Kaspar Hauser (1974) door de ogen van Werner Herzog

Kaspar Hauser door de ogen van Werner Herzog

door Bob van der Sterre

Kaspar Hauser. Opeens was hij daar, staand op een plein met brief in de hand. Het mysterie uit de negentiende eeuw prikkelde sindsdien veel onderzoekers, schrijvers en filmmakers. En ook Werner Herzog in 1974, die de film Jeden für sich und Gott gegen allen maakte.

Een van de oudste, onvervalste mysteries is het ter wereld komen van Kaspar Hauser. Niet als baby maar als zestienjarige jongen die in 1828 stilstaand met een brief in zijn handen wordt aangetroffen op een marktplein in Nürnberg. Een brief waarin staat dat hij vondeling is geweest en dat hij cavalerist wil worden. Hij herhaalt alsmaar één zin.

Geen wonder. Hauser bleek zijn hele leven gevangen te zijn geweest en had nooit andere mensen gezien, huizen, bomen, wolken, of wat dan ook. Alleen een mysterieuze bezoeker vlak voor zijn vertrek, die hem zijn naam leerde schrijven. Kaspar heeft de intellectuele ontwikkeling van een vierjarige en lopen gaat slecht. De raadsels stapelen zich op: waar komt hij vandaan, wat is zijn leven geweest, en waarom heeft hij die brief bij zich?

Kaspar Hauser

Kaspar belandt in de gevangenis: een veilige plek voor hem. De gevangenisbewaarder en zijn kinderen leren hem de Duitse taal. Hij wordt een bezienswaardigheid, ‘kind van Europa’ wordt zijn bijnaam. Er volgen roddels over zijn afkomst. Hij krijgt verschillende pleegouders, waaronder de Britse aristocraat Stanhope, die een twijfelachtige rol zou spelen in zijn leven. Kaspar gaat zijn eigen biografie schrijven. En dan opeens die aanslag.

Herzogs versie van een mysterie
Wat is er meer nerdy dan een film kijken met Engelstalig commentaar van Werner Herzog zelf? Twee keer plezier voor de prijs van een.

Over Kaspar Hauser is heel veel geschreven. Hij vormt een heuse Hauserlegende. Maar Herzog wilde geen theorie uiten zoals velen voor hem. (De voornaamste: men dacht dat Hauser de zoon was van prins Karl van Baden en de nicht van Napoleon, Stéphanie de Beauharnais, en dus toekomstig troonpretendent voor het hertogdom van Baden; hij zou opzettelijk omgewisseld zijn bij geboorte met een doodzieke baby; gedaan door iemand van het hof van Baden om de eigen erfgenamen kansrijk te maken; die dus de echte troonpretendent verstopte tot hij wat ouder was en een anoniem bestaan kon krijgen; twee DNA-onderzoeken van Hausers bloed en moderne afstammelingen uit 1996 en 2002 hebben het over 99 en 99,2% verwantschap; het enige wat vrijwel zeker is, is dat Hauser echt jarenlang zat opgesloten, vermoedelijk in de kelder van een slot genaamd Pilsach.)

Herzog wilde wat er gebeurd was veranderen in een interessante, filosofische film. Wie zijn wij, hoe leren we wat wij zijn? Herzog: ‘De maatschappij vervormt ons; Hauser is de enige die echt zichzelf is.’

Herzog gebruikte als bron onder andere het boek van de onderzoeksrechter in Ansbach en tijdgenoot van Kaspar, Anselm von Feuerbach. ‘Maar ik weigerde hele bibliotheken te lezen.’ Hij had ook het Hausermuseum in Ansbach nooit bezocht. Herzog wilde geen biografie maken maar een speelfilm. Hij nam hier en daar bewust een flink loopje met de werkelijkheid. Als hij het filmisch genoeg vond, was hij ook juist soms vrij exact.

Bruno S. in de huid van Kaspar
De film won in Cannes drie prijzen en dat kwam vooral door de acteur die Hauser speelt: Bruno S.. Herzog wist na het zien van de documentaire Bruno der Schwarze (1970) dat hij geknipt was voor de rol. Intuïtie volgens hem, ‘ik heb daar een oog voor’ meldt hij in de dvd. We kunnen hem geen ongelijk geven voor deze film.

Bruno had een andere maar soortgelijke geschiedenis als Hauser. Hij was een ongewenste zoon van een prostituee, die hem sloeg, deels doof maakte, waarna hij jarenlang van het ene tehuis naar het andere ging, regelmatig op de vlucht sloeg, vluchtadressen afwisselde met jeugdgevangenissen. Hij zal een van de weinige acteurs zijn geweest die met zijn kostuumkleding aan sliep zodat hij meteen het raam uit kon springen als er op de deur werd geklopt, dat had hij zichzelf nou eenmaal aangeleerd.

Zoals alles met Kaspar geduldig moest worden aangepakt, moest ook Herzog langzaam het vertrouwen winnen van Bruno. De crew moest soms de opnamen onderbreken om aandachtig naar Bruno’s verhalen te luisteren. Bruno was in de oorlog door de nazi’s misbruikt voor experimenten. Er is ook niets voor niets alleen een S. (hij heette Schleinstein) als achternaam want Bruno wilde geen beroemdheid worden. ‘De onbekende soldaat van cinema’, zegt Herzog, die met hem ook Stroszek zou maken, losjes gebaseerd op eigen ervaringen van Bruno. Later in zijn leven werd hij nog een outsiderkunstenaar en exposeerde hij in New York. Om de biografie af te maken: Bruno overleed in 2010.

Maar voordat deze film begon, wilde niemand mee met het idee van Herzog om Bruno te gebruiken als Kaspar Hauser. Vooraf werden er grote bezwaren geuit in een meeting met producers en crew van de film. Herzog laste een screentest in met Bruno. Die mislukte. Uiteindelijk stemde men Bruno weg. Slechts een man naast Herzog vond het een goed idee om Bruno wel de hoofdrol te geven: het was 32 tegen en 2 voor volgens Herzog. En dan moesten de opnamen nog beginnen.

Na deze horde moesten er ook aardig wat andere dingen aangepast worden. In plaats van het Berlijns van Bruno, moest hij Hoogduits spreken, ‘want ik wilde hem laten ploeteren met taal’. En Nürnberg werd het dorp Dinkelsbühl. En dan was Bruno 41 jaar en Hauser 17.

Intuïtie als motor
Ondanks al deze beperkingen is het toch niet vreemd om te begrijpen waarom dit toch een van de best gewaardeerde Herzogfilms is geworden. Deze film is niet zo over-de-top-avontuurlijk als diverse Herzog-films, maar juist prettig ingetogen. Veel van Herzogs talenten vallen hier op hun plek. Zijn eeuwige zoektocht naar wat hij de diepere waarheid noemt, die is hier goed gelukt. Ze maken de film veel meer dan een biografie alleen, zoals David Lynch ook eens deed met The Elephant Man. Je mist hier ook de bijna maniakale energie van iemand als Kinski want Bruno S. is een heel andere type acteur.

Intuïtie was de sleutel, vindt Herzog zelf. ‘Ik ben niet zo theoretisch.’ De rol van de alles papegaaiende notulist, die Herzog zo bewonderde dat hij hem zelfs de laatste zinnen van de film gaf. De eigenzinnigheid om Bruno S. de hoofdrol te laten spelen, wat in veel scènes heel goed uitpakt, het leeftijdsverschil viel weg door zijn spel. De verzonnen scène in het circus, naar Herzogs eigen zeggen tien minuten van tevoren geschreven.

Herzog – moet je toegeven – toont in deze film echt een neusje voor mysterie. In plaats van de donkere, spannende thriller zoals het nu gefilmd zou worden (je ziet de Netflix-serie al voor je) heeft hij beelden van een ooievaar die een kikker doorslikt en die hij afwisselt met wiebelige beelden van Burma (die zijn broer Luki ooit filmde). ‘Sommige beelden hebben een mysterieuze kwaliteit en volgen niet meer de regels van een verhaal vertellen. Ik kan het niet uitleggen waarom dit of dat erin zit; ik kan mijn films niet altijd uitleggen.’

De verfijnde stilering valt sowieso op. Weinig close-ups. Mysterieuze droombeelden (Kaspar dacht dat zijn dromen echt waren). Shots met een telelens door een fisheyelens. ‘Die heb ik zelf gedaan’, zegt Herzog trots. Op zijn Herzogiaans gaat hij verder: ‘De film is heel erg gestileerd, een diepere laag van waarheid die je vindt in cinema. Je kunt het lezen in mijn Minnesota Declaration, die kun je downloaden op mijn website.’

Waardering met vertraging
De film van Werner Herzog werd bij uitkomst slecht ontvangen in Duitsland, maar kreeg een revanche toen hij bij Cannes in 1975 in de prijzen viel. ‘Na Cannes vonden de Duitsers het ook ineens een goede film.’ De film heette oorspronkelijk Jeden für sich und Gott gegen allen, maar werd voor de release in de VS veranderd in het eenvoudigere The Enigma of Kaspar Hauser.

De dvd-release met commentaartrack is een aanrader om Herzogs werk beter te leren begrijpen. De man is een gretige verteller –  de interviewer van de dvd-commentaartrack komt er hoe langer hoe minder aan te pas. Herzog kan denk ik makkelijk vijftig uur achter elkaar doorpraten. ‘Dit moesten klassieke stukken worden en geen score. Ik heb eigenlijk nooit fouten gemaakt in de keuzes van muziek.’ Of: ‘Ik heb altijd een goed ontwikkeld gevoel gehad in het economisch vertellen van een verhaal. Of: ‘Ik droom nooit. Ik dagdroom veel.’

Kaspar Hauser

Het gaat alsmaar minder over Kaspar zelf. Terwijl dat toch ook een heel boeiend verhaal is over mensen in de negentiende eeuw, met personen die Kaspar wilden exploiteren en personen die echt het beste met hem voor hadden. Er is veel research gedaan in archieven en veel ontdekt. Wie voor de zaak gaat: lees dan de biografie van de in 2021 overleden journalist Wim Zaal die in 2008 verscheen bij uitgeverij Aspekt. Wim Zaal was trouwens over deze film heel positief, hoewel die ‘overstroomt met fantasie’.

Hauserlegende als populair materiaal
Herzog was een van de vele filmers, schrijvers en dichters die iets met de Hauserlegende deed. Jakob Wasserman, Paul Verlaine, Klaus Mann, Georg Trakl, Kurt Tucholsky (gebruikte het pseudoniem Hauser), Peter Handke – om maar een paar grote namen te noemen. De laatste bijdrage aan de legende die ik ken, was de maffe film La leggenda da Kaspar Hauser met Vincent Gallo uit 2012 (met muziek van Vitalic).

Zonder Herzogs inbreng was deze film nooit zo geworden, zoals ook MASH (1970) zonder de inbreng van Altman nooit zo zou zijn geworden. Het netto verschil is de impact van de kunstenaar – en ook wel de reden waarom je graag concessieloze films kijkt als liefhebber. Met kijken doe je Herzog in elk geval een plezier: ‘De hele film gaat mij na aan het hart.’

Kijk hier waar en wanneer Kaspar Hauser draait.

 

16 juli 2023

 

THEMAMAAND WERNER HERZOG

No Dogs or Italians Allowed

****
recensie No Dogs or Italians Allowed
De geestige wortels van regisseur Alain Ughetto

door Bob van der Sterre

Een van de revelaties bij het laatste IFFR (International Film Festival Rotterdam) was de stopmotionfilm No Dogs or Italians Allowed. “Weten waar ik vandaan kom, vind ik een geruststellende gedachte”, zegt regisseur Alain Ughetto. Een vriendelijke film die moeilijke thema’s op lichtvoetige manier aanpakt.

Ughetto bouwt de set en praat tegelijk in het geboortedorp van zijn familie, Ughetterra, met zijn oma, Cesira. Zij blikt terug op hun geschiedenissen, terwijl ze zijn enorme mensensok stopt.

Het is begin twintigste eeuw. Luigi en Cesira komen uit Italië en gaan hun geluk beproeven in Frankrijk. Luigi (de opa van de regisseur) is handig en gaat er werken. Dat is het begin van hun droomhuis.

De ontwikkelingen in de wereld doorkruisen hun plannen. Oorlogen (Abessinië, Eerste Wereldoorlog)… De Spaanse griep… Fascisten… Discriminatie… Er gebeurt ontzettend veel. En dan dient de volgende generatie zich alweer aan.

No Dogs or Italians Allowed

Een kind van migranten
Alain Ughetto, een Franse regisseur, besefte een tijd geleden dat zijn roots elders lagen. In een interview met de Filmkrant zei hij: ‘Mijn vader verliet Italië om opgeleid te worden in Frankrijk. Hij was zeventien toen hij de Franse nationaliteit kreeg. Pas toen ik me in dit verhaal verdiepte, realiseerde ik me dat ik zelf ook een kind van migranten ben.’

Ughetto ging na het overlijden van zijn vader op zoek naar ‘het dorp waar iedereen Ughetto heet’ in Italië. En het bleek te bestaan: Ughettera. ‘Iedereen heet daar Ughetto. In elk geval op de begraafplaats.’

De wortels van zijn leven waren ook de wortels van zijn film, die de IFFR-publieksprijs net niet won, maar wel de European Film Award voor beste animatie.

Ughetto verzon het meeste over de familie die hij laat zien. Dat kwam omdat hij weinig bronnen over zijn familie had. In hetzelfde interview met de Filmkrant: ‘De mensen van Italiaanse origine kennen hun eigen geschiedenis niet. Ze besloten dat ze Frans moesten worden, Franser dan de Fransen, dus Italië hebben ze uit hun geheugen gewist. Men wil het niet meer weten.’

Ughetto ziet de wrange parallel met de huidige generatie vluchtelingen die naar Italië gaan. ‘(…) terwijl de Italianen zelf jarenlang overal ter wereld hun arbeid aanboden, en overal heen vertrokken, is de situatie nu omgedraaid. Nu ontvangen ze migranten en weten ze niet wat ze met hen aan moeten.’

Mooie vondsten in een lichtvoetig verhaal
Het klinkt allemaal als een vrij pittig politiek verhaal – en dat komt ook een beetje door de misleidende titel – maar hier heb je de mooie uitdrukking ‘niets is minder waar’ voor: de film verrast met een geestige en lichtvoetige aanpak van het drama.

Neem het decor. Ughetto creëert de setting letterlijk in de film: we zien zijn handen het decor bouwen. ‘Het gaat over mijn familie en dan moeten mijn handen ook zichtbaar zijn, dat is natuurlijk.’ Het is ook een familietrekje want zijn vader was een handige man die ‘alles kon maken’, die het weer van zijn vader had. ‘Ik ben zoals hen, maar dan met films.’

Broccoli als bomen, kartonnen huisjes die voor je neus aan elkaar worden gelijmd, een speelgoedkoe die uit elkaar valt, suikerklontjes als muur.

No Dogs or Italians Allowed

Als Alains vader als kleuter huilt in de film, vraagt Cesira aan de regisseur: ‘Alain, kun jij met je vader praten?’ Dat zijn mooie vondsten en dat laat ook zien hoe goed die lichte stijl tegenwoordig past bij de animatie voor volwassenen. Zelfs ondanks de oorlog, het fascisme en de fatale ziektes weet Ughetto het allemaal vrij luchtig te houden. De kijker werkt het weg met een flinke teug droge, zwarte humor. In feite graaft zo’n film net zo diep als een roman – maar mist de pretentie die deze romans vaak onleesbaar maken.

100 jaar eenzaamheid?
Over romans gesproken, de film heeft wat weg van de beroemde roman van Gabriel García Márquez: Honderd jaar eenzaamheid. Hier ook het komen en gaan van generaties. En het is net zo meelevend als die roman. De kijker wordt erin getrokken en voor je het weet leef je met ze mee. En denk je als de Italiaanse fascisten het deel van Frankrijk binnenvallen waar zij nou net zijn gaan wonen: hoeveel pech kan een gezin hebben?

Een mooi moment in de film is als de broers voor militaire dienst worden opgeroepen, wat ze aanvankelijk als een grote grap zien, maar ze keren terug, gebroken, om vervolgens voor wéér een oorlog te worden opgeroepen… Zo vrolijk zijn ze niet meer; ze hadden nog geen idee hoe verschrikkelijk moderne oorlogen waren geworden. Die herhaling maakt het ontzettend wrange ook weer komisch, en dat is het kenmerk van verfijnde humor.

 

17 mei 2023

 

ALLE RECENSIES

Camera Obscura Special: Londen in voor- en tegenspoed

Camera Obscura Special:
Londen in voor- en tegenspoed

door Bob van der Sterre

Londen is dé plek in Britse films en series. Geen enkele andere Britse stad kwam zo vaak op het witte scherm. Laten we het beroemde Londen van films als Four Weddings and a Funeral, Notting Hill, Match Point even links liggen, en zoeken we het échte, rauwe film-Londen op.

Londen… Welke film of serie je ook kijkt, Londen staat voor duur, chique, posh, exclusief. Moderne wolkenkrabbers domineren de skyline. En dat klopt ook wel: in lijstjes van duurste steden in Europa staat Londen derde na Genève en Zürich. Harold Shand vertelde in The Long Good Friday (1980) al waar het heen zou gaan.

Blow-Up (1966) - de beste films in en over Londen

Dat is natuurlijk niet altijd zo geweest. Tot en met de jaren zeventig was Londen vaak nog een rommelige stad. Getekend door de bombardementen van de Tweede Wereldoorlog. In Pool of London – al uit de jaren vijftig – staren we nog naar putten van bombardementen midden in Londen.

Een film als Pressure laat zien hoe Londen er uitzag als je van West-Indische afkomst was en in de jaren zeventig in een wijk als Notting Hill opgroeide.

Al deze films geven tezamen een mooi beeld van een stad die in de twintigste eeuw verschillende metamorfosen heeft doorgemaakt. Als Londen een artiest zou zijn, zou de documentaire London Nobody Knows (1967) het sleutelwerk zijn.

Let op: dit zijn geen recensies of analyses van films! Ook geen top tien. Ik wil alleen een verhaal vertellen over de samenhang tussen film en stad en kies daarvoor per decennium een passende film. Ik heb ook niet alle films ter wereld gezien, dus hier en daar zal ik een uitstekende film gemist hebben.

Dit artikel is gratis. Graag hoop ik dat de lezer zich als tegenprestatie wil opgeven voor de nieuwsbrief, of zich verdiept in culturele longreads.

 

Westminster Bridge, London (1896)

Westminster Bridge, London (1896): paardentrams met bovenbalkonnetjes

Locatie: Westminster

Wat zou je als oudste film over Londen kunnen beschouwen? De oudste bewaarde film ter wereld, Roundhay Garden Scene uit 1888, is niet in Londen gefilmd maar in Leeds. Zijn tien frames voldoende om voor film door te gaan? Trafalgar Square in 1890. Een ultrakorte opname van wat paard en wagens van Wordsworth Donisthorpe.

Meer filmische bang voor je buck krijg je met deze video van Piccadilly Circus uit 1896 (de gebroeders Lumière). Zij waren ook verantwoordelijk voor deze film van de Westminster Bridge (ook 1896). Let op de paardentrams met bovenbalkonnetjes. Wie wat filmt, bewaart wat. Die trammetjes komen ook voor in deze heerlijke video van oude Londense straatscènes, geüpload door de British Film Institute.

 

The Unfortunate Policeman (1905)

The Unfortunate Policeman (1905): vroege achtervolgingsfilm 

Locatie: Muswell Hill (Haringey)

Tijdens een koffiepauze van schilders gaat een politieagent flirten met de vrouw die de koffie brengt. Een van de schilders trekt dat niet en werpt een pot verf over hem heen. De agent sprint achter hem aan. Ze springen over wasgoed heen, lopen een vrouw die terugkomt van shoppen omver, botsen tegen de melkman op, en zo verder.

The Unfortunate Policeman is een vroege achtervolgingsfilm, die toen zo’n beetje ontdekt werd en in de jaren erna via slapstick meer zou evolueren. Deze film van iets meer dan drie minuten wordt leuk na anderhalve minuut, als ze de stad in rennen. Dat is de wijk Muswell Hill, een buitenwijk in het noordwesten van de stad, niet ver van Hampstead Heath.

R.W. Paul maakte de film, die na 1912 niet meer gemaakt kon worden. De British Board of Film Censors bepaalde toen dat je de autoriteit niet meer zo mocht bespotten.

A Visit to the Seaside uit 1908 is een klein stukje Britse filmgeschiedenis dat we echt even moeten noemen, ook al is het Brighton en niet in Londen. Je kijkt naar kinemacolor, de voorloper van technicolor.

Film: https://www.youtube.com/watch?v=KGUE0XloM4Q
Meer lezen: http://www.screenonline.org.uk/film/id/1229450/

 

The Sidney Street Siege (1911)

The Sidney Street Siege (1911): shoot-out maar dan echt

Locatie: Shadwell (Tower Hamlets)

In de periode tot 1920 werden in het Verenigd Koninkrijk veel korte films gemaakt. Check de lijst op Wikipedia. Ik kies voor de rauwe realiteit van The Sidney Street Siege van British Pathé. Ook al is het geen echte film met een verhaal, het heeft wel documentaire-achtige waarde.

In 1911 had een bende zich verschanst in Sidney Street, in de wijk Shadwell (vlakbij Whitechapel). Dat liep uit tot een schietpartij tussen hen en de politie. Winston Churchill, toen minister van Binnenlandse Zaken, bemoeide zich ermee, en is ook te zien in de opnamen (en op de foto tweede van links).

De film heeft geen geluid maar hier kun je goed zien hoe krachtig beeld kan zijn. Want je krijgt de sloppenwijk goed te zien, de mensen, de straten, de actie. Dat vertelt het verhaal beter dan een encyclopedie zou kunnen.

Nog meer geschiedenis? In 1913 moest suffragette Sylvia Pankhurst door de politie ontzet worden. Bekijk de video. Let ook op de bussen na ongeveer een minuut.

Film: https://www.youtube.com/watch?v=v0wPKpAVDGE
Meer lezen: https://www.historic-uk.com/HistoryUK/HistoryofEngland/The-Siege-of-Sidney-Street/

 

Piccadilly (1929)

Piccadilly (1929): stroom van beelden in studio-Londen 

Locatie: Westminster

Een grote club aan Piccadilly Circus. De dansact Mabel en Victor trekt veel bezoekers in een club. Shosho werkt in de keuken en danst liever dan ze afwast. Als er dan een vlekje op een bord wordt gevonden, vliegt zij eruit.

Het vertrek van danser Victor verandert de zaken. Mabel kan niet alleen publiek trekken. Shosho mag terugkomen om het een keer te proberen. Directeur Valentine maakt er een serieuze Chinese dansattractie van. Natuurlijk is het een hit. Hoe moet hij dat nu alleen aan Mabel brengen, met wie hij een relatie heeft? Het wordt ingewikkelder als Valentine gevoelens krijgt voor de koude en ambitieuze Shosho, en zij ook goed geld begint te verdienen.

Het aardige van de film is dat het meer wegkijkt als een stroom van beelden. Dansen. Mabel die ondeugend van een koekje knabbelt. Een briefje dat Mabel niet mag zien. Een partner die zich onder een krant bedekt.

Regisseur E.A. Dupont hield van expressionisme maar ik zou dit zacht-expressionisme noemen want het is nergens te experimenteel of serieus voor de gemiddelde kijker (toen en nu). Het drama van de ijdele Mabel heeft ook wel iets grappigs.

Wat zien we zoal van Londen? Betoverende neonbeelden van Piccadilly Circus. Een bushalte. We rijden mee met een Londense bus. We gaan naar een huis en winkel in Limehouse, waar veel Chinezen wonen. En we zien louche straten rondom Piccadilly inclusief een volkse bar. ‘Dit is ons Piccadilly…’ zegt Valentine. Leuk maar praktisch alles is in de studio gefilmd.

De film speelt soms een beetje met het racismethema omdat Shosho Aziatisch is en ze omgaat met de rijke (en blanke) Valentine. In een bar wordt een man boos als een vrouw met een donkere man danst. ‘Je weet dat je hier niet met een blanke vrouw mag dansen!’ Gelukkig is de film bij de tijd en bijt de vrouw van zich af (zoals vrouwen in de jaren twintig zelfstandiger waren dan de meeste mensen denken, net als dat Shosho hier heel zelfbewust is).

Het was best opmerkelijk dat de Chinees-Amerikaanse actrice Anna May Wong zo’n gelaagde rol kon spelen. Een gelukkige keuze want ze past perfect bij de rol van Shosho. Het was een tijd dat Aziatisch-Amerikaanse vrouwen amper rollen kregen. Ze speelde ook in Shanghai Express van Josef von Sternberg. Lees haar biografie.

Al met al domineert het racismethema de film niet en gaat het meer over algemeen menselijke thema’s, zoals jaloezie en ambitie. Toch blijft de film af en toe ook luchtig. ‘He started this club and made it. He also started Mabel, and made her too…’ En op het laatst zien we borden langskomen die aan een zekere Monty Python-film doen denken…

Ook mooi: het beeld van ondergronds Londen in de jaren twintig in Underground (1928), uiteraard over de metro. Bekijk een klein stukje van die film.

Film: https://www.youtube.com/watch?v=E-omm7T48xY
Meer lezen: http://www.screenonline.org.uk/film/id/486639/index.html

 

Sabotage (1936)

Sabotage (1936): apocalyptisch verlangen

Locaties: Westminster, Regent’s Park (Westminster/Camden) en Islington

Op een avond valt in heel Londen het licht uit. Verloc, de uitbater van Cinema Bijou, is de dader, maar doet of hij op dat moment lag te slapen. De groenteboer naast de bioscoop werkt als spion voor Scotland Yard en moet buurman Verloc in de gaten houden.

Bij films over Londen moet je toch minstens één productie van Alfred Hitchcock nemen. Hoewel Hitchcocks films meer in de studio zijn gemaakt – ook in Sabotage zien we vooral veel studiowerk – zien we hier wel een paar buitenlocaties van Londen. De London Zoo in Regent’s Park, Trafalgar Square, het warenhuis Selfridges (onderwerp van de serie Mr. Selfridge), Oxford Street en Chapel Market. Uiteraard de klassieke sprong in een rijdende stadsbus. Je krijgt het idee dat in Londen nooit iemand normaal in de bus stapt.

Hitchcock bood het publiek samen met Charles Bennett (scriptschrijver) wat meer grapjes dan in zijn vroegere werk. Een absurde dialoog over kanaries (doet denken aan Monty Pythons Dead Parrot-sketch). Verrassend mooie cinematografie (van Bernard Knowles). Zoals het aquarium dat verandert in een apocalyptisch verlangen van Verloc. Of de close-up van de opkijkende Verloc (wenkbrauw). Of de quote als de detective-sergeant wordt ontmaskerd.

De casting was ook verzorgd. Oskar Homolka is sterk als saboteur Verloc (duister Duits accent, sardonische blik); William Dewhurst alias The Professor en Sylvia Sidney (die al bij twee films voorkwam in de Camera Obscura Special over New York). Hitchcock baalde alleen wel dat hij de acteur Robert Donat niet kon krijgen voor de belangrijke Scotland Yard-rol.

Zelf vond Hitchcock de verfilming van het boek van Joseph Conrad niet zo geweldig. Hij vond de explosie in de bus ‘een enorme fout, omdat zo de suspense uit de film werd gehaald’. De bom is inderdaad behoorlijk bruut maar ik ben het toch niet eens met Hitchcock: cinema is waar het (altijd) om draait. En de beelden van de straatklokken compenseren zijn ‘fout’ meer dan genoeg. 

Film: https://www.youtube.com/watch?v=Nm0xkgHv5Ds
Web: https://www.brentonfilm.com/alfred-hitchcock-collectors-guide-sabotage-1936

 

Passport to Pimlico (1949)

Passport to Pimlico (1949): brutale volkswijk eist zelfstandigheid

Locaties: Pimlico (Westminster) en Lambeth

Pimlico: een doodgewone volkswijk ten zuiden van Westminster. Getroffen tijdens de oorlog. Op een stuk braakland ligt een nog onontplofte bom. Tot die wél ontploft.

Een schat wordt zichtbaar. Daarin vinden ze ook een oud verdrag tussen Pimlico-voorgangers en de Bourgondiërs. De rechter die de schat wil verdelen, is stomverbaasd. ‘Je bedoelt dat deze mensen Bourgondiërs zijn?’ Geen halve maatregelen bij de kersverse Bourgondiërs. Douaneposten, paspoorten, een eigen munteenheid. ‘Dit is Bourgondië, hier bepaal ik hoe laat de bar dicht gaat.’

Het klinkt geweldig maar het is al snel een stuk minder leuk als de wijk wordt overlopen door zwarte marktverkopers. ‘Echte gestolen nylons! Wie maakt me los?!’ En dat is maar het begin van de problemen.

In Passport to Pimlico valt vooral het geestige script van T.E.B. Clarke op. ‘Drink je bier eens op, waar is je gevoel voor patriottisme?’ De Bourgondiër die binnen komt lopen en onmiddellijk gaat flirten. De Engelse ministers die het probleem alsmaar doorschuiven naar elkaar. Het duel tussen de megafoons. En deze geweldige quote: ‘We waren altijd Engels, en we zullen altijd Engels blijven, en het is juist omdat we Engels zijn dat we opkomen voor ons recht om Bourgondiër te zijn!’

Met de humor zit het goed, jammer is dat de film toch iets te oubollig is om vernieuwende cinema op te leveren. De film slaagt vooral als soap. Met de wijkagent, de wijkvoorzitter, zijn dochter, een groenteboer, zijn collega (en zangeres), een kledingverkoopster, de bankdirecteur, enzovoort. En we gaan nog met ze meeleven ook, dankzij het enthousiasme van de acteurs. Bekijk eens hoeveel lol ze hadden bij het filmen.

Passport to Pimlico heeft ook een paar buitenscènes. Daarin zien we de ravage van de bombardementen op Londen. Karkassen van huizen en braakland. We zien ook min of meer iconische Londense locaties als Piccadilly Circus, Westminster Bridge en Whitehall. De film speelt zich af in de hittegolf van 1947 maar werd gefilmd tijdens de natte zomer van 1948. Regisseur Henry Cornelius hield in elk geval geen goede herinneringen over aan de film: hij zou nooit meer voor Ealing Studio’s werken.

Alleen een ding… De film werd opgenomen in Lambeth aan de andere kant van de Thames, bij de kruising van Lambeth Road en Hercules Road. Dat zorgde voor deze geestige kop op de website van BFI: Passport to… Lambeth?

Aardig feitje: dertig jaar later putten krakers inspiratie uit deze film voor hun ‘republiek’ Frestonia, in de wijk Notting Hill. En nee, dat zijn niet The Young Ones. Dát huis stond in Bristol.

Film: te zien op Netflix
Meer lezen:
https://www.bfi.org.uk/features/passport-pimlico-locations-ealing-comedy

 

Pool of London (1951)

Pool of London (1951): spanning rondom de Thames

Locaties: City of London, Westminster, Greenwich, Southwark en Docklands

Amerikaanse mariniers meren aan in Londen. Ze zitten in de Pool of London: het stuk van de Thames van de Tower Bridge tot Rotherhide. Ze hebben drie dagen verlof en er is tijd om in de stad rond te dwalen.

Een van hen (Dan) is verwikkeld in smokkelzaken. Hij moet gestolen goederen meenemen naar Rotterdam. Dat doen ze vlakbij St Paul’s Cathedral. De politie heeft het nakijken. Dan schept alleen net iets te veel op tegen zijn vriendinnetje. Dat maakt het weer lastig voor Johnny, die net leuk contact had met Pat.

Aangename film van de ervaren regisseur Basil Dearden. Verzorgde karakters en verhaallijnen. Een heist, romantiek, actie, sfeervolle finale. Acteurs die goed passen bij hun rollen.

En we krijgen ook redelijk wat Londen te zien. Vanaf minuut 35 worden we getrakteerd op 10 minuten buitenopnamen van de omgeving van St Alban’s Church en St Paul’s Cathedral. Bijzonder moment als Johnny en Pat vanaf de kathedraal uitkijken op ruïnes van de oorlog die nog steeds zichtbaar waren. De achtervolging dwars door Leadenhall Market (zie foto) is ook een prachtig plaatje. Die passage ziet er nog net zo uit.

BFI heeft een artikel met de toen en nu’s van de locaties in de film. De dvd-uitgave heeft een handige featurette over alle locaties in de film. Er is veel veranderd natuurlijk. In Tooley Street in een dubbeldekkertram springen op weg naar Tower Bridge… dat was een jaar later na de film al niet meer mogelijk. The Queen’s Theater in East End was ook al in 1965 neergehaald. En een milk bar waar je ‘s avonds laat nog wat hapjes en drankjes bestelt: dat stukje cultuur is ook weg.

De Docks versjofelden in de jaren zestig en zeventig in hoog tempo, om vanaf de jaren tachtig een nieuw (luxe) leven te worden ingeblazen (komen we nog op terug). De St George Wharf komt drie keer in beeld. Die straat ziet er nog vrijwel hetzelfde uit. Het gebied bij de Thames rondom de Tower of London is vooral veel drukker geworden.

Frappant is dat de film weer net als Piccadilly (zijdelings) over racisme gaat. Johnny (Earl Cameron) krijgt te maken met een portie onaardige opmerkingen over zijn donkere uiterlijk. Hij heeft leuk contact met Pat maar tot een affaire komt het niet. Misschien ging dat in 1951 nog te ver voor het Britse publiek?

Meer films trokken in de jaren vijftig naar buiten, zoals deze:

  • We are the Lambeth Boys (Karel Reisz; en een vervolg in 1980)
  • A Kid for Two Farthings (Carol Reed)
  • The Yellow Balloon (J. Lee Thompson)
  • Night and the City (Jules Dassin)
  • The Ladykillers (Alexander Mackendrick)
  • I vinti (Michelangelo Antonioni)
  • En vooral The Blue Lamp van wederom Basil Dearden bevat veel shots van Londen

Film: te zien op Netflix
Meer lezen: https://www.bfi.org.uk/features/pool-london-locations
Aanrader: film over de Londense tram: The Elephant Will Never Forget

 

The London Nobody Knows (1967)

The London Nobody Knows (1967): James Mason bezoekt obscure plekjes

Locaties: zie tekst

In de ‘documentaire’ The London Nobody Knows uit 1967 (uitgebracht in 1969) zien we acteur James Mason rondlopen door de stad. Met paraplu, tweedjasje en pet vertelt hij op geestige wijze over obscure plekjes in Londen.

Hij bezoekt alleen plaatsen in verval. Vrijwel overal waar hij komt, ziet het er verwaarloosd uit. Inclusief de mensen in de film (veel daklozen). De plaatsen die hij bezoekt:

  • Het oude Bedford theater in Camden
  • Tunnels onder Camden Freight Terminal
  • Restanten van een spoorwegemplacement
  • Church Street Market en Chapel Market
  • Urinalen (‘een Victoriaanse wc is een kunstobject’)
  • Begraafplaatsen
  • Leger des Heils
  • Spittalfield (waar de moorden van Jack the Ripper plaatsvonden)

Dit is een speelse film van Norman Cohen, gebaseerd op het boek van Geoffrey Fletcher uit 1962. ‘Daar is voor iedereen die er interesse in heeft een egg breaking plant.’ Vervolgens zien we hoe een pletwals een paar eieren plet. Mason staat bij een oude mannen-wc, wijst met zijn paraplu naar een tank met water. ‘Hier zaten vroeger goudvissen. Deze vissen zitten hier nu natuurlijk niet meer, we hebben ze er alleen ingestopt ter illustratie.’

Schrijver Douglas Anderson legt in 2014 in een terugblik op de film uit wat de waarde ervan is vandaag de dag: ‘De gebieden die The London Nobody Knows bezocht, waren off the beaten track en het is waardevol om ze te zien hoe ze waren.’ De film toont daarmee een uniek Londen van toch slechts vijftig jaar geleden.

De filmstijl past bij de ‘swinging sixties’ of ‘swinging London’. Voor wie er niet mee bekend is: het was een soort culturele revolutie van jongeren. De Britse bevolking was door de babyboom behoorlijk jong: bijna 50% was onder de 30 jaar. Dat schepte mogelijkheden voor nieuwe artiesten. Ze wilden het anders doen: vrijer, moderner, hedonistischer, maffer.

Die beweging stormde door de muziekscene (The Beatles, The Who, The Kinks, The Rolling Stones), de modescene (o.a. minirok) en ten slotte ook de filmscene. De invloed op de popcultuur was immens. Krijg een indruk via deze video van 7 minuten.

De Swinging Londen-films zijn duidelijk door jonge mensen gemaakt: enorm energiek, grappig en maf. Ook al waren de films komisch van toon, ze gingen toch over serieuze zaken als depressies, seksualiteit en relatieproblemen. Zelfs abortus en ongewenste zwangerschappen komen langs (Darling en Georgy Girl). Minpuntjes zijn misschien dat sommige Swinging London-films iets te hard hun best deden om eigenzinnig te zijn, en er soms wel erg makkelijk tussen komedie en drama heen en weer werd geschakeld.

De films speelden zich bijna allemaal af in Londen. Vooral rondom Carnaby Street (Soho) en the King’s Road (Chelsea). Maar ook in Hammersmith, Fulham en Notting Hill. Er valt veel meer over deze korte filmgolf vertellen, maar dat valt een beetje buiten deze rubriek. De liefhebber kan terecht bij deze website.

Mensen beschouwen Blow-Up van Michelangelo Antonioni meestal als de archetypefilm van Swinging London. Maar er zijn er meer:

  • Georgy Girl (Silvio Narezzano)
  • The Knack and How to Get It (Richard Lester)
  • The Pleasure Girls (Gerry O’Hara)
  • The Party is Over (Guy Hamilton)
  • Joanna (Michael Sarne)
  • Alfie (Lewis Gilbert)
  • Morgan, A Suitable Case for Treatment (Karl Reisz)
  • Darling (John Schlesinger)
  • I’ll Never Forget What’s’isname (Michael Winner)
  • Three Hats for Lisa (Sidney Hayers)
  • Smashing Time (Desmond Davis)
  • Bronco Bullfrog (Barney Platts-Mills; uit 1970)

De jaren zestig was een geweldige filmperiode want er was nog veel meer aan Londen te zien dan alleen de Swinging London-films:

  • The Ipcress File (Sidney J. Furie)
  • The Traitors (Robert Tronson)
  • The L-Shaped Room (Bryan Forbes)
  • A Hard Days Night (Richard Lester)
  • The Small World of Sammy Lee (Ken Hughes)
  • What a Crazy World (Michael Carreras)
  • The Servant (Joseph Losey)
  • Peeping Tom (Michael Powell)
  • Nerosubianco (Tinto Brass)
  • Repulsion (Roman Polanski)
  • Victim (Basil Dearden)
  • Piccadilly Third Stop (Wolf Rilla, door de metrotunnels)

Om meer te weten over de locaties waar de films van de jaren zestig zich afspelen, kun je luisteren naar deze presentatie van deze Britse hoogleraar (40 minuten).

Film: https://www.dailymotion.com/video/x5h8w0m
Meer lezen: https://psychogeographicreview.com/the-london-nobody-knows/ en https://www.theguardian.com/film/2003/nov/21/history

 

Pressure (1976)

Pressure (1976): Notting Hill in andere tijden

Locatie: Notting Hill

Londen ontwikkelde zich economisch in de jaren na de oorlog. Maar niet voor iedereen is economisch succes in Londen even realistisch. Voor zwarte Londenaren uit Notting Hill is een baan krijgen al moeilijk. Zelfs Tony, toch wel een intelligente jongen, raakt moedeloos van zijn afwijzingen. ‘Hoe lang ben je al in dit land?’ ‘Ik ben hier geboren, meneer.’

Aan de andere kant past Tony ook niet echt bij zijn Jamaicaanse en Trinidadiaanse straatschoffievrienden. ‘Wil je pattie?’ ‘Nee ik wil geen paté.’ Hilariteit… want pattie is slang voor fish and chips. Tony raakt betrokken bij hun winkeldiefstalletjes. Zijn broer verkondigt ondertussen black power. En snapt niet dat zijn broertje een wit vriendinnetje heeft.

Pressure is een unieke productie: de eerste film die écht het leven van een zwarte Londenaar weergaf. Met alle zaken die daarbij komen kijken: racisme, vooroordelen, verzet. De film kijkt genuanceerd: de witte mensen in deze film discrimineren niet allemaal. En dan met reggaemuziek als verrassende score.

De film is niet foutloos. Het script is vrij simplistisch. Regisseur Horace Ové, zelf in Trinidad geboren, had een documentaire-achtergrond. Dus legt hij een verhaal uit aan zijn filmpubliek, maar iets te didactisch, zoals een reviewer op IMDb treffend zegt. De hulp van romanschrijver Sam Selvon – ook afkomstig uit Trinidad – mocht ook niet baten. Alle moralisme heeft iets saais, zelfs als het terecht is.

Het acteerwerk is ook soms matig – zoals de hysterische moeder van Tony. Dat had ook te maken met de amateurs waar ze mee werkten. Selvon en Ové deden hun best om karakters op straat te vinden. Sommige acteurs in de film waren dus in het echt ook dakloos. Pressure doet daarmee ook wel denken aan Braziliaanse straatfilms als Pixote en Fábula.

De grootste uitdaging – niet vreemd – was het vinden van een budget om de film te maken. Ové: ‘Ze keken me aan of ik gek was dat ik dit verhaal wilde verfilmen.’ British film Institute (BFI) hielp uiteindelijk met de financiering maar veel was het niet. De meeste scènes werden zonder vergunning geschoten. Zelfs het stelen van appels op de markt. We zien wel een realistisch portret van Notting Hill. Met Ladbroke (lange rechte weg in Notting Hill), Portobello Road, Harrow Road. De liefhebber van locaties kan terecht op Reelstreets.

Veel van de film kwam uit Ové’s leven zelf. Hij werkte zelf als schoonmaker in een ziekenhuis, net als Tony. Ook de politie-invallen had hij zelf gezien. En vooroordelen waren hem ook niet onbekend. Hij haatte dat hij ‘zwarte filmmaker’ werd genoemd. ‘Je noemt toch ook niet iemand ‘blanke filmmaker zo-en-zo’?’ En hij werd boos als Trinidad als achterstandsland werd gezien. Ové maakte dus echt zijn eigen film en concludeerde al met al toch positief: ‘Je kunt dus toch films maken over de wereld om je heen.’

De jaren zeventig leverde een gevarieerde oogst op aan Londense films die ook de cultuur van die tijd afspiegelt: zoekende na de vernieuwende jaren zestig.

  • The Rise and Rise of Michael Rimmer (Kevin Billington)
  • Deep End (Jerzy Skolimowski)
  • Frenzy (Alfred Hitchcock)
  • Quadrophenia (Franc Roddam)
  • Melody (Waris Hussein)
  • A Touch of Love (Waris Hussein)
  • The Squeeze (Michael Apted)
  • Nighthawks (Ron Peck)
  • Una lucertola con la pelle di donna (Luciano Fulci, Britse ‘giallo’)
  • Performance (Donald Cammell en Nicolas Roeg, met Mick Jagger)
  • 11 Harrowhouse (Aram Avakian)
  • Death Line (Gary Sherman, horror in een oud metrostation, klinkt goed maar verwacht er niet te veel van)

Film: https://www.youtube.com/watch?v=uqSVGSUC5CI
Meer lezen:
https://faroutmagazine.co.uk/pressure-first-film-black-british-experience/ en https://www.bfi.org.uk/lists/hidden-history-uk-punks-11-films

And now for something completely different…

Special in een special: punkfilms
De 70’s was een moeilijk decennium. Woningproblemen, economische problemen en sociale problemen. Mensen zagen weinig hoop meer in hun toekomst. Dat zou in de jaren 80 alleen nog maar erger worden.

Veel hiervan is nog terug te zien in punkfilms in die tijd. Die vormden een kortstondige Londense filmhype. Extreem laag budget, meestal documentair en ook wel ‘aapjes-kijken’: wie zijn die punkers, hoe leefden ze… De documentairemakers wilden van hun kant de mens achter de punker laten zien aan de conservatieve medemens.

Punk Can Take It is een interessante vreemde eend in deze bijt. Het was een promo voor de punkband UK Subs. Deze mockumentary (twintig minuten, parodieert de propagandafilm London Can Take It) beschrijft de strijd die échte punk moet leveren om te overleven. Daarin zijn punkers net zo trots en verheven als de Londenaren in de oorlogsfilm. De prachtig voice-over van de toen al gepensioneerde nieuwslezer John Snagge is de bonus: ‘Op de zwarte markt zwaaiden de platenmaatschappijen met hun magische chequeboekjes om de nog vrije punkbands te contracteren.’

Regisseur Julien Temple zou later zijn spotternij ook inzetten bij het bekendere Great Rock ‘n’ Roll Swindle rondom The Sex Pistols. Daarna zou hij nog veel muziekvideo’s maken.

Het British film Institute toont 11 échte punkfilms (uit die tijd) via haar player. Die kun je helaas alleen in het Verenigd Koninkrijk kijken maar sommige films kun je vinden op YouTube. Hier een paar tips:

  • Punk in London (Wolfgang Büld)
  • Don’t Dream it – See It (Phil Munnoch, tijdsbeeld van Chelsea)
  • Knights Electric (Barney Broom, uit 1980)
  • Jubilee (Derek Jarman)
  • The Punk Rock Movie (Don Letts)

Meer lezen? Bekijk deze lijst van punkfilms op Pitchfork.

 

The Long Good Friday (1980)

The Long Good Friday (1980): de Docks in opkomst 

Locaties: Docks (Southwark), Canary Wharf/Isle of Dogs (Tower Hamlets), Brixton (Lambeth), Westminster, St Katherine’s & Wapping, Harringay en Lewisham

In The Long Good Friday kijken we naar de zelfingenomen gangsterbaas Harold Shand. Hij staat op het punt om een grote deal te slaan met Amerikanen. ‘Weet je wat dit waard gaat zijn in 1988?’ Het is de kans om ‘legit’ te worden voor Harold (Mister H. voor ondergeschikten).

Er gaat iets mis. Zijn rechterhand Colin wordt vermoord in een zwembad. Overal gaan bommen af. Er is iets gaande met de IRA maar Harold weet niet precies wat. De Amerikanen worden nerveus.

Deze Londense misdaadfilm is niet voor niets beroemd. De energie in het spel van Bob Hoskins, om maar iets te noemen. Ook Helen Mirrens rol doet ertoe. En het misdaadverhaal zelf zit ook goed in elkaar.

De Londense locaties in de film van John McKenzie spelen een belangrijke rol in de film. Dat begint al met Harry’s speech op de boot tussen de torens van de Tower Bridge. Die speelden ook al zo’n grote rol in de film Pool of London. Net als in die film zien we veel van het gebied ten oosten van de Tower Bridge: Isle of Dogs, Wapping en Poplar.

Nog meer in het oog in springt de locatie van de Docks. We zien onder andere St Katharine Docks, Canary Wharf, Wapping High Street. Toen nog afgesloten gebieden waar al tien jaar niets meer gebeurde. Nu een peperdure woonlocatie.

Harolds speech in 1980 raakt de kijker anno nu best hard: ‘This is the decade in which London will become Europe’s capital, having cleared away the outdated. (…) No other city in the world has got, right at its centre, such an opportunity for profitable progress!’ Londen zou daadwerkelijk een van de duurste steden ter wereld worden. Lees een interview met scriptschrijver Barrie Keeffe in The Guardian over deze ‘voorspellende gave’ van de film. ‘Ik heb het gevoel alsof we in het schaalmodel zitten van het nieuwe Docklands op Harolds jacht, bekeken door de agenten en raadsleden.’

Groot is het contrast met Brixton (district Lambeth) dat ook nog even in de film voorkomt. Die Londense achterstandswijk met slechte reputatie wordt in deze film ook vooral geassocieerd met drugsoverlast. Brixton kreeg weinig kans in de Londense cinema maar voor de liefhebber is er wel een film die zich alleen in Brixton afspeelt: Babylon, uit hetzelfde jaar als deze film.

De jaren tachtig lieten verder een rauw en ranzig London zien:

  • The Firm (Alan Clarke)
  • Withnail & I (Bruce Robinson)
  • The Chain (Jack Gold)
  • High Hopes (Mike Leigh)
  • My Beautiful Laundrette (Stephen Frears)
  • An American Werewolf in London (John Landis)
  • 84 Charing Cross Road (David Hugh Jones)
  • Mona Lisa (Neil Jordan)

Filmclip: https://www.youtube.com/watch?v=B90zNzyFk-w
Meer lezen: https://www.bfi.org.uk/features/long-good-friday-london-locations

 

Nil by Mouth (1997)

Nil by Mouth (1997): grofgebekte familie

Locaties: Lambeth, Southwark, Brixton, Lewisham en Camberwell

In een huis woont een grofgebekte familie: Raymond, zijn vrouw Val, haar broer Billy, moeder Jane en oma Kath. Het probleem is dat Billy verslaafd is en dat Raymond daardoor een ‘pakket’ misloopt. Dat is het begin van een neerwaartse spiraal: door een mix van coke en drank wordt Raymond steeds agressiever en komt Billy op straat terecht.

Nil by Mouth toont zonder gêne de aftakeling van deze Londense familie. Drugs, drank, misdaad, mishandelingen, geschreeuw. De sfeer is akelig. Neem de anekdotes van Mark waar Raymond hysterisch om moet lachen, bijvoorbeeld over een pil tegen depressie. Aarrghh… zet twee machomannen bij elkaar en ze zetten al snel hun eigenbelang boven het belang van de familie.

Dit was een persoonlijk project van Gary Oldman. Gary Oldman? Jawel, ook deze beroemde acteur maakte een film. Oldman was schrijver en regisseur en het script was losjes gebaseerd op zijn eigen jeugdige leven in Londen. Echt losjes, benadrukte hij later regelmatig, toen iedereen er een letterlijke biografie in zag.

Waarom deze ellende bekijken? Omdat Oldman – zelf acteur natuurlijk – wel het beste uit deze club acteurs wist te halen. Met name Ray Winstone is immens. Als je het karikaturale masker van zijn rollen in latere misdaadfilms afzet, kom je uit bij deze moeilijke, tragische rol in Nil to Mouth.

Van de stad zien we in Nil by Mouth vooral korte flitsen van Zuid-Londense straten: Lambeth (ook van Passport to Pimlico), Southwark, Brixton, Lewisham en Camberwell. Districten die je nagenoeg nooit in films over Londen ziet. Dit is de achterkant van het populaire Londen ten noorden van de Thames. De website Reelstreets heeft wederom de buitenscènes op een rij gezet.

De krant The Guardian vergelijkt de film met ‘geezer-crime movies of 90s Cool Britannia’, die in het spoor van deze film een commerciëler pad zouden afslaan. In deze film in elk geval geen ‘cool’ stilisme, maar juist een opzettelijk sobere filmstijl, die soms ook irriteert met de overdadige hoeveelheid close-ups van gezichten.

Londen kwam vaak voor in cinema in de jaren negentig. Een speciale vermelding voor de ongelooflijke productie van Mike Leigh in dat decennium. Hij filmde ieder jaar door vrijwel heel Londen – in krakkemikkige huizen en armoeiige straten. Zijn Naked staat te boek als Britse filmklassieker. Ik genoot meer van het warmere Career Girls. Beide films met de veel te jong overleden actrice Katrin Cartlidge. Wie hoopt op een toen-en-nu van Mike Leighs films: BFI heeft precies dat gedaan. Zijn jaren negentig-films:

Andere films uit de jaren negentig met Londense straten: 

  • The Krays (Peter Medak)
  • Lock, Stock & Two Smoking Barrels (Guy Ritchie)
  • Velvet Goldmine (Tod Haynes)
  • Wonderland (Michael Winterbottom)
  • Scum (Alan Clarke, tv-film-versie van de film uit 1979)
  • Riff-Raff (Ken Loach)
  • Notting Hill (Roger Mitchell)

Meer lezen: https://www.theguardian.com/film/2022/nov/03/nil-by-mouth-review-gary-oldmans-overwhelming-study-of-family-violence

 

Fish Tank (2009)

Fish Tank (2009): rebelse tiener in Oost-Londen 

Locaties: Barking, Tower Hamlets en Havering

Mia – een tiener met een grote mond – moet overleven in een verpauperde Londense buitenwijk. Ze komt nogal snel in ruzies terecht. Niemand houdt van haar. Haar moeder heeft ook geen interesse en haar zusjes bekken haar altijd af.

Op een dag komt een nieuwe vriend van haar moeder (rol van Michael Fassbender) de keuken ingelopen. Hij is aardig. Ze krijgt een band met hem. Hij geeft haar een camera en probeert haar te laten geloven in haar danstalent. Maar dan…

Fish Tank van Andrea Arnold is het type film dat ik normaal mijd: het arthousedrama. De scripts ervan zijn zo algemeen dat het door een algoritme geschreven had kunnen worden.

We volgen de hele film één persoon, zittend, pratend, lopend (schokkende camera erachteraan). Die persoon komt vaak uit een verwaarloosd arbeidersmilieu, woont in een slechte buurt, volop gebroken gezinnen, te jonge moeders, mannen die zich als honden gedragen óf juist als goedzakken (zoals Connor). En dan probeert de persoon ‘stand te houden’ via een soort droom (hier het dansen) die uiteraard op het einde in gruzelementen wordt gegooid. Via lompe edits worden de deprimerende scènes aaneengeschakeld. Vergeet niet het schokeffect ergens midden in de film.

Waarom dan toch kijken? We krijgen hier een zeldzaam beeld van de Oost-Londense buurten Dagenham en Barking. Wijken tjokvol armoede (volgens dit online tijdschrift) en misdaad (volgens het forum Reddit). Buurten met verlopen flats, troep op straat en openbare ruzies.

De shots van de Tower Hamlets Estates in Dagenham en de man die daar op zijn balkonnetje zit: daarin zit de kwaliteit. Het matige verhaal moeten we dan maar op de koop toe nemen. Overigens werd niet alles daar opgenomen, ook een stuk in Essex (district ten oosten van Greater Londen).

Opvallend aan de film – zeldzaam in filmproducties – is dat het chronologisch werd opgenomen en de acteurs niet meer dan een week van te voren wisten wat er die week gefilmd werd, en geen idee hadden van het verloop van de film.

Sinds de jaren nul figureert Londen in veel bigbudgetactiefilms. Het was verder niet het beste decennium voor de Londense film. Een paar aardige films hebben nog wel scènes in de stad:

  • Snatch (Guy Ritchie)
  • Shaun of the Dead (Edgar Wright)
  • Happy-Go-Lucky (Mike Leigh)
  • 28 Days Later (Danny Boyle)
  • Kidulthood (Menhaj Huda) / Adulthood (Noel Clarke)
  • Scenes of a Sexual Nature (Ed Blum)
  • Made in Dagenham (Nigel Cole) 

Kortom…

Londen mag blij zijn dat het ook is vastgelegd in economisch mindere tijden. Als je het huidige dure Londen als maatstaf zou nemen, zou je bijna niet meer weten hoe de stad er ooit uitzag. Zelfs de scriptschrijvers van The Long Good Friday hadden zelf vermoedelijk ook niet kunnen denken dat de film zo precies op een grens van arm en rijk Londen zou zijn gemaakt.

Films hebben de diverse kanten van Londen laten zien. Van Soho tot Lambeth, van Notting Hill tot Chelsea. Het is alsof de Londense filmmakers wel geloven dat de mooie, dure stad bestaat maar dat simpelweg weigeren te bevestigen op celluloid. Een stad waar mensen leven en gebruik van maken, is immers veel interessanter om te filmen. 


Overige bronnen

 

10 maart 2023

 

Lees ook deel 1: Camera Obscura Special: Parijs
Lees ook deel 2: Camera Obscura Special: New York
Lees ook deel 4: Camera Obscura Special: Tokio
Lees ook deel 5: Camera Obscura Special: Amsterdam

IFFR 2023 – Deel 7: Stijl & experiment

IFFR 2023 – Deel 7:
Stijl & experiment

door Bob van der Sterre

Style over substance… yes please! IFFR 2023 biedt dit gelukkig ook, getuige ons laatste verslag. 

 

Nao Sou Nada

Nao Sou Nada – Stijl, stijl, stijl, stijl, stijl en Pessoa
De dichter Fernando Pessoa heeft diverse alter ego’s aan het werk bij de uitgeverij The Nothingness Club. Ze zijn allemaal Pessoa, die zelf vaker af- dan aanwezig is. Allemaal zwarte pakken met hoeden die iets roken… Met namen als Charles Robert Anon, Alberto Caeiro, Baron van Teive, Abilo Queresma.

De alter ego’s vallen bij bosjes. Is de dader de terugkerende femme fatale of het meest agressieve alter ego van allemaal, Alvaro de Campos? Pessoa maakt zich zorgen: “Alles ontsnapt me. Mijn leven, mijn herinneringen, mijn verbeelding, mijn persoonlijkheid. Wat is dat gat dat tussen mij en ikzelf bestaat?” Zijn dokter wijdt het aan dromen.

Rook, lichten, creatieve montage, muziek: zoals gebruikelijk loopt de film van Edgar Pera weer over met creatieve ideeën. Anders dan zijn vorige film, O Homem-Pykante, die richtingloos oogde, is deze film wel aardig gelukt. De verfilming van de heteroniemen (afsplitsingen van jezelf) die Pessoa had bedacht, blijkt een mooie structuur te bieden voor Pera. Hij kan er al zijn stilistische overkill aan kwijt. Liefhebbers kunnen ook terecht bij O Barao en Lisbon Revisited (ook over Pessoa). Toch zal Pera’s werk voor veel kijkers te vermoeiend blijven.

 

Jeune Cinéma

Jeune Cinéma – Hoera, de alternatieve cinema leeft (nog)
Het festival Jeune Cinéma was ook jarenlang het experimentele buitenbeetje van de Franse filmwereld. Van 1965 tot 1983 werden in de badplaats Hyères (en in Toulon) de écht rebelse films getoond. Zat er een verhaal in de film? Weg ermee!

Jeune Cinéma moest de Côte-d’Azur-tegenhanger zijn van het larger-than-life filmfestival in Cannes. Maar dan dus in Hyères. En later in Toulon. En toen weer in Hyères. Daarna kwam er geen subsidie meer van de gemeente Hyères, die ook meer invloed wilde hebben op de programmering.

De intellectuele discussies na de films duurden vaak nog langer dan de films zelf. Filmkijkers en regisseurs provoceerden er allebei op los. Het festival was daarmee duidelijk een erfenis van de revolutie van 1968.

Wie waren dan die rebellen? Denk aan intussen grotendeels vergeten namen zoals Guy Gilles, Jean-Pascal Auberge, Philippe Garrel, José Varela, Pierre-Alain Jolivet, Francis Leroi, Stuart Pound, etc.. Maar ook Leos Carax, Claude Lelouch, Claude Chabrol, André Delvaux, Alain Robbe-Grillet en Chantal Akerman maakten daar hun opwachting. En zelfs avant-garde filmers van eigen bodem: Paul en Menno de Nooijer. Acteurs als Michel Piccoli, Bernadette Lafont, Marie-France Pisseur en Marie Dubois kwamen ook wel eens langs als jurylid. Jean-Luc Godard maakte zelfs Pierrot le Fou om de hoek bij het festival.

Het blijft altijd net zo aantrekken als afstoten met ‘de alternatieve cinema’. Hier ook in de film van Yves-Maria Mahé hoor je veel mensen zeggen dat de meeste films allemaal commerciële troep zijn en dus geen echte cinema. Zoals de liefhebbers van ‘films met een verhaal’ elke minder toegankelijke film onmiddellijk belachelijk maken. Je mag ze gelukkig ook beide liefhebben.

Geen tijd voor de film? Lees dan dit korte essay op de website van MUBI.

 

Lola

Lola – Zwartgallige remix van de geschiedenis
Lola is de naam van de computer van Thomasina en Martha. Deze computer (uitvinding van Thomasina) kan in de toekomst kijken. Het is 1941 dus op zeker moment nemen ze de beslissing om met de computer WOII een handje te helpen. Ze vertellen van te voren dat een luchtaanval plaatsvindt zodat veel mensen in veiligheid kunnen komen. Dat gebeurt.

Het leger spoort ze op en dan wordt Lola ingezet voor de verdediging van het Verenigd Koninkrijk. Het lastige is alleen dat elke actie ook gevolgen heeft. Na een reddingsactie blijkt de muziek van David Bowie ineens niet meer te bestaan. De gevolgen van een andere actie zijn nog iets groter…

Andrew Legge maakte deze vermakelijke film, die heel vaardig archiefbeelden remixt in een alternatieve vertelling van de geschiedenis. Hier gaat het om een andere uitkomst van WOII. Dat is vaker gedaan – er is zelfs een hele serie over. 

Lola wandelt in de stilistische voetsporen van een paar beroemde films/mockumentaries: Chris Markers beroemde La Jetée (1962), Woody Allens Zelig (1983) en Peter Watkins’ The War Game (1966). Die schat ik toch wat hoger in dan Lola, dat niet echt iets vernieuwends biedt.

 

Skazka

Skazka – Het donkerste soort zwarte humor
Meer bewerkte archiefbeelden in Skazka. We zien hoe diverse Hitlers, Churchills, Stalins en Mussolini’s wachten op toegang tot de hemelpoort. Hitler gelooft nog steeds in de overwinning, Mussolini bespot iedereen, Stalin is ondoorgrondelijk en Churchill belt af en toe met de koningin. Ze krijgen geen toegang en lopen door grotten en mistige landschappen te kletsen om de tijd te doden.

Dit is een soort animatiefilm die archiefbeelden combineert met zwarte humor. Hitler tegen Churchill: ‘Kan ik je introduceren tot de donkere krachten?’ Een vraag aan jonge Stalin: ‘Jongeman, wie doet je haar?’ Churchill: ‘Stalin doet gemeen.’ Mussolini (met kleding) tegen Mussolini (blote borstkas): ‘Kleed je aan!’

Zwart is eigenlijk nog veel te kleurrijk uitgedrukt, dit is meer het soort zwarte humor waar bijna geen licht meer aan ontsnapt. Op en over de grens waar het van humor overgaat naar misselijkmakendheid: zoals de leiders die zeeën van overledenen toespreken.

Het is een film die je ophemelt of afkraakt – er is eigenlijk geen tussenweg. Geniaal en vernieuwend of een langdradige variant van bad lip reading? Alexander Sokoerov – bekend van de in-een-shot-geschoten Russian Ark – houdt in elk geval wel van een uitdaging. Uuuuren aan archiefmateriaal moeten hij zijn team hebben doorgeploeterd om al deze Hitlers, Mussolini’s etc. te vinden, digitaal te bewerken en dan nog te gebruiken bij het best passende moment van de film.

Als tour de force is het indrukwekkend. Maar een goede film? Een paar geestigheden wegen niet op tegen een groot gebrek aan ideeën. Ik denk dat er een sterk videokunstwerk van ongeveer een kwartier in verborgen zit.

 

Square the Circle

Shorts – Square the Circle / DVA / Vacation / Ingresso Animali Vivi / Grasshopper
Square the Circle (zie: foto) is een aardige film over de eindeloze inspiratie van een cirkel. Mooie beelden, mild-grappig en licht filosofisch. Maker Hanna Hovitie worstelt met ruimte-angst en woont in Finland. Daar is het lang donker. Daar ga je van denken. Met als mooie gedachte dat je niet worstelt met je eigen luiheid, maar met de luiheid van het universum. Eindeloos is de film zelf niet, maar zeventien welbestede minuten. De film deed me denken aan New Babylon, die ook speelt met het concentrische beeld.

Wil je film met de grote F? DVA van Alexandra Karelina gaat veel verder dan de meeste films in experiment. Het verdwijnen van een hond en een luchtalarm zorgen ervoor dat de protagonist, een soort uitvinder, niet meer slaapt. De film van een half uur zit boordevol symboliek, curieuze edits en ongelooflijk lastig aan te horen geluiden. Experimenteler dan dit wordt het niet.

In Vacation kijken we naar de meest basic soort computeranimatie – alsof deze techniek net een dag is uitgevonden. Na een explosie van een vulkaan strandt een jongeman op een strand. Hij vindt een laptop. De vis van wie de laptop is, hoeft de laptop niet terug. Hij zwemt naar de vulkaan en vindt daar op de bodem een mysterieuze deur. Film van Yifan Jiang en James Mercer is grappig maar ik snap niet helemaal de meerwaarde van deze animatiestijl. 

Ingresso Animali Vivi is ook geanimeerd en tegelijkertijd gewoon gefilmd. We kijken in elk geval in de film van Igor Grubić naar een hond die rondloopt in een leeg gebouw. Vermoedelijk een oud slachthuis. Interessante blend van stijlen (blendinema, cinema le blend?). En over het welzijn van dieren kunnen we niet genoeg films hebben. 

Grasshopper oogt toegankelijker dan de andere korte films maar de puzzel is hier: wat moet je ermee? Verlaten gebouwen veranderen in een soort discotheek met stroboscoop en beats. De Finse productie (wederom, er waren veel Finse films op IFFR) van Jussi Eerola gooit het over een boeg die je vreemd genoeg niet zo vaak ziet: gooi beeld en geluid samen en kijk wat er gebeurt. Er gebeurt dus niet zoveel.
 

3 februari 2023

 

Deel 1: Fantasie als werkelijkheid
Deel 2: Terug op locatie
Deel 3: Coronacinema
Deel 4: Brieven uit de dodencel
Deel 5: Buitenbeentjes
Deel 6: Olympische Spelen, Poetin en Iran

 

MEER FILMFESTIVAL

IFFR 2023 – Deel 5: Buitenbeentjes

IFFR 2023 – Deel 5:
Buitenbeentjes

door Bob van der Sterre

Genoeg buitenbeentjes te zien tijdens IFFR 2023. In allerlei films zien we personen die niet echt passen in de reguliere wereld. Vooral biografieën van kunstenaars maar ook hier en daar fictieve karakters. 

 

Girl Internet Show: A Kati Kelli Mixtape

Girl Internet Show: A Kati Kelli Mixtape – Talent in de knop geknakt
Kati Kelli was een jonge vrouw die iets anders wilde dan tips-video’s maken op YouTube. Ze maakte van haar kanaal een plek waar ze al haar gevoel voor spot en satire kwijt kon. Pruiken, brillen, meer had ze niet nodig. Een kanaal met veel theatrale mafheid. Eerst vanuit haar slaapkamer, later vanuit haar eigen huis.

Bij sommige mensen is talent voor komedie echt aangeboren. Zoals bij Kati Kelli de intuïtie om iets te maken sterker is dan erover nadenken of het wel welgevallig is. Ze overdacht niets en maakte al van jongs af aan haar eigen maffe video’s. Ze doet me ook wel denken aan de Nederlandse kunstenaar Tanja Ritterbex.

Sterk is de video waarbij ze de mentale ziektes opsomt waar ze aan zou lijden. ‘Ik lijd ook aan hyper erotic novel disorder.’ Als mensen denken ze dat ze niet echt is: ‘Het spijt me dat ik zo perfect ben dat jullie denken dat ik niet echt ben.’ Of als ze ontdekt bij de psycholoog dat haar vervelende vriendin Abby niet bestaat, maar zij dat zelf is. Of de vrouw die uit ontevredenheid over haar lichaam besluit tot een ‘total body removal’.

Deze video’s laten veel ruw talent zien. Nergens plat of heel flauw maar ook nog niet helemaal af. Het kunstenaarschap lijkt iets onvermijdelijks als je dit ziet. Haar eerste film was ook net af en dat was al een stap voorwaarts. Er had veel meer in kunnen zitten maar het zal hierbij blijven: ze overleed heel jong aan een astma-aanval. Deze film is dus haar komische erfenis. Je kunt haar online video’s ook eventueel op haar YouTube-kanaal zien.

 

La stranezza

La stranezza – Pirandello op zoek naar zes inspiratiebronnen
De toneelschrijver Luigi Pirandello werd geboren in Agrigento, Sicilië. Omdat zijn kindermeisje overlijdt, blijft hij er nog even. De stad voert een lokaal toneelstuk op. Pirandello is op zoek naar inspiratie en komt in contact met de theatermakers: Onofrio Principato en Sebastiano Vella, de lokale doodgravers. Ze nodigen hem uit voor de première.

Pirandello is in 1921 ook een buitenbeentje. Hij maakt niet veel later na dit bezoek het beroemde stuk Zes personages op zoek naar een auteur. Het wordt verschrikkelijk ontvangen want niemand die het snapt. Later wint hij de Nobelprijs.

Wat bracht hem tot dat idee? Volgens de overlevering zouden het de amateurs van Agrigento zijn die hem op het idee brachten. Hebben die echt bestaan of is het meer dat Pirandello op zoek was naar zes momenten van inspiratie voor zijn beroemde stuk? Lees zijn eigen essay uit 1925. 

La stranezza is een verzorgde productie die na een beetje trage start prettig wegkijkt. Verrassend is dat Toni Servillo in feite een bijrol heeft als Pirandello (zéér ingetogen voor zijn doen). De show wordt gestolen door het grappige duo Valentino Picone en Salvatore Ficara.

De film is wel wat aan de conventionele kant. Ook gewone speelfilms hebben recht op bestaan. Maar anders dan bij Pirandello vind je hier niet veel experimenteerdrift.

 

Munch

Munch – Genialiteit opgesloten in een vierkant blokje krankzinnigheid
Een ander typisch buitenbeetje: de Noorse kunstenaar Edvard Munch. Hij maakte 30.000 schilderijen, waaronder dat ene, ongelooflijk bekende, De schreeuw (waarvan er meer zijn). Deze film laat belangrijke momenten uit zijn leven zien.

We kijken naar diverse Munchs in diverse tijdsperiodes gespeeld door diverse acteurs. Een oude Munch ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. Een jonge Munch in een eerdere periode. En dan is er middelbare-leeftijd-Munch in het huidige Berlijn, die een mobieltje op zak heeft en technoparties bezoekt. Tot slot een Munch die in een zwart-wit geblokt frame in een gesticht zit.

Dat idee is niet nieuw. In Cet obscur objet du désir (1977) van Luis Buñuel zijn er twee Conchita’s. Recent heb je Palindromes (2004) van Todd Solondz; I’m Not There (2007) van Todd Haynes en Moonlight (2016) van Barry Jenkins met verschillende acteurs voor een karakter.

In deze film wordt het heen en weer gooien van Edvard Munchs gelukkig niet misbruikt voor flauwe grappen met mobieltjes. Deze opzet past best bij een man met vele gezichten, vele karakters. Juist in de episode van Berlijn is het verplaatsen van het vroegere naar het heden erg komisch, als er ‘gestemd is’ om zijn tentoonstelling niet te laten doorgaan. (Lees meer over deze ‘Munch Affair’.)

Al deze fragmenten leveren geen biografische compleetheid, eerder wat puzzelstukjes, die een beeld geven van een lastig te doorgronden persoon die worstelt met zichzelf. Ik denk zelf dat Henrik Martin Dahlsbakken visueel nog wat meer had kunnen experimenteren. Dat je bijvoorbeeld vaker dingen had kunnen zien door de schildersogen van Munch, zoals een enkele keer gebeurt. Hoe dan ook kan het bijna niet anders dan dat Munch de komende maanden de arthouse-bioscopen gaat veroveren.

 

Kunstkamera

Kunstkamera – Het kunstkasteel van Jan Švankmajer
Een buitenbeentje is ook absoluut Jan Švankmajer. De cineast/kunstenaar laat in Kunstkamera zijn huis zien. Dat is het kasteel Horni Stankov, waar hij tot het overlijden van zijn vrouw Eva (in 2005) met haar samenwoonde. Van kelder tot zolder gevuld met eigen en andermans kunst. Indrukwekkend in kwantiteit en kwaliteit.

In Kunstkamera krijgen we een soort rondleiding door het kasteel van twee uur. Twee uur? Ja en de kunstwerken blijven komen. Tekeningen, panelen, zelfbedachte dieren, schilderijen, beelden. De rondleiding gaat van ruimte naar ruimte, van werk naar werk. Geen namen, geen context. Alleen maar beelden en de muziek van Vivaldi. Alleen de aftiteling geeft een beetje houvast met de namen: Miro, Max Ernst, Arcimboldo, Callot, Lam, Hokusai, Piranesi. En natuurlijk minder bekende landgenoten. En zichzelf en zijn vrouw.

Ik had zelf niet gedacht dat ik deze rondleiding boeiend zou blijven vinden maar dat gebeurt toch. Het Švankmajer-museum hoeft niet gebouwd te worden want dat bestaat dus al.

Dit is ook ontroerend. Want het is een soort afscheid. Na zestig jaar cinema is dit helaas (naar eigen zeggen) de laatste film van de 88-jarige Jan Švankmajer. Hoe toepasselijk dan een film over zijn kunst, twee disciplines die hij even goed beheerste en door elkaar gebruikte.

 

Pacifiction

Pacifiction – Onbestemde nachten in Frans-Polynesië
Frans-Polynesië. De Roller is Hoge Commissaris van deze eilandengroep. Hij is een aanpakker en probeert met politiek iedereen tevreden te houden. Dat verandert als er een gerucht ontstaat dat de atoomproeven terugkeren. De lokale bondgenoot is vervangen door een jonge kerel die een veel kritischer houding heeft tegenover De Roller. En tegelijk geven de militairen uit zijn eigen land ook hun plannen niet prijs.

In het begin is het allemaal nog wel oké. Een ontspannen vergadering tijdens een lekkere lunch. Het wordt duisterder als De Roller het gevoel heeft dat er achter zijn rug om dingen gebeuren (‘Iets donkers beheerst zijn emoties’). Hij krijgt waarschuwingen. De nachten worden langer.

Het buitenbeentje hier is duidelijk: de man in het witte pak en met de blauwe zonnebril die alles pratend probeert op te lossen. Hij steekt af bij elke scène en heeft ook nog eens een witte auto. Hij regelt de politiek in een land dat mijlenver van zijn eigen geboorteland ligt. Dat thema komt ook voor in het prachtige boek De Eilanden van A. Alberts, waarmee dit verhaal veel overeenkomsten heeft. 

Pacifiction is zo’n film waar je je aan moet overgeven. Het is meer filosofisch en symbolisch bedoeld dan als letterlijk verhaal. Bijvoorbeeld de dreiging die zou komen van een onderzeeër. Of hoe de dansvoorstelling van de lokale dansgroep (‘Het moet agressiever!’) De Rollers eigen strijd symboliseert (sterke rol van Benoît Magimel).

Het acteren en de bijrollen maken deze 160 minuten durende film van Albert Serra makkelijk om af te kijken. Maar ook het mooie gebruik van de locatie. Ook de nachtclubs, bars, stranden. Frappant is dat er geen enkel geweld in voorkomt maar alles draait om woorden. De soundtrack heeft ook een interessante bijrol in deze film. Minder vond ik dat niet alle verhaallijnen even goed worden afgehecht in het plot.

 

Il Boemo

Il Boemo – Componist maakt carrière in 18e-eeuws Italië
Josef Mysliveček, alias Il Boemo (moet je lezen als Il Bo-emo, de Bohemer) begint bij niets in Venetië. Een echt buitenbeentje. Heeft niet eens zijn eigen huis. Maar hij is getalenteerd muzikant en een charmant persoon. Zijn droom om zijn favoriete operazangeres te begeleiden in Napels komt uit.

Hij wordt al snel de nieuwe componistenster in Italië in de achttiende eeuw. Maar zodra er een onbereikbare liefde in het spel is, vervalt de Bohemer in zijn oude ondeugden: gokken en seks met prostituees. En dan komt het drama.

Ik ben zelden voor kostuumdrama’s te porren – ze zijn me te soapy en geschiedenisloos – maar voor zulke als Il Boemo kun je me wel wakker maken.

Veel pluspunten. Casting is hier knap gedaan, alle talen kloppen (inclusief koning van Napels met Napolitaans accent en een mini-Mozart die Duits en Italiaans spreekt). De film vertelt zijn verhaal via passende interieurs en goed acteerwerk. En het liefdesverhaal is geloofwaardig.

Als bonus een subtiel oog voor geschiedenis. We zien zaken als aderlaten, de cultuur van het brieven schrijven, een medische zorg die niets voorstelt, huwelijken met een andere betekenis, de schandalen. Aardig is deze opmerking van Josef tegen zijn broer: ‘Weet je hoe lang het reizen is van Napels naar Turijn?’

De film neemt misschien wat te grote passen op het einde maar deze biografie van een tragische componist van Petr Václav is er echt eentje om je zondagmiddag aan te besteden.

 

Civic

Shorts – Civic / Alien0089 / Escasso
In Civic (zie: foto) gaan we met een man (Booker) plotseling terug naar de plek waar hij opgroeide: South Central. Hij is er een tijd weggeweest. ‘Je bent dus toch teruggekeerd naar de hood!’ Fictiefilm van Dwayne LeBlanc (20 minuten) speelt zich ‘s avonds af in de auto, waardoor het allemaal ook anoniem oogt. De auto als sociaal bindmiddel. Het gaat over terugkeren naar iets waar je eigenlijk niet naar kunt terugkeren. De connectie met je ‘oerplaats’ raakt verwaterd, zoals ik nu zelf meemaak als ik de Staatsliedenbuurt in Amsterdam bezoek waar ik ben opgegroeid. Sympathieke korte film.

Alien0089 gaat over een vrouw die online gamet en daar vervelend werd behandeld vanaf het moment dat jongens ontdekten dat ze een vrouw was. Ze schoten haar meteen neer en ze kreeg walgelijke, stalkerachtige berichten. Deze film van Valeria Hofman had ook als een dramadocumentaire gefilmd kunnen worden, maar dit is veel interessanter: als een ‘first person shooter’ ga je naar een huis – en daar ontdek je de geheimen van Alien0089. Gebrek aan respect voor vrouwelijke gamers is – ongetwijfeld – ook zo’n onderschat probleem.

Net als in Alien0089 staat het huis centraal in Escasso. Waarvan we niets zien, maar dat hoeft ook niet. De gepassioneerde Rosa vertelt hoe ze op het huis past van een vrouw die blijkbaar plotseling is vertrokken. Ze gaat er respectvol mee om. Ook al is er aversie: deze vrouw (‘Ze is advocaat denk ik’) heeft geld en Rosa, uit de favela, niet. Vermoedelijk compleet verzonnen, IFFR noemt het een mockumentary. Toch ook een mooi portret van een buitenbeentje.

 

2 februari 2023

 

Deel 1: Fantasie als werkelijkheid
Deel 2: Terug op locatie
Deel 3: Coronacinema
Deel 4: Brieven uit de dodencel
Deel 6: Olympische Spelen, Poetin en Iran
Deel 7: Stijl & experiment</a

 

MEER FILMFESTIVAL

IFFR 2023 – Deel 3: Coronacinema

IFFR 2023 – Deel 3:
Coronacinema

door Bob van der Sterre

De coronaperiode is iets waar de filmkijker van de toekomst misschien verwonderd naar zal kijken. Deze films op IFFR legden de tijd vast, allemaal op hun eigen manier. 

 

Clementina

Clementina – Opgesloten zitten in een onbetrouwbaar huis
Het is de coronaperiode en lockdown. Clementina en haar vriend Guillermo zitten in een nieuwe huis. Dat betekent dat het enige uitje het uitje naar het balkon is. Er komen wel af en toe klussers langs. De vriend van Clementina is aldoor bezig met online lesgeven en is allergisch voor elk contact met de nieuwe buren, die toch soms ongevraagd het huis binnenlopen.

Met het huis zelf is van alles aan de hand. Lekkages, elektriciteitsproblemen, scheuren in de muren. Ze gaat vervolgens helpen in het huis van haar vader elders in Buenos Aires, die door corona niet kan reizen. En dan moet ze met nóg een huis aan de slag.

Clementina van en met Constanza Feldman en Agustín Mendilaharzu is een lichte film over de coronatijd. Een portret van unieke coronadingen als lang haar hebben, brood verkopen vanaf een balkon, klussen in huis, uitstapjes maken naar je balkon, groeten met de ellebogen, antibacteriële middeltjes, thuis sporten, mondkapjes laten hangen aan je oren.

Het is een rustige, prettig uit te kijken film die de emoties nergens laat gaan. En er is verrassend veel focus op de bijrollen en het geluid. Als het op komische, ritmische manier een rol speelt, moet je uiteraard meteen aan de films van Jacques Tati denken. De muziek is ook opvallend aanwezig. En dus corona. Wat lijkt het allemaal weer lang geleden als je dit ziet!

 

Letzter Abend

Letzter Abend – Gezellig zolang het nog kan
Clemens en Lisa organiseren een feestje. Een soort laatste etensmaal voor ze van Hannover naar Berlijn verhuizen. Het is heel gezellig en luchtig. Meel lenen bij de buurvrouw, die meteen uitnodigen. Een onbekende vrouw wil haar mobiel opladen, die meteen uitnodigen, etc.

We zien een serie coronasituaties die iedereen wel in een of andere vorm heeft meegemaakt. Ongemakkelijk de pastabezorger zeggen dat je liever niet wil dat hij gebruikmaakt van je wc? Maar hij moet zo nodig! Speel je via Skype een deuntje op je gitaar voor je muzikale vriend, wordt die net gebeld, gilt ie wat richting de gang. Daarna: ‘Nee, ik voel het niet, je hebt een masker op.’

Het feest biedt The Office-achtig ongemak. Een vrouw wil niet komen omdat ze in paniek raakt van ‘succesvolle personen’. Broer en zus hebben dezelfde vader maar niet moeder. Broer vertelt: ‘Net als het dierenrijk, waarbij een moeder twee kinderen kan krijgen, de een gestreept, de ander zwart. Alleen bij ons hebben wij twee moeders en een vader.’ Marcel, de spontaan bezoekende acteur, veroorzaakte een schandaal door in een toneelstuk over corona de coronaregels te overtreden. Hij is lichtgeraakt als iemand iets zegt over zijn ‘grappige’ Oostenrijkse accent. En Jan, die in elke zin iets Engels moet zeggen.

Letzter Abend koerst na een sterk begin (hoog tempo, goed gedoseerde humor) naar nogal soapy eindtwintigers-begindertigersdrama. Het kan, maar er had denk ik meer ingezeten. Ik vond de eerdere schimpscheuten op het moderne bestaan vermakelijker. Dat deed me ook wel denken aan soortgelijke energieke ultralowbudgetfilms uit de jaren negentig, zoals Love and Other Catastrophies, Clerks of The Daytrippers.

 

New Strains

New Strains – New York in coronatijd
Kalia en Ram gaan op vakantie naar New York. Ze kunnen tijdelijk verblijven in het huis van de oom van Kalia. Maar dan barst corona los en worden lockdowns afgekondigd. In New York heerst corona hevig. ‘We zitten in een gouden kooi, dude’, zegt Ram tegen Kalia. Vliegvelden sluiten en ze mogen nauwelijks meer naar buiten.

Ram maakt zich veel meer zorgen om het coronavirus dan Kalia. Ze wil hem kussen. ‘Moeten we ons niet eerst ontsmetten? We zitten nu alle spullen van jouw oom onder te smeren.’

Van een gezellig tripje naar New York verandert het verblijf in staren naar muren. Spelletjes spelen op de iPad, trainen op het dakterras, ontbijten met het laatste eitje dat er is, sporadisch naar buiten, mondmaskers zoeken. Ze beginnen te ruziën. Zij ergert zich aan zijn stressgevoeligheid en paranoia. Ram ergert zich aan het feit dat Kalia contact heeft met ex Henry, die ze toevallig tegenkomt in een park. ‘Wil je mijn stropdas als mondmasker?’

Het verhaal is wat té basic, denk ik, en had ook een flink stuk korter gekund. Het aardige van de film is vooral het verhaal achter de film. Prashanth Kamalakanthan en Artemis Shaw – de twee acteurs en regisseurs – vonden tijdens de echte lockdown een Hi8-camcorder en maakten daarmee deze beelden tijdens corona. Het zijn deze Hi8-beelden die wij hier zien. Het flink geïmproviseerde verhaal is dus echt een coronafilmbaby, een film die er niet zou zijn geweest als corona er ook niet was geweest.

 

Pastry Friday

Shorts – Déjà-vu / Conviértete en quien eres / The Grave’s Sky / Pastry Friday
Déjà-vu van Kunstenares Shuang-Li is een voorbeeld van hoe je munt kan slaan uit een onmogelijke situatie. Ze kon tijdens corona niet reizen naar een opening van haar eigen expositie. Daarom nodigde ze twintig figuranten uit die zoals zij zelf gekleed naar de vernissage gingen. En daar deze en gene filmden.  Aardig gegeven in deze gratis te bekijken film in De Doelen (achteraan bij de bar). Oogt wel wat te pretentieus met poëtische ondertiteling. Dat was misschien lastig beoordelen omdat er veel door het beeld gelopen werd en bardrinkers – zoals bardrinkers doen – hard met elkaar kletsten.

In Conviértete en quien eres kijken we naar een getekende versie van de coronatijd (tien minuten). In gewone beelden zou dit saai materiaal zijn geweest. Agustin Iezzi zette alles om in bewegende lijnen, die à la het klassieke mannetje van La Linea (wie kent hem nog?) beelden aan elkaar verbinden. We zien vogeltjes, een rondrennende kat; iemand doet een dansoefening; we horen flarden van gesprekken, klingelende windgongen, krekels die krekelen. Ik hou hier wel van. Een mooie herinnering aan de gewoonheid van een bizarre periode.

The Grave’s Sky is een autobiografisch coronaperiodeverslag van regisseur John Gianvito van nog geen twintig minuten. Van een laatste vliegtuigtrip gaan we naar lege straten. Van thuis achter je computer kruipen naar oog in oog staan met herten. Shots van een vliegtuigloze hemel en dan van een dode vos. En doorsneden met beelden van oude films en nieuwsberichten. Deze tikkeltje saaie film is duidelijk een andere beleving van de coronaperiode dan wat ik zelf hier in de stad ervaarde.

Het laatste coronafilmdocument van deze IFFR is het twaalf minuten durende Pastry Friday (zie: foto). Een van de aardigste korte films tijdens IFFR. We kijken in zwart-witbeelden naar mensen met mondkapjes die in een Tsjechisch stadje gebakjes kopen. Opvallende bijrol voor de geluidsband die weer eens aan Tati’s machines-maken-ritmische-herrie-stijl doet denken. Film is van Josef Dabernig, die meer van dit soort films heeft gemaakt.

IFFR toonde verder ook nog de coronaspeelfilm La Tour. Die behandelt het onderwerp corona vanuit een horrorinvalshoek (gebouw wordt monster) maar was helaas niet te zien voor ondergetekende.

 

31 januari 2023

 

Deel 1: Fantasie als werkelijkheid
Deel 2: Terug op locatie
Deel 4: Brieven uit de dodencel
Deel 5: Buitenbeentjes
Deel 6: Olympische Spelen, Poetin en Iran
Deel 7: Stijl & experiment

 

MEER FILMFESTIVAL

IFFR 2023 – Deel 1: Fantasie als werkelijkheid

IFFR 2023 – Deel 1:
Fantasie als werkelijkheid

door Bob van der Sterre

In het eerste deel over IFFR 2023 kijken we naar animaties, films gebaseerd op strips en andere fantasierijke films. Vaak prettige, zachte humor, maar hier en daar ook wat mysterie.

 

No Dogs or Italians Allowed

No Dogs or Italians Allowed – Oma vertelt in stopmotion
Regisseur Alain Ughetto maakte een familiekroniek over zijn eigen familie. Hij creëert het letterlijk zelf en speelt daarmee ook een rol: we zien zijn handen het decor bouwen. Hij begint met het dorp waar zijn familie vandaan kwam: Ughetterra.

Daar praat hij met zijn oma, Cesira, en zij blikt terug op hun geschiedenissen, terwijl ze zijn enorme mensensok stopt. Dat samenspel gaat de hele film door. Als Alains vader als kleuter huilt in de film, vraagt Cesira: ‘Alain, kun jij met je vader praten?’

De verhalen gaan over vroeger. Ze ging mee met haar partner (zijn opa) Luigi en nog meer familie naar Frankrijk. Luigi werkt in Frankrijk als gastarbeider en bouwt daar aan zijn droomhuis. Maar de ontwikkelingen in de wereld doorkruisen zijn plannen. Hij en zijn broers worden twee keer voor de oorlog opgeroepen (Abyssinië en Eerste Wereldoorlog). Dan is er nog de Spaanse griep in 1918. En de fascisten! En terugkerend is de discriminatie tegen Italianen.

Hoewel het verhaal pittig lijkt, blijft de film lichtvoetig. Het is echt een mooie, gevoelsvolle kroniek van een familie die alsmaar zware tijden moet doormaken. Doet een beetje denken aan het boek Honderd jaar eenzaamheid (maar iets korter)… Een tijd dat niet op een mensenleven meer of minder werd gekeken. Dat betekent ook wel wat momenten met zwarte humor. Daar gaat Ughetto ook op smaakvolle manier mee om.

Dit graaft net zo diep als een goede roman – maar mist de pretentie die de romans vaak onleesbaar maken. No Dogs or Italians Allowed maakt juist op humoristische manier gebruik van de kansen die het medium biedt. Broccoli als bomen, kartonnen huisjes die voor je neus aan elkaar worden gelijmd, een speelgoedkoe die uit elkaar valt, ik noem maar wat. Inventiviteit wint hier weer van grote budgetten.

Minpuntje is de wat misleidende titel, waardoor je denkt dat deze animatie over discriminatie gaat, maar dat is uiteindelijk maar bijzaak in het verhaal.

 

Blind Willow, Sleeping Woman

Blind Willow, Sleeping Woman – Kikker als mental coach
Op een dag vindt Katagiri een kikker in zijn huis. De kikker heeft hem nodig om ‘de Worm’ te bestrijden. ‘Alleen gebeurt het onder de grond en of we winnen of verliezen, niemand zal het ooit weten. Maar het gaat om de toekomst van Tokio.’ Katagiri heeft zijn twijfels. Waarom hij?

Komura, zijn collega, is opeens zijn vrouw Kyoko kwijt. Ze worstelde met een depressie vanwege de aardbeving die er net geweest is en is vertrokken. Hij neemt vakantie en reist naar Hokkaido. Daar spreekt hij af met twee vrouwen.

Een verhaal waar je typisch zo’n betekenisloos woord als ‘diepgang’ voor kunt gebruiken. Want dit gaat niet meteen over de menselijke zaken waarvan je aanvankelijk denkt dat het over gaat; het gaat over aardbevingen en therapie. Om precies te zijn het verwerken van de aardbeving van 2011, die ook als mens de fundamenten op losse schroeven zet.

Voor deze karakters betekent de aardbeving een verandering. Ze kijken terug op wat een redelijk teleurstellend leven was. Bij een was een wonder zelfs niet genoeg om het spectaculair te maken. Een ander heeft een alter ego van een pittige kikker nodig om te beseffen hoe weinig betekenisvol zijn leven is.

Regisseur Pierre Földes heeft diverse verhalen van het gelijknamige boek van Haruki Murakami (dat telt 24 verhalen) verweven in één verhaal. Die episodische aanpak werkt hier wel goed. Neem de scène als in Hokkaido – waarbij een vrouw een man uitdaagt met een vreemd erotisch verhaal over een beer. Of hoe het wachten op een kat een ontspannen en toch ook vreemd gesprek oplevert met een eigenwijs zestienjarig meisje. Of hoe zijn ex op haar twintigste een wens kan doen. Of Katagiri die met de kikker in de metro zit.

Deze absurditeit geeft opkikkers als espressoshots bij verder toch redelijk spektakelloze verhalen.

 

Convenience Story

Convenience Story – Lichtvoetig surrealisme rondom winkel
Scriptschrijver Kato is boos op zijn aandacht vragende hond en laat hem achter in een desolate reactie. Maar hij krijgt spijt. Als hij de hond zoekt, komt hij terecht bij een winkel van een benzinepomp. Een aparte winkel, waarvoor hij al gewaarschuwd was in een andere winkel: ‘Er is een alternatief universum voor alles.’ Achter een koelvak blijkt er inderdaad een parallel universum te zijn.

Er gebeurt veel. Hij raakt zijn auto kwijt. En flikflooit met Keiko, de vrouw van de winkeleigenaar. Hij blijft er een paar dagen hangen om te werken aan zijn script, waar hij ineens inspiratie voor krijgt. En hij vlucht samen met Keiko naar een feest ‘om mensen naar een andere wereld te begeleiden’. Terwijl zijn vriendin, Zigzag, hem ook aldoor belt.

Ik ben wel fan van het lichtvoetige surrealisme van Miki Satoshi. Net als in het vermakelijke Adrift in Tokyo zit deze film boordevol symbolen, zachtaardige humor en mysterie. De kleuren geven hier signalen (net als bijvoorbeeld bij films van David Lynch). Als je goed oplet, zie je veel meer: de hoofdwond in de vorm van de Japanse vlag; wonden op de armen (van een oude vrouw en een duizendpoot); vrouwen die stoeien met naaldhakken; bizarre namen (Vanishing Point, Zigzag); tatoeages van ogen, posters met ogen; of de opmerking: ‘Als ik benzine ruik, krijg ik vlinders in mijn buik’. Wat het allemaal betekent? Deze film kun je prima een tweede keer zien om dan de symboliek beter te vatten.

Meestal zijn mysterie en humor een lastige combinatie maar de films van Miki Satoshi bewijzen dat hier nog een redelijk onontgonnen terrein is in cinema. Ik moest ook af en toe denken aan de films van Quentin Dupieux, of aan films als Donnie Darko en Under the Silver Lake. Want het verhaal blijft verrassen en dat is prettig film kijken.

 

La Sudestada

La Sudestada – Argentijnse detective in de ban
‘The hound’ is de bijnaam van Jorge Villafañez. Hij woont in Buenos Aires en is een privédetective. Hij moet een nieuwe klus doen: de choreografe Elvira volgen. Als ze naakt gaat dansen midden in het bos, raakt hij in de ban. Weet hij zijn professionele grens te bewaren? De klant raakt wanhopig terwijl Juan ook de grillige rivier de Plata moet trotseren om Elvira te volgen. Hij komt iets dichterbij dan hij wilde.

Aardige, vriendelijke, rustige film. Archiefbeelden, animaties, dromen etc. breken het lome tempo een beetje. Ook hier is veel mysterie en blijf je je als kijker afvragen: waar gaat het heen. Duidelijk dat Elvira een snaar raakt bij Jorge (mooie rol van Juan Carraso). Het leidt naar het type einde waar je achteraf over gaat discussiëren.

Dit verhaal komt (net als Sri Asih hieronder) uit een graphic novel. Dat soort verfilmingen raken steeds meer in de mode nu de literatuur alsmaar meer vercommercialiseert en minder te bieden heeft, waar de graphic novel juist steeds meer evolueert in ‘grafische romans’. La Sudestada is een bewerking van Juan Sáenz Valiente’s verhaal, dat ik zelf niet kende maar me nu wel nieuwsgierig maakt.

 

Sri Asih

Sri Asih – Superheldenfilm op z’n Indonesisch
Tot slot kijken naar de gewetenloze projectontwikkelaar Prayogo. Hij lost het probleem van Indonesische sloppenwijken op door ze plat te branden en de politie te verhinderen onderzoek te doen. Alana is een freefighter en wint gevechten van mannen.

Op een dag ontdekt Alana dat die freefight-krachten niet uit het niets komen, maar dat ze erfgenaam is van de Sri Asih-superheldin uit de jaren vijftig. Ze moet het opnemen tegen een slechte geest die de aarde wil verwoesten. Maar zij heeft ook steun.

De film (verfilming van een jaren vijftig stripverhaal van R.A. Kosasih) oogt bekend. De origins-story, de bad guys, het ingewikkelde achtergrondverhaal, de overdreven coole martial-arts-gevechten… Toch is het script soms net even anders. Zo komt de superheldin uit een vulkaan (dus geen anoniem laboratorium); is er een weelderige initiatie met oosterse dans en bloemen (dus niet per ongeluk ergens in een steeg: heh, wat overkomt me nu); spelen sloppenwijken en armoede een rol (dus niet alleen Manhattan); is een rode sjaal een wapen (geen pijl en boog of superhamer); zijn er vechtscènes in gangen (dus niet tussen hoge gebouwen). Enzovoort.

Het resultaat is wisselend. Aardig hoe Indonesië hiermee een eigen over de top superheldenfilm aflevert (ze hadden er trouwens al een: Gundala uit 2019). Het probleem is dat het overbekend materiaal is. Het goede versus het kwade (inclusief persoonlijke worsteling van de protagonist); de protagonist die een wees is; de overgestileerde martial-arts-gevechten; de grote toren waar de bad guy zich in bevindt; de zwijmelmuziek die je hoort op softe momenten en drukke muziek bij spannende momenten; de eindeloze vechtpartijen waarbij de helden nooit een schrammetje oplopen. Sommige actiescènes ogen hier bovendien wat houterig.

Dit is de tweede film van Bumilangit Cinematic Universe (BCU), de Indonesische variant van Marvel. Joko Anwar regisseerde de eerste en schreef mee aan dit script. Deze film is geregisseerd door Upi die weer meeschreef aan de eerste. De film is zich bewust van zijn eigen oorsprong: een besef van geschiedenis dat je niet zo snel ziet in de Marvelproducties.

 

28 januari 2023

 

Deel 2: Terug op locatie
Deel 3: Coronacinema
Deel 4: Brieven uit de dodencel
Deel 5: Buitenbeentjes
Deel 6: Olympische Spelen, Poetin en Iran
Deel 7: Stijl & experiment

 

MEER FILMFESTIVAL

IFFR 2023: 40 tips

International Film Festival Rotterdam 25 januari – 5 februari
IFFR 2023: 40 tips

door Bob van der Sterre

Na een paar moeilijke jaren is IFFR weer terug met een vol programma. Ruim 500 films, kort en lang, artistiek en experimenteel, en weer ouderwets terug in de wintertijd. Daarom 40 aanraders voor IFFR 2023.

Wil je meer weten over het programma, de programmaonderdelen en hoe je kaartjes kunt kopen? Lees dan de Q&A over IFFR 2023.

IFFR 2023: 40 tips, zoals Convenience Story

Hieronder zie je 40 tips van onze redactie. Noot vooraf: we moeten de films zelf ook nog zien, het gaat hierbij daarom ook om gut feeling. De IFFR-verslaggevers van InDeBioscoop wensen alle IFFR-gangers in elk geval veel plezier!

Actie
Sri Asih
Indonesische actiefilm over vrouwelijke superheld zit tjokvol actiescènes en martial-arts-gevechten. Film van Upi is een bewerking van een populaire Indonesische strip uit de jaren vijftig, maar dan verplaatst naar het heden. Klassiek gevecht van goeden versus de kwaden.

Animatie
Blind Willow, Sleeping Woman
Japans-Franse animatiefilm is een verfilming van een kort verhaal van Haruki Murakami. De gevolgen van een aardbeving, een vrouw die ineens weg is, een kikker die meedoet in het huishouden. Klinkt niet als verspilling van tijd, deze film van Pierre Földes.

No Dogs or Italians Allowed
Stopmotionfilm van Alain Ughetto gaat over Italiaanse emigranten in Frankrijk. Ziet eruit als een mooie, intelligente film. Er is nog veel meer animatie tijdens deze IFFR in verband met het focusprogramma van animatieregisseur Yuasa Masaaki.

Cinema
Jeune Cinéma
Voor de liefhebber van de Franse cinema waarschijnlijk erg leuk: dit inkijkje via archiefbeelden van het filmfestival van badplaats Hyères in de jaren zestig (Festival International du Jeune Cinéma werd van ‘65 tot ‘83 gehouden). Een ‘fresco van pracht en ellende’ volgens het IFFR. Film van Yves-Marie Mahé.

No Bears
Ik ben wel benieuwd naar deze nieuwe film van Jafar Panahi. De Iraanse regisseur probeert aan de andere kant van de grens (in Turkije) een film in Iran te regisseren via een videoverbinding. En we zien hoe dat niet zo goed lukt. Dit proberen wordt op zichzelf ook een weer film.

Coming of age
Funny Pages
Een jongen verlaat school en wordt een comic book nerd… en ontmoet talloze gelijkgestemden. De film van Owen Kline belooft volgens IFFR ‘een achtbaan van verontrustende emoties en onvoorspelbare reacties’. Vermoedelijk een geestige film die er makkelijk ingaat. Steuntje in de rug voor alle nerds ter wereld. Opvallend bij deze IFFR is dat we niet worden platgegooid met gezapige coming of age-films. Die trend lijkt nu toch wel over.

Coronapandemie
New Strains
Een stel zit tijdens de eerste lockdown vast in New York. Deze flink geïmproviseerde film kan hit of miss zijn, maar is in elk geval een echte speelfilm over en tijdens de pandemie. Makers Artemis Shaw en Prashanth Kamalakanthan hadden hier vermoedelijk veel plezier mee. Ze schetsen hier (bij mijn weten als eersten) in fictie hoe de lockdowns impact hadden op je emoties.

La Tour
In deze film van Guillaumne Nicloux wordt juist het griezelige en uitzichtloze van de pandemie-lockdowns naar voren gehaald. Het gebouw verandert zelf in een killer. Een ‘typisch product van het pandemietijdperk’ aldus IFFR. Grappig idee maar films waarbij geen hoop is, trek ik meestal moeilijk.

Dieren
Eo
Nieuwste film van de 84-jarige cineast Jerzy Skolimowski (o.a. Deep End en Le Depart) gaat over een ezel. Dat alleen al is voor mij genoeg om deze film zonder voorkennis naar de bioscoop te laten hollen. Ik weet niet waar deze film over gaat maar na het portret van een varken (Gunda) en een koe (Cow) ben ik blij met deze volgende stap in de emancipatie van dieren in de cinema. Isabelle Huppert heeft ook een rolletje.

Drama
Aftersun
Volwassen man gaat met dochter naar een Turkse badplaats. De vader probeert alles gezellig te houden maar is langzaam aan het instorten. De verfilming van de vader-dochterrelatie door Charlotte Wells lijkt een warme, lieve film op te leveren. Ondanks de vele positieve reacties op dit drama, verdenk ik deze film wel een beetje van oppervlakkigheid. Misschien is Nostalgia van Mario Martone (o.a. van het mooie L’amore molesto uit 1995) een beter drama, maar bijna twee uur lijkt me dan wel weer aan de lange kant.

Dramady
Showing Up
Kelly Reichhardts nieuwste film gaat over competiviteit tussen twee kunstenaars. Een lichtvoetige dramady over families, vrienden, collega’s, kleine ongemakken en zo. Misschien wel een beetje Woody Allen?

Experiment
Mannvirki
Wow. Waar deze film van Gústav Geir Bollasons over gaat, is mij een raadsel. Iets met een gebouw in IJsland. Een groot risico om deze film te bezoeken. Maar wie niet waagt, die niet wint.

Fantasie
Unidentified
Ufo’s hangen boven de aarde. Ze doen niets. Wat voor effect heeft dat op de mens? Deze film is wat lastig te peilen, maar ik verwacht een uitzinnige trip, met kleur, dans, muziek, bizarre editing en daar ergens tussenin een sciencefictionverhaal. Jude Chun zou volgens IFFR een film hebben gemaakt met ‘sardonische humor’ dus dat moeten we dan maar proberen. Ik waarschuw alvast: deze trailer geeft niets weg.

Geschiedenis
La Stranezza
Biopic van Luigi Pirandello. Vermoedelijk weer topacteerwerk van Tony Servillo als Pirandello. Servillo krijgt zo onderhand Mastroianni-status. Film van Roberto Andó ziet er verzorgd uit en speelt zich af in Sicilië.

La Palisiada
In La Palisiada van Philip Sotnychenko kijken we naar een moord die in Oekraïne in de jaren negentig is gepleegd. Volgens IFFR ‘worden in La Palisiada worden slechts twee schoten gelost, met een kwart eeuw ertussen, en het is aan de kijker het verband te vinden.’ Lastig te zeggen wat je krijgt maar ik hoop op een sterke film met een boeiend tijdsbeeld.

Horror
Deadly Love Poem
Op het oog is Deadly Love Poem van Garin Nugroho interessante, stijlvolle horror. Een giallo over de wereld van kunst en mode… Klinkt bijna als een Indonesische variant van Argento’s L’uccello dalle piume di cristallo. Waarom ook niet! Ook een aanrader visueel gezien is 2551.02 – The Orgy of the Damned. Deze horrorfilm van Norbert Pfaffenbichler heeft geen dialogen, maar zit vol muziek en geluiden. Volgens IFFR ‘even duister, gestoord en avant-garde als de griezeligste horrorfilm’. Wie nog meer creepiness wil, heeft vermoedelijk een goede aan Faces of Anne, een horrorfilm waarbij meisjes allemaal Anne heten en van gezicht veranderen.

Internet
Girl Internet Show: A Kati Kelli Show
Ik had nog nooit van deze YouTube-comédienne gehoord, Kati Kelli, maar ze bestond werkelijk en is al in 2019 overleden. Een outsider-YouTuber las ik ergens en dat klopt wel: waar de grote YouTubers miljoenen views binnenharken, worden de meeste van haar filmpjes op haar kanaal ‘slechts’ een paar duizend keer afgespeeld. Op basis daarvan lijkt ze een goed gevoel te hebben gehad voor spot en satire.

Klassieker
Santo contra los jinetes del terror
El Santo (de heilige) was een soort Mexicaanse superheld. Hij droeg een zilveren masker en versloeg altijd de bad guys. Dit is een curieuze El Santo-film uit 1970 van René Cardona. IFFR legt uit waarom: ‘Ten eerste omdat het Santo’s enige uitstapje naar het Wilde Westen is, en ten tweede omdat het erotiek had moeten introduceren in de verder keurige Santo-wereld (…).’ Onderdeel van het programma Cinema Regained.

Komedie
Clementina
Droogkomische Argentijnse film over een appartement dat langzaam instort, bewoners lopen met mondkapjes vanwege corona, overal is herrie, en Clementina is het middelpunt. Het is niet makkelijk om deze ‘excentrieke komedie’ tot het einde interessant te houden maar hopelijk slaagt de film van Agustín Mendilaharzu en Constanza Feldman daar wel in.

Kolonialisme
Pacifiction
Frans-Polynesië krijgt een nieuwe hoge-commissaris. Benoit Magîmel doet hier zijn rol in tv-serie Marseille nog eens over. ‘Een decadent ritueel dat kunstmatig in stand wordt gehouden tot ver na zijn hoogtijdagen’, aldus IFFR. De film van Albert Serra neemt de tijd maar druipt van het cynisme.

Kostuumdrama
Il Boemo
Tsjechisch kostuumdrama gaat over de zeventiende-eeuwse componist Josef Mysliveček die succes heeft in Italië, ten tijde van Mozart. Film van Petr Václav ziet eruit als een interessante historische film met veel aandacht voor setting en kleding. Duurt wel ruim twee uur, dus heb geen haast.

Kunst
Kunstkamera
Naar eigen zeggen laatste film van Jan Švankmajer, die al sinds 1964 met menig film is langskomen op IFFR. We bezoeken zijn kasteel, want dat heeft hij met zijn inmiddels overleden vrouw ooit gekocht. Soort documentaire/rondleiding? Het is nooit gewoon bij Svankmajer. Hierna maakt hij nooit meer een film, zegt hij zelf op 88-jarige leeftijd. Een cinefiel afscheid om een traantje bij te laten. Wie hem beter wil leren kennen: lees mijn artikel over Svankmajers kunst.

Munch
Verschillende kanten van kunstenaar Edvard Munch door verschillende acteurs belicht in verschillende tijden. Klinkt dus niet als je doorsnee-biopic, deze film van Henrik Martin Dahlsbakken. Openingsfilm van deze IDFA.

Lengte
Drunkard Nursing Home
Een ‘op digitale video gedraaide no-budget-documentaire’ over een nachtclub in Peking. Nauwgezet gaat de film allerlei bezoekers van die nachtclub langs. Het leverde een film van tien uur op die ik eigenlijk wel in die lengte had verwacht bij IFFR. Had een sessie kunnen zijn met lunch, yogabreaks, koffiepauzes en powernaps. De film is nu teruggebracht tot 2,5 uur lengte en dus beter uit te houden. Film van Shuai Zhang zou wel eens kunnen verrassen in menselijkheid.

Esterno Notte
Ook niet al te kort is deze tv-serie van oude bekende Mario Bellocchio (300 minuten in totaal). Deze gaat over de ontvoering van Aldo Moro, al eens eerder door hem vastgelegd in cinema, in 2003 in Buongiorno notte. Die film ging over de ontvoering, deze over de context.

Wie letterlijk alle tijd van de wereld heeft, kan ook nog terecht bij deze films:

Lichtvoetig
Convenience Story
Kato bezoekt een winkel waar alles anders is. Hij valt in allerlei surrealistische avonturen en kan amper werkelijkheid van fantasie onderscheiden. Film van Miki Satoshi die ons ook al Adrift in Tokyo voorschotelde. Eenvoudige maar fantasierijke film belooft wederom lichtvoetigheid van de categorie Michel Gondry en Charlie Kaufman.

Misdaad
The Boys
Zuid-Koreaanse misdaadfilm gaat over een het heropenen van een oude misdaadzaak. Meestal kunnen Koreanen zulke films maken als geen ander. Film van Chung Ji-young gaat ook over een echte coldcase. Wel lastig om dat op basis van de trailer te zeggen… dat is namelijk meer een mini-making-of van de film dan een trailer.

The Abandoned
Kortgezegd gaat deze film over moord en doodslag in een heftige nacht. De Taiwanese recherche onderzoekt een moord en dat leidt ze naar onverwachte paden. De trailer belooft veel actie, rommelig gedoe en geweld in deze film van Tseng Ying-ting.

Corazonada
Grote zwendel in Mexicaanse loterij van binnenuit bekeken. Ik vermoed dat de film van José Manuel Cravioto een vaardig gemaakte film is à la Quiz Show – en er dus wel lekker ingaat – maar niet echt zal blijven hangen. Volgens IFFR is de film nogal veel: ‘Een ironische aanklacht tegen de algemeen verbreide overheidscorruptie en tegelijkertijd een komedie, spannende thriller, misdaadfilm en sociaal commentaar.’

Ontroering
The Whale
Wie deze film zonder voorkennis gaat kijken, zal na de eerste minuten in z’n ogen wrijven. Brendan Fraser? In deze film is hij een kluizenaar met obesitas. Knappe metamorfose. Ik verwacht dat deze film van Darren Aronofsky een absolute publiekslieveling wordt tijdens deze IFFR. Brendan Fraser, over wie je veel kunt zeggen maar niet dat hij geen talent heeft, zal uit een vaatje tappen dat we hem nog niet eerder hebben gezien. Zijn emoties kon hij amper bedwingen toen hij onlangs een Annual Critics Choice Award ontving (de Golden Globes weigerde hij te bezoeken). De media hebben het al over de ‘Brennaissance’.

Religie
Godland
Hardcore IJslandse geschiedenis en religie in 143 minuten. En dat vierkant. Echt iets voor de liefhebber en bij de redactie van IDB lopen er al een aantal handenwrijvend rond om deze film van Hlynur Pálmason te kunnen bezoeken. ‘Een feest voor het oog door de heerlijke soberheid’, is inderdaad precies wat ik erbij verwacht.

Romantische komedie
Voyages en Italie
We volgens het stel Jean-Philippe en Sophie tijdens hún reis door Italië. ‘Een juiste mix van originaliteit, humor en intelligentie’ en ‘briljante dialogen, adembenemende oprechtheid’: het is niet niets wat IFFR belooft. Ik weet het nog niet zonder trailer (ik kan alleen de versie van Rossellini vinden, die in de jaren vijftig dezelfde trip verfilmde). Wat is het toch met al die filmmaatschappijen die geen trailers op YouTube zetten!

Sciencefiction
LOLA
Een machine zorgt ervoor dat twee zussen al eerder zien wat er gaat gebeuren dan de rest van de wereld. Wat te doen? Mogelijk aardige indie SF-film van Andrew Legge had ik toch eerder bij Imagine verwacht dan IFFR.

Seksualiteit
Hand
Het is een beetje ingewikkeld maar sinds de jaren zeventig zijn er pinkufilms (pink films, Japanse seksfilms met verhaal) gemaakt. Studio Nikkatsu had zelf een serie van softseksfilms genaamd roman porno. Omdat die 50 jaar bestond, maakte Nikkatsu drie films. Nog steeds om elke tien minuten een seksscène maar deze film van Matsu Daigo gaat vooral over wat de vrouw wil. Een punt waar pinkufilms natuurlijk vroeger geen enkel oog voor hadden. Seks en erotiek zijn sowieso wat meer en vogue, lijkt het. De uitzinnige Filipijnse sekskomedie I Love you, Beksman belooft vooral gendergrappen, terwijl de Koreaanse film White River wat meer klassiek erotisch is, en de korte film Grief Encounter pornografisch.

Spanning
Killing a Traitor
Spannend misdaadmelodrama over corruptie in Iran in de jaren vijftig. Volgens IFFR toont filmmaker Masoud Kimiai ‘het lef van Francis Ford Coppola en Sam Peckinpah met een indrukwekkende cast.’ Grote namen, dan ook dito verwachtingen.

Spookverhalen
Let It Ghost
Humor, spot, drie spookverhalen en YouTubers in Hongkong. De energie zal er wel van af spatten, en het bloed op de muren, maar of het echt wat is, blijft lastig te zeggen. Er is trouwens nog een spookfilm uit Hongkong op IFFR: Silent Ghosts.

Sport
One Win
Sportdrama van Shin Yeon-Shick over de coach van een vrouwenvolleybalteam. Liever voetbal kijken dan volleybal? Dan is er nog deze film over de oud-voetballer Prosinecki.

Stijl
Não Sou Nada
Bijna niemand heeft zo’n mooie en herkenbare filmstijl als Edgar Pêra, die in 2019 een retrospectief had op IFFR. Het probleem zijn meestal de verhalen. Deze film over 75 karakters van de dichter Fernando Pessoa zou ik ook niet contextloos bezoeken. Een beetje verdiepen helpt de filmervaring.

Surrealisme
La Sudestada
Deze film van Daniel Casabé en Edgardo Dieleke biedt gedoseerde weirdness, een bewerking van een stripverhaal, goed acteerwerk: de seinen staan op groen. Wel intens denk ik. ‘Een thriller die de bewegingen van de ziel volgt’, aldus IFFR.

Theater
Als uw gat maar lacht (If yes, Okay)
Tienerdochter Amy wil dat haar rijke familie een kabuki-theaterstuk gaat spelen. Die is bedoeld als parodie op haar eigen familie. Film van Dick Verbult (Viva Matanzas) oogt net zo maf als de titel maar de trailer belooft ook krachtige spot. Ik verwacht wel wat grappige momenten maar misschien ook wel een film die zichzelf overschreeuwt in eigenzinnigheid. Frappant dat de laatste tijd zoveel series en films rijkdom zo op de korrel nemen (denk bijvoorbeeld aan White Lotus).

 

18 januari 2022

 


MEER FILMFESTIVAL

IFFR 2023 in 5 vragen en antwoorden

IFFR 2023 in 5 vragen en antwoorden

door Bob van der Sterre

IFFR 2023 is veel minder dan de voorgaande twee edities getekend door het coronavirus. We kunnen vanaf 25 januari weer volle kracht genieten van het filmfestival. In dit stuk leggen we in 5 vragen en antwoorden uit wat je kunt verwachten als IFFR 2023-bezoeker.

IFFR 2023 in 5 vragen en antwoorden - Openingsfilm Munch

1. Wanneer is het IFFR 2023 precies?
De 52ste editie van International Film Festival Rotterdam (IFFR) vindt plaats van 25 januari tot en met 5 februari 2023.

Dit zegt IFFR over hoe het festival terugkeert naar de stijl van voor het coronavirus: “Het festival verwelkomt het publiek met een compleet programma van speelfilms, korte films, focusprogramma’s, installaties, performances en meer. Industrie-, pers- en onderwijsactiviteiten vinden weer plaats door heel Rotterdam met festivalhart De Doelen.”

Wie er echt zin in heeft, bekijkt de video van de persconferentie over het festival van 2023.

2. Waar vind ik het programma voor IFFR 2023?
Het programma van de films vind je op de website van IFFR.

Wil je dat IFFR voor jou een keuze maakt? Probeer de Film Finder.

Wil je alleen het on demand-programma bekijken? Kijk op de website van IFFR. Daar staat ook uitleg over het on demand-programma.

3. Hoe kun je op IFFR 2023 een kaartje kopen?
Hoe koop je tickets?

Waar staan tips van IFFR over kaartverkoop?

Andere vragen? Bekijk de algemene Q&A van IFFR.

4. Welke IFFR-programma’s kan ik bezoeken tijdens IFFR 2023?
Anders dan vorig jaar zijn er nu weer volledige programma’s:

Awards en competities IFFR:

Kunst en IFFR:

5. Wat doet InDeBioscoop dit jaar aan IFFR?
Tim Bouwhuis en Bob van der Sterre doen dit jaar verslag van het IFFR 2023. Houd de website van InDeBioscoop de komende weken in de gaten voor onze besprekingen! Wil je ons steunen? Like de website op Facebook en abonneer je op onze nieuwsbrief!

 

17 januari 2023

 

IFFR 2023: 40 tips

Terugblik 2022 – Deel 4: Raar is in de mode

Terugblik filmjaar 2022 – Deel 4:
Raar is in de mode

door Bob van der Sterre

Ik heb weinig goede films gezien; wel veel rare films. Raar is in de mode – of ik zoek het meer op, wie zal het zeggen…

In 2020 beleefden we een uniek raar filmjaar en in 2021 was ook een verwarrende tijd voor filmfans. Terug naar normaal in 2022? Niet dus: in 2022 kregen we te maken met oorlog, energiecrises en inflatie. Waarschuwingen voor een aanstormende recessie zijn er alom. O ja, het klimaat slaat steeds meer op hol.

Wat betekent dat allemaal voor de filmindustrie, die het toch al zwaar heeft door de coronaperiode? Dat betekent waarschijnlijk minder geld voor goede films; dus nog meer terugverlangen naar de twintigste eeuw.

Dus in 2023…
– Gaan we eindelijk de kunst inzien van 70’s poliziotto’s en 80’s kungfufilms;
– Komt er een moderne remake van Willow (serie van 7 seizoenen óf een film van 348 minuten);
– Lopen de zalen vol voor 80’s pastiche Police Academy 7: Full Force Retro. Met The Rock en de comeback van Christina Applegate;
– Zien we de eerste film met alleen maar digitaal tot leven gewekte overleden acteurs;
– Maakt David Lynch uit het niets Back to the Future 4, die door critici bejubeld wordt: ‘Totaal weirde mindfuck, maar ook de beste Lynch ooit’;
– Krijgt een 6 seconden durende TikTok-versie van Apocalypse Now een Oscar;
– Verschijnen nog eens 17 hyperrealistische remakes van klassieke oorlogsfilms bij streamingdiensten;
– Worden The Goonies, Indiana Jones, Jurassic Park, Die Hard, Platoon en Ghostbusters allemaal ‘verseriet’;
– Verschijnen er series over de laatste seriemoordenaars uit de jaren ‘70 en ‘80 waar nog geen series over gemaakt waren. 

Over 2022…
Weinig van de films die in de bioscoop in roulatie gingen heb ik gezien… Bijna nul. Wel heb ik net als vorig jaar een berg gezien van filmfestivalfilms die alleen virtuele premières kenden. Daar wil ik wel even bij stilstaan omdat ze anders vermoedelijk zo ongelooflijk snel weer verdwijnen in de trechter van de filmgeschiedenis. Een kenmerk van al deze films: mafheid is in de mode.

Meest vermakelijke horrorfilm:
Deadstream: Ik heb gelachen en gegriezeld tijdens deze film. De film van Joseph en Vanessa Winter (zowel script als regie als hoofdrol voor Joseph) combineert knap een parodie van een livestream á la Twitch en met een echte horrorfilm. Levert een soort grappige The Blair Witch Project op.

Meest uitzinnige film:
Please Baby Please: Andrea Kramer laat de uitzinnigheidsmeter tot tien uitslaan. Niet alles is even geslaagd maar de film toont lef, doet denken aan films van John Waters.

Meest ontroerende film:
Life of crime 1984 – 2020: Deze HBO-documentaire van Jon Alpert die ik zag op IFFR is formidabel in eerlijkheid en rauwheid. Hij volgde 26 jaar lang drie drugsverslaafden. De film heeft wat lugubere momenten. Maar je voelt als kijker ook echt iets bij deze mensen. Tijd vliegt voorbij en je moet regelmatig wat wegslikken. Aanrader voor wie ook van het realisme van The Wire houdt.

Beste film waar je af en toe om kunt lachen:
Everybody Hates Johan: Ik heb af en toe gelachen om deze Noorse komische film die tijdens LIFF werd vertoond. Johan die iets heeft met explosies en een wrokkige jeugdliefde.

Beste misdaadfilm:
The Last Ride of the Wolves: Iedereen speelt zichzelf. Pasquale speelt Alberto’s vader en is ook zijn vader: Pasquale de Michele vs. Alberto de Michele. Alberto de Michele regisseerde dus zijn eigen vader. En zichzelf als zoon. En zijn vader was ook een beroepscrimineel en ooit van plan om een ‘laatste kraak’ te doen.

Flux Gourmet

Flux Gourmet

Beste niet-satirische satire:
Flux Gourmet: Een eigenaardig soort spot tegen iets wat zou kunnen bestaan. Deze film zal ook wel weer veel haters hebben maar Peter Strickland moet vooral zijn gekte blijven opzoeken.

Meest creatieve productie:
The Eyes Below: Na vijf minuten herken je de maker (als je een eerdere film van hebt gezien natuurlijk):  Alexis Bruchon heeft een eigen, herkenbare stijl met ontzettend veel creativiteit en interessante beeldideeën. Duurt alleen iets te lang. Gezien tijdens Imagine.

Beste huh-film:
Tundra: Ik weet nog steeds niet waar deze Cubaanse film die ik zag tijdens Imagine over gaat. Check voor het idee de trailer! Een korte film die je moeizaam bekijkt maar dat is soms ook een goed teken: niet alles hoeft er als koek in te gaan.

Film met meeste lef:
Danse Macabre: Danse Macabre is easy de meest choquerende film van het jaar. Moord en doodslag krijg je ruw in je gezicht gesmeten. Maar de manier van vertellen is ook compleet eigenzinnig. Deze film die ik zag tijdens IDFA bevat een serieuze true crime-documentaire, wisselt dat af met homo-erotische videoclips, nagespeelde stukken, een stukje videogame, en – tuurlijk – een stukje pornografie.

Beste documentaire:
Striking Land: Geslaagd op alle punten waarmee een documentaire maar kan slagen. Deze mooie beelden maken je simpelweg gelukkig. Gezien tijdens IDFA.

Mooiste tijdsbeeld:
Licorice Pizza: Niet de beste P. T. Anderson, maar ik genoot wel enorm van het neergezette tijdsbeeld, waarbij de jaren zeventig er soms nog beter uitzagen dan films die echt uit de jaren zeventig komen.

Beste Camera Obscura-ontdekking:
Downtown 81: Een bijzondere film met kunstenaar Basquiat, punkbandjes, vroege rappers, Lower East Village, East Village. Mooi maar ‘Ik haat het als mensen romantiseren wat praktisch een oorlogsgebied was.’ Werd pas in 2000 afgemaakt zonder de stem van de al overleden Basquiat.

Beste korte film:
New Babylon: Deze Nederlandse film van Gideon van der Stelt (regie, script) en Jorne Tielemans (cinematografie) is een soort SF-Roy Andersson. De cyclische, klokachtige stad vormgeven is een ding. De locaties binnen de stad bedenken is een tweede. Dan nog grappen met de bewegende stad. Een bijzonder werk dat veel meer aandacht verdient.

Ik wens alle filmliefhebbers een subliem, gevarieerd, vrolijk en interessant 2023!

 

28 december 2022

 

Filmjaar 2022 – Deel 1: Bioscopen lijden, streamingdiensten verleiden
Filmjaar 2022 – Deel 2: Beklijvende beelden en aangeklede concertfilms
Filmjaar 2022 – Deel 3: Is de bioscoop ineens onvindbaar?
Filmjaar 2022 – Deel 5: Weinig echt bijzondere uitschieters
Filmjaar 2022 – Deel 6: Een nieuwe wereld