Movies that Matter 2024 – Deel 5: Het lot van advocaten en media in Rusland

Movies that Matter 2024 – Deel 5:
Het lot van advocaten en media in Rusland

door Jochum de Graaf

Van het verzet in Rusland tegen de Oekraïense oorlog komt onder de zware censuur maar weinig naar buiten. Movies that Matter vertoont twee films, onder moeilijke omstandigheden gefilmd, hoe langzaam maar zeker de Russische dictatuur vorm gekregen heeft. Maar ze tonen ook aan dat er ook nog een sprankje perspectief op een ander Rusland is.

 

Russia vs Lawyers

Russia vs Lawyers – Staatspropaganda vs kritiek
Door de straten van Krasnodar, 1.346 kilometer van Moskou, stopt een tram bij een halte. Passagiers stappen in en uit. Op een raam staat een enorme Z met de tekst ‘Voor onszelf, voor de Russische wereld’. De Z is overal in Rusland, op billboards, reclamezuilen, muren, gebouwen, pleinen. Advocaat Mikhail Benyash zit even later achter zijn laptop te kijken hoe een speciaal politieteam met grof geweld de deur van zijn appartement forceert. Zijn eigen advocaat vraagt hen het huiszoekingsbevel te tonen, maar dat hebben ze niet. “Idioten”, sist hij. Later zal hij vertellen dat ze heel eenvoudig de handels naar beneden hadden kunnen doen om binnen toekomen.

Zo gaat het er dus aan toe in het Rusland van vandaag: overal patriottische staatspropaganda en vervolging van alles wat ook maar een beetje kritisch tegenover het Poetinregime staat. We volgen Benyash die al vanaf 2018 als mensenrechtenadvocaat activisten, bloggers en demonstranten verdedigt. Sinds de invasie in Oekraïne februari 2022 zijn daar dienstweigeraars en demonstranten tegen de oorlog bij gekomen. Een half jaar na de inval wordt hij dankzij nieuwe censuurweten al aangemerkt als ‘buitenlands agent’, wat vervolgens weer een half jaar later resulteert in de intrekking van zijn vergunning. Russia vs Lawyers volgt hem in zijn rechtsgang, waarbij hij ondersteund wordt door een bevriende groep mensenrechtenadvocaten die hun werk onder steeds verslechterende omstandigheden moeten doen.

We maken kennis met advocaat Vladimir Vasin die de 14-jarige tiener Nikita uit Krasnojarsk verdedigt. De jongen heeft een pamflet verspreid waarin hij protesteert tegen de vervolging van politieke activisten en de staat en geheime dienst FSB benoemt als terroristen. Enigszins naïef dacht hij dat dit op zijn leeftijd in een kleine stad ver van Moskou niet zou opvallen. Zijn advocaat raadt hem in het bijzijn van zijn overbezorgde moeder aan zich op de vlakte te houden en een beroep te doen op zijn jonge leeftijd. Wanneer hij ook in hoger beroep voor het simpele vergrijp tot 5 jaar gevangenis en een boete van 500.000 roebel wordt veroordeeld, wordt hem aangeraden gratie aan te vragen. Maar hij weigert principieel om zich tot Poetin te wenden: “Ik ben nog een kind, geen terrorist.”

We volgen de zaak van Julia Tsvetkova die beschuldigd wordt van links met LGBT’ers – streng verboden onder Poetin – en het verspreiden van pornografie, omdat ze een onschuldig plaatje uit de Vagina Monologen verspreidde. Irina Barchatova filmde haar eigen arrestatie bij een pro-Navalny demonstratie. Het komt beiden op zware gevangenisstraffen te staan, het hoger beroep met allerlei valse machinaties van aanklagers en rechters haalt niets uit.

Indringend is het portret van Karinna Moskalenko, de belangrijkste mensenrechtenadvocaat van Rusland, in huiselijke omstandigheden zowel als aan het werk bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg. Moskalenko verdedigde onder meer Poetin-tegenstanders als Mikhail Chodorowski, Gary Kasparov en de vergiftigde Aleksandr Litvinenko. Ook haar wordt het optreden als advocaat meer en meer onmogelijk gemaakt, zeker nu Rusland zich in september 2022 eenzijdig teruggetrokken heeft uit de Europese Raad en er geen aanklachten in Straatsburg meer kunnen worden ingediend.

De al jaren in Amsterdam wonende Masha Novikova was bij het begin van de oorlog in Rusland en maakte indruk met de korte 2Doc-film Niet mijn Moskou. Met Russia vs Lawyers laat ze messcherp zien hoe langzaam maar zeker de Russische rechtsstaat verder ontbonden wordt. Vele advocaten hebben de moed al opgegeven en zijn het land ontvlucht. Mikhail Benyash volhardt echter in zijn overtuiging dat elke actie tegen de dictatuur ertoe doet en blijft in Rusland. “Als ik wegga, is er nog meer duisternis.”

 

Of Caravan and the Dogs

Of Caravan and the Dogs – Kroniek van een aangekondigde dictatuur
De honden in Of Caravan and the Dogs zijn de media Novaya Gazeta, Radio Echo of Moscow, Rain TV en mensenrechtenorganisatie Memorial. Alle vier is hen sinds de Russische invasie in Oekraïne het werken in Rusland feitelijk onmogelijk gemaakt. Ze zijn het land ontvlucht, ontmanteld of proberen er in gedecimeerde vorm en onder sterke tegenwerking nog wat van te maken. De parafrase ‘iets met honden en karavaan’ op het spreekwoord kan ook betekenen dat het ongehinderd voorttrekken van de karavaan toch niet helemaal verzekerd is.

De film begint 138 dagen voor de oorlog wanneer hoofdredacteur Dmitri Moeratov van Novaya Gazeta de Nobelprijs voor de Vrede 2021 in ontvangst neemt en eindigt op dag 39 na de invasie met de openbare veiling van de Nobelprijsmedaille, die ruim 100 miljoen dollar opbrengt voor Oekraïense kinderen die slachtoffer van de oorlog zijn. Hierna zien we nog de emotionele ontmanteling c.q. sluiting van de media.

Of Caravan and the Dogs is een onder moeilijke omstandigheden gemaakte film. Een van de regisseurs, een paar producenten en een tiental andere medewerkers blijven ‘anonymous’. De film laat zich zien als de kroniek van een aangekondigde dictatuur. In zijn rede voor het Nobelprijscomité preludeert Moeratov, een maand of vijf voor de inval, al uitgebreid op de oorlogsdreiging. Gelijk na de invasie werd in een adembenemend tempo een aantal wetten uitgebreid en aangenomen die vrije meningsuiting gingen muilkorven. Iedere verwijzing naar het woord oorlog werd strafbaar gesteld, er mag alleen maar over ‘speciale militaire operatie’ gesproken worden op straffe van draconische straffen. Iedere instelling of persoon kan als ‘buitenlands agent’ worden aangemerkt, wanneer je ook maar in geringe mate steun vanuit het buitenland ontvangt of dat er een vermoeden is dat je onder ‘invloed’ vanuit het buitenland staat.

Centraal staan de redactievergaderingen bij Novaya Gazeta. Bij iedere nieuwe maatregel klinkt er de yell ‘Vstretsja’ (meeting) door het gebouw en geeft een jurist advies hoe ze met de toenemende censuur om moeten gaan. Zouden ze niet alle berichten onder de naam van Roskomnadzor, de censuurorganisatie, publiceren? Wat gebeurt er als ze iemand quoten die ‘njet wojna’ (geen oorlog) roept?

Uiteindelijk wordt de vergunning door een Moskouse rechtbank ingetrokkenen en besluiten ze in de gemeenschappelijke vergadering tot opheffing van het kantoor. Moeratov en een aantal getrouwen zetten het werk vanuit Rusland via een YouTube-kanaal voort. Een deel van de redactie heeft Novaya Gazeta Europe opgezet en publiceert vanuit Riga een eigen internetkanaal. Echo of Moscow en TV Rain, over wier geschiedenis twee jaar geleden op MtM de docu F@ck This Job te zien was, opereren tegenwoordig ook via internet vanuit respectievelijk Riga en Amsterdam.

Treurig en hemeltergend is ook de kneveling van Memorial, de mensenrechtenorganisatie die met onverschrokken moed de misdaden tegen de menselijkheid van het Stalinregime documenteerde en daarvoor in opvolging van Moeratov in 2022 de Nobelprijs voor de Vrede ontving. Ook Memorial zet zo goed en zo kwaad als het kan zijn activiteiten door. In zijn aanvaardingsrede benoemt voorzitter Jan Rachinsky de Nobelprijs niet als een prijs van waardering maar toch vooral als een aanmoedigingsprijs om het werk voort te zetten. En zo blijft er vanuit het buitenland of onder zware omstandigheden vanuit Rusland zelf de hoop leven dat er ook nog een ander Rusland mogelijk is.

 

28 maart 2024

 

Movies that Matter 2024 – Deel 1: Activisten in Irak, Nieuw-Zeeland en Kenia
Movies that Matter 2024 – Deel 2: Je jazz of je leven
Movies that Matter 2024 – Deel 3: Gaza: haat is niet het antwoord
Movies that Matter 2024 – Deel 4: Leren leven met oorlog Oekraïne

 

MEER FILMFESTIVAL

IFFR 2024 – Deel 5: Dieven, moordenaars, geesten en weerwolven

IFFR 2024 – Deel 5:
Dieven, moordenaars, geesten en weerwolven

door Bob van der Sterre

Met de special van de gebroeders Manetti is er veel aandacht voor misdaadfilms op IFFR. Het duistere van ons bestaan is sowieso een inspiratiebron voor veel filmmakers. Tijdens deze IFFR waren er geesten, criminelen, moordenaars en zelfs weerwolven te zien.

 

Diabolik

Diabolik – Entertainend maar wel een beetje leeg
De meestercrimineel Diabolik heeft een dure diamant op het oog. Om die te bereiken gaat hij over lijken. Maar niet over dat van Eva Kant, de eigenaresse van de diamant. Ze gaan samenwerken als dieven. Samen overkomen ze de uitdagingen die bij deze levensstijl horen.

Diabolik (deel 1, er zijn nog twee delen gemaakt in 2022 en 2023) is een vlot gemaakte actiefilm van de gebroeders Manetti, van wie een special is tijdens deze IFFR. De film is een remake van Lamberto Bava’s cultklassieker Diabolik uit 1968. Die was weer gebaseerd op een beroemde pulpstrip van Angela Guissani uit 1962. Ging over een killer in de stad ‘Clerville’ (Genève)

Deze Diabolik is een stijlvolle misdaadfilm – beetje noir-achtig – en kijkt makkelijk weg. Diabolik is wel ver verwijderd van de charmante, menselijke crimineel waar we in de loop der jaren zo gewend aan zijn geraakt. Hij is een eng kijkende gast die gretig messen in ruggen werpt. Juist dat badboy-achtige werkt goed bij Eva Kant. Ze is meer van hem gecharmeerd dan van iemand als Caron, die denkt haar hart te winnen met chantagepraktijken.

Van mij had de film nog wel wat rauwer mogen zijn – dus een breuk met de stijl van Diabolik. Of juist een film in de popartstijl van 1968. Het is nu een iets te nette, behoudende misdaadfilm die denk ik niet echt de tand des tijds zal doorstaan.

 

Moscas

Moscas – Verdomd, een lijk in mijn wagen
Alberto Machi is een typische smeerlap. Steenrijk met bouwprojecten. Gemene blik, eng kapsel, eeuwig zakenpak. Familie woont in een groot huis maar houdt niet echt van hem. Hij heeft zelfs iemand in dienst voor de vuile klusjes (‘Cloaca’).

Maar dan. Een lijk in zijn auto. Een hoop vliegen (moscas). Wie heeft dit gedaan? Genoeg kandidaten. Is het zijn businesspartner? ‘Cloaca’? De gast die viel van het gebouw dat ze aan het bouwen zijn en aan zijn lot hebben overgelaten?

Het is niet de meest originele film van IFFR, deze Spaans-Argentijnse productie van regisseur Aritz Moreno. Zo’n type wraakfilm heb ik vaker gezien en veel verrassende wendingen zijn er niet.

Maar het is wel goed vakmanschap. De juiste spanning, de juiste ellendige rol van Ernesto Alterio, het juiste tempo (anderhalf uur) en goed beeldwerk. Moscas heeft onderweg naar het plot ook sterke stukken (de introductie van Cloaca) maar de beste scène is als hij thuiskomt bij zijn familie, het belangrijke cadeau van zijn dochter compleet vergeten is en dan ijzerenheinig zijn steak blijft eten.

 

Dream Team

Dream Team – Charmante weirdness
No en Chase – Interpol-agenten – reizen wat af om te leren over de moorddadige kanten van koraal. Waarom? Een koraalspecialist is overleden en dat kan wel eens door het koraal zelf komen. Dat is raar. Zit er iets achter?

De film speelt zich af in 1997 en er zijn veel knipogen naar die tijd. Van oldskool beeldbellen tot faxmachines (hij faxt ‘Wat heb je aan?’, zij (naakt) stuurt een lege fax terug). De kleding. De paarse tussentitels.

Deze luchtige stijl van Dream Team kun je waarderen als je je openstelt voor wat lowbudget mafheid. Zoals de ontmoeting met de koraaldeskundige die steeds minder kleren overhoudt en met hen eindigt in een jacuzzi. Stagiairs die gaan tennissen. Een basketbalteam bij een wijnproeverij. Een hoop knipogen waar je zonder context op je achterhoofd van gaat krabben. Als er op een gegeven een onzichtbare man genaamd Keith een sigaret opsteekt, verbaast het je niet meer.

Het is ook de stijl die telt. Dromerige sfeer, beelden over elkaar, relaxmuziek en heel veel beelden van luchten en stranden. En een soort antispanningsboog. Interpol-agenten die midden in de film zeggen: ‘Onderzoek naar de moord? Nee, we doen alleen research.’

Het is iets té veel cult wat mij betreft maar regisseurs Lev Kalman en Whitney Horn maakten de film wel echt helemaal in hun eigen stijl. Zoals de vormgeving van een serie, met een zich herhalende intro bij ieder hoofdstuk. En het acteerwerk moet wel opzettelijk zo houterig zijn. Een niet-correcte stijl van acteren is óók een stijlvorm. Het is dan bijna teleurstellend dat achter deze aangename nonchalance tóch stiekem een maatschappijkritisch verhaal schuilt.

 

Blackout

Blackout – Weerwolf in een Volvo
Charley is kunstenaar in een dorp dat wordt gerund door een irritante ondernemer die zich niet schaamt voor zijn vervuilende praktijken. Al rondrijdend in een Volvo probeert Charley te regelen dat de ondernemer ontmaskerd wordt. Waarbij ontdekkingen van zijn overleden vader helpen.

Een probleem: Charley is ook een weerwolf. En dat gaat vaak mis. Zeker als je je Volvo blijft rijden. Je kunt wel beide functies combineren: kunst maken van je weerwolfslachtoffers.

Op zeker moment komt de politie kijken. Maar die raakt niet snel onder de indruk, zelfs niet als hier en daar uit elkaar geripte lijken op de weg liggen. De inwoners van het stadje hebben geen politieonderzoek nodig. Het is toch die ene immigrant, weten zij zeker.

Blackout lijkt zich te presenteren als een indiedrama met een weerwolfthema. Er is wel meer geklets, meer drama, meer animatie, en een redelijk maffe scène waarbij een vriend de transformatie filmt, maar hoe origineel kun je het weerwolventhema maken? Het matige acteerwerk helpt de film van Larry Fessenden ook niet zo, hoewel Alex Hurt (zoon van William Hurt, die in foto’s nog even langskomt als vader van Charley in de film) zich er nog wel aardig doorheen slaat.

 

Adagio

Adagio – Rome met gepensioneerde gangsters
Manuel is de zoon van de oude topcrimineel, de intussen half dementerende Daytona. Als Manuel wordt betrapt bij openbare seks, moet hij in ruil voor de illegaal bijklussende politie naar een feest. Hij moet een bepaalde politicus erbij lappen. Manuel krijgt koudwatervrees, vlucht, krijgt de politieagenten achter hem aan, zoekt hulp bij oude vriendjes van zijn vader. Het is een ouderwetse clusterfuck. Ondertussen komen natuurbranden steeds dichterbij de stad.

Ook al was er na afloop een ovatie (voor het scherm? de projector?), toch is het script van Adagio niet zo heel sterk. Het gaat in feite om een jongen die iets moet doen en dat niet doet. Waarom dan meteen ombrengen als ie wegloopt en je eigen carrière op het spel zetten? Dat is een beetje vreemd voor de kijker. Nota bene in de film vinden ze het ook een slecht plan.

Rooten voor criminelen is altijd een worsteling in cinema. Deze agenten kun je ook niet echt sympathie voor voelen. Overigens ook precies waar ik in Suburra (serie/film) ook moeite mee had. Al die eikels! En dan is Manuel ook nog een reliëfloos karakter – dat helpt niet.

Wat de film van Stefano Sollima (dus ook maker van Suburra) wel interessant maakt, is de erg smaakvolle cinematografie. Die is van Paolo Carnera. Deed ook de cinematografie voor Suburra. Een betonnen Rome. Eenvormige gebouwen, hoge snelwegen, kille trappenhuizen, dakterrassen, enorme stations (Termini en Tiburtina). Er is veel tijd voor de beelden (adagio is de muziekterm voor ‘rustig tempo’).

Ook de aftakeling van de bendeleden van de ooit zo beruchte La Banda della Magliana is mooi weergegeven. Ze dementeren, worden blind, lijden aan kanker. In hen brandt soms nog steeds die hufterige oercrimineel op een laag pitje. Dat werkt dankzij het acteerwerk van Toni Servillo en de onherkenbare Pierfrancesco Favino. En ook Adriano Giannini als agent is een sterke rol.

Als de stroom uitvalt, oogt de stad als een grote desolate, zwarte massa. Dan pas valt op hoe heel de stad wordt bedreigd door een rode vuurzee. Ongetwijfeld een metafoor voor nieuwe toestanden.

 

Hungry Ghost Diner

Hungry Ghost Diner – Geest op zijn Maleisisch
Bonnie heeft een foodtruck genaamd Hungry Ghost Diner. Op een avond heeft ze in de stad waar hij truck staat een ontmoeting met haar oom, van wie ze nog niet weet dat hij gestorven is. Ze keert terug in het dorp van haar familie, ontmoet haar vader met wie ze een moeizame relatie heeft, begraaft haar oom, wil weer weg, maar dan… lockdown.

Ze blijft bij haar vader en ontmoet daar alle geesten: oom, tante, oma, opa en moeder. Wil ze nog terug? Op een of andere manier ligt haar toekomst verborgen in de manier hoe haar vader de ‘hakka mein’ (noedels) maakt. Maar hoe weer op speaking terms te komen met haar vader? ‘De doden maken me niet bang, het zijn de levenden!’

Voor de (enige) film die ons artikel likete op Facebook kunnen we wel wat aandacht geven. En het komt heus niet door dit blijk van support, maar ik vond Hungry Ghost Diner een prettige film om te zien. Allereerst letterlijk. De flink roze en blauw gesatureerde beelden bedwelmen. En het is ook luchtig. De oom die zegt: ‘Het is de eerste keer dat ik sterf, cut me some slack.’ De liedjes van zangeres en hoofdpersoon Keat Yoke Chen passen hier goed bij.

Daarnaast gebruikt de film ook de coronaperiode (lees ook onze corona-aflevering van vorig jaar). Het is best bizar dat zo weinig films iets hebben geprobeerd te doen met dingen als lockdowns en social distancing.

Misschien had ik op nog iets meer mysterie gehoopt, duurt de film iets te lang en miste Chen iets te veel expressie bij bepaalde scènes, maar Hungry Ghost Diner is een vriendelijk verhaal over geesten en eten, en geeft je een goed gevoel bij het kijken. Films over identiteit hoeven niet altijd moeilijk te zijn.

 

4 februari 2024

 

IFFR 2024 – Deel 1: De (ongetwijfeld) beste film uit de Tigercompetitie
IFFR 2024 – Deel 2: Sciencefiction met een mysterieus randje
IFFR 2024 – Deel 3: Stijlvolle risiconemers
IFFR 2024 – Deel 4: Kan cinema nog een vorm van escapisme zijn?
 

MEER FILMFESTIVAL

Terugblik 2023 – Deel 5: Gaan we nou doen alsof bommen gooien cool is?

Terugblik filmjaar 2023 – Deel 5:
Gaan we nou doen alsof bommen gooien cool is?

door Yordan Coban

Vorig jaar zag ik bijna alle films die mijn belangstelling enigszins trokken. Deze lijn kon ik dit jaar niet doortrekken. Er kwam dit jaar ook minder uit vanwege de stakingen in de filmindustrie. Ik kwam derhalve niet verder dan een top 3. Hopelijk wordt 2024 een filmjaar met meer betrokkenheid, zo ook wat betreft het aantal recensies voor InDeBioscoop!

Beste film
De beste bioscoopfilm van het jaar zag ik in januari op een rustige zondagmiddag. Ondanks dat ik een trage film wel verwacht had, was ik op geen manier voorbereid op het drieënhalf uur durende stilleven dat Jeanne Dielman, 23, quai du Commerce, 1080 Bruxelles (1976) feitelijk is. Maar voor wie voorbij het uiterste minimalisme van deze film kan kijken en zich toegewijd en wel op de thematiek richt, zich niet ergert aan het gebrek aan actie, en de rust van de film gebruikt om te reflecteren op de strekking van het kunstwerk, zal inzien dat Chantal Akerman een unieke ervaring gecreëerd heeft die verder strekt dan het beeld. Veel verder strekt dan de meeste films.

Jeanne Dielman, 23, quai du Commerce, 1080 Bruxelles

Jeanne Dielman, 23, quai du Commerce, 1080 Bruxelles

De slechtste film van 2023
Vorig jaar wond ik me op over hoe een thematisch eenvoudige film als Everything, Everywhere All at Once door veel recensenten verheven werd tot de film van het jaar, terwijl de filmmakers in mijn ogen niet door leken te hebben hoe zij juist uiting gaven aan een giftige maatschappelijke tendens. Waar ik het enthousiasme van het grote filmpubliek vorig jaar ergens nog wel begrijpen kon, en mijn reactie toch ook wel als de recalcitrantie van een pretentieuze recensent te bezien was, heb ik me dit jaar hevig verontwaardigd over hoe film kijkend Nederland reageerde op Christopher Nolan’s jongste film Oppenheimer.

Bij het aanzien van de poster en de trailer bekroop mij al een gevoel van walging. Gaan we nou doen alsof bommen gooien cool is?

Iedereen die ik sprak, zelfs mijn progressievere vrienden, verzekerde me dat de film kritisch zou zijn tegenover het gebruik van de atoombom en Oppenheimer zowaar moreel bezwaard portretteerde. Na het kijken van de film was dat aspect misschien wel het ergste van alles. Het fronsend wegkijken – nog net niet met het dramatische gebaar van de hand op het voorhoofd – gaf me een nare smaak in de mond.

Oorlogspropagenda
In de realiteit heeft Oppenheimer tot zijn dood het gooien van de bom verdedigd als een noodzakelijk goed, en heeft hij elke wetenschappelijke opstand van zijn collega’s (petities tegen de bom bijvoorbeeld) actief doorkruist. Bovendien was hij een van de doorslaggevende stemmen bij het uitkiezen van het doelgebied van de bom: het stadscentrum vol onschuldige burgers. Zo zouden er inderdaad militaire doelwitten zijn geweest aan de buitenrand van Hiroshima en Nagasaki, maar wilde de militaire leiding (en vooral ook Oppenheimer dus) zoveel mogelijk burgerslachtoffers maken bij het uitkiezen van het doelwit. Het voorstel om een demonstratie te geven van de bom zonder slachtoffers wees Oppenheimer fel van de hand.

Op dit moment wordt er in Gaza een verschrikkelijke strijd gevoerd tussen een terroristische organisatie en een meedogenloze regering, waarbij onschuldige burgers aan beide kanten als munitie gebruikt worden – zo open en bloot voor het oog van de wereld – en een  beangstigende precedent gesteld wordt. In de Tweede Wereldoorlog is dit idee van het bombarderen van burgers, voor het eerst op grote schaal, toegepast. Voor iedereen die op dit moment enige Palestijnse en Israëlische solidariteit in zijn hart draagt zou eigenlijk, als je eerlijk en consequent medemenselijk bent, Oppenheimer niets anders dan Amerikaanse oorlogspropagenda moeten zijn.

Ondanks dat de film wel kritiek uit op het Amerikaans militarisme en de houding van Amerika tegenover de Sovjet-Unie, nemen de makers niet echt stelling tegen het gebruik van de bom in Nagasaki en Hiroshima. Het laat het narratief van de Amerikaanse legerleiding in tact. Als men die morele ambiguïteit bij een film over de Holocaust zou toepassen zou dit ons evident misplaatst en onsmakelijk voorkomen.

Daarnaast romantiseert Nolan de persoon Oppenheimer te veel en stapt daarmee achteloos – net zoals Oppenheimer dat deed – over de tweehonderdduizend burgerdoden heen, zonder deze te benoemen of te tonen. We zien geen slachtoffers, we zien geen impact, we zien alleen de grote twinkelende ogen van Oppenheimer.

Films dienen, in al hun fictie, altijd een poging te doen om tot de waarheid te strekken en in naam van de waarheid gemaakt te worden. En hoewel ik geloof dat Nolan het allemaal goed bedoeld heeft, faalt hij hierin op zeer kwalijke wijze. Nolan is ook geen ideologische filmmaker. Plottwists, gimmicks en originele vertelvormen, dat is waar Nolan groot mee geworden is.

En eigenlijk, overal waar er iets van politiek of ideologie in zijn films zit, zien we meteen de grenzen van zijn verhalend vermogen. In die zin is Nolan, net als Oppenheimer, een specialist die geen alziend oog heeft voor het totaalplaatje.

Hierop aansluitend wens ik de volgende afbeelding aan dit betoog toe te voegen, want als Nolan de verschrikkingen van zijn “coole” bom niet toont, doe ik het wel. De onderstaande foto is het afschuwelijkste, maar meest cinematische beeld wat ik dit jaar gezien heb. Op de foto zien we de schaduw van een man die op het moment dat de bom gegooid werd ergens op een trap stond. De man is volledig van de aarde gewist, enkel de deeltjes van zijn schaduw die zich door het grote lichtcontrast op de grond achter hem tot zijn silhouet vormden, zijn overgebleven. Dit beeld heeft de afgelopen dagen rondgespookt in mijn verbeelding, en zegt mij zoveel meer dan de drie uur durende, ideologisch gebrekkige Oppenheimer.

Human Shadow Etched in Stone

‘Human Shadow Etched in Stone’

Top 3 van 2023
3. May December
Todd Haynes maakt een merkwaardige en duistere waargebeurde karakterstudie die aanvoelt als een thriller. De film speelt telkens net buiten de toon maar houdt de kijker tot het einde geboeid met hele sterke rollen van Nathalie Portman, Charles Melton en Julianne Moore.

2. About Dry Grasses
Voor een uitgebreid verslag van deze film verwijs ik graag naar mijn recensie. Nuri Bigle Ceylan is misschien wel mijn favoriete contemporaine regisseur samen met Michael Haneke en Wong Kar-Wai. Ceylan laat nooit echt het achterste van zijn tong zien maar laat de verschillende stromingen van Turkije naast elkaar bestaan in een harmonieus filosofisch weefsel.

1. The Banshees of Inisherin
Een kleine originele film die in de thematiek groots is. The Banshees of Inisherin is kort gezegd een film over het einde van een vriendschap tegen de achtergrond van een burgeroorlog.

De verlaten vriend Padriac (gespeeld door Colin Farrell) kan maar niet begrijpen waarom Colm (gespeeld door Brendan Gleeson) geen vrienden meer wil zijn. Het onnodige geweld wat daarbij komt kijken, is te vergelijken met het terrorisme van de IRA. Terroristische aanslagen zijn altijd onbegrijpelijke wrede geweldexplosies in de ogen van het slachtoffer maar kennen vaak een oorsprong in een al langer voortdurend onrecht in de beleving van de dader, waar men op den duur blind voor geworden is.

De ontbinding van een vriendschap klinkt misschien te simpel om als uitgangspunt voor een film te nemen maar is eigenlijk een universeel en machtig concept, dat ik nog niet eerder op dergelijke wijze vertaald zag worden in film. The Banshees of Inisherin liet mij inzien dat er nog zoveel films te maken zijn zolang je ook oog blijft hebben voor kleine kernachtige verhalen.

 

30 december 2023

 

Terugblik filmjaar 2023 – Deel 1: Wie redt ons van het schorriemorrie?
Terugblik filmjaar 2023 – Deel 2: The Banshees of 2023
Terugblik filmjaar 2023 – Deel 3: Van onder de oude eik
Terugblik filmjaar 2023 – Deel 4: Maar er is hoop bij festivals
Terugblik filmjaar 2023 – Deel 6: Weten waar je moet zoeken

IDFA 2023 – Deel 5: Vrouwen: muziek en voetbal

IDFA 2023 – Deel 5:
Vrouwen: muziek en voetbal

door Jochum de Graaf

IDFA heeft een naam te verliezen als het gaat over spraakmakende muziekdocumentaires. In vorige edities waren altijd wel een stuk of vijf oorspronkelijke films te zien over artiesten als Sinead O’Connor, David Johansen, Leonard Cohen, Cesária Évora, Velvet Underground, Lou Reed, John Cale en Alanis Morissette. In de editie 2023 blijft het beperkt tot twee films over iconische vrouwelijke rocksterren. Daarnaast was sport eigenlijk nooit een onderwerp voor IDFA, maar nu zijn er ineens twee documentaires over voetbal, vrouwenvoetbal om precies te zijn.

 

Joan Baez: I Am a Noise

Joan Baez: I Am a Noise – Frêle, beeldschone activiste
Het is een mooi rond verhaal over Joan Baez, de iconische zangeres, die al in 1959 haar debuut maakte op het Newport Jazz Festival. We volgen haar op haar afscheidstournee in 2019. Ze is dan 79, zoon Gabriel is drummer en percussionist in haar begeleidingsband. Ze ziet er goed en gezond uit. De spieren worden slapper en ze moet dagelijks de belangrijkste, haar stemband, goed blijven trainen. Joan Baez is bij uitstek een icoon van de jaren zestig, ze was als vriendin degene die Bob Dylan het podium op hielp. Ze ging mee op de legendarische tournee, mei 1965, naar Engeland, waar The Beatles naar het concert kwamen om Bob Dylan te zien.

Joan Baez vertelt smeuïge details over de grote gekte waarmee dat gepaard ging, dat het voor Dylan het begin werd van de wereldroem die tot op de dag van vandaag zijn deel is. Zij zelf voelde zich teleurgesteld in zijn liefde en vertrok gedesillusioneerd naar Frankrijk.

Toen ze later door Dylan werd uitgenodigd mee te doen aan The Rolling Thunder Revue, 1975, beleefde ze die reünie in een roes dankzij veelvuldig gebruik van quaalude.

Hoewel ze in haar lange carrière zo’n veertig albums op haar naam heeft staan, moet ze het niet van een geweldig muzikaal oeuvre hebben, ze haalde nooit een top tien-notering. Haar wereldroem ontstond vooral door geëngageerdheid, haar activisme. De frêle, beeldschone zangeres op blote voeten die bij de grote marsen van de burgerrechtenbeweging aan de zijde van Martin Luther King meeliep van Selma naar Washington en ‘We Shall Overcome’ zong. Uiteraard manifesteerde ze zich in de Vietnamprotesten en de antiracismebeweging. In haar persoonlijk leven betaalde ze daar soms een hoge prijs voor, hoogzwanger van haar eerste kind, werd haar vriend activist David Harris opgepakt en moest de gevangenis in.

Baez had een bijna obsessieve drang de wereld te willen verbeteren. Toen de Vietnamoorlog voorbij was, ging ze vertwijfeld op zoek naar nieuwe goede doelen waar ze zich bij aankon sluiten en kwam uit bij Cambodjaanse kindertehuizen.

Het motto van de film – de uitspraak van Gabriel García Márquez dat ieder mens drie levens heeft: een persoonlijk, publiek en geheim leven – wordt in alle opzichten waargemaakt. Ze citeert uit haar dagboeken, met prachtige animaties van door haar zelf gemaakte tekeningen. Over haar familie: haar vader, een hooggewaardeerd wetenschapper, die misschien wel grensoverschrijdend gedrag jegens zijn dochters vertoonde, haar zus Mimi die net als Joan zangeres was, maar niet bestand tegen het huizenhoge imago van Joan. Over de keren dat ze in haar leven weer opnieuw moest beginnen en er telkens toch weer in slaagde zichzelf uit te vinden. ‘Fare Thee Well’ zingt ze als slotnummer. een innemend portret van een zeer bijzondere vrouw. 

 

Let the Canary Sing

Let the Canary Sing – Kort in de schijnwerpers
De carrière van Cyndi Lauper is een soort spiegelbeeld van dat van Joan Baez. Met Girls Just Want to Have Fun en Time After Time scoorde ze megahits, en hoewel ze door artiesten als Boy George de hemel in geprezen wordt voor haar betekenis voor de lhbtq-gemeenschap, is ze een stuk minder activistisch. 

Let the Canary Sing brengt vrij minutieus de onstuimige opkomst van Cyndi Lauper begin jaren tachtig in beeld. De jaren van de girl power, met dat andere feministische rockicoon, Madonna, die de popmuziek voorgoed zou veranderen. Van jongs af aan wist ze dat ze zangeres wilde worden. In haar tienerjaren, een armoedig appartementje in Brooklyn, keek ze avond aan avond naar ‘Queen for a Day’ en imiteerde met oudere zus Ellen, die zelf ook zangaspiraties had, compleet met verkleedpartijen The Beatles. Eenmaal uit huis speelde ze vooral in coverbands. We zien haar een zeer verdienstelijke imitatie van Janis Joplin weggeven.

In 1980 werd ze zangeres bij Blue Angel die je met Lauper erbij een slap aftreksel van Blondie zou kunnen noemen. Haar geweldige stem met enorm bereik en haar zeer dynamische podiumpresentatie trokken al gauw de aandacht van mensen als manager Dave Wolff die haar voorstelde om solo te gaan. Daar moest evenwel een rechtszaak tegen haar eerdere manager aan te pas komen. In het vonnis dat de weg vrijmaakte voor soloartiest Cyndi Lauper sprak de rechter de woorden die de titel van de film werden: ‘let the canary sing’.

De kanarie werd door producer Rick Chertoff op het spoor gezet van ‘Girls Just Want to Have Fun’, een oud nummer van een zekere Robert Hazard. De tekst in die versie ging over meisjes die door mannen worden nagestaard. Geen haar op haar hoofd die er over dacht dit nummer te gaan zingen. Maar na maanden sleutelen en schaven aan tekst en muziek, een procedé dat we op de voet volgen, werd het in een veel uitbundiger uptempo-arrangement een nummer over girls die net als boys op gezette tijden gewoon fun willen hebben. Met die kenmerkende orgelriedel aan het begin en een vrolijke uitbundige clip in de straten van New York werd het meteen een enorme hit. Cyndi Lauper was, in 1983, op haar dertigste een wereldster. Ook de ontwikkeling van haar andere wereldhit ‘Time After Time’ wordt als een soort Top 2000-filmpje uitvoerig in beeld gebracht. Onverbiddelijk hoogtepunt van de film is het adembenemende duet, misschien beter nog zangduel, dat ze met Patti LaBelle uitvecht. Ze cirkelen om elkaar heen.

Eind jaren tachtig was het eigenlijk al weer voorbij. De twee albums na haar succesalbum True Colours flopten. Cyndi Lauper kreeg nog wel een soort tweede leven als artiest, schreef songs voor een Broadway-musical, acteerde in films, maakte reclames en tourde nog wat met haar oude successen.

Het is op dat punt dat de film ook inzakt, eenmaal uit de schijnwerpers larger-than-life was ze niet meer de ongewone, grote artiest die ze ooit was. Ze maakte zich nog wel sterk voor lhbtq-rechten en verandert haar levensmotto in Girls Just Want to Have Fundamental Rights. Maar het is niet meer met de energie en de power van de kanarie die net uit haar kooi bevrijd was.

 

Copa 71

Copa 71 Eerste wereldkampioenschap vrouwenvoetbal
Het is met 110.000 toeschouwers nog steeds het allergrootste sportevenement voor vrouwen dat ooit heeft plaatsgevonden. Juli 1971 vond in het befaamde Aztekenstadion van Mexico Stad de finale van het eerste wereldkampioenschap vrouwenvoetbal plaats, georganiseerd door het Mexicaanse bedrijfsleven uit enthousiasme voor het geweldige mannentoernooi van het jaar daarvoor toen Brazilië met Pelé de wereldcup won. Hoewel, een officieel wereldkampioenschap werd het nooit.

In de masculiene voetbalwereld werd er met dedain op de spaarzame landen waar vrouwenvoetbal ontluikte neergekeken. En voor de FIFA met oerconservatieve bestuurders als de Britse oud-scheidsrechter Sir Stanley Rous was er geen denken aan dat zo’n wild georganiseerd toernooi erkend zou worden. Natuurlijk komen de vele mannenbezwaren tegen vrouwenvoetbal voorbij, culminerend in de bruuske vraag van een tv-verslaggever aan een verbijsterde Engelse speelster ‘Why is a nice girl like you playing football?’ De enige vergelijking die ik nog niet gehoord was dat voetballende vrouwen op honden lijken die op hun achterpoten lopen.

Aan de Copa 71 deden slechts zes landen mee: Argentinië, Frankrijk, Mexico, Engeland, Italië en Denemarken, die geen van allen kwalificatiewedstrijden hoefden te spelen. We zien de korrelige beelden, het was het eerste toernooi dat op kleuren-tv werd uitgezonden. De Italiaanse oud-international Camela Verano herinnert zich het uiterst vijandige thuispubliek in de wedstrijd tegen Mexico. Het was een harde wedstrijd met roekeloze overtredingen, elleboogjes, tien minuten voor tijd gestaakt. Op weg naar het stadion werd de bus van Denemarken belaagd, de nacht voorafgaand hadden Mexicaanse fans de hele nacht lawaai voor het hotel gemaakt om hen uit de slaap te houden.

De sfeer in het stadion is geweldig, opwindend, spanning, enthousiast, maar zeker ook sportief. De commentator kijkt de volgepakte tribunes af en stelt vast dat de blote hemel nauwelijks zichtbaar is. De regie concentreert zich op de sterspelers Alicia Vargas aan de Mexicaanse kant en op Lene Nielsen aan Deense kant. Wanneer de Denen een groot veldoverwicht hebben, wordt fijntjes opgemerkt dat zij gemiddeld 1.70 meter lang zijn, terwijl de Mexicaanse vrouwen gemiddeld maar 1.54 meten. Denemarken wint vrij eenvoudig met drie goals van Susanne Augustesen. Ze maken een fantastische ereronde door het stadion.

En dan treedt er een grote stilte op voor de deelnemende teams. Op de luchthaven van Kopenhagen staan nog wel een paar honderd fans te juichen wanneer hun heldinnen met sombrero’s het vliegtuig uitkomen. In Buenos Aires, Rome, een enkel familielid, maar in Londen stond er niemand. Ze hadden geen wedstrijd gewonnen, de tabloids hadden hun prestaties volkomen belachelijk gemaakt. De Engelse speelsters verlieten de luchthaven via een zijdeur, voelden zich vernederd. Oud-international Carol Wilson durfde er pas vijftig jaar later vanwege de documentaire over te praten.

Totdat de tenniszusters Serena en Venus Williams een paar jaar geleden het ongehoorde verhaal hoorden en besloten er een documentaire over te laten maken. De sterren van tegenwoordig, als Brandi Chastain, verwonderen zich zeer dat het zo lang geduurd heeft voor dit grootste vrouwensportevenement ooit aan de vergetelheid werd ontrukt. Copa 71 is een goed gemaakte voetnoot in de geschiedenis van het vrouwenvoetbal.

 

… ned, tassot, yossot …

… ned, tassot, yossot …‘Ons Nationale Vrouwen Voetbalteam’
Als je een film over Noord-Koreaanse voetbalsters, hana, dul, sed (een, twee, drie) noemt, is het vrij logische vervolg ned, tassot, yossot (vier, vijf, zes). De Oostenrijkse documentairemaker Brigitte Weich portretteerde in 2009 vier speelsters van het succesvolle Noord-Koreaanse vrouwenvoetbalteam dat twee keer de Asian Cup won en in eigen land mateloos populair werd. In ned, tassot, yosssot zitten Ri Jon Hi (rugnummer 1), Ra Mi Ae (rugnummer 6), Jin Ryol Hi (rugnummer 10) en Ri Hyang Ok (rugnummer 19) met elkaar aan tafel en halen herinneringen op aan hun roemrijke carrière en wat het hen bracht in het verdere leven. We bezoeken locaties waar hana dul sed is opgenomen, zien archiefbeelden van trainingen, een enkel wedstrijdfragment, gaan op bezoek in de televisiestudio waar gebaseerd op hun levens de populaire serie ‘Ons Nationale Vrouwen Voetbalteam’ werd opgenomen.

We rijden door het weidse Pyongyang, lange scènes met de lange brede wegen zonder middenstreep, zonder files, de verkeersagente die op het kruispunt precies een auto laat stoppen, langs enorme pleinen waar voor parades wordt geoefend, drommen mensen die langs de kant van de weg lopen, onderweg naar ergens.

Opvallend ook de vele leuzen op gebouwen of zomaar langs de weg: ‘Long Live the Democratic People’s Republic of Korea’, ‘Long Live our Great Leader Kim Jong Il (dat was in 2009 nog zo)’, ‘Let Us Follow the Great General with 10 million Miles’ of de aansporing ‘Let Us Breed More Pigs On Every Farm’. Allemaal ook in het Engels in het gesloten land waar zeker na corona nog maar weinig buitenlanders komen.

De voetbalheldinnen vertellen hoe sterk hun spirit, de wil om te winnen was, hun strijd voor volk en volk en vaderland. Ze betuigen uitvoerig lippendienst aan het regime, hun Grote Leider die ook in de jaren van de Arduous March, de aanduiding voor de grote hongersnood van de jaren tien, voorbereidde op een glorieuze toekomst. De ontroering die zich van hen meester maakt wanneer ze van de Geliefde Leider een traditionele Koreaanse jurk uitgereikt krijgen omdat ze het hele jaar in van die sportkledij hebben moeten lopen. Ze bespreken hun liefdesleven en het krijgen van kinderen. Twee van de vier zijn vrij openhartig over de abortus die ze hebben ondergaan. Wederkerende vraag is ook in oude fragmenten hoe ze hun toekomst zouden zien. Ze hebben alle vier de ambitie om in de sportwereld actief te blijven. Rugnummer 1 is nog steeds keeperstrainer, rugnummers 6 en 10 werken voor de Noord-Koreaanse voetbalbond en rugnummer 19, die altijd al riep dat ze arbiter wilde worden, heeft haar droom meer dan waargemaakt. Zij was de eerste Noord-Koreaanse scheidsrechter op de WK Vrouwen 2015 en 2019. 

Ned, tassot, yossot biedt een aardig inkijkje in het alledaagse leven van bevoorrechte sporthelden in de totalitaire Noord-Koreaanse dictatuur. Maar van een vervolgfilm ilgob, yodol, ahob hoeft het niet te komen.

 

17 november 2023

 

IDFA 2023 – Deel 1: Openingsfilm
IDFA 2023 – Deel 2: Menselijk leed
IDFA 2023 – Deel 3: Aparte banen
IDFA 2023 – Deel 4: Palestina
IDFA 2023 – Deel 6: Risiconemers
IDFA 2023 – Deel 7: Oekraïne

 


MEER FILMFESTIVAL

Grizzly Man (2005)

Grizzly Man (2005)
Wat je van beren leren kan

door Yordan Coban

Grizzly Man is het verhaal van Timothy Treadwell, een man die een brug wenste te zijn tussen mens en dier, door tien jaar lang rond te dolen tussen de grizzlyberen in Katmai National Park Alaska. Hij filmde zijn verblijf in de groene vlaktes terwijl hij de beren observeerde en in zekere zin adoreerde. Timothy dacht een fundamentele vrijheid te herkennen in dit berenleven.

Twee jaar na zijn dood kreeg Werner Herzog de zelf geschoten beelden van Timothy in handen. De Duitse regisseur voegt er vervolgens zijn eigen beschouwingen aan toe, wat leidde tot deze machtige maar ontroerende documentaire.

Grizzly Man (2005)

Superieure dwaas
Stond Timothy dichter tot de natuur, doorleefde hij een superieur organisch bewustzijn? Of was hij slechts een doorgeslagen goeroevlogger, een dwaas die niet alleen zijn eigen leven maar ook die van zijn vriendin Amie Huguenard op het spel zette? Deze stelling fungeert als vertrekpunt van deze documentaire. Herzog laat de kijker uiteindelijk zelf een oordeel vormen terwijl hij Treadwell eerzaam ontleedt, van zijn jeugd tot aan zijn letterlijke autopsie. Want ja, het mag geen spoiler zijn, om aan het begin van deze recensie diens tragische dood te vermelden, omdat dit ook helemaal aan het begin van de documentaire benoemd wordt.

Op 5 oktober 2003 komen Timothy en Amie op gruwelijke wijze om het leven door het toedoen van een oude hongerige grizzlybeer. Hetgeen de kijker gelukkig niet krijgt te zien of te horen, maar slechts meekrijgt in de vorm van Werner Herzog die luistert naar de audio terwijl hij ons laat weten dat niemand gebaat is bij het bestaan van deze tape. De sensationele kijker kan zich daar misschien maar moeilijk bij neerleggen maar weet waarschijnlijk ook dondersgoed dat de regisseur de juiste beslissing maakt. Al is het ergens ook markant dat hij dit moment in de film betrekt omdat het toch, in zekere zin, de deur naar sensatie op een kier laat.

Een beer in de spiegel
Enkele kijkers zullen wat dat betreft hier en daar de behoefte voelen om de eigenaardige acteerwijze en framing van Herzog te benoemen en misschien zelfs af te kraken. Hij laat verschillende personen uit Treadwells leven gedurende de documentaire aan het woord en doet dat op een wijze die hier en daar uit de toon lijkt te vallen. Hij laat nabestaanden dramatisch in de camera kijken waardoor je als kijker het gevoel krijgt dat het allemaal één grote Amerikaanse show is. Desondanks zou het te oppervlakkig zijn om dit als misplaatste toonaanduiding te bestempelen, eerder toch lijkt Herzog zich, in het geveinsde, te willen spiegelen aan Treadwell. Uiteindelijk is dat namelijk ook wat Timothy deed met zijn film door de mens aan de beer te spiegelen als machtig symbool van de natuur.

Op het moment dat je als documentairemaker zo ingrijpend met de beelden van een andere auteur aan de slag gaat, is het wel cruciaal dat je een wezenlijke bijdrage levert om in ieder geval het risico te vermijden dat je mee gaat liften op de creatie van de ander. Want in de context van Timothy Treadwells tragische leven zou dat een ernstige ethische schoffering zijn. Maar wat Werner Herzog vrijwel ongemerkt in Grizzly Man heeft gedaan, is niet alleen de diepgang in het verhaal van Timothy belichten voorzien van de juiste pathos, maar ook heeft hij hem willen eren als filmmaker door zijn speelse zelfbewuste manier van filmen te imiteren en zijn levenswerk tot een betekenisvol einde te brengen.

Gebroken moderniteit
Als we dieper duiken in het verleden van Treadwell zien we in eerste instantie een jongen uit een exemplarisch Amerikaans suburbaan gezin. In zijn volwassenen leven ontwikkelt zich een ongenoegen, dat leidt tot een toevlucht in alcohol en drugs. Wat nu precies de grondslag van zijn ongenoegen vormt, laat Herzog in het midden, maar tegen de achtergrond van zijn beelden kan het niet anders dan verbonden zijn aan een afkeer tegen de mensenwereld. Iets aan zijn leven onder de mensen heeft Timothy gebroken of in ieder geval doen besluiten om zijn rug te keren naar de moderniteit. En misschien heeft hij wel gelijk. Misschien hebben we onze samenlevingen wel onnodig complex, steriel en onaangenaam ingericht. Een observatie die tevens te vinden is in films als Walkabout (1971) of Koyaanisqatsi (1982).

Grizzly Man (2005)

Ecstasy of truth
Desalniettemin is Grizzly Man bovenal een reflectie van Werner Herzog zelf. De filosofische regisseur staat bekend om zijn stellige avonturen naar de hoogste bergtoppen, de donkerste grotten en zijn gevaarlijke reizen diep in het Amazonewoud. Wie de verhalen leest over hoe films als Aguirre (1972) en Fitzcarraldo (1982) zijn gemaakt, weet dat deze koppige regisseur alles over heeft voor de poëzie die te vinden is in zijn sublieme beelden.

In een interview in 2009 met de American Film Institute beschrijft Werner Herzog het verschil tussen feiten en de waarheid. Feiten geven slechts een oppervlakkige weergave van de waarheid, een accountantswaarheid. In goede poëzie en films vindt men, zo beschrijft hij, een ‘ecstasy of truth’. Dit is een niet te beschrijven overstroming van gevoel die je meteen herkent, voelt in elke vezel van je lichaam en veel verder strekt dan elk berekenbaar gegeven.

Ook documentaires zijn geframed en vooropgezet, het is naïef om te denken dat die een werkelijke weergave van de realiteit zijn. Maar dat hoeft ook niet, in Grizzly Man laten Werner en Timothy zien dat een goede documentaire in dienst van deze ‘ecstasy of truth’ staat. Werners poging om deze door Timothy betoogde en belichaamde waarheid aan het grote publiek kenbaar te maken, betoont zich als zoveel meer dan slechts een natuurdocumentaire, toch eerder van ode tot meesterwerk.

Kijk hier en hier waar Grizzly Man draait.

 

13 juni 2023

 

THEMAMAAND WERNER HERZOG

Plan 75

***
recensie Plan 75
Ouderen zijn duur en nutteloos

door Cor Oliemeulen

Japan vergrijst in sneltreinvaart. Om de kosten beheersbaar te houden, lanceert de overheid Plan 75, een programma waarin senioren worden aangemoedigd euthanasie te plegen. We volgen een bejaarde vrouw en twee jonge zorgverleners die ieder op hun eigen manier een afweging moeten maken.

Op 26 juli 2016 doodde een 26-jarige man in een verzorgingstehuis in de Japanse stad Sagamihara negentien gehandicapten met een mes om hen naar eigen zeggen te verlossen van een ongelukkig bestaan. De Japanse filmmaakster Chie Hayakawa gebruikte die tragedie als trigger voor haar speelfilmdebuut Plan 75. Hoewel dit programma nog niet bestaat, lijkt het niet ondenkbaar dat het in de toekomst zal worden ingevoerd. “Er heerst een atmosfeer om ouderen onder druk te zetten waardoor ze zich nutteloos voelen”, zegt Hayakawa.

Plan 75

Relatie tussen jongeren en ouderen
Klassieke Japanse films gaan juist vaak over de nauwe band tussen jongeren en ouderen. Een bekend voorbeeld is Tokyo Story (1953) van Yasujirō Ozu. Ouders verlangen naar genegenheid, gezelschap en waardering van hun kinderen, terwijl die kinderen bezig zijn met de drukte van het moderne leven en hun eigen verlangens en verplichtingen. Ozu benadrukt de afstand tussen ouderen en jongeren door de fysieke ruimte tussen hen in beeld te brengen; vaak worden ouderen in een andere kamer geplaatst of in de achtergrond van het frame, terwijl de jongeren dichter bij de camera staan. Stiltes en non-verbale communicatie benadrukken de emotionele afstand. De uiteindelijke boodschap: ondanks de onvermijdelijke spanningen en veranderingen in de samenleving zou de band tussen ouderen en jongeren gebaseerd moeten zijn op liefde, respect, begrip en waardering.

Zeg dat maar eens tegen de twintiger Hiromu (Hayato Isomura) die Plan 75 aan de man moet zien te brengen. Met een vriendelijke glimlach en zonder druk uit te oefenen, overhandigt hij brochures aan belangstellenden, legt uit dat je tot het moment van afscheid desgewenst wordt begeleid door een buddy en nog wat geld krijgt, voor wat aangename laatste dagen of bijvoorbeeld voor je kleinkinderen. Hiromu denkt dat hij het goede doet, want veel 75-plussers hebben een mooi leven gehad en waarschijnlijk speelt ook bij hem de gedachte mee dat hij als jongere steeds meer moet gaan bijdragen aan het pensioen van ouderen.

Zijn kijk op de overheidscampagne begint langzaam te veranderen vanaf het moment dat Hiromu een oom voor zich krijgt tijdens een intakegesprek. Anders dan in het Japanse filmdrama The Ballad of Narayama (1958, en de al even indrukwekkende remake uit 1983) waarin een 70-jarige vrouw door haar oudste zoon naar de top van een berg wordt gedragen om daar te overlijden, wordt in Plan 75 een familielid van een potentiële euthanasiepleger vervangen door iemand anders. Desondanks raakt Hiromu emotioneel betrokken bij het lot dat zijn oom te wachten staat en denkt hij terug aan het overlijden van zijn vader.

Plan 75

Eenzaamheid
Een andere jongere die we volgen, is Maria (Stefanie Arianne). Zij werkt als verpleegster in een bejaardentehuis, maar gaat werken voor Plan 75 omdat ze daar een beter salaris krijgt, zodat ze de hartoperatie van haar dochtertje eerder kan betalen. Zij heeft onder meer als taak om de bezittingen van de euthanasieplegers te verzamelen, maar wat doet zij als zij daartussen waardevolle spullen aantreft?

De hoofdpersoon van Plan 75 is echter de 78-jarige weduwe Michi (Chieko Baishô), die met een al even oude dame werkt als kamermeisje in een hotel. Echter wanneer laatstgenoemde op de werkplek overlijdt, besluit het hotel Michi te ontslaan omdat dood personeel op de werkplek geen goede reclame is. Als ook later haar beste vriendin plotseling sterft, moet Michi belangrijke keuzes maken. Ze komt in aanmerking voor bijstand, maar dan moet ze wel verkassen naar een bejaardentehuis. Een gevoel van eenzaamheid en nutteloosheid leidt haar naar Plan 75.

Regisseur Chie Hayakawa brengt Michi’s gemoedstoestand geloofwaardig in beeld, bijvoorbeeld als zij tijdens het ondergaan van de zon haar handen op een reling plaatst of met een masker op een bed ligt, op het punt het aardse leven achter zich te laten. Al even aandoenlijk is de poging van Hiromu om zijn oom te redden.

Zeventig jaar na Ozu’s Tokyo Story is de boodschap van Hayakawa ongetwijfeld om de kijker, mits überhaupt nodig, te wijzen op het inhumane karakter van een overheidscampagne waarin euthanasie vanaf een bepaalde leeftijd wordt gefaciliteerd. De consequentie is dan wel een film die de hoop en voldoende compassie mist om je aan de teneur van neerslachtigheid te kunnen onttrekken.

 

22 mei 2023

 

ALLE RECENSIES

Terugblik 2022 – Deel 5: Weinig echt bijzondere uitschieters

Terugblik filmjaar 2022 – Deel 5:
Weinig echt bijzondere uitschieters

door Yordan Coban

Nooit ging ik zo vaak naar de bioscoop als in 2022. Er zijn dit jaar een aantal aardige films uitgekomen maar er waren weinig echt bijzondere uitschieters. Dit filmjaar krijgt daarom drie sterren. 

Veel gevestigde namen lieten zich dit jaar zien, maar weinig wisten hun oeuvre echt te verrijken. Dit is, in mijn beleving, typisch geworden voor de afgelopen jaren. Maar dat kan ook te maken hebben met mijn verwachtingen en mijn beoordeling van het verleden ten opzichte van het heden.

De beste films die ik dit jaar gezien heb, zag ik namelijk op dvd:
To Be or Not to Be (1942) van Ernst Lubitsch en Yi Yi (2000) van Edward Yang stegen ver boven de nummer 1 van 2022 uit. Beiden zijn ook erg geschikt om de feestdagen mee door te komen.

Verder viel mij de steeds diepere invloed van internetcultuur, YouTube en Netflix op het format van film op. Het internet heeft eindeloos veel verhalen en/of ideeën in eindeloos veel formaten.

De grenzen van wat een film is, lijken daardoor te vervangen. Dit is goed zichtbaar in Everything Everywhere All At Once. Deze film heeft mijn lijst niet gehaald. De film verwart flitsende absurde internethumor met existentialisme en bagatelliseert dat er gevaar schuilt in hoe de digitale wereld onze levens beïnvloedt. In een statement op Twitter zegt regisseur Daniel Kwan (hij maakte de film samen met Daniel Scheinert) dat er al te veel aandacht schreeuwende content is en dat ze vonden dat ze het verplicht waren om hun ‘mind te blowen’. Door ze vervolgens te beladen met onnavolgbare visuele actieprikkels en middelbare schoolfilosofie. Terwijl de film toch wel heel makkelijk heen stapt over de keerzijde van social media en de digitalisering van alles.

Ik sluit me wat betreft de invloed van social media volledig aan bij hoe de Nederlandse filosoof Hans Schnitzler het verwoordt in de aflevering Digitale Detox van het programma Tegenlicht. De smartphone en de dopamineshotjes die we er continu van krijgen, doet onze betrokkenheid met de omgeving teniet en kan een verstorende werking hebben op momenten van bezinning of inspiratie.

Dit jaar typeerde zich als een jaar van stijlfiguren en vormgeving, maar ik miste eigenlijk de inhoud. Ik heb te weinig interessante ideeën of goede gesprekken gezien. Maar goed ondanks dat ik nu erg negatief klink, kan ik niet ontkennen dat er dit jaar ook momenten waren in de bioscoop die de moeite waard zijn. Laat ik er aldus niet verder omheen draaien en beginnen met mijn top 10.

Spencer

Spencer

10. Spencer (Pablo Larraín)
Ik heb een grote afkeer van alles wat met het koninklijk huis te maken heeft. Ik vond de mate van rouw dit jaar rond het overlijden van de Britse koningin erg overtrokken en had iets van die ernst graag bij de 6500 overleden arbeidsmigranten in Qatar gezien. Ondanks het gegeven dat ik totaal niet zit te wachten op een film over de royal family, moet ik bekennen dat Spencer er cinematografisch gelikt uitzag. Kristen Stewart speelde goed, en de cynische ondertoon beviel mij wel.

9. Shabu (Samira Mereilles)
Eerlijkheidshalve heb ik Shabu gekozen omdat mijn persoonlijke vriend en kunstenaar Sebastiaan Boot een groot aandeel had in deze film. Desalniettemin doet Shabu amper tot niet onder voor de andere gegadigden die rond de top 10 zitten. Shabu won dit jaar het Gouden Kalf voor de beste documentaire, maar Shabu is eigenlijk geen documentaire. Het is een kleurrijke verbeelding van een vrolijke jongen die op vroege leeftijd leert wat ouder worden betekent. Alhoewel ik geloof dat Shabu zich heel natuurlijk gedraagt voor de camera, is het wel dusdanig in beeld gebracht dat het toch eerder een speelfilm is. Maar wel één met een bijzonder sympathieke hoofdrolspeler.

8. Licorice Pizza (Paul Thomas Anderson)
Eigenlijk wilde ik deze film niet in mijn top 10 opnemen omdat het in mijn ogen het minste werk van Paul Thomas Anderson tot nu toe is. PTA keerde terug naar de stijl van Boogie Nights (1995) maar miste de visie. In zekere zin belichaamt deze film de stelling uit het slot van de inleiding. Maar goed, een mindere PTA is blijkbaar altijd nog genoeg voor de top tien van het jaar.

7. Crimes of the Future (David Cronenberg)
Crimes of the Future is frustrerend, walgelijk, origineel en boeiend, oftewel een echte Cronenberg. Een van de weinige filmmakers dit jaar die succesvol rechtdeed aan zijn oeuvre en op zijn minst een aantal interessante ideeën formuleert. De quote ‘surgery is the new sex’ doemt nog in mijn hoofd en zal ik waarschijnlijk mee gaan nemen naar het nieuwe jaar. 

6. Memoria (Apichatpong Weerasethakul)
Als ik een derde film moest toevoegen aan het dvd-duo in de inleiding, zou dat zonder twijfel Tropical Malady (2004) van de Thaise regisseur Apichatpong Weerasethakul zijn. Naast zijn opvallende naam, bedenkt hij vaak ook prachtige titels voor zijn ambigue films. Zijn films zijn vaak lastig te kijken en kunnen soms slaapverwekkend zijn, en ook Memoria is zowaar meer een ochtendfilm. Desondanks heeft het werk van Weerasethakul ademloze momenten van cinematische belevingen die de kijkers in een soort oerkern aanspreekt.

5. Triangle of Sadness (Ruben Östlund)
Voor een uitgebreide behandeling van deze film verwijs ik naar mijn pas uitgekomen recensie. Wat ik daar nog aan toe wens te voegen is dat de in de inleiding beschreven invloed van social media op een generatie ook wordt getoond in Triangle of Sadness. Wat deze film echter afzet tegen bijvoorbeeld Everything, Everywhere All At Once is dat het in tegenstelling tot laatstgenoemde bewust is van deze invloed en het belachelijk maakt in plaats van naïef omarmt als teken van kracht.

4. Boiling Point (Philip Barantini)
Een technisch hoogstaande film, waarin geweldig geacteerd wordt en de kijker heel kundig betrokken wordt in de sfeer van de film. De reden waarom het geen hogere beoordeling krijgt, is omdat het verhaal op het einde afgeraffeld aanvoelt en het ook qua inhoud weinig om het lijf heeft. 

3. A Hero (Asghar Farhadi)
Voor een inhoudelijke behandeling verwijs ik ook hier naar mijn eerdere recensie en wil ik voor nu stilstaan bij de zaken om de film heen. Asghar Farhadi haalde dit jaar het nieuws vanwege een juridisch conflict met een studente om deze film. Dit geschil werd echter weer overschaduwd door de protesten die momenteel gaande zijn in Iran. Een van Farhadi’s favoriete actrices, Taraneh Alidoosti, met wie hij al vier films maakte, is momenteel opgepakt vanwege haar steun aan deze protesten. In Iran is een belangrijke revolutie bezig. Nu gaat A Hero niet per se over vrouwenemancipatie, sterker nog, het juridische conflict dat Farhadi nu achtervolgt, is met een studente en gaat over het oorspronkelijke idee van de film. Maar uit het eerdere werk van Farhadi blijkt wel dat hij vooropliep in deze strijd, als een van de bekendste internationale progressieve Iranese kunstenaars.

2. The Worst Person in the World (Joachim Trier)
Toen ik deze film voor het eerst zag, raakte hij me en beoordeelde ik de film als erg hoogwaardig. Het is een film over hoe mijn generatie worstelt met onderwerpen als liefde en geluk die soms zo moeilijk tot uiting lijken te komen in de manier hoe onze wereld opgebouwd is. Naarmate ik meer over de film nadacht, zag ik toch ook dat de vrouwelijke hoofdrol wel erg magertjes en oppervlakkig neergezet werd door Joachim Trier. De mannelijke tegenspeler is een veel complexer personage en ergens schuurt dat met de opzet van de film over het leven van een jonge vrouw. Toch is het een film die veel emotie losmaakt, zijn kijkers na afloop dwingt tot reflectie en aanzet tot uitvoerige gesprekken over persoonlijk geluk.

Les Olympiades

Les Olympiades

1. Les Olympiades (Jacques Audiard)
In Les Olympiades wordt een vergelijkbaar thema’s als de nummer twee (liefde in de moderne wereld) behandeld tegen het licht van de Franse multiculturele samenleving en ook in deze film speelt de invloed van social media een belangrijke rol. De film is kritisch en de materie maakt duidelijk dat de schrijvers (Céline Sciamma en Léa Mysius schreven met Jacques Audiard mee) zich goed bewust zijn van de keerzijde van social media, maar lijkt ook een soort neutrale houding te hebben tegenover de digitalisering van intimiteit. Het laat het verdere oordeel toch vooral bij de kijkers.

De meest intieme momenten in de film (de eindscène bijvoorbeeld) worden door een bepaald medium geuit. Het laat zien dat dit soms juist ook romantisch kan zijn op een eigen manier.

Het behandelt het onderwerp op een veel subtielere wijze dan in-your-face-films als Triangle of Sadness en Everything Everywhere All At Once, wat in zekere zin producten zijn van de cultuurverandering die ze wensen te openbaren. Het krachtigste van Les Olympiades zit hem in de manier waarop de levens van de hoofdpersonages organisch voortbewegen, verstrengeld met elkaar raken en uiteindelijk weer afsplitsen. De levendigheid van de personages zorgt ervoor dat de kijker betrokken raakt bij dit moderne liefdesverhaal.

 

29 december 2022

 

Filmjaar 2022 – Deel 1: Bioscopen lijden, streamingdiensten verleiden
Filmjaar 2022 – Deel 2: Beklijvende beelden en aangeklede concertfilms
Filmjaar 2022 – Deel 3: Is de bioscoop ineens onvindbaar?
Filmjaar 2022 – Deel 4: Raar is in de mode
Filmjaar 2022 – Deel 6: Een nieuwe wereld

IDFA 2022 – Deel 5: Oekraïne

IDFA 2022 – Deel 5:
Oekraïne

door Jochum de Graaf

In de zomer kondigde IDFA aan dat ze zeven Oekraïense documentaireprojecten zou gaan ondersteunen. Met een oorlog die eind februari begon, is de verwachting dat we het resultaat pas op een volgend IDFA te zien krijgen. Toch is er een aantal belangwekkende films op tijd voor deze editie afgekomen. Daarnaast presenteert vaste gast Sergei Loznitsa twee afleveringen uit zijn niet aflatende serie over de Tweede Wereldoorlog die ook met het oog op deze oorlog hoogst actueel zijn. En er is een indringende docu over jongeren in Rusland.

 

Mariupolis

Mariupolis en Mariupolis 2
Hoe zou het toch in Marioepol zijn? Na hevige gevechten en de wekenlange slag om de Azovstal-fabriek kwam de strategisch gelegen havenstad aan de Zwarte Zee eind mei in Russische handen. Sindsdien komt er nog maar weinig nieuws uit de stad die zo ernstig had te lijden en is de aandacht alweer lang verlegd naar andere steden plaatsen en gebeurtenissen.

De Litouwse cineast Mantas Kvedaravičius maakte voorjaar 2015, kort na de Russische bezetting van de Krim een portret van de stad. Mariupolis (de film heeft geen nummering, Kvedaravičius wist toen nog niet dat er een tweede aflevering zou komen) geeft geen beeld van hoe het ook alweer zover gekomen was, waarom de stad zo belangrijk was en laat niet de slag om Marioepol die de Russen in 2014 nog verloren buiten beschouwing.

In Mariupolis lijkt het gewone leven ondanks de Russische dreiging al weer opgepakt te zijn. De tram vertrekt ‘s ochtends vroeg in de mist. Een dochter gaat met haar vader voor het eerst vissen in een boot op zee. In een danszaal wordt gerepeteerd voor een grote uitvoering, een legereenheid doet oefeningen, een schoenmaker in zijn werkplaats, met opmerkelijk genoeg een foto van Brezjnev aan de muur, vertelt hoe erg het was een jaar geleden, maar dat hij niet zo bang is voor de Russen. In een hal op het enorme Azovstal-complex krijgen de arbeiders een veiligheidstraining. We worden nog wel even opgeschrikt als we een verslaggeefster volgen die een reportage maakt over een afgegaan explosief. Maar de viering van de 9e mei, het einde van de Grote Vaderlandse Oorlog, de discussies met de veteranen en even later de voorbereiding op een bruiloft in het grote gemeenschapshuis is al weer het leven van alle dag.

Kvedaravičius, opgeleid als antropoloog, filmt zijn mensen zeer dicht op de huid, laat vooral de gezichten zien, zoomt slechts een enkele keer uit. Hij maakt zijn observaties van gewone mensen in zeer bijzondere omstandigheden. Plaats-, naam- of tijdsaanduidingen ontbreken, de grote gebeurtenissen blijven op de achtergrond.

Mariupolis 2

Dit procedé past hij ook toe in Mariupolis 2. Twee weken na de Russische invasie besloot hij dat hij terug moest naar zijn geliefde Marioepol. En nu zijn het vooral mensen die proberen te overleven in de oorlogsomstandigheden. Ook nu weer geen beelden van gevechtshandelingen, geen mededelingen over het verloop van de strijd, al is de oorlog met explosies, bominslagen, geweervuur in de nabijheid en schuilen voor luchtalarm angstwekkend dichtbij. Het is een desolaat gebied, in de huizen en gebouwen is geen raam nog heel, overal puinhopen, alleen puinhopen. De hele dag en vaak ook ’s nachts explosies, bominslagen, rookwolken, vuurflitsen. Zo ongeveer moet de hel op aarde eruit zien.

We volgen een groep ouderen dagenlang onder in de schuilkelder van een kerk, ’s ochtends en ’s avonds gaat de pope voor in gebed. Na een paar weken moeten ze verkassen naar een nieuwe locatie. Er moeten een paar lijken uit een trapportaal worden geruimd, een paar mannen kijken of de auto nog gerepareerd kan worden. Wanneer er even stilte heerst, wordt een gat in de grond gemaakt, een vuur aangestoken, er wordt een grote ketel geplaatst en even later genieten de buren van een kom borsjt, hij is zowaar lekkerder dan gisteren. Ze proberen er het beste van te maken, maar je voelt dat het niet goed zal aflopen.

Mantas Kvedaravičius moest het maken van de film met de dood bekopen. Toen hij tijdens de opnamen tijdelijk de stad wilde verlaten, werd hij door de Russen ontvoerd en in koelen bloede vermoord. Zijn weduwe Hanna Bilobrova heeft de film in zijn geest afgemaakt. Je zou kunnen verwachten dat de film met de aanslag op Kvedaravičius zou eindigen. Maar de minutenlange slotbeelden, het uitzicht op de stad, met in de verte Azovstal en de wetenschap wat er met de maker gebeurd is, werken minstens zo sterk. Daar hoeft geen woord aan worden toegevoegd.   

 

When Spring Came to Bucha

When Spring Came to Bucha
Na een week van hevige gevechten was begin maart Boetsja een van de eerste steden die door de Russen werd ingenomen. Een maand later was de stad weer bevrijd en gingen de beelden van de verwoestingen, de verhalen over Russische oorlogsmisdaden en de vondst van massagraven de hele wereld over. De Oekraïense fotografe Mila Tesjajeva ging kort daarna samen met de Berlijnse filmmaker Marcus Lenz terug naar haar geboorteland en filmde hoe de bewoners uit hun schuilkelders kwamen en proberen hun leven weer op te pakken.

Al komt menige lijkzak voorbij, al te gruwelijke beelden blijven achterwege. We horen het verschrikkelijke verhaal over de man die even uit zijn huis werd gelokt en voor de ogen van zijn vrouw werd doodgeschoten, de aangrijpende getuigenis van de vrouw die 35 dagen in een kelder opgesloten zat zonder elektriciteit en water. We zien de moeder die aan de hulpverleners vraagt of ze het lichaam van haar zoon al hebben gevonden, hij moet te herkennen zijn aan de kogel door zijn hoofd en in zijn middenrif. Nee, nog niet gevonden, maar dat gaat zeker gebeuren. We zien de aanklagers die oorlogsmisdaden inventariseren aan het werk. Op de overvolle begraafplaats wordt een aantal keren per dag de mis voor de gevonden lijken opgediend.

Maar de film laat vooral ook zien hoe langzaam maar zeker het gewone leven zal worden opgepakt. Buren gaan bij elkaar op bezoek en beloven ondersteuning in de verwerking van het verdriet. Er worden gezamenlijke schoonmaakacties georganiseerd. Vluchtelingen keren terug uit het buitenland, in de zomer zijn de klassen op de basisschool al weer vol. Een ouder echtpaar schoffelt de tuin om en wijst de plek aan waar bloemen zullen opkomen volgend voorjaar, uiteraard met gele en blauwe bloemen. 

When Spring Came to Bucha is geen pessimistische film, maar eerst en vooral een mooi eerbetoon aan de veerkracht van de Oekraïners. 

 

Liturgy of Anti-Tank Obstacles

Liturgy of Anti-Tank Obstacles
In een atelier waar ze normaal heiligenbeelden maken, beitelen kunstenaars nu stevig in op de beelden. We horen liturgische koorzang, er staat een radio aan met de actuele situatie over de Azovstal-fabriek in Marioepol. De bedoeling is om de kruizen van de beelden los te bikken, die kunnen goed dienst doen als wegversperring.

Het motto van de Oekraïense schrijver Oleksandr Mykhed, waarmee de korte documentaire begint, wordt mooi in beeld gebracht: ‘De taal van de oorlog wordt nu door iedereen gesproken. En elke bajonet, ongeacht wat het is, telt.’

 

Away

Away
De Oekraïense vluchtelingen Andrej en Alisa kopen op de markt een set speelgoedsoldaatjes, eentje lijkt een beetje op Poetin. Ze beschilderen de soldaatjes en leggen ze op een geschilderde landkaart van de Oekraïne, een sterk anti-oorlogsmonument in een park in Boedapest dat de nodige discussie opwekt met nationalistische Hongaren, maar ook tot solidariteit van anderen leidt.

Ze werken in een kinderdagverblijf met Oekraïense kinderen die hun vluchtervaringen vertellen. Ze kijken op een app naar de vliegbewegingen boven hun hoofd, er is geen vliegverkeer meer naar Rusland. Andrej belt geregeld met zijn moeder die in Charkiv is gebleven, waar de stroom weer eens is uitgevallen. 

Away is een intiem hartverwarmend beeld van vluchtelingen, bekroond met de award voor de beste korte documentaire.

 

The Natural History of Destruction

The Natural History of Destruction
Loznitsa’s nieuwste film is gebaseerd op het gelijknamige boek van de Duitse schrijver W.G. Sebald waarin hij de moraliteit van de grootscheepse geallieerde bombardementen op Duitse steden in de Tweede Wereldoorlog aan de kaak stelt.

Het verhaal, misschien beter de argumentatie, wordt in die kenmerkende stijl van Loznitsa langzaam maar zeker en zeer zorgvuldig opgebouwd. We zien vredige plattelandstaferelen, grazende schapen, ganzen. Ook in de stad is het nog rustig, trams rijden door de straten, er is veel winkelend publiek, mensen zitten gezellig in het café, drinken wat, nemen een hap van een taartje, de camera pent door het café strijkt haast achteloos langs een statieportret van Hitler aan de muur. Dan wordt het donker en zien we vanuit de hoogte gefilmd ontploffingen op de grond, enorme rookwolken, een vuurzee. Het havengebied van een Duitse stad is volledig verwoest. Maar we krijgen ook de verwoesting van een Engelse stad te zien. In enorme fabriekshallen zien we merendeels vrouwelijke arbeiders bommen, kanonnen, granaten en ander wapentuig in elkaar zetten. Een ploegje soldaten stapelt de bommen op een lorrie, vervolgens worden ze stuk voor stuk onder de vleugels en in het ruim geladen. Een eskadron van een stuk of twaalf bommenwerpers stijgt op, vrolijk uitgezwaaid door achterblijvende militairen. We zien hoe een volgend bommentapijt gelegd wordt.

Churchill rijdt staande in een auto langs de verwoeste straten, hij spreekt met zijn befaamde toespraken de burgers moed in. Een auto met bedrukt kijkende hoge Duitse legerofficieren rijdt door een compleet weggevaagde woonwijk.

Montgomery houdt op een avond in de officiersmess een peptalk: ‘we weten niet hoe lang het nog zal duren, maar wij zijn veel beter uitgerust, hebben echt veel meer materieel’. De rechtvaardiging van de grootscheepse vernietiging van burgerdoelen wordt gevonden in de overtuiging dat er maar een antwoord op terreur is, namelijk tegen-terreur.

Loznitsa laat de gevolgen van die overtuiging scherp en duidelijk zien. Luchtbeelden van steden waar hele wijken zijn weggevaagd, straten die nauwelijks nog als zodanig te herkennen zijn, minutenlang de puinhopen van verwoeste woonwijken, de burgers, meest vrouwen, die een enorme slinger maken, elkaar een emmer doorgeven om smeulend vuur te blussen, het cynisme van een babylijkje onder kapotgeschoten huisraad.

In het licht van de Russische invasie in Oekraïne en de grootscheepse aanvallen op burgerdoelen en de vernietiging van de infrastructuur is de film een stevig statement in de discussie over oorlogsmoraal. 

 

The Kiev Trial

The Kiev Trial
Babi Jar. Context, Sergei Loznitsa’s film over de grootste massamoord op de Joden in een ravijn bij Kiev die op het vorige IDFA in première ging, eindigde met de onthutsend realistische beelden van de openbare executie van de dertien Duitse oorlogsmisdadigers die verantwoordelijk waren.

The Kiev Trial laat zien wat daaraan vooraf ging, in een hele secce stijl zijn de archiefbeelden van het proces achter elkaar gemonteerd. Januari 1946 komen de vijftien Duitse verdachten de rechtszaal binnen, gaan zitten en worden vervolgens een voor een naar voren geroepen. Stuk voor stuk geven ze aan dat ze schuldig zijn aan de aanklachten, een enkeling pleit op een aantal punten onschuldig.

Hen wordt in detail gevraagd naar hun daden in Meletopol, Rovno, Novomoskovsk en nog een reeks andere plaatsen. Nee, er is maar 75 procent van het goud van de Joden in beslag genomen; en nee, die 120 doden vielen niet allemaal op een dag; ja, er waren in bijna alle gevallen ook vrouwen en kinderen onder de slachtoffers. Een aantal getuigen vult het nog aan of corrigeert een enkel feit. En er is het verbijsterende getuigenis van de vrouw die zich urenlang tussen de lijken in het ravijn bij Babi Jar verborgen wist te houden en pas aan het eind van de dag in het donker naar boven wist te klimmen.

Het is een van de weinige punten in de film waarop je nog wat emotie hoort. Alleen bij het horen van de strafeis, dood door ophanging, klinkt applaus. Net als het publiek in de rechtszaal zit je met verbijstering maar ook met fascinatie naar het proces te kijken. De veroordeelden horen onbewogen het vonnis aan en geven desgevraagd aan dat ze de straf gerechtvaardigd vinden.

En ook de uitvoering is een haast klinische aangelegenheid. Het Kalininplein is op die zaterdagmiddag in februari 1946 vol, heel Kiev is uitgelopen om de executie mee te maken. En dan zie je ze weer op het schavot worden geleid, dezelfde beelden als in Babi Jar. Context. Nu komt het misschien nog veel duidelijker in beeld, beelden die nog wel even op je netvlies blijven hangen.

 

Manifesto

Manifesto
Angie Vinchito, ongetwijfeld een schuilnaam, schetst met deze found footage-montage van YouTube- en TikTok-filmpjes een grimmig beeld van het opgroeien van Russische jongeren. Manifesto begint nog luchtig: meisjes en jongens staan op, laten zien hoe ze hun tanden poetsen, gaan onderweg in de metro, dreigen te laat te komen op school, maar dat deert niet want het is toch het eerste uur en de docent is ook niet altijd op tijd.

Maar in de klas is het zelden normaal, ze worden uitgescholden als ze niet snel of goed genoeg antwoord geven, vernederingen zijn aan de orde van de dag, sommige docenten, ook vrouwelijke laten de handen wapperen. Er wordt ze de Russische normen en waarden bijgebracht, homoseksualiteit is uit den boze, bij meisjes wordt de onderdanigheid er in gestampt: ‘een vrouw moet altijd klaar staan wanneer de man dat wil’. Er heerst een onveilig en onzeker klimaat. Wanneer ze aan een evacuatie meedoen, is velen niet duidelijk of het nu een oefening of gewoon echt is. Even later trekt een losgeslagen jongen schietend en schreeuwend door het schoolgebouw een stuk of twintig slachtoffers achterlatend.

Anderen komen in aanraking met de politie omdat ze meedoen aan een demonstratie, worden hardhandig opgepakt omdat ze steun aan oppositieleider Navalny hebben betuigd of zich tegen ‘de speciale operatie in Oekraïne’ hebben uitgesproken. Een meisje met uitgelopen mascara maakt snikkend haar diepe excuses aan de Tsjetsjeense leider en Poetinvazal Ramzan Kadyrov die ze kennelijk beledigd heeft.

Manifesto krijgt een huiveringwekkende ontknoping met het stel Denis en Katya die na het plegen van een grove misdaad in een vakantiehuisje met het geweer in de hand de komst van de Speciale Interventie eenheid afwachten. Deze docu schetst een weinig hoopvol beeld van de nieuwe generatie jonge Russen. De film won de Envision Competition.

 

19 november 2022

 

IDFA 2022 – Deel 1: Openingsfilm
IDFA 2022 – Deel 2: Azië, anders
IDFA 2022 – Deel 3: Muziekdocumentaires
IDFA 2022 – Deel 4: Mensen aan het werk
IDFA 2022 – Deel 6: Pioniers
IDFA 2022 – Deel 7: Een zee van experimenten

 


MEER FILMFESTIVAL

CinemAsia 2022 – Deel 5

CinemAsia 2022 – Deel 5:
Mein Vietnam en Kingmaker

door Jochum de Graaf

In ons vijfde verslag van CinemAsia 2022 maken we kennis met een Vietnamees echtpaar van bootvluchtelingen dat al dertig jaar in Duitsland woont. Ze verdelen hun tijd tussen schoonmaken van kantoorgebouwen, online karaoke en kibbelen. In het Zuid-Korea van de jaren zestig en zeventig weet een dorpsapotheker met valse streken de politieke macht naar zijn hand te zetten.

 

Mein Vietnam

Mein Vietnam – Spagaat van bootvluchtelingen
Er gebeurt niet zoveel in Mein Vietnam. Het echtpaar Tam Mai en Bay Nguyen, Vietnamese bootvluchtelingen, woont al dertig jaar in Duitsland. Ze maken lange dagen als schoonmakers, hallen van grote kantoorpanden aandweilend, vele bureaus afstoffend, onderweg in de Mercedes op de Autobahn vaak zwijgend naast elkaar. Tekenend voor hun anoniem bestaan zijn de lege kantoren bij binnenkomst; ze doen spik en span hun werk, verlaten de gebouwen zonder een spoor achter te laten. De avonden en het weekend worden vooral benut met ‘schermtijd’, een virtueel sociaal leven door afspraken en karaokesessies met Skype via laptop, pc en mobiel met vrienden en familie in Vietnam. Ze hebben een vrij geïsoleerd bestaan, zoals zoveel migranten terugvallend op en vasthoudend aan de cultuur en gewoonten van het thuisland.

Gaandeweg ontwikkelt zich een tegenstelling tussen beiden. Vader Tam maakt zich grote zorgen wanneer hun huis in Vietnam bij een orkaan verwoest wordt en doet verwoede pogingen vanachter de laptop de herbouw te organiseren, beveelt min of meer een familielid om de camera op bouwlieden aan het werk te richten. Na al die jaren spreekt hij nauwelijks Duits, raakt steeds meer aan de drank en het onderwerp  van terugkeer naar Vietnam komt ter sprake. Moeder Bay heeft minder last van nostalgie, doet meer serieuze pogingen een leven in Duitsland op te bouwen. Met hulp van dochter Mai volgt ze taallessen en verheugt zich op de geboorte van het eerste kleinkind. Ze hoeft niet zo nodig terug naar Vietnam. De worsteling tussen terugkeer of blijven, de hang naar het verleden of de blik op de toekomst komt niet tot een oplossing.

In de slotscène zitten ze tegenover elkaar in een restaurant, uiteraard aan een tafel met Vietnamese gerechten, als altijd kibbelend en discussiërend. Het geluid valt langzaam weg, het beeld vervaagt, de film zou nog tijden door kunnen gaan. Regisseurs Tim Ellrich en Thi Hien Mai (dochter van Bay en Mai) hebben er een bij tijd en wijle ontroerend, maar ook tragikomisch portret van een migrantenleven van gemaakt.

Mein Vietnam is aanstaande vrijdag nog te zien, zie link. 

 

Kingmaker

Kingmaker – Wippen tussen Republikeinen en Democraten
Een ‘kingmaker’ is wat we in Nederland een ‘mannetjesmaker’ zouden noemen. In Nederland hadden we in de jaren zestig Ben Korsten, een pr-functionaris die een aantal KVP-politici naar en aan de top begeleidde, goed dramatisch verfilmd in 1983 door Hans Hylkema met een uitstekende hoofdrol voor Gerard Thoolen, de veel te vroeg overleden steracteur van het Werktheater.

In Zuid-Korea hadden ze  Chang-rok Eom de kingmaker, die  in de turbulente politiek van de jaren zestig en zeventig een belangrijke rol speelde bij de rivaliserende opkomst van Dae-jun Kim en Young-sam Kim, van respectievelijk de Democratische en de Republikeinse partij, die decennialang de Koreaanse politiek zouden domineren.

Cahn-rok Eom heet in Kingmaker, de film, Chang-dea Seo, een dorpse apotheker die besluit de politiek in te gaan. Hij kiest de kant van Woon-bum Kim, leider van de Nieuwe Democratische Partij, die al vier verkiezingen op rij verloren heeft. Seo, geslepen intrigant, laat geen middel onbenut, blinkt uit in het voeren van negatieve campagnes. Het ontketenen van een vals schandaal met de bewering dat de tegenkandidaat een buitenechtelijke verhouding heeft, is nog maar een beperkt voorbeeld. Straffer is de methode wanneer hij erachter komt dat de Republikeinse partij gratis kleding en schoeisel uitdeelt, zijn medewerkers in republikeins uniform naar de gelukkige kiezers stuurt om die spullen weer op te halen en ze vervolgens te voorzien van een Democratisch label om aan andere kiezers uit te delen.

Seo gaat ook voor de Democratische partij werken en ontwikkelt gaandeweg de ambitie om ook zelf in het parlement te worden verkozen. Woon-bum Kim vindt hem daarvoor te licht en kiest een andere adviseur, waarop Seo zich aan de kant schaart van een andere presidentskandidaat voor de Democratische partij. Hiermee weet hij zich in een wippositie te manoeuvreren en grote invloed op de uitslag uit te oefenen.

Er ontwikkelt zich een brisante plot, wanneer Seo – na jaren weer deel uitmakend van het team van Kim – veroordeeld wordt van een explosie in het huis van Kim tijdens diens campagnereis in de VS. Na zijn vrijlating wisselt Seo nogmaals van kamp en gaat nu voor de Republikeinse partij werken. Dankzij een lastercampagne helpt hij de republikeinse tegenkandidaat  van Kim aan de overwinning.

In de epiloog kijken Kim en Seo zeventien jaar later nog eens terug op al die turbulente verwikkelingen. Regisseur Sung Hyun-Byun brengt het tijdperk met echte en nagespeelde zwart-witbeelden van de nieuwsgebeurtenissen, zeer sterk tot leven. Kingmaker is een goede introductie in de relatief onbekende geschiedenis van de Zuid-Koreaanse politiek.

Kingmaker is aanstaande vrijdag nog te zien, zie link.

 

11 mei 2022

 

Interview Jia Zhao, nieuwe artistiek directeur CinemAsia
CinemAsia 2022 – Deel 1
CinemAsia 2022 – Deel 2
CinemAsia 2022 – Deel 3
CinemAsia 2022 – Deel 4

 


MEER FILMFESTIVAL

Fahrenheit 451 van Ramin Bahradi

Deel 3: De film Fahrenheit 451 van Ramin Bahradi
Brandende boeken als bewegend beeld (slot)

door Paul Rübsaam

Een boek vergelijken met een boekverfilming, moet je niet te vaak doen. Maar als boek en film uitgerekend een dystopische wereld beschrijven waarin alle boeken verbrand worden, is de verleiding onweerstaanbaar. Herleeft de roman Fahrenheit 451 van Ray Bradbury door de gelijknamige films van François Truffaut (1966) en Ramin Bahrani (2018) óf richten deze adaptaties in figuurlijke zin de vlammenwerper op het boek?

Je kunt het de Iraans-Amerikaanse regisseur Ramin Bahrani (1975) moeilijk kwalijk nemen dat hij in zijn adaptatie van Fahrenheit 451 het verschijnsel digitalisering betrekt. Bradbury en Truffaut voorzagen de komst van reality-tv, mobiele telefonie en fake news, maar hadden nog geen vermoeden van de digitale revolutie, die in een sciencefictionfilm uit 2018 niet kan ontbreken.

Fahrenheit 451 van Ramin Bahradi

Natives en Eels
In het universum van Bahrani’s HBO-film Fahrenheit 451, waar nauwelijks daglicht doordringt, is brandcommandant John Beatty (Michael Shannon) getransformeerd van een geflipte intellectueel met een brandweerhelm tot een man van het type drilsergeant. De zwarte ‘Master Trooper’ Guy Montag (Michael B. Jordan) vormt als ster-boekverbrander het middelpunt van een op wolkenkrabbers geprojecteerde reality-televisieshow. Hij is de oogappel van Beatty, die hem in een ‘vriendschappelijk’ partijtje boksen nog net de baas is.

De strijd tussen de gezagsdragers en het gezagsgetrouwe, televisie kijkende en ongeletterde volk aan de ene kant en ’the bookpeople’ en hun geestverwanten aan de andere kant leeft voort als die tussen ‘Natives’ en ‘Eels’. De klank van dat laatste woord roept vage associaties op met ‘aliens’ en ‘intellectuals’, alsof er een glibberig mensensoort mee wordt aangeduid dat in welke richting dan ook afwijkt van het voorgeschreven gemiddelde.

Clarisse McClellan (Sofia Boutella) is geen dromerige puber of dromerige jonge vrouw meer, maar een grimmige, zich als informant voor de Natives voordoende Eel en activiste. Mildred (Linda) Montag zien we niet terug. Toch is in Guy Montags woning een vrouwenstem te horen, namelijk die van de als een Big Sister overal aanwezige en alles in de gaten houdende sprekende computer Yuxie.

Alle uitingen die buiten het door de overheid gecontroleerde Kanaal 9 van het internet vallen, worden aangeduid met de term ‘graffiti’. Daaronder vallen boeken, maar ook filmrollen, VHS-banden, ansichtkaarten en aantekenboekjes. Als de Eels proberen graffiti te uploaden en Beatty en zijn mannen daarachter komen, grijpen ze hardhandig in. De maatstaven voor hedendaagse dystopieën volgend is Bahrani’s Fahrenheit 451 aanmerkelijk gewelddadiger dan de film van Truffaut.

Aantekeningen uit het ondergrondse
Anders dan bij Bradbury en Truffaut reageert Eel Clarisse McClellan aanvankelijk afwijzend op ‘Master Trooper’ Guy Montag. Maar als Montag, die steeds helderdere herinneringen krijgt aan zijn boeken lezende en vermoorde vader, een exemplaar van de uit het Russisch vertaalde roman Notes From The Underground van Fjodor Dostojevski uit de vlammen gered blijkt te hebben en aan haar overhandigt, ontdooit ze. Guy en Clarisse lezen elkaar voor uit het boek alsof het hun nieuwe Bijbel is. Sommige passages uit dit relaas van een voormalige ambtenaar, dat het ideaal van rationaliteit confronteert met de grillen van het onderbewustzijn, hebben in de film een zweem van toepasselijkheid. Maar de troefkaart lijkt toch de titel van het boek. Die moet associaties oproepen met een ondergrondse, literatuur minnende verzetsbeweging als de Eels.

Bahrani volgt goeddeels hetzelfde procedé als Truffaut om van zijn film een verhaal over boeken te maken. Vooral hele beroemde boeken gaan bij hem in vlammen op: On the origen of species van Charles Darwin, Cien años de Soledad van Gabriel García Márquez, Der Prozess van Franz Kafka, Faust van Goethe, Notre-Dame de Paris van Victor Hugo en zo meer. En als een deel van de Eels zich als ‘bookpeople’ oude stijl blijken te hebben ontpopt, bevindt zich onder hen een jongen die de inhoud van dertienduizend boeken uit zijn hoofd kent, waaronder A la recherche du temps perdu van Marcel Proust, dat met zijn meer dan drieduizend bladzijden en ruim één miljoen woorden literaire kwaliteit het meest opvallend kwantificeert.

Op de set van Fahrenheit 451 met v.l.n.r. Ramin Bahradi, Michael B. Jordan en Michael Shannon

Op de set van Fahrenheit 451 met v.l.n.r. Ramin Bahradi, Michael B. Jordan en Michael Shannon

Omnis
Het laatste uitgesproken woord van de oude vrouw die er evenals bij Bradbury en Truffaut voor kiest om samen met haar gehele bibliotheek een prooi der vlammen te worden is ‘Omnis’, een aanduiding voor het collectieve bewustzijn van de totale mensheid en tevens voor het megaproject dat de Eels in het geheim uitvoeren. Vanaf hun geheime schuilplaats zetten ze de totale menselijke kennis om in DNA, dat bij de gekooide zangvogel Lennie geïnjecteerd wordt.

De Natives ontdekken de schuilplaats, waar Guy Montag zich inmiddels bij de Eels heeft aangesloten. De afrekening tussen Montag en Beatty verloopt anders dan bij Bradbury en Truffaut. Held en martelaar Guy Montag weet juist voordat hij door Beatty letterlijk onder vuur wordt genomen het kooitje van Lennie te openen. De zangvogel sluit zich aan bij een zwerm van zijn soortgenoten, die aan de andere kant van de grens met Canada het DNA der kennis zullen verspreiden.

Metafoor
In zijn pogingen het verhaal van Bradbury te actualiseren, betoont Bahrani zich soms vindingrijk, of in ieder geval woordkunstig. Zijn strijd tussen ‘Natives en ‘Eels’ heeft een zekere zeggingskracht en het specifieke gebruik van de term ‘graffiti’ is origineel te noemen. Wanneer Bahrani’s stelling zou zijn dat je moderne technologie niet als zodanig moet vrezen, zolang die maar in goed handen is, kun je hem daar ook best gelijk in geven.

Maar met zijn gemoderniseerde adaptatie, die harder en grimmiger is dan de mild-ironische van Truffaut mist hij de boodschap van Bradbury’s verhaal. Of ziet hij beter gezegd over het hoofd dat de Amerikaanse schrijver zich van een metafoor bediende. Bradbury wilde niet letterlijk waarschuwen voor een samenleving waarin men niet meer kon of mocht lezen, maar vreesde dat mensen, verslaafd als ze zouden raken aan (reality)televisie en mobiele telefonie, dit in de toekomst eenvoudigweg niet meer zouden doen.

Truffaut begreep Bradbury beter door speelser met de sciencefiction-elementen om te gaan en ook meer voorbij de titels van de boeken te kijken. Of juist de bijna analfabete Montag zich stuk te laten lezen op een titelpagina. Wie Truffauts film ziet, wordt uitgedaagd ook Bradbury te lezen en meer dan hem alleen. De doorsnee-sciencefictionspanningsbogen van Bahrani bevatten echter veel minder onweerstaanbare prikkels om een boek aan te raken, waarmee met zijn film de bedoelingen van Bradbury goeddeels in rook opgaan.

 

16 juli 2021

 

Deel 1: Het boek Fahrenheit 451 van Ray Bradbury
Deel 2: De film Fahrenheit 451 van François Truffaut

 
ALLE ESSAYS