers die oorlogsmisdaden inventariseren aan het werk. Op de overvolle begraafplaats wordt een aantal keren per dag de mis voor de gevonden lijken opgediend.

Maar de film laat vooral ook zien hoe langzaam maar zeker het gewone leven zal worden opgepakt. Buren gaan bij elkaar op bezoek en beloven ondersteuning in de verwerking van het verdriet. Er worden gezamenlijke schoonmaakacties georganiseerd. Vluchtelingen keren terug uit het buitenland, in de zomer zijn de klassen op de basisschool al weer vol. Een ouder echtpaar schoffelt de tuin om en wijst de plek aan waar bloemen zullen opkomen volgend voorjaar, uiteraard met gele en blauwe bloemen. 

When Spring Came to Bucha is geen pessimistische film, maar eerst en vooral een mooi eerbetoon aan de veerkracht van de Oekraïners. 

 

Liturgy of Anti-Tank Obstacles

Liturgy of Anti-Tank Obstacles
In een atelier waar ze normaal heiligenbeelden maken, beitelen kunstenaars nu stevig in op de beelden. We horen liturgische koorzang, er staat een radio aan met de actuele situatie over de Azovstal-fabriek in Marioepol. De bedoeling is om de kruizen van de beelden los te bikken, die kunnen goed dienst doen als wegversperring.

Het motto van de Oekraïense schrijver Oleksandr Mykhed, waarmee de korte documentaire begint, wordt mooi in beeld gebracht: ‘De taal van de oorlog wordt nu door iedereen gesproken. En elke bajonet, ongeacht wat het is, telt.’

 

Away

Away
De Oekraïense vluchtelingen Andrej en Alisa kopen op de markt een set speelgoedsoldaatjes, eentje lijkt een beetje op Poetin. Ze beschilderen de soldaatjes en leggen ze op een geschilderde landkaart van de Oekraïne, een sterk anti-oorlogsmonument in een park in Boedapest dat de nodige discussie opwekt met nationalistische Hongaren, maar ook tot solidariteit van anderen leidt.

Ze werken in een kinderdagverblijf met Oekraïense kinderen die hun vluchtervaringen vertellen. Ze kijken op een app naar de vliegbewegingen boven hun hoofd, er is geen vliegverkeer meer naar Rusland. Andrej belt geregeld met zijn moeder die in Charkiv is gebleven, waar de stroom weer eens is uitgevallen. 

Away is een intiem hartverwarmend beeld van vluchtelingen, bekroond met de award voor de beste korte documentaire.

 

The Natural History of Destruction

The Natural History of Destruction
Loznitsa’s nieuwste film is gebaseerd op het gelijknamige boek van de Duitse schrijver W.G. Sebald waarin hij de moraliteit van de grootscheepse geallieerde bombardementen op Duitse steden in de Tweede Wereldoorlog aan de kaak stelt.

Het verhaal, misschien beter de argumentatie, wordt in die kenmerkende stijl van Loznitsa langzaam maar zeker en zeer zorgvuldig opgebouwd. We zien vredige plattelandstaferelen, grazende schapen, ganzen. Ook in de stad is het nog rustig, trams rijden door de straten, er is veel winkelend publiek, mensen zitten gezellig in het café, drinken wat, nemen een hap van een taartje, de camera pent door het café strijkt haast achteloos langs een statieportret van Hitler aan de muur. Dan wordt het donker en zien we vanuit de hoogte gefilmd ontploffingen op de grond, enorme rookwolken, een vuurzee. Het havengebied van een Duitse stad is volledig verwoest. Maar we krijgen ook de verwoesting van een Engelse stad te zien. In enorme fabriekshallen zien we merendeels vrouwelijke arbeiders bommen, kanonnen, granaten en ander wapentuig in elkaar zetten. Een ploegje soldaten stapelt de bommen op een lorrie, vervolgens worden ze stuk voor stuk onder de vleugels en in het ruim geladen. Een eskadron van een stuk of twaalf bommenwerpers stijgt op, vrolijk uitgezwaaid door achterblijvende militairen. We zien hoe een volgend bommentapijt gelegd wordt.

Churchill rijdt staande in een auto langs de verwoeste straten, hij spreekt met zijn befaamde toespraken de burgers moed in. Een auto met bedrukt kijkende hoge Duitse legerofficieren rijdt door een compleet weggevaagde woonwijk.

Montgomery houdt op een avond in de officiersmess een peptalk: ‘we weten niet hoe lang het nog zal duren, maar wij zijn veel beter uitgerust, hebben echt veel meer materieel’. De rechtvaardiging van de grootscheepse vernietiging van burgerdoelen wordt gevonden in de overtuiging dat er maar een antwoord op terreur is, namelijk tegen-terreur.

Loznitsa laat de gevolgen van die overtuiging scherp en duidelijk zien. Luchtbeelden van steden waar hele wijken zijn weggevaagd, straten die nauwelijks nog als zodanig te herkennen zijn, minutenlang de puinhopen van verwoeste woonwijken, de burgers, meest vrouwen, die een enorme slinger maken, elkaar een emmer doorgeven om smeulend vuur te blussen, het cynisme van een babylijkje onder kapotgeschoten huisraad.

In het licht van de Russische invasie in Oekraïne en de grootscheepse aanvallen op burgerdoelen en de vernietiging van de infrastructuur is de film een stevig statement in de discussie over oorlogsmoraal. 

 

The Kiev Trial

The Kiev Trial
Babi Jar. Context, Sergei Loznitsa’s film over de grootste massamoord op de Joden in een ravijn bij Kiev die op het vorige IDFA in première ging, eindigde met de onthutsend realistische beelden van de openbare executie van de dertien Duitse oorlogsmisdadigers die verantwoordelijk waren.

The Kiev Trial laat zien wat daaraan vooraf ging, in een hele secce stijl zijn de archiefbeelden van het proces achter elkaar gemonteerd. Januari 1946 komen de vijftien Duitse verdachten de rechtszaal binnen, gaan zitten en worden vervolgens een voor een naar voren geroepen. Stuk voor stuk geven ze aan dat ze schuldig zijn aan de aanklachten, een enkeling pleit op een aantal punten onschuldig.

Hen wordt in detail gevraagd naar hun daden in Meletopol, Rovno, Novomoskovsk en nog een reeks andere plaatsen. Nee, er is maar 75 procent van het goud van de Joden in beslag genomen; en nee, die 120 doden vielen niet allemaal op een dag; ja, er waren in bijna alle gevallen ook vrouwen en kinderen onder de slachtoffers. Een aantal getuigen vult het nog aan of corrigeert een enkel feit. En er is het verbijsterende getuigenis van de vrouw die zich urenlang tussen de lijken in het ravijn bij Babi Jar verborgen wist te houden en pas aan het eind van de dag in het donker naar boven wist te klimmen.

Het is een van de weinige punten in de film waarop je nog wat emotie hoort. Alleen bij het horen van de strafeis, dood door ophanging, klinkt applaus. Net als het publiek in de rechtszaal zit je met verbijstering maar ook met fascinatie naar het proces te kijken. De veroordeelden horen onbewogen het vonnis aan en geven desgevraagd aan dat ze de straf gerechtvaardigd vinden.

En ook de uitvoering is een haast klinische aangelegenheid. Het Kalininplein is op die zaterdagmiddag in februari 1946 vol, heel Kiev is uitgelopen om de executie mee te maken. En dan zie je ze weer op het schavot worden geleid, dezelfde beelden als in Babi Jar. Context. Nu komt het misschien nog veel duidelijker in beeld, beelden die nog wel even op je netvlies blijven hangen.

 

Manifesto

Manifesto
Angie Vinchito, ongetwijfeld een schuilnaam, schetst met deze found footage-montage van YouTube- en TikTok-filmpjes een grimmig beeld van het opgroeien van Russische jongeren. Manifesto begint nog luchtig: meisjes en jongens staan op, laten zien hoe ze hun tanden poetsen, gaan onderweg in de metro, dreigen te laat te komen op school, maar dat deert niet want het is toch het eerste uur en de docent is ook niet altijd op tijd.

Maar in de klas is het zelden normaal, ze worden uitgescholden als ze niet snel of goed genoeg antwoord geven, vernederingen zijn aan de orde van de dag, sommige docenten, ook vrouwelijke laten de handen wapperen. Er wordt ze de Russische normen en waarden bijgebracht, homoseksualiteit is uit den boze, bij meisjes wordt de onderdanigheid er in gestampt: ‘een vrouw moet altijd klaar staan wanneer de man dat wil’. Er heerst een onveilig en onzeker klimaat. Wanneer ze aan een evacuatie meedoen, is velen niet duidelijk of het nu een oefening of gewoon echt is. Even later trekt een losgeslagen jongen schietend en schreeuwend door het schoolgebouw een stuk of twintig slachtoffers achterlatend.

Anderen komen in aanraking met de politie omdat ze meedoen aan een demonstratie, worden hardhandig opgepakt omdat ze steun aan oppositieleider Navalny hebben betuigd of zich tegen ‘de speciale operatie in Oekraïne’ hebben uitgesproken. Een meisje met uitgelopen mascara maakt snikkend haar diepe excuses aan de Tsjetsjeense leider en Poetinvazal Ramzan Kadyrov die ze kennelijk beledigd heeft.

Manifesto krijgt een huiveringwekkende ontknoping met het stel Denis en Katya die na het plegen van een grove misdaad in een vakantiehuisje met het geweer in de hand de komst van de Speciale Interventie eenheid afwachten. Deze docu schetst een weinig hoopvol beeld van de nieuwe generatie jonge Russen. De film won de Envision Competition.

 

19 november 2022

 

IDFA 2022 – Deel 1: Openingsfilm
IDFA 2022 – Deel 2: Azië, anders
IDFA 2022 – Deel 3: Muziekdocumentaires
IDFA 2022 – Deel 4: Mensen aan het werk
IDFA 2022 – Deel 6: Pioniers
IDFA 2022 – Deel 7: Een zee van experimenten

 


MEER FILMFESTIVAL

IDFA 2022 – Deel 3: Muziekdocumentaires

IDFA 2022 – Deel 3:
Muziekdocumentaires

door Jochum de Graaf

Spraakmakende muziekdocumentaires zijn zo langzamerhand een vast onderdeel van IDFA. Dit jaar is er een mooi eerbetoon aan drie zangeressen, krachtige persoonlijkheden die ieder op eigen wijze een belangrijke rol in de geschiedenis van hun land speelden. Daarnaast spreekt de actuele geschiedenis van een lied, het verhaal van een legendarische rockster en een rockster die de politiek ingaat zeer tot de verbeelding.

 

Miúcha, The Voice of Bossa Nova

Miúcha, The Voice of Bossa Nova
Van de drie films over zangeressen is dit de muzikaalste. De rol van Heloïsa Buarque de Hollanda, een naam die ze veranderde in de artiestennaam Miúcha, is altijd onderbelicht gebleven. In de film, gemaakt na haar overlijden in 2018 door haar neef Daniel Zurvos, vertelt ze aan de hand van dagboekfragmenten, brieven aan familie en geliefden, fraaie collages van haar aquarellen en niet te vergeten in vele songs uit haar bewogen carrière haar levensgeschiedenis.

Ze groeit in de jaren vijftig op in een artistiek gezin in de culturele elite van Sao Paulo. Een bezoek van Jean-Paul Sartre en vooral van Simone de Beauvoir, wegbereider van het feminisme, maakt diepe indruk op haar. Het is een belangrijke reden om in 1960 in Parijs te gaan studeren, de tijd van het existentialisme. Min of meer toevallig rolt ze in de muziek, gaat optreden in cafés van Saint-Germain des Prés en ontmoet zo João Gilberto, de grondlegger van de bossanova, de lome jazz op het ritme van de samba, die zo goed bij dat tijdperk paste.

Het levert mooie scènes op van de bohemiens, zwart-wit beelden van rokerige etablissementen met veel drank en gelach, een instructie hoe je de bossanova zou moeten dansen. Ze  trouwen en gaan in 1965 naar New York waar Gilberto al gauw furore maakt, ze krijgen een dochter, maar een gelukkig huwelijk wordt het niet. In 1971 scheiden ze, maar blijven wel samenwerken.

In 1975 maakt Miúcha haar platendebuut op het album The Best of Both Worlds, dat Gilberto samen met jazzgrootheid Stan Getz opneemt. Uit de beelden van de opnamen komt Gilberto naar voren als een jaloerse, autoritaire man, je ziet hem valsig naar haar kijken, telkens corrigerend dat ze iets te langzaam of juist iets te hard zingt. Miúcha kijkt zelf er met de nodige verbazing op terug dat juist zij als verondersteld feministe zich zo volgzaam en dienstbaar aan zijn carrière opstelde. Ze beschuldigt hem van het regelrecht stelen van melodieën die zij bedacht heeft.

Het keerpunt bereikt ze wanneer ze een aantal jaren later gaat samenwerken met andere sleutelfiguren uit de bossanova: Tom Jombim, Vinicius de Moraes. Ze beleeft het zelf als een sprookje dat haar lijkt te overkomen. Haar vorige leven met Gilberto vervaagt meer en meer, ze vraagt zich op een gegeven moment af of hij wel echt bestaan heeft of misschien is verzonnen. De film ontrukt de vrouw die met alle grootheden van de bossanova gewerkt heeft voorgoed aan de vergetelheid.

 

Cesária Évora

Cesária Évora
Het zijn de voeten, brede, blote, platte voeten, uitstekend onder een lange wijde bloemetjesjurk. De camera brengt ze in de beginscène langzaam uitzoomend in beeld. En dan is er die stem, die krachtige diepe emotie rakende stem die een weemoedig, melancholisch lied inzet. Het is meer strompelen dan lopen als ze het podium opkomt, van een swingend voorkomen moet ze het niet hebben. Maar zo gauw ze haar mond opendoet, weet je, hier staat een persoonlijkheid die een hele cultuur een stem geeft. Cesária Évora is de folkzangeres die vrijwel in haar eentje de morna – de blues met klarinet, viool, piano percussie van Kaapverdië – op de wereldkaart zette.

In haar jeugd, ze is van 1941, heeft ze al vroeg de zorg voor haar blinde moeder, wordt in een door strenge nonnen geleid weeshuis geplaatst. Eenmaal volwassen leeft ze elf jaar in zelfverkozen isolatie, waar ze door een paar bevriende muzikanten uit verlost wordt. Tot haar vijftigste blijft ze in een ernstig vervallen huisje bij het strand zonder water en elektra wonen. In beperkte kring geniet ze dan enige bekendheid met optredens op bruiloften en partijen. Het is de ontmoeting, eind jaren tachtig, met muzikant José da Silva, die haar carrière een enorme boost geeft, hij ziet in haar een Kaapverdische Billie Holiday of meer nog misschien Edith Piaf. Haar eerste album La Diva aux Pieds Nus (1988) wordt in Frankrijk uitgebracht en zorgt voor een enorme doorbraak.

Maar het grote succes verandert haar niet. Ze blijft met haar blote voeten op de grond staan, heeft altijd geboorte-eiland Sao Vicente in haar hart, verloochent nooit haar afkomst. Op tournee komt er meestal cachupa, het traditioneel Kaapverdische bonengerecht, op tafel. In het begin laat ze zich in baar geld uitbetalen om aan familie en vrienden uit te delen. Na een Amerikaanse tournee gaan er acht grote koffers met cadeaus en geschenken mee naar huis. En op Sao Vicente is ze dan gewoon weer Cesária, Cive, de eenvoudige volksvrouw die blootsvoets op het strand met een kip in haar hand loopt.

Cesária Évora vertelt ook over haar podiumangst, het vele roken en drinken waar ze maar moeizaam vanaf komt. Met het verstrijken der jaren wordt haar stem droeviger, vanaf 2005 gaat het met de gezondheid bergafwaarts. Ze krijgt een aantal beroertes, wordt als bipolair gediagnosticeerd, later manisch depressief, toeren gaat niet meer. In 2009 neemt ze nog wel een album op, na een volgende beroerte moet ze in september 2011 haar carrière beëindigen. Een paar maanden later overlijdt ze aan hartfalen. Er volgt een maand van nationale rouw, er wordt een vliegveld naar haar genoemd en de morna wordt op de Werelderfgoedlijst van Unesco geplaatst. De film is een prachtig innemend portret van de koningin van het Kaapverdische levenslied.

 

Nothing Compares

Nothing Compares
Voor Sinead O’Connor was het nooit de bedoeling geweest popster worden. Maar het betekende voor haar wel de ontsnapping aan het streng katholieke milieu, de bevrijding van een onveilige jeugd met een gewelddadige moeder. Op haar veertiende wordt ze op een katholieke tuchtschool geplaatst, liefdeloos regime van nonnen. Als ze een paar jaar later op een minder strenge kostschool terechtkomt, krijgt ze de kans om in schoolbandjes op te treden en vestigt zich na een aantal bandwisselingen in Londen in 1986. Ze is dan net twintig. Een jaar later komt haar debuutalbum The Lion and the Cobra uit, waarop hits als Mandinka, Jerusalem, Troy. Ze wordt alom als een groot aanstormend talent gezien.

Maar ze gaat altijd haar eigen weg, recalcitrant als ze is, zet ze zich af tegen het uiterlijk vertoon waar rockstars op beoordeeld worden en scheert haar hoofd kaal, wat voor altijd haar handelsmerk zal blijven. En dan krijgt ze in 1990 die megahit Nothing Compares 2U, een cover van Prince, met een iconische videoclip waarin ze alle ellende van zich afzingt. Het levert haar wereldroem op, het nummer staat in alle belangrijke hitparades wekenlang bovenaan en is nog steeds bovenaan in alle oudejaarslijstjes te horen.

Nothing Compares focust op de vijf jaar vanaf debuutalbum en de optredens najaar 1992 die niet alleen Sinead O’Connors wereld volledig op zijn kop zouden zetten. Regisseur Kathryn Ferguson bouwt langzaam op naar die bepalende momenten. We horen Sinead buiten beeld commentaar geven op haar jeugd, de scheiding van haar ouders, het verstikkende katholieke klimaat in Ierland, de ontwikkeling van haar muzikale carrière. Begin oktober ’92 wordt ze uitgenodigd voor de populaire Saturday Night Life, ze brengt Bob Marley’s strijdlied War ten gehore en tot ontsteltenis van publiek en presentator pakt ze een foto van paus Johannes Paulus II en scheurt die voor het oog van de camera in stukken. Het is haar protest tegen het misbruik van kinderen door de katholieke geestelijkheid waar op dat moment nog maar weinig mensen zich druk om maken. Zonder haar actie zou er in Ierland in 2019 niet de verrassende uitslag van het referendum hebben plaatsgevonden waarbij abortus en homohuwelijk voortaan werden toegestaan.

De film is een geweldig en mooi ontroerend eerbetoon aan de Sinead O’Connor van 1992, die haar tijd ver vooruit was en de misstanden in de katholieke kerk aan de kaak stelde, twintig jaar voor de wereldwijde schandalen van kindermisbruik door katholieke geestelijken tot uitbarsting kwamen en de kerk diep door het stof moest.

Nothing Compares eindigt met een concertopname, januari 2020. Sinead zingt in een lichaamsbedekkend felblauw gewaad met een soort hoofddoek half over haar nog steeds kale hoofd Thank You For Hearing Me, een krachtig slotstatement. De film vermeldt evenwel niet dat Sinead zich in 2019 tot de islam bekeerde. En dat doet toch afbreuk aan het beeld van de vrouw die een moedige baanbrekende strijd tegen de autoritaire katholieke kerk voerde en nu haar heil in een niet minder autoritair en patriarchaal geloof lijkt te zoeken.

 

Bella Ciao

Bella Ciao
Bella Ciao begint sterk, met beelden van een moskee in de Turkse stad Izmir, waar in plaats van de eentonige oproep tot gebed het vrolijke Bella Ciao uit de speakers komt. Een vermetele actie die tot veel tumult in conservatieve moslimkringen leidt, ook president Erdogan spreekt zijn scherpe veroordeling uit. De argeloze Banu Özdemir die de opname op haar Facebookpagina zette, vertelt hoe ze wordt bedolven onder de haatreacties, opgepakt en langdurig verhoord en zelfs tot drie jaar gevangenisstraf wordt veroordeeld.

Bella Ciao wordt als hét lied gezien van verzet, de strijd tegen onrecht, niet alleen in Italië, ook in landen als Syrië en Irak. We zien een Koerdische vrijheidsstrijdster die vertelt hoe het een rol speelde in de strijd tegen IS rond de bevrijding van Kobani en ook bij de bevrijding van Mosul, Irak, eveneens door Koerdische milities speelde het een belangrijke rol.

Uitgebreid komt de muzikale herkomst van het lied aan de orde, was het misschien al in de 19e eeuw te horen, komt het wellicht uit de Klezmer-traditie. Hoofdmoot van de film is de discussie tussen wetenschappers en musicologen over de vraag of het lied nu hét strijdlied van de partizanen in de Tweede Wereldoorlog was, die het fascistisch regime van Mussolini omver wisten te werpen. Daar lijkt het op, maar dan zien we een oude dame, geboortejaar 1933, die met tranen in de ogen volhoudt dat het voor haar man en zijn medepartizanen wel degelijk de motivator voor hun strijd was.

De tekst wordt aan een uitgebreide exegese onderworpen, de populariteit mede verklaard door het gebruik in de populaire serie La Casa de Papel. Bella Ciao is een onderhoudende film over een liedje dat keer op keer bij opwindende gebeurtenissen zal opduiken en dan opnieuw weer dagenlang in je hoofd blijft zitten.

 

Bobi Wine: The People’s President

Bobi Wine: The People’s President
Met wat goede wil zou je Bobi Wine ook een muziekdocumentaire kunnen noemen. De film is in eerste aanleg een verslag van de campagne van Robert Kyakulaniy, alias Bobi Wine, een van de populairste popsterren van Oeganda, om vanaf 2015 president te worden. Zittend president Yoweri Museveni is dan al dertig jaar aan de macht en mag zich volgens de grondwet niet meer herkiesbaar stellen. Bobi Wine ziet hierin een kans om verandering te brengen en besluit in de politiek te gaan. Museveni wil echter ondanks eerdere toezeggingen geen afstand van de macht doen en wil zich via een grondwetswijziging toch weer kandidaat kunnen stellen. In de protesten die met veel geweld en zo’n vijftig doden gepaard gaan, wordt ook Bobi Wine, die dan als parlementslid is verkozen, opgepakt en in elkaar geslagen. Museveni produceert door het invoeren van een soort staat van beleg en het uitschakelen van internet een voor hem positieve uitslag in het referendum, waardoor hij op kan gaan voor een vijfde termijn bij de presidentsverkiezingen van 2019.

Bobi Wine presenteert zich als tegenkandidaat en weet opnieuw massa’s mensen in beweging te krijgen. Vanzelfsprekend krijgt hij het weer zwaar te verduren in een campagne met opnieuw veel geweld en vervolging, traangas dat recht in het gezicht van demonstranten wordt gespoten en wederom tientallen doden.

Bobi Wine: The People’s President is een tamelijk lineair verhaal. We volgen Bobi Wine op de voet, van zijn jeugd in de sloppen van hoofdstad Kampala, waar hij door zijn muzikale carrière aan kan ontsnappen, zijn huwelijk met de prachtige uit hogere kringen afkomstige Barbie, zijn politieke strijd eerst als parlementslid en vervolgens presidentskandidaat. Enig minpuntje wellicht dat die strijd vooral wordt ingezet tegen het machtsmisbruik, de fraude en corruptie van het Museveni-regime en inhoudelijke standpunten over de belabberde staat van het onderwijs, de zorg, de strijd tegen de armoede, in het land waar meer dan zestig procent van de bevolking onder de twintig is, niet of nauwelijks aan de orde komen.

Maar de film wordt overeind gehouden door de geweldige soundtrack en de aanstekelijke rally’s waarmee enorme mensenmassa’s gemobiliseerd worden. De swingende Bobi met zijn rode baret en overall die de menigte tot groot enthousiasme weet te brengen. Met songs als Fighting for Freedom en Stand for the Constitution weet hij de hoop op een betere wereld levendig te houden. Muziek is echt een wapen in de politieke strijd.

 

Personality Crisis: One Night Only

Personality Crisis: One Night Only
David Johansen is tegenwoordig een geweldige crooner geworden. Op de vooravond van zijn 72e verjaardag geeft hij als zijn alter ego Buster Poindexter een geweldig optreden in de sfeervolle New Yorkse club Café Carlyle. Fijne vetkuif, zonnebril, getrimd snorretje, pochetje in de borstzak, af en toe zippend uit een longdrinkglas.

Tussen de nummers door achterover leunend tegen de vleugel worden we meegenomen in een ruim overzicht van zijn muzikale carrière. Begin jaren zeventig maakte hij furore als voorman van de legendarische punkband The New York Dolls. Een commercieel succes werd het nooit, maar de invloed op de popmuziek kan moeilijk onderschat worden. ‘We were a bands band’, zegt Johansen, ‘zonder The Dolls geen Ramones’. ‘Glampunk’ werd het genoemd, ruige nummers gespeeld door mooie jongens die zich hoerig androgyn uitdosten en ook nog eens Dolls noemden.

Midden jaren zeventig verlaat hij de band en gaat verder met The David Johansen Group en speelt meer jazzy nummers en experimenteert met Afrikaanse ritmes. In de jaren tachtig creëert hij zijn alter ego Buster Poindexter, waarmee hij vergezeld van zijn band The Horns met een mix van traditionele pop, swing en novelty songs het tot huisband van Saturday Night Live weet te schoppen. Hij gaat dan ook acteren en stort zich begin van deze eeuw op de blues met The Harry Smiths om aan het eind van de jaren tien met zijn oude strijdmakkers Sylvain Sylvain en Arthur Kane een aantal reünie-albums van The New York Dolls op te nemen.

Een muzikale kameleon wordt hij genoemd en we zien hem in zijn vele gedaanteverwisselingen, maar de titel van de film, Personality Crisis, is een van de hits van The Dolls, moet niet al te letterlijk genomen worden. David Johansen kan beter worden omschreven als muzikaal genie die er telkens in slaagt zich opnieuw uit te vinden, met een stijl die bij zijn leeftijd hoort.

Uitgebreid wordt stilgestaan bij zijn liefde voor Maria Callas. We zien beelden van Buster Poindexter die op een Oudejaarsavond in de jaren tachtig het Waldorf Astoria op zijn kop zet. In de vele archiefbeelden is hij meermaals te gast bij Jools Holland. De Britse zanger Morissey verklaart zijn adoratie voor Johansen, hij was op zestienjarige leeftijd de president van Britse fanclub van The New York Dolls. Maar het mooist zijn de beelden van het concert in Cafe Carlyle, sfeervol en intiem gefilmd in een co-regie van Martin Scorsese en David Tedeschki. Een geweldige belevenis om daar bij geweest te zijn.

 

16 november 2022

 

IDFA 2022 – Deel 1: Openingsfilm
IDFA 2022 – Deel 2: Azië, anders
IDFA 2022 – Deel 4: Mensen aan het werk
IDFA 2022 – Deel 5: Oekraïne 
IDFA 2022 – Deel 6: Pioniers
IDFA 2022 – Deel 7: Een zee van experimenten

 


MEER FILMFESTIVAL

IDFA 2022 – Deel 1: Openingsfilm

IDFA 2022 – Deel 1: Openingsfilm
All You See

door Jochum de Graaf

Woensdag 9 november gaat het 35ste IDFA van start met een overweldigend aanbod van 294 documentaires. Het programma telt zeventien onderdelen en IDFA’s partners pakken uit met maar liefst 27 selecties. Met onze 33 IDFA-tips kreeg de bezoeker al een duidelijk compact overzicht. We trappen onze serie verslagen af met de openingsfilm All You See (Al wat je ziet), die tegelijk in 35 theaters wordt uitgebracht en 23 november bij 2Doc te zien zal zijn.

De film heet een onderzoek naar wat het betekent om aan de projecties van anderen onderworpen te zijn. ‘Wat als je van de ene op de andere dag niet meer wordt gezien, maar wel wordt bekeken? Ben je dan wie je was of wie je bent geworden?’ Documentairemaker Niki Padidar (Ninnoc, ANNA: Status en ook tv-programma De Dokter Corrie Show) kwam op haar zevende vanuit Iran naar ons land en ook de andere hoofdrolspeelsters hebben een migratieachtergrond.

All You See

Identiteit
We maken kennis met de Somalische Khadija die al 27 jaar in ons land woont en nog steeds als nieuwkomer bejegend wordt, peuter Sophia die pas sinds kort vanuit Engeland naar hier gekomen is en tiener Hannah uit Oekraïne die de neiging heeft zichzelf weg te cijferen en vlucht in de cartoonwereld. De 7-jarige Dewi Bus speelt scènes waarin Niki Padidar buiten beeld haar eigen ervaringen verwoordt.

Die centrale vraag naar identiteit – wie je bent of wat je wilt zijn, naar gezien willen worden maar constateren dat je slechts bekeken wordt – levert navrante, soms ook tragikomische observaties van onze samenleving op. Khadija die twee, drie keer per dag (sinds haar komst al zo’n 40.000 keer, zo berekent ze) vragen krijgt als ‘Waar kom je vandaan, nee, waar kom je oorspronkelijk vandaan? Woonden jullie daar nog in een hut? Ben je besneden? Zijn alle drie jouw kinderen van dezelfde vader?’

Ze vertelt het onthutsende verhaal over de nieuwe buurvrouw die nadat ze uit de deur van haar nieuwe koophuis in Rotterdam-Noord komt doodleuk opmerkt ‘ik wist niet dat ze hier ook huurhuizen hebben’. De peuter Sofia die van haar klasgenootjes tips krijgt om aan Nederland te wennen: ‘zo doen wij dat hier.’ Je ziet haar ineenkrimpen als ze gestoken in een wollige trui het advies krijgt om geen warme kleren aan te doen wanneer de andere kinderen in korte mouwen lopen. En de goedlachse Hannah die over haar moeite met de taal vertelt, de ‘grammatische fouten die ik maakte toen ik schreef deze gedicht’. Ze leert heel veel door strips te bestuderen, probeert zich de straattaal eigen te maken, maar voelt zich vooral toerist, zo voelt ze zich ook bejegend.

Niki Padidar zelf vertelt met archiefbeelden van Iran, nagespeelde scènes van haar schooltijd in Nederland, haar geschiedenis, haar opa die overleed een dag nadat ze na zoveel jaar terug gingen naar Iran, haar oma die kort daarop overleed, dat ze nu niet meer in oorlog leeft, maar ook geen familie meer heeft. ‘Ik voel me  verbonden met Nederland, maar ik voel me nul Nederlands.’

De verbazing over die kleinzielige Nederlanders. Khadija vertelt over de collega die twee dagen vrij neemt om bij te komen van het overlijden van haar fret. ‘Fred?’, denkt ze, ‘wie is die Fred, ze was toch met een ander?’. De andere collega die een half jaar uit de running was vanwege een verbroken relatie. Zelf was ze van dichtbij getuige van onthoofdingen. 

All You See

Vervreemding
All You See is een film over vervreemding, letterlijk en figuurlijk. Verstilde beelden van onder een viaduct, van een drone die laag over een polderlandschap scheert, de woeste zee bij de Oosterscheldekering, het onvermijdelijke aquarium, het slotbeeld van een in groothoek gefilmde provinciale weg waar in de verte een meisje aan komt lopen. De metafoor van de Hollandse hokjesgeest die je nauwelijks kan ontgaan met de protagonisten elk in een kale, grijze, betonnen kamer, die ze op hun eigen manier met persoonlijke houdingen en gedragingen proberen in te kleuren. Maar veel verder dan deze symboliek en dat gevoel van vervreemding komt de film niet. Onbevredigend ook dat einde met het voorlezen van een gedicht over ‘feeling at home’ en de niet goed te volgen tekst van Beforever like the curse van singer-songwriter Fink.

All You See is een stuk minder indringend dan Four Journeys, de opening van IDFA 2021 waarin Louis Hothothot zijn migratiegeschiedenis vanuit China onderzocht. En het is misschien wel zo aangenaam dat een controverse als bij de films van Sunny Bergman, die soortgelijke thema’s van integratie en migratie behandelt, uit zal blijven. Maar de film mist vooral urgentie, hij spreekt niet of nauwelijks aan en blijft steken in een vaag gevoel van vervreemding. Hebben we hier met een probleem te maken? Hoe groot is dat dan wel? Moet of kan er wat aan gedaan worden? En dat thema van gezien willen worden maar alleen maar bekeken worden, van wie je bent en wie je wilt zijn, is dat niet ook van toepassing op allerlei andere groepen die in hun coming of age met hun identiteit worstelen?

 

8 november 2022

 

IDFA 2022 – Deel 2: Azië, anders
IDFA 2022 – Deel 3: Muziekdocumentaires
IDFA 2022 – Deel 4: Mensen aan het werk
IDFA 2022 – Deel 5: Oekraïne 
IDFA 2022 – Deel 6: Pioniers
IDFA 2022 – Deel 7: Een zee van experimenten

 


MEER FILMFESTIVAL

Moonage Daydream

****
recensie Moonage Daydream
Overweldigende visuele en artistieke ervaring

door Jochum de Graaf

Je zou denken dat Francis Whately met zijn documentaire-trilogie Five Years (2013), The Last Five Years (2017) en Finding Fame (2019) het leven van David Bowie al behoorlijk gedocumenteerd heeft. Brett Morgen voegt daar met Moonage Daydream een nieuwe en bijzondere kijk op leven en werk van het grote Engelse popicoon aan toe. Het resultaat van vijf jaar arbeid is een overweldigende visuele en artistieke ervaring.

Het verfrissende aan Moonage Daydream is dat het geen documentaire met pratende koppen is. Morgen vertelt zijn verhaal door Bowie zelf aan het woord te laten in de vele charmante en humorvolle interviews en met het enorme voorradige archiefmateriaal alle aspecten van zijn kunstenaarschap te belichten. Maar dan nog zou je het een en ander verwachten over zijn vriendschap met Marc Bolan, dat andere grote idool van de glamrock, en ook de samenwerking met Iggy Pop, eveneens van groot belang in Bowies carrière. Ook zijn persoonlijke leven, zijn eerste huwelijk met Angie en zijn beide zoons blijven onbelicht.

Moonage Daydream

Beatniks
Brett Morgen laat Bowie vertellen hoe hij geworden is tot de persoon die hij wilde zijn. Maar vooral werpt de documentaire een nieuw licht op de ontwikkeling van misschien wel (op The Beatles en The Stones na) de grootste superster van de rock-‘n-roll. Bowie vertelt dat hij toen hij een jaar of dertien was Fats Domino zag optreden en er niets van begreep waar die man over zong en wat hem zo populair maakte; het was wel een enorme stimulans om die voor hem geheimzinnige wereld te willen ontdekken en er zelf wat in te gaan betekenen.

In het middenklassengezin in de Londense wijk Brixton waar hij opgroeide, was halfbroer Terry van beslissende invloed: hij zette de jonge David op het spoor van de beatnikgeneratie en liet hem On the Road van Jack Kerouac lezen. Het was het begin van het avontuur waarin David zichzelf en de wereld wilde ontdekken, een nieuwe taal vinden om zich uit te drukken. Een groot deel van zijn mentaliteit ontleende Bowie aan het werk van de legendarische dichter William S. Burroughs.

Experimenten
Bowie die telkens het avontuur opzoekt, ‘het sociale leven verkennen op obscure plekken’, op zoek naar de absolute waarde van het leven. Bowie die aangeeft dat hij een enorme hekel had aan Los Angeles maar er vervolgens drie jaar ging wonen om te ontdekken of en waar die weerzin vandaan kwam. Natuurlijk komt de artistiek gezien meest interessante periode in de jaren zeventig in Berlijn aan de orde, waar hij van zijn overmatige drugsgebruik wilde afkomen, zich onderdompelde in het culturele leven van de meest opwindende stad van de Koude Oorlog.

Het waren de jaren van experimenteren met elektronische muziek, de samenwerking met inspirator Brian Eno, en de albums Low, Lodger en Heroes die tot zijn meest invloedrijke moeten worden gerekend. Op zijn 33ste had Bowie 17 albums uitgebracht, was al die tijd rusteloos bezig zichzelf te vernieuwen, constant opnieuw uit te vinden. Pas na zijn 35ste kreeg hij een beetje door wie hij werkelijk was en vertelt hij over de rust in zijn leven die hij vond na de ontmoeting met zijn tweede vrouw, Iman.

Androgyn
Moonage Daydream brengt ook de andere kanten van Bowie’s kunstenaarschap in beeld. Zoals zijn acteertalent met befaamde rollen in The Man Who Fell to Earth (1976) en Merry Christmas Mr. Lawrence (1983). We zien prachtige animaties en beeldcitaten van Stanley Kubricks 2001: A Space Odyssey (1968), waar zijn eerste hit Space Oddity uit voortvloeide, en uit films van Fritz Lang en Georges Mèliés, maar ook verloren gewaande beelden van Bowie in de Berlijnse Hansa Studios.

Daarnaast komt zijn voorliefde voor kunst aan de orde. Bowie was niet alleen een verwoed verzamelaar, zijn eigen schilderijen, kleurrijke en soms duistere collages en abstracte beeldhouwwerken zijn voor het eerst te zien. Het is niet onterecht dat hij zich gedurende zijn leven niet al te prominent op die kant van zijn talenten liet voorstaan.

David Bowie is natuurlijk vooral bekend door zijn extravagante kleding en make-up, het spelen met seks, zijn androgyne persoonlijkheid en de verschillende gedaanten die hij op het podium aannam. Jammer genoeg missen we een zelfanalyse van personages als Hunky Dory, Aladdin Sane, Halloween Jack, Ziggy Stardust en The Thin White Duke met een reflectie op de aantijging van diens autoritaire, vermeend rechtse karakter.

Moonage Daydream

Veel critici zien al die gedaanteverwisselingen als caleidoscopisch, als uiting van zijn eclecticisme. In de film wordt wel duidelijk dat Bowie in die personages zowel de tijdgeest wist te vatten als daar een enorme invloed op uitoefende. ‘Ik ben een goede observator’, stelt hij, ‘ik kan goed de essentie van een jaar samenvatten’. Verderop in de film omschrijft hij zichzelf als ‘canvas’, het doek waarop het leven geschilderd moet worden.

Messiasfiguur
Aan het begin en het eind van Moonage Daydream is Bowie esoterisch met zijn eigen invulling van het gedachtegoed van filosoof Nietzsche. ‘There is no beginning, there is no end’. De song Moonage Daydream, van het album The Rise and Fall of Ziggy Stardust and The Spiders from Mars, waar de film zijn titel aan ontleent, gaat over een buitenaardse messiasfiguur die de wereld komt behoeden voor een aanstaande ramp. Bowie heeft natuurlijk wel trekken van een messiaanse figuur. In de ronkende promotie van de film wordt gesteld dat de film dient ‘als een gids voor een leven dat zinvol is’ en ook ‘voldoening geeft in de 21ste eeuw’. Die kenschets is toch zwaar over de top, maar een fascinerend en overweldigend portret van de man die in navolging van Nietzsche vond dat de mens als het ware boven zichzelf moet uitstijgen om zijn overlevingskansen te vergroten, is het zeker.

 

14 september 2022

 

ALLE RECENSIES